Benoeminpen, enz.
~STATE\-GEXEItAAL.
Buitenland.
Frankrijk.
Engeland.
Jan. jl. een bezoek brengen aan eene te Arnhem wonende
schoonzuster en, waarschijnlijk daar zij liefst niet zonder
eenig souvenir van haar uitstapje huiswaarts wilden keeren,
bezochten zij achtereenvolgens vier manufactuurwinkels in
de Ketelstraat en de Rijnstraat, waar zij kleinigheden
kochten, maar tevens beurtelings zaken van grooter waarde
onder den mantel medenamen. De winkeljufvrouw in een
dier winkels ontdekte inmiddels nadat zij den winkel hadden
verlaten, dat er een pak satijn verdwenen was. De eigenaar
gaf er terstond kennis van aan de politie, en het gelukte
deze al spoedig de beide dames ten huize liarer schoon
zuster te arresteeren. Al het. gestolene goed, dat grootcndeels
nog niet door de eigenaars gemist was, werd gevonden en
de beide diefeggen werden genoodzaakt haar verblijf te
Arnhem aanmerkelijk te verlengen.
Zij stonden jl. Donderdag voor het Hof aldaar teregt,
beschuldigd van vier diefstallen in bewoonde huizen, in
vereeniging gepleegd. Onder vele tranen bekenden zij hare
misdaad.
Nadat de adv. gen. een tuchthuisstraf van 6 jaar had
gerequireerd en de ambtshalve verdediger, mr. A. J. Kro
nenberg, op eenige verzachtende omstandigheden had gewezen,
veroordeelde het Hof haar ieder tot een tuchthuisstraf van
vijf jaren. (Arnh. Crt.)
Te Amersfoort zullen Donderdag 18 April a. s. voor
de arrond. regtbank teregt staan eenige personen, zoo
mannen als vrouwen, beklaagd van zich tijdens de jongste
Aprilfeesten aldaar te hebben schuldig gemaakt aan het
inwerpen van glasruiten.
In de algemeene vergadering der „Vereening voor
Handel en Nijverheid" te Breda, is met eenparige stemmen
besloten tot het vieren van een eigenaardig feest, de her
denking namelijk van het tot stand komen der overbrugging
van het Hollandscli diep bij Moerdijk. Tevens wenscht men
bij die gelegenheid hulde te brengen aan hen, wier namen
onafscheidelijk aan dezen reuzenarbeid verbonden zijn.
Daarom zullen de voornaamste ontwerpers van dat werk,
zoo daar als te Dordrecht, tot bijwoning van die bijeenkomst
worden uitgenoodigd.
Bij een landbouwer te Aduard hebben de meid en de
knecht op Paaschmiddag te zamen opgegeten drie en zestig
eijeren.
Naar men zegt is de burgemeester van 's Heorenberg
in zijne betrekking geschorst. Wij herhalen het gerucht,
ofschoon de reden waarom ons niet duidelijk is. (Arnh. Crt.)
De Wageningsche Courant deelt mede, dat daar ter
stede een honderdtal personen in verhoor geweest zijn wegens
de rustverstoringen op 1 April.
Voor het grootste gedeelte is de wol te Diepenveen,
welke dit jaar de omstreken aldaar zullen opleveren, tegen
buitengewoon liooge prijzen, meest voor Engeland, opgekocht.
In een artikel, getiteld: „Geleerde honden," in het
Album der Natuur 187 2, afl. 5, deelt prof. P. Hartiug het
volgende mede:
„Ik ontving van den heer J. F. van Hoogstraten, pre
dikant alhier, het volgende uittreksel uit een brief van
zünen zoon, mr. F. J. K. van Hoogstraten, advocaat te
Haarlem, gedagteekend 21 Jan. 1872.
„Een treffend voorbeeld van honden-instinkt, ik meen
verstand. De heer W. Eldering woont te Overveen. Van
den winter hoort hij een ijselijk gejank van een hond, des
avonds voor zijn deur. De heer Eldering opent, en een
hond met gen gebroken been loopt naar binnen. Het beest
wordt verbonden, verpleegd, verzorgd en geneest. Hersteld
zijnde vertrekt de hond, waarschijnlijk naar zijn vorig huis,
en men hoort niets meer van het dier. Eenigen tijd latei-
doet zich weer het oude gejank hooren. Weder opent de
heer Eldering de voordeur en ziet op de stoep zijn vroegeren
verpleegde met een confrater naast zich, die een gebroken
been heeft! De kameraad gaat het huis in, dat No. 1 als
een geschikt hospitaal scheen te beschouwen, en toen deze
hem er goed en wel in zag, maakt hij regtsomkeerd en
aaneengesloten broederschap te New-York, die haren magtigen
arm over den geheelen staat 'uitstrekte, de staatkundige bond-
genootenaan het hoofd van de laatsten stond de beruchte AVilliam
Tweed, wiens daden nu voor het geregtshof aan het licht zullen
gebragt worden. Het was een aardig klaverblad, de heeren Drew,
Fisk en Gould, die nu in het bestuur kwamen en zich de magt
van een uitvoerende commissie wisten toe te eigenen. Een uit
gifte van 60,000 nieuwe actiën was de eerste daad, waardoor zij
zich dedeii kennen. Nu echter kwamen zij met de justitie in
aanraking en werden zij genoodzaakt eenigen tijd aan gene zijde
van de rivier de Hitdson op het gebied van New-Yersey, «aar
hel bevel van in hechtenisneming, door de overheid van New-York
uitgevaardigd, niet van kracht was, hunne woonplaats op te slaan.
Maar de verbinding met de Taininauy-ring was, al leverde deze
'geene welwillende refters, nog niet afgebroken. Ook werden ze
bespied door het waakzame oog van den millionair van der Bilt,
die in het bezit van 100,000 aandeelen vau den weg was. Zooals
bekend is, wordt de Zondag in Amerika zeer streng in acht
genomen. Een bevel vau iemand in hechtenis te nemen mag op
den sabbath niet voltrokken worden en zoo konden de vlugtelingen
op dezen dag hun fort Taylor, zooals het volk hunne eenvoudige
woning in Jersey-city noemde, verlaten, cu in New-York met
hunne voornaamste tegenstanders over den vrede onderhandelen.
En deze vrede kwam lot stand. De hoofd-aandeelhoudeis, waar
onder van der Bilt en Drew, verkochten hunne aandeden aan
Fisk en Gould en deze betaalden met het geld, dat zij "uit de
kas van de maatschappij namen.
James Fisk en Jay Gould waren nu in het werkelijk bezit van
den spoorweg. Zulk een vereeniging, in wier dienst 15,000
ambtenaren en arbeiders staan, is een magt in de republiek. Men
kou nu met de Tammany-ring een verbond sluiten. Daarvoor zou
deze inschikkelijke en welwillende wetgevers leveren. Deze beiden
vereenigd belette iedere controle van de zijde der aandeelhouders.
De door de Taminany-ring aangestelde regters keurden de onwettige
uitgifte van aandeelen goed eu de wetgevende magt zorgde er
door wetten voor. dat Fisk en Gould niet gemakkelijk van hunne
zetels in het bestuur konden verwijderd worden.
Tot nu toe hebben we slechts inet wel is waar groote, maar
drooge «peculatiëu en zwendetarijen te doen, die wij in hare
bijzonderheden niet verder kuunen verhalen, omdat slechts de
groote resultaten er van aan het licht kwamen. Maar arts ver
haal zal romantisch, ja zelfs tragisch werden, vóór het ten
einde is. (Slot volgt.)
laat No. 2 aan de goede zorgen van den heer Eldering
over! No. 2 moet van No. 1 verstaan hebben: „Wacht,
heb jij je poot gebroken, dan zal ik je ergens heen brengen,
waar je het goed hebt en waar zij je wel weêr zullen
opknappen!" De heer Eldering, dien ik zeer goed ken,
geeft zijn woord van eer, dat zich de zaak aldus heeft
toegedragen."
Als een staaltje van huwelijksliefde, vermeldt men, dat
onlangs zeker vrouwtje, dat haar echtgenoot had verloren,
aan haar betrekkingen te Rotterdam het volgende telegram
zond: „Mijn geliefde Karei overleden. Verlies gedekt
door een levensverzekering."
Wat een vast en ernstig voornemen, ter verbetering
van zijn levenslot, vermag, kan het volgende voorbeeld
leeren. Veertig jaren geleden werd er te Louisville een
man gearresteerd, als een straatslijper, veroordeeld en ge-
vonnisd, om aan den laagstbiedende verkocht te worden.
Eene welbekende vrouw kocht hem voor 10 cent, en hij
werd aan haar overhandigd. Spoedig werd de man beschaamd
over zichzelven, en besloot, om zonder de hulp van iemand
op eene eerlijke wijze den kost te winnen. Veertig jaar
zijn er verloopen en thans is de man zeer rijk: hij bezit
stoombooten, huizen, land-eigendommen en goud en zilver.
In elke financiële kwestie wordt hij geraadpleegd, en overal
beschouwd als een zeer achtenswaardig burger.
De Weener conferentie tot beteugeling van de veepest
heeft na gewigtige overwegingen als conclusie aangenomen,
dat afmaking het eenige middel moet geacht worden.
Rusland heeft zich met verwijzing naar de moeijelijkheden
van een algemeenen maatregel voor het reusachtige Rijk,
bereid verklaard de westelijke en zuidelijke gouvernementen
ingeval van noodzakelijkheid, van do oostelijke te zullen
afzonderen, terwijl bepaald in de eerstgenoemde strenge
maatregelen van voorzorg zullen genomen worden. De
overige Staten, op de conferentie tegenwoordig, beloofden
in dat geval die westelijke gouvernementen in de verzach
tingsbepalingen die, voor hen zelve bij voldoende afsluitings
maatregelen gelden ten opzigte van het internationaal ver
keer, te zullen doen deelen.
De berigten uit Perzië zijn nog altijd even treurig.
Het jongste berigt uit Teheran, dd. 19 Maart, meldt, dat
niet alleen in de hoofdstad, maar ook in de provinciën de
hongersnood talrijke offers eischt. De toestand is vooral
verschrikkelijk in de provinciën van Hamadou, waar dage
lijks kinderen worden vermoord en verslonden.
Tot officier der orde van de Eikenkroon is benoemd de lieer
J. Tjasink, directeur van den stads-schouwburg te Amsterdam.
Tot griffier bij het kantongeregt te Edam is benoemd de heer
mr. L. A. van Ysselstein, te Delft.
Met ingang van 1 Mei is benoemd tot directeur der cellulaire
gevangenis te Rotterdam de heer F. A. Schicbelhout, gcpens. kapt.
van het Oost-Indisch leger.
Eerste Hamer,
Zitting van Donderdag 11 April. In deze zitting is het ont
werp tot tijdelijke tegemoetkoming der Amsterdamsclie Kanaal
maatschappij, met algemeene stemmen aangenomen.
Naar het schijnt zullen de veroordeelden tot eenvoudige
deportatie vergunning verkrijgen om partijtjes koopwaren
naar Nieuw Caledonië mede te nemen, ten einde daarmede
handel te drijven met de Kanaks, zoo deze er namelijk
lust in hebben. Men verbeelde zich Assi en Paschal
Grousset, glasparelen en spiegeltjes inruilen tegen runderen
of' cocosnoten. Hun oud kolonels-galon zal hun zeker
goed te pas komen; geen twijfel of zij zullen het met
voordeel van de hand zetten.
Volgens den Courtier de France is de schadever
goeding, die China aan Frankrijk zal betalen wegens het
vermoorden van Franschen te Tien-tsin, bepaald op twee
millioen francs. Anderhalf inillioen van die som zal uit
gekeerd worden aan de nagelaten betrekkingen van de
slagtoffere, terwijl de overige 500,000 francs zullen worden
aangewend tot wederopbouw van de Katholieke kerk te
Tien-tsin, die door de Chineezen is verwoest.
Gambetta heeft te Angers een rede uitgesproken, die
tien kolommen van het dagblad !a République francaise
vult, doch niet van bijzondere beteekenis is, daar zij geen
programma, maar slechts frasen bevat; zoo bijv. zegt
Gambettadat de republiek thans door geheel Frankrijk
gewensclit wordt; dat de monarchale partijen, die in den
jongsten tijd zich aan ellendige kuiperijen hebben over
gegeven en in het buitenland een oorlog wilden doen uit
barsten, getoond hebben magteloos en verdeeld te zijn;
dat de Bonapartisten der vermelding niet waard zijn, omdat
zij niet een partij uitmaken, maar een bende, een wilde
horde zijn, enz. Voorts somt hij alles op wat het volk
aan de omwenteling van 1789 te danken heeft, en ten
slotte getuigt hij van Thiers het volgende: „Wat? En
waarom zou ik het niet zeggen? Mijn vertrouwen op
de toekomst is vermeerderd door de overtuiging dat de
man die aan het hoofd der regering staat, noch zijnen
oorsprong, noch zijne studiën, nocb de lessen zijner ervaring
vergeten kanhij weet, liij moet weten dat er iets schooners
is dan de jaarboeken der Fransche geschiedenis geschreven
te hebbennamelijk deze te voltooijen, door aan zijn werk
de kroon der eerlijkheid en der opregthieid op te zetten."
Dat Gambetta de door hem zeiven uitgeoefende dictatuur
hoogelijk. prijst spreekt van zelf; „hij toch heeft door zijn
bewind gezorgd dat de vanen der republiek met de vanen
van Frankrijk vereenigd werden." Wat Elzas en Lotha
ringen betreft, verklaart Gambetta, dat Frankrijk deze twee
gewesten niet heeft verloren en niet heeft afgestaan.
De diligence tusschen Noutron en Lacoquille in
Dordogne is in de lucht gesprongen. De conducteur had
een zak kruid van zeven a acht ponden, die hij te Miallet
moest afgeven, in de diligence gelegd, toen er geen passa-
giers in waren, ten einde hem tegen nat te bewaren.
Onderweg kwamen er reizigers, waaronder drie naaisters
eene met warme stoof. Het ongeluk wilde dat het kruid
in de nabijheid er van kwam, en de ontploffing volgde.
Van de vijf personen die binnen in zaten, en gekwetst
werden, verkeeren drie in levensgevaar. De ontploffin»
deed do paarden aan het hollen slaan, zoodat het lano
duurde eer men hulp kon verleenen, en het rijtuig liaj
ingehaald, waaruit de vlammen en de rook sloegen.
Het bullettin van 1 April der Société prolei-.triee ih
l'Enfanee Lerigt, clat een min in het arrondissement Auxerre
reeds 6-1 kinderen, die aan haar zorgen waren toevertrouwd,
heeft zien sterven. Het openbaar ministerie heeft een
onderzoek gelast.
Jl. Donderdag morgen is te Londen de zitting geopend
van het centrale Hof voor criminele zaken. liet Hof heeft
zich gedurende deze zitting o. a. bezig gehouden met de
beide volgende zaken:
Arthur O'Connell wordt beschuldigd, van II. M. een niet
geladen pistool te hebben voorgehouden, met de. bedoeling
om haar te verschrikken.
Thomas Gastro, alias Roger Charles Doughty Tichborne
wordt beschuldigd van de misdaad van meineed, maar hij
werd tot nog toe niet ondervraagd ten aanzien van liet
nieuwe proces.
Eerstgenoemd,e werd eergisteren, wegens poging om de
Koningin vrees aan te, jagen, veroordeeld tot een jaar ge
dwongen arbeid en 20 zweepslagen.
Naar aanleiding van de werkstaking der boerenarbeiders
in verschillende Engelsche graafschappen, zegt de Medical
Times and Gazette het volgende
De Engelsche boerenarbeider is in aard en levenswijze
een geheel ander wezen dan de werkman in de steden. Hij
is zwaarder gebouwd, ligchamelijk sterker, maar ook
logger, minder energiek, minder rusteloos. Hij nuttigt geen
tiendedeel van het dierlijk voedsel, dat de stadswerkman
orbert; maar ook verbruikt hij geen twintigste van de door
dezen verzwolgen hoeveelheid alcoholische dranken. Een
enkele maal mag hij zich eens te buitengaan aan drabbige
ale of wrangen appelwijn: nooit echter is hij drie dagen
onbekwaam. Hij leeft in de open lucht, onder alle weer
en wind; hij voedt zich met brood, aardappelen, pap en
groenten, met wat spek en kaas zelden met vleesch.
In den regel slaapt hij boven een vuilnishoop, of naast
een beerput, met zijne vrouw en een half dozijn kinderen in
cén vertrekje. Gelukkig mag hij zich dan ook noemen,
zoo hij niet minstens éénmaal in zijn leven een aanval van
slepende koortsen moest doorstaan. Zijn groote vijand is
rheumatiek; deze kwaal is 't, die hem gewoonlijk na zijn
50ste jaar in het armhuis brengt. Toch is zijn bestaan
niet zonder lichtpunten. Hij kent geen hoofdpijnzijn arbeid
vermoeit hem niet; ontsnapt hij aan koorts, dan beeft hij
alle kans om zeventig jaar oud te worden. Zijn kinderen
zijn gezond niet syphilitiseh of klierachtig; zijn vrouw
weet niet af van „zenuwen Beschouw nevens hem
den stadswerkman. 't Is waar, deze verdient tweemaal meer;
doch zijne behoeften zijn driemaal grooter. Hij sterft voor
hij 50 jaar is, en is een derde van 't jaar onder medische
behandeling. Zijne oudste dochter is teringachtig; zijn jongste
kind werd half blind door oogontsteking. In zijn jeugd
was hij een vlugge, veelbelovende knaap; maar zorg
en drank hebben hem verstompt, en sinds lang heeft hij
alle ambitie om zich hooger op te werken laten varen.
Vooronderstel nu, dat de werkstaking in Warwickshire en
elders met goed gevolg bekroond wordt, en dat de boeren
arbeider hooger loon ontvangt wat dan? Zal hij intel
lectueel meer ontwikkeld worden, zonder aan physieke
kracht te verliezen? Of zal hij, bij vermeerdering van zijn
stoffelijke welvaart, zich gaan overgeven aan de ondeugden
die de stadsbevolking ontzenuwen? Geen twijfel lijdt
het, dat de toestand van den boerenarbeider dringend ver
betering eischt; de man moet een behoorlijke woning
hebben, en meer dierlijk voedsel kunnen bekostigen. Wordt
echter in die twee vereischten voorzien, dan zal het lot
van den veldarbeider oneindig te verkiezen zijn boven dat
van den stadswerkman die van dag tot dag zwoegt te
midden van 't geraas, de duisternis en den rook van sombere
fabrieken voor wien de zon niet schijnt en wiens
eenige vreugd de kroeg is, waar hij zijn toevlugt neemt
en zijn zuur gewonnen penningen verbrast, vóór hij met
lootne schreden terugkeert naar een klagende vrouw en
sukkelende kinderen, op een bovenkamer in een steeg.
Indien de boerenarbeider er toe gebragt kon worden om
iets over te leggen voor den ouden dag, zich behoorlijker
te voeden en te kleeden, en zijn kinderen een weinig
onderwijs te verschaffen dan zal eene loonsverhooging
hem ten zegen zijn. Moeten echter de meerdere schel
lingen en vrije uren strekken om de thans nog primitieve
dorpsherberg in een jenever-paleis te herscheppen zoo
zal de loonsverhooging veel meer kwaad dan goed hebben
uitgewerkt.
De berigtgever van de Globe houdt, ook na tegen
spraak van een Hollander te Londen, vol, dat hij op
Goeden Vrijdag des ochtends te Rotterdam en des avonds
te Amsterdam in de kerk heeft zien rookett en op Paascli-
Maandag in de Oude kerk te Amsterdam tweemaal van
plaats veranderde, omdat hij naast iemand zat, die rookte.
Heeft de correspondent ook den damp van stoven voor
tabaksrook gehouden? Of heeft hij te veel vrijheidslikeur
geproefd en een café chantant voor een kerk aangezien?
-De Spectator zegt, dat de wereld de onmatige eischen,
die Duitschland aan Frankrijk stelde, duur betaalt. Er is
geen Staat in Europa, welks binnen- en buitenlandsche
politiek niet de nadeelen ondervindt van de koortsachtige
prikkelbaarheid, die een gevolg is van den vrede van
Versailles. Het is onzin, daarvoor Thiers verantwoordelijk
te maken. Wat kan hij anders doen, dan te trachten
naar zijn beste vermogen Frankrijk zijn achting voor
zich zeiven terug te geven en het weder tot eene groote