1872. N". 35. Vrijdag 22 Maart. 30 Jaargang. KENNISGEVING. De inneming van den Briel. AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE. Uitgever A. A. BAKKER Cz. g IIELDERSCHE EN AflËUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdaq-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. M franco per post - 1.65. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN Naar Oost-Indiê: via Triest 2 April, 's avonds 6 u. 25 m. gun Marseille 28 Maart's avonds 6 u. 25 m. tui/ Brindisi 4 April, 's avonds 6 u. 25 m. West-Ijidiè: viaSouthampton 31Maart's morg. 6 u. 25 m. Suriname via St. Nazaire 4 April, 's avonds 6 u. 25 m. de Kust van Guinea: 27 Maart 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop: 23 Maart's morg. 6 u. 25 m. a n o via Triest 22 Maart 's m. 6 u. 25 m. BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der gemeente HELDER noodigen bij deze uit, de Loteliiigen van de ligting van dit jaar, die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, om zich daartoe vóór den eersten April aanstaande ter Secretarie dezer gemeente aan te nelden, op een werkdag, tusschen de9 voormiddags van 9 tot 1 ure. De Zeemiliciens ontvangen vier jaren na den dag hunner inlijving een bewijs van ontslag uit de dienst, en worden, wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben ontvangen, in tijd van vrede, van de dienst bij de Schutterij vrijgesteld. De Zeemilitie wordt besterad tot bemanning van de verdedigings- vaartuigeu voor de binnenlandsche dienst en langs de kusten. Zij wordt niet naar de Koloniën en Bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen gezonden, tenzij, ingeval van zeer buitengewone om standigheden, eene nadere wet daartoe magtiging verleent. Aan hen, die verlangen na volbragten oefeningstijd in werkelijke dienst te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te ver binden, wordt zulks vergund. Aan hen, die zich met verlof bevinden, wordt in gewone tijden vergunning tot uitoefening van de Buitenlandsche Zeevaart en Vis- icherij verleend. Aan Lotelingen die vóór hunne inlijving bij de Landmilitie, hun beroep van de Buitenlandsche Zeevaart maakten, en zich voor de Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet hebben kunnen worden aangenomen, wordt, wanneer zij zich met. verlof bevinden, mede in gewone tijden vergunning tot uitoefening van de Buiten landsche Zeevaart verleend. la gewone tijden kunnen de manschappen der Zeemilitie vergun ning bekomen tot het aangaan van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar hebben volbragt. Voor Lotelingen die hun beroep van de Buitenlandsche Zeevaart maken, is het alzoo van belang dat zij zich op den boven bepaalden tjjd voor de Zeemilitie aanmelden, omdat zij anders bij de Militie te land ingelijfd worden en gedurende hun diensttijd geene ver gunning verkrijgen om hun beroep uit te oefenen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 4 Maart 1872. L. YERHEY, Secretaris. Een bezoek bij den Koning ran Aurora. (Slot.) Wij zetten ons in een prieel neder, waar de doctor ons over zijn godsdienst sprak. Bij hem, zeide hij, kwam het geloof er volstrekt niet op aan; hij had Protestanten, Katholieken, metho disten, baptisten, in een woord Christenen van alle soorten, ja zelfs Joden in de kolonie. Ieder kon gelooven wat hij wilde; hij echter predikte slechts het reine natuurgeloof eu wie daarnaar handelde was gelukkig. Vervolgens sprak hij met groote wijd lopigheid over de welvaart der kolonie, die door het geloof in de natuur gegrondvest was, over ootmoedigheid, liefde tot den naaste, over godsdienst in het algemeen eu vervolgens weder over de natuur en over zich zeiven, zoodat mijn hoofd er ten laatste van begon te draaijen. Mijne vragen over de inwendige organisatie der kolonie had ik reeds lang in vertwijfeling moeten staken, daar de doctor er of in het geheel geen, of een ontwijkend ant woord op gaf. Zijne kolonisten, zeide de doctor, beminden hem als een vader en hij zorgde voor hen. Beide zaken waren zonder twijfel waar; de groote eerbied, waarmede de kolonisten, die wij toevallig ontmoetten, den hoed voor den doctor afnamen (een wijze van begroeting, die iu Amerika in het geheel geen gewoonte is) getuigde van een onbegrensde hoogachtingons groetten zij als voorname vreemdelingen, die de doctor met zijn gezelschap ver waardigde met groote achting, en ieder die de kolonie zag, moest toestemmen, dat zij in een buitengewoon bloeijenden toestand verkeerde. Dat de doctor bij dit alles voornamelijk aan zich zeiven gedacht had, was een gedachte, die zich als van zelf aan ieder opdrong. Toen wij den boomgaard verlaten hadden, liet de doctor ons verscheidene in de nabijheid liggende, uitstekend gebouwde graan velden zien, die met de nette woonhuizen, die er op stonden, afzonderlijke boerderijen vormden. De gemiddelde opbrengst van den grond was, zeide hij, 25 a 30 schepels tarwe en 40 a 50 schepels haver op een morgen. Vervolgens geleidde hij ons in j>et aangrenzende bosch, waar, zooals hij zeide, de feesten der kolonie gevierd werden. Wij hielden stil bij een met gras begroeiden heuvel, die met een soort troonhemel overdekt en met een gracht omringd was. Op dezen zoogenaamden tempelheuvel liepen een aantal wegen uit, die zich van daar waaiervormig in het bosch verspreidden. Niet ver daarvan verwijderd bemerkte ik ook een plaats om te dansen en daarbij een tribune voor de muziek. Bij volksfeesten, verklaarde de dokter, laat ik al die wegen met bonte lantaarns verlichten en verlicht dan ook den tempel, die er dan zeer Bureau: M O L E N 1' L E IN, K°. 163. i. Treurig was het drie eeuwen geleden gesteld in de Nederlandsche gewesten. Loodzwaar drukte het schrik bewind van den wreeden hertog van Alva, den man van bloed en staal, die door zijnen meester, den fanatieken en absolutistischen Philips II, met 20,000 geoefende krijgers herwaarts gezonden was, om de lastige, vrijheidlievende Nederlanders, die van koninklijke oppermacht, beperking hunner rechten en gewetensdwang niet wilden weten, vol komen te onderwerpen. Hij had zich van zijn taak ge kweten met zooveel ijver, gestrengheid en bloeddorstigheid, dat hij niet alleen de algemeene afschuw verworven had, maar zelfs de Spaansche regeering in het begin van 1572 tot zijne vervanging door den hertog van Medina-Celi moest overgaan. Hij had het land van zijne beste burgers beroofd, het verarmd en uitgemoord, het meer en meer van den Koning vervreemd: het lag als verslagen en uit geput aan zijne voeten. Hij was zijn bestuur begonnen met de gevangenneming van een viertal der aanzienlijkste personen en met de instelling van den beruchten Bloedraad, een gerechtshof dat zicli om geene vormen te bekreunen had, grootendeels uit blinde aanhangers van den hertog bestond, alle deelgenooten of slechts verdachten aan de bewegingen der laatste jaren op staatkundig of kerkelijk gebied voor zich daagde, en met den dood en verbeurd verklaring van bezittingen strafte. Allerwegen verrezen de moordschavotten, achttien duizend menschen verloren door beulshanden het leven. Wie kon, ontweek het land, velen met achterlating van have en goed. Twintig duizend, volgens anderen zelfs honderdduizend personen ontvluchtten het vaderland, hunne kunstvlijt naar elders overbrengende, anderen, wanhopig en berooid, vormden zich tot benden, die, als Bosch- en Watergeuzen, te land en ter zee hun fortuin zochten, en den Spanjaard, of wien zij als Spaansch- gezind beschouwden, afbreuk trachtten te doen. De prins van Oranje had in Duitscliland en Frankrijk hulp gezocht, om de verdrukte landzaten te hulp te komen. Het gelukte hem om eene legermacht op de been te brengen en daarmede invallen in Groningerland en in Brabant te doen, zelfs om een kortstondig voordeel (door zijn broeder Lodewijk) te behalen, maar zijne troepen waren niet opge wassen tegen de dapperheid der Spanjaarden, noch tegen de krijgstactiek van Alva; zijne onderneming was met verlies en vruchteloos geëindigd, en voor het oogenblik moest hij de Nederlanders aan hun lot overlaten. schoon uitziet. Als wij hier ons Meifeest vieren, is het hier een schouw spel als dat, hetwelk in de duizend en één nacht beschreven wordt, en als daarbij de muziek speelt, en een vrolijk gezang weerklinkt, en de jongelui zich met dansen vermaken, is het een ware vreugde. Op den tempelberg mag echter niemand komen en hij kan het ook zoo gemakkelijk niet doen. Waarom denkt gij wel, mijne heeren? voegde hij er vragend bij. Mijn vriend Körner meende, dat de gracht er de oorzaak van was en ik was met hem van hetzelfde gevoelen. Juist, zeide de doctor, deze tempelberg heeft een zinnebeeldige beteekenis, hij stelt liet oppermachtig volkshoofd voor, dat niemand op den kop mag trappen; daarom is die gracht er dan ook om heen. Na een wandeling van verscheidene uren kwamen wij bij des doctors woning aan, waar bij ons een glas eigen gemaakten wijn aanbood. Daar men ons gezegd had, dat het gebruik van wijn en spiritualiën in de kolonie streng verboden was, was dit aanbod voorzeker een ongehoorde uitzondering. De wijn, van welke hij ons twee soorten toediende, waarvan de eene uit wilde druiven en de andere uit bessen gemaakt was, was zeer smakelijk eu werd ons in de apotheek aangeboden. Hier begon Körner nog eens te spreken over zijne levensverzekering. De doctor gaf hem hoop, dat hij er in zou tredenmaar hij wilde eerst de zaak goed over leggen en de voor- en de nadeelen der speculatie aan een nauw keurig onderzoek onderwerpen, voor hij daarop een beslissend antwoord gaf. En hiermede eindigde ons bezoek bij den Koning van Aurora. Voor wij de kolonie verlieten, deden wij bij de leden er van nog zooveel mogelijk onderzoek naar hare inwendige inrichting en bestuur. De uitslag van dat onderzoek en van hetgeen ik van doctor Keil vernomen heb, wil ik den lezer hier nog mededeelen. Wenscht iemand lid der kolonie te worden, dan moet hij dadelijk zijn geheel vermogen aan doctor Keil ter hand stellen. Om hem te beproeven wordt hij dan voorloopig aangenomen. Bevalt de kandidaat den doctor, dan kan hij blijven en wordt lid der gemeente; is dit niet het geval, dan krijgt hij bij zijn vertrek zijn kapitaal terug, maar zonder interest. Als een lid uit eigen beweging zich aan de gemeente wil onttrekken, ook dan wordt hem zijn vroeger ingelegd kapitaal teruggegeven, maar ook zonder interest, echter bekomt hij een geëvenredigd aandeel van de winsten, die de kolonie gedurende zijn lidmaatschap behaald heeft. Dit aandeel wordt al wederom door den doctor bepaald. Alle gewone levensbehoeften worden den leden der communistische gemeente om niet verschaft. De doctor heeft de gemeenschappelijke kas in handen, bestrijdt daaruit alle uitgaven en zorgt ook voor den verkoop der landbouw- en industrieprodukten van de kolonie. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 16 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. De trotsche landvoogd deed uit het verwonnen geschut te Antwerpen voor zich zeiven een standbeeld oprichten, aan de voeten waarvan twee gestalten gekromd lagen, die den adel en het volk der vertrapte Nederlanden moesten voorstellen. Drukkende heffingen moesten het werk der onderwerping nog komen voltooien. Toen er niet meer te verbeurd verklaren viel, gelastte Alva de vordering van de honderdste penning van alle vaste en roerende bezittingen, de twintigste van eiken verkoop van onroerend, de tiende van eiken overgang van roerend goed. 't Mocht niet baten, dat hij tegen dien maatregel vertoogen uit Madrid ontving. Hij schreef terug, dat hij uit de Nederlanden meer zilver zou trekken dan Spanje uit Peru, en zette zijne plannen door, waarvan een bijna geheele stilstand van den koophandel en vermeerdering van ellende het gevolg was. Zoo waren alle Nederlanders in hunne rechten en vrij heden, in hunne familiën, bezittingen en belangen gekrenkt en ten prooi aan eene overheersching, waarmede de zoo gevloekteFransche in onze eeuw niet kan vergeleken worden. Catholieken zoowel als Protestanten voedden den felsten haat tegen al wat Spaansch was, en kromden zich noode onder het juk, zonder uitzicht op bevrijding. Eene onverwachte gebeurtenis gaf echter aanleiding tot eene groote omkeering van zaken. De Koningin van En geland, aanvankelijk den Watergeuzen gunstig gezind, had, op aandrang van Alva, hen gelast hare havens te verlaten. De vloot stevende daarop naar Texel, dreef door tegenwind naar de Maas, en de Watergeuzen, tot dat oogenblik slechts zeeschuimers, namen, op voorstel van Jacob Simonsz. de Rijk, den 1 April 1572 bezit van eene omwalde stad, van Brielle. De tijding hiervan maakte alom een onbeschrijfe- lijken indruk; men gevoelde, dat het verzet een vast punt gevonden had, van waar het zich over den lande verspreiden kon. De doffe neerslachtigheid maakte weder plaats voor hoop, zelfvertrouwen en moed. Vlissingen, het eerst, wierp uit eigen beweging de Spaansche kluisters af, andere steden volgden, Oranje daagde te hulp en deed troepen in Overijssel en Gelderland, Henegouwen en Brabant rukken, en in minder dan drie maanden na den eersten April kon de opstand steunen op meer dan 70 steden. Alva, die door het terugtreden Van Medina-Celi nog tot het eind van 1573 de landvoogdij bleef voeren, mocht sommige gewesten en steden gewapenderhand herwinnen en al het gewicht van zijn wraak doen gevoelen, zijne onbepaalde heerschappij over een vernederd volk was geëindigd. Sedert den 1 April 1572 had hij strijd te voeren met een volk, dat zich uit de vernedering opgeheven en zijne knellende boeien verbroken Heelt iemand een of ander kleeding6tuk, meel, suiker, tabak, enz. noodig, dan haalt hij, wat hij wenscht, om niet uit het pakhuis; het vleesch haalt hij op dezelfde wijze van den slager, het br.ood van den bakker, enz. Spiritualiën worden slechts in geval van ziekten gegeven. De werkzaamheden, die ieder lid ten beste der kolonie te verrichten heeft, worden door den doctor bepaald. Hij beveelt of iemand als landbouwer, handwerksman of op eenige andere wijze de kolonie tot nut zijn zal, en de tjjd en de arbeid der kolonisten belmoren geheel aan de kolonie alles naar goedvinden van den doctor. Huwt een lid, dan krijgt hij een afzonderlijk woonhuis met bouwland, zoodat de huisgezinnen ver strooid op de boerderijen wonen. De oudsten der gemeente onder steunen den doctor in zijne ambtsplichten met raad en daad. De landerijen der kolonie zijn gezamenlijk op doctor Keils naam ingeschreven, om, zooals hij zegt, wijdloopigheid en geschrijf te vermijden. Hierin zal echter misschien spoedig verandering komen, opdat de leden der kolonie ingeval de doctor sterft, hun aandeel in de landerijen zonder moeijelijkheden kunnen verkrijgen. Als de doctor kwam te sterven vóór het land was overgeschreven, dan konden zijne naaste erfgenamen alle bezittingen der kolonie voor zich in beslag nemen en zouden de leden kunnen toekijken. Groote haast schijnt de doctor echter niet te hebben om de bewijzen van eigendom te laten veranderen, ofschoon dit reeds lang had moeten gebeuren. In de kolonie zegt men natuurlijk, dat het geheele grondbezit gemeenschappelijk aan alle leden behoort. Of echter de doctor in stilte van ditzelfde gevoelen is, is op zijn minst genomen nog zeer twijfelachtig. Doctor Keil is tegelijk zielverzorger en onbeperkt wereldlijk bestuurder van de kolonie Aurora, en kan met toestemming van de oudsten, die zich natuurlijk altijd naar zijne inzichten schikken, bevelen wat hij wil. Het onbezorgde leven, dat de meestal tot de lage en weiuig ontwikkelde standen behoorende leden der gemeente leiden, terwijl niemand behalve de doctor behoeft na te denken, is de hoofd oorzaak van het ongestoord voortbestaan der kolonie. Het uitstekende talent van organisatie, verbonden met de onbeperkte macht, die doctor Keil, welke met recht den naam van Koning van Aurora voert, bezit, is de oorzaak van den bloei dezer gemeente, die zich een communistische noemt, maar eigenlijk niets anders is dan een groote boerderij van haren talentvollen stichter. De kolonie Aurora heeft hare eigene scholen, kerken, enz., ook dagbladen en boeken, die de doctor uitzoekt en koopt in een beperkt aantal; verder is er ook geen gebrek aan gezellig verkeer, muziek, zang, enz. Benevens een gemakkelijk te verkrijgen levensonderhoud voldoet dit de eischen der kolonisten geheel tn al en de goede doctor Keil zorgt voor al het overige.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 1