i n n e n I a n d. t liunne volgelingen er het zwijgen toe deden. Maar dat zou van onze spraakzame Vertegenwoordigers te veel gevergd zijn. En indien nu eens vóór en tegenstanders elkander merkelijk in aantal overtroffen, zouden de bedaardste leden geene beurt kunnen krijgen om hun uit te brengen stem behoorlijk te motiveeren? Dat ware te erg! Behalve aan de gewone bezigheden tot het gaande houden van het administratieve raderwerk van Staat, als daar zijn: verhoogingen en wijzigingen van hoofdstukken der begroo ting van loopende en vroegere dienstjaren, enz. enz., konden de leden ook hunne aandacht wijden aan de sedert de ope ning der zitting ingediende wetsontwerpen, waarvan wij slechts noemen die op de rechterlijke organisatie (de vorige wet kwam nooit tot uitvoering, locale belastingen wegen zwaar), die tot het heffen eener inkomstenbelasting ter ver vanging van patentrecht en vleesch-accijns en laatstelijk ook van den zeep-accijns (die van bieren en azijncn konden er ook wel onder doorloopen), tot regeling der naamlooze vennootschappen, tot aanleg van spoorwegen op Java en tot regeling van het vestingstelsel. Het laatste ontwerp heeft al reeds den invloed ondervonden van onze gedurige afwisseling van ministers van oorlog, zijnde door den nieuwen minister Delprat alweder wijzigingen ingediend op dat van zijnen voorganger. Eveneens op diens aanvraag tot buiten gewone afschaffing van krijgsmateriëel. Voorts kwam van denzelfde een ontwerp tot wijziging der militiewetten, zoodat niemand 'behoeft te klagen, dat het zoo krijgshaftig opge treden ministerie de militaire zaken in het vergeetboek laat. Wel jammer is 't, dat evenmin als de opvolgende ministers, de militaire specialiteiten in de Kamer het eens zijn over de vraag, op welke wijze de verdediging van Nederland moet ingericht worden, en dat onder 't publiek meer en meer twijfel ontstaat, of het wel mogelijk is ons vaderland tegen een overmaclitigen vijand te verdedigen. Ons volk is zeker bereid, zware offers te brengen voor 's lands onafhankelijkheid, maar het heeft 't vruchtelooze der volkswapening in Frankrijk gezien en het verspilt niet gaarne zijne miljoenen zonder kans op succes. Maar wij wijken van ons Kamer-overzicht af, en loopen misschien tevens gevaar verkeerd begrepen te worden, waar wij meer ruimte zouden behoeven een eigen meening over dit teeder onderwerp te geven. De aangenomen wetten waren alle wat men „kleine" noemt. Zij betroffen eene aanvulling der postwet, inzonder heid omtrent de berekening van het porto der dagbladen, het opzettelijk doen verloren gaan van koopvaardijschepen, het vervangen van de art. 414416 van het wetboek van strafrecht door andere bepalingen. Die vervanging had niet gemakkelijk plaats. Zij raakt dan ook een der tegen woordige, diep ingrijpende sociale kwestiën, die der loons- bepaling door coalitiën van arbeiders. Wij willen daarover in een volgend artikel het een en ander in het midden brengen. Een ingediend en spoed-eischend ontwerp, tot ondersteuning der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij, kwam, vermits de ophanden zijnde Paasch-vacantie, niet in be handeling, men hielp zich zeiven en de Maatschappij door voorloopig een voorschot toe te staan. Den 15 dezer maand hervat de Kamer hare zitting, tegen den 22sten is de inkomstenbelasting aan de orde gesteld. of cocarde, 't geeft iets eentoonigs. I>e deelneming van Amsterdam in de feestvreugde van den lsten Aprildag zou trouwens eerst des avonds schitterend uitkomen. Alleen had het gunstige weder niet aangehouden; de optogt had al een enkele buitje gehad; toen de optogt even 4 uur zijn eindpaal bereikt had en dit, even als bij den aanvang, door kanongebulder werd aangekondigd, begon de regen met meer kracht te vallen. Zou de illuminatie nu wel doorgaan? Men twijfelde. Maar weder brak de lucht; de wolken dreven af, en ofschoon er nu en dan regen bleef vallen, verhinderde dit niet, dat de gas-vlammen, de lampions, de waskaarsen, de giorno's, het bengaalsch, het elektrisch, het prismatisch licht werden ontstoken, en welhaast was de hoofd stad in eene vuurzee herschapen. Voor het paleis was een stellage opgerigt, rijker dan ooit, dat door duizende lampions bezet, het prachtigst effekt maakte; van den winkel van den lieer Hajenius en van den koepel van het nieuwe restanratiegebouw op den hoek der Kalverstraat, werd het Damplein met zijn duizende wandelaars telkens door elektrisch licht bestraald, hetgeen soms iets toover- achtigs gaf aan het geheel, en vooral het beursgebouw en het eendragtsmonumeut fraai deed uitkomen. De Kalverstraat was uitstekend verlichtde verscheidenheid werd daar door 't voort durend aanbrengen van Bengaalsch vuur nog verhoogd. Keurig was hier en daar de versiering met groen en bloemen, achter 't spiegelglas, o. a. bij de wed. Kirchman, waar een Water geus in het front 't effect zeer verhoogde. Alle grachten en straten waren fraai geillumincerdaan het stadhuis werd door den lieer Maju verlichting met prisma's aangebragt, die zeer voldeed, ook de illuminatie van en om het Baleis voor Volksvlijt, van den Hoogensluis en van de Vondelstraat waren zeer prachtig; maar wind en regen werkten daar minder gelukkig op het geheel. Het feest in Volksvlijt was ook .zeer geanimeerd. De hoofdstad heeft ten volle getoond, dat het de hooge beteekenis van den herden kingsdag van 1 April begreep. Te 's Hage was de deelneming aan het April-feest minder groot dan elders. Toch werden reeds Zondag middag op het koninklijk paleis de koninklijke standaard en twee oranje-vaaudels geheschen, en stak geheel de residentie zich weldra in oranje- en de nationale driekleuren. Kleine ovatiiin hadden telkens voor het paleis plaats. Israëls Vriendenkring bragt te middernacht eene ovatie met fakkel licht aan het standbeeld van den Zwijger op het plein, waar een aantal vaderlandsche liederen werden aangeheven. Voor 't paleis werd door deze zangers ook eene manifestatie gebragt, waaraan zich duizenden aansloten, terwijl door een rappe gast om den hoed van 't beeld van den Zwijger een krans werd aangebragt. Het Malieveld was des daags in een feestzaal herschapen. De versiering was keurig en smaakvol; er waren alleen 156 Veueti- aansehe masten aangebragt, waarop de namen van de mannen van 1572, waarop Nederland roem draagt, een gedenknaald, met de dagteekeningen die aan het feest moeten herinneren. Het weder was wel niet gunstig, maar toch was de menigte op de Maliebaan onafzieubaar. Allerlei kleine optogten zag men er. De parade was afgezegd, maar H. M. de Koningin reed ten 2 ure in open rijtuig uit, de stad door, en werd overal met oorverdoovend gejuich begroet. II. M. bezocht ook 't Malieveld. Illuminatie was er schier niet, maar feestelijke vreugde heerschte overal, ten spijt van het minder gelukkige weder. HELDER en NIEUWEDIEP, 4 April. Volgens van Batavia ontvangen telegram is de mailboot Prins van Oranje, gezagvoerder M. C. Braat, den lsten dezer, ten 10 ure voormiddags aldaar aangekomen. Aan boord was alles wel. Zr. Ms. stoomschip Kijkduin, onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. Cramer, is gisteren van hier naar Curaipao vertrokken. Naar wij vernemen, zal de eerepoort aan de Binnen haven alhier, met toestemming van autoriteiten, gedurende nog eenige dagen opgerigt blijven. Behalve te Nijmegen, 's Heerenberg, den Bosch en Breda hebben op 1 April eenige onverdraagzame Roomsch Katholieken ook te Rosendael en Wageningen baldadig heden gepleegd. Overigens zijn de feesten in ons geheele land in de beste orde afgeloopen. Te Amsterdam o. a. bragten nog nooit bij een feest zoo weinig arrestanten den nacht in het politie-bureau door en hier werd door de politie slechts aan één persoon logies verleend. Te Loos duinen hebben rustverstoringen plaats gehad, tengevolge van, naar de berigten verzekeren, verkeerde handelwijze des burgemeesters. De Koning zal te Amsterdam den 10 dezer de groote audiëntie geven. De Prins van Oranje is sinds eenige dagen ongesteld. De militairen van het regiment grenadiers en jagers hebben jl. Maandag hunne nieuwe Beaumont-geweren ontvangen. De zoo begaafde tooneelspeler Peters, sedert eenige maanden reeds ongesteld, bevindt zich in zorgwekkende omstandigheden. Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer: „Een feest zoo als hier op 1 en 2 April gevierd is, heeft men op ons eiland nimmer aanschouwd. Yol geestdrift voor het heugelijk feit voor 300 jaren te Brielle door de Watergeuzen bedreven, klopten allerwege warme harten. Ieder gaf tijd, geld en krachten ten beste om optogten en eerebogen te doen worden wat zij geweest zijn. Nationale en Oranje vaandels en vlaggen golfden van elks woning en versierden de optogten. Onder deze laatsten mag die van Oude Schild in ver- eeniging met die van Oosterend eene eerste plaats be- kleeden en werd dan ook door ieder om het zeerst bewonderd en toegejuicht. Wij wensclien een klein verslag van dezen laatstgenoemden optogt te geven en beginnen haar van Oude Schild af te verhalen, maar zullen om niet uitvoerig te zijn zulks zoo beknopt mogelijk meêdeelen. Na afloop van de godsdienstoefening verzamelden alle deelnemers zich op het tromgeroffel van den flinken tamboer der Mariniers, die door zijn kommandant welwillend aan de feestcommissie was afgestaan voor deze dagen. Een prachtig gezigt leverde de stoet op, toen zij onder het schoone gezang van toepasselijke liederen, die door den ceremoniemeester flink werden geleid, optrok. Wij laten hier het programma volgen, zoo als deze stoet bij liet doortrekken van het dorp de Waal was zamengesteld1. Ruiterwacht met edelen uit de 16do eeuw (van Oosterend), 2. vaandeldragers (van Oude Schild), 3. hoofdkommandant te paard, dat „the right man on the right place was," 4. bemande boot, netjes geschilderd en als oorlogsvaartuig ingerigt (van Oude Schild), 5. voetvolk, tamboer en vaandeldragers (van Oude Schild), 6. bemande boot, even als de eerste ingerigt (van Oude Schild), 7. divisie voetvolk met vaandeldragers (van Oude Schild), 8. als vorige bemande boot (van Oude Schild), 9. divisie voetvolk met vaandeldragers (van Oude Schild), 10. bemande boot als voren (van Oude Schild), 11. voet volk met vlaggen (van Oosterend), 12. bemande boot (van Oosterend), 13. voetvolk (van Oosterend), 14. bemande boot (van Oosterend). Door toespraken, gejubel en gezang werd deze stoet ontvangen, overal waar zij zich vertoonde. Te Oosterend en de Waal was de geestdrift bij het door trekken van den optogt ten top gestegen. De eerste boot werd van paarden ontdaan en door de ingezetenen van de Waal onder gejuich en vreugdeschoten door hun dorp getrokken. Het is ons aangenaam te kunnen melden, dat allen die dezen optogt hebben meegemaakt, daarop trotsch kunnen zijn, omdat zij zich door orde en degelijkheid heeft onderscheiden. Wij willen en kunnen geen namen noemen van al degenen die aan een en ander zoo flink hebben meegewerkt, omdat wij dan ieder persoon afzonderlijk zouden moeten vermelden. Op 2 April werd op verzoek van den heer T. Mets door de deelnemers van den vorigen feestdag te Oude Schild nog eens een optogt georganiseerd, en wel met het doel om met de op gisteren feestvierende schooljeugd in het midden en in wagens achteraan, den Hoorn een hezoek te brengen en van daar over den Burg weer te retourneren. Ditmaal werden de booten echter thuis gelaten en besloot men allen te voet te gaan. Schilderachtig was het gezigt als men den prachtigen stoet op eenigen afstand zag op marcheren. Op verren afstand van den Hoorn werd men reeds door eene eerewacht te paard ingehaald en trok men onder gejubel en gezang het dorp binnen. De leden van de feestcommissie beijverden zich met de ingezetenen van den Hoorn, om de manschappen en kinderen te onthalen en hulde te bewijzen. De eer, ook in dit dorp aan den optogt bewezen, is ongelooflijk en niet te beschrijven. Toen men van daar naar den Burg vertrok, kwamen ook van daar een paar corporatiën om den stoet op eervolle wijze in te halen; de eene uit vrouwen en meisjes van het Oude Schild en de andere uit eene sierlijke ruiterwacht van den Burg bestaande. Eindeloos was ook het gejubel en de hoera's, die aan de feestvierenden bij hun doortrekken van den Burg werden toegebragt. Voor het huis van onzen geachten burgemeester werd een stukje gezongen en door dien heer met eene hartelijke toespraak beantwoord. De heeren Bok en anderen, toonden boven hun erken telijk woord, ook voor deze feestviering nog iets van stoftelijken aard, voor de manschappen te hebben afge zonderd. Allerwege was men onbeschrijfelijk met dezen I optogt ingenomen, en verheugd over den geest van eens- I gezindheid, die onder allen woonde. Men kan verzeker! j zijn, dat door allen die dezen togt hebben medegemaakt, de dagen van 1 en 2 April 1872 nooit uit het geheugen zullen worden gewischt." Men meldt van den Rijnkant„Onlangs liet het weêr verandering verwachten, na van half Dec. bijna onaffe, broken lenteachtig te zijn geweest. Er kwamen sneeuw en hagelbuijen, zooals de maand Maart die doorgaans geef; en men dacht nu wei een geruimen tijd 'guur weêr te kunnen behouden. Doch dat heeft zich nog altoos uit gesteld, want dat men zóó voorspoedig den zomer zal ingaan stelt men zich niet voor. Daar is sedert eenige dagen telkens donder aan de lucht, dat zelden in ha voorjaar te vertrouwen is, en naar ondervinding, door koui weêr wordt opgevolgd. Het gras groeit best en alle ander gewas naar evenredigheid. Men zou haast besluiten, het vee in de weide te brengen, maar er valt veel regen, waardoor de weiden te nat zijn geworden. Het is dan ook aan den stand van het buitenwater wel te zien, dat het veel regent, terwijl de poklermolens overal nog water uitmalen." Te 's Hage is gisteren aanbesteed het bouwen eener schutsluis voor de doorgraving der Ruigeplaat te Delftshaven, Minste inschrijver de heer J. S. G. van de Wall, te Rot terdam, voor f 119.700 Te 's Hage is de gepensioneerde generaal-majoor der genie F. van Heurn overleden. De Vereeniging tot beoefening der geschiedenis van 's Hage heeft aan den heer J. L. Motley een bewijs van hulde aangeboden aan diens groote verdiensten ten opzigte der geschiedenis van ons vaderland. Uit Krimpen aan den IJssel meldt men, dat het aldaar gestationeerde detachement Infanterie, onder bevel van den lsten luit. Zimmerman, Donderdag avond eene zamenscholing van 2 a 300 personen, die blijkbaar met geen goede bedoe ling naar Oudekerk gingen, na voorafgaande waarschuwing met de bajonet uit elkander, en verder naar Krimpen te- ruggejaagd heeft. Aan een der soldaten is daarbij een stoot met een ijzeren stang of koevoet toegebragt. Door de vastberaden houding van den officier en zijne manschap zijn verdere wanordelijkheden voorkomen. De Friezen waren de eerste Watergeuzen, heeft hm geschiedschrijver, A. P. van Groningen, verklaard, en ah eerste noemt hij Jan Abele, van Dokkum, die met zijn broeder Tamme en zijn zoon Fokke lang ter zee gevarei hadden, en die besloten graaf Lodewijk te scheep bijstanl te verleenen, toen Hettinga's luitenant Hiddinck ook velt hunner stadgenooten bewoog hem gewapend te ondersteuner, Onno Zwier van Haren, de dichter der beroemde vader landsche zangenDe Geuzen, bedoelde welligt beide broeden, toen hij zong: Die stuursche wezens zijn twee Friezen, Een schip is onder hun gebied; Zij kunnen niets dan dit verliezen En hebben ander erfgoed niet. Hun moeder ging daarvoor verpanden Haar huis, haar have en hare landen. Vroeg voor haar zonen, ambt noch eer. „Gaat, zeide zij, met forsche woorden, „Verjaagt, die wet en godsdienst stoorden, „En keert hier Vrij of nimmer weer!" De Daily News van 1 April verklaart aan hare lezers de beteekenis van onze nationale feestviering. Di Nederlanders zegt zij vieren heden het derde eeuw feest hunner onafhankelijkheid. Het is drie honderd jaar geleden, dat hunne dappere voorouders, het juk verbreken! van een bigotten, bloeddorstigen despoot, aan de verbaas!: wereld toonden, wat zij te hopen had van den uit de Hervorming geboren geest van burgerlijke en godsdienstig vrijheid. Op de daden dier voorouders mag Nederland wél trotsch zijn. De News treedt hierop in een kort historisch overzigt van onzen tachtigjarigen worstelstrijd, en van den bloeitijd der republiek. Zij wijst daarbij er op, hoe Engeland in het bijzonder belang moet stellen in de geschiedenis der Nederlanden, omdat de beide natiën zot vaak, naast elkander of elke voor zich, te strijden hebben gehad tegen denzelfden onverzoenlijken vijand en verdrukker; hoe de goede verstandhouding tusschen de beide volkeren nimmer verstoord had belmoren te worden en dit ook werkelijk nimmer werd dan door invloeden van buiten: door de ophitsingen van een Lodewijk XIV en de onbe zonnenheden van een Karei IIhoe, ten bewijze, bel Drievoudig Verbond door geheel Groot-Brittannië werl toegejuicht; terwijl, twintig jaren later, een Hollandscl Stadhouder voor Engeland een beter Koning was, dan het ooit op zijn troon gezien had. Sprekende over hetgeet in sommige plaatsen van ons land is voorgevallen, laat de News zich aldus uit: De nationale jubeltoon in niet algemeen. De hedendaagsche vertegenwoordigers van het stelsel dat de 1ste April 1572 omverstootte, hebben getracht door opruijingen op den feestdag een smet te werpen. I" Nederland, evenals in Engeland, vindt men personen, die Katholieken zijn in de eerste plaats, vaderlanders en burgen in de tweede of in het geheel niet. Sporen van hei oude vergif zijn achtergebleven. Gelukkig dat het slechts sporen zijn. Slechts weinige zijn de lieden, die aldus de graven hunner vaderen on teerden, en spuwen durfden op de vrijheden welke zij onwaardig zijn. En er bestaat geen enkele reden om te vooronderstellen, dat de groote massa van de Katholieke bevolking in Nederland niet met de Protestantsche landgenooten hartelijk de verlossing uit Spaansche boeijen et de grondvesting van 's lands onafhankelijkheid zal herdenken- De Nederlandsche Republiek zóó besluit de Daily News verrees uit den strijd van een zelfstandig, gelijk' soortig volk, voor nationale vrijheid; zij was de vrucht Ta» de edelste volharding en den ridderlijksten moed. Daarom is 't goed, voor hen, die aan deugden de zegeningen van het tegenwoordige danken, van tijd tot tijd zich de groote daden hunner voorouders te herinneren, en zich te sterke" door het voorbeeld van dezen. Men erkenne het: Uit Nederland ging de stem op, die de absolute monarchen uit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2