1872. N°. 46.
Woensdag 17 April.
30 Jaargang.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER Cz.
PROVINCIALE WATERSTAAT YAN NOORDHOLLAND
AANBESTEDING.
Binnenland.
HELDERSOHE
EV MEI WËDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per hwartaal1.30,
franco per post - 1.65.
HOLEN P LEI K, 1*°. 103.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Naar Oost-lndiê: via Triest 30 April, 's avonds 6 u. 25 m
h n Marseille 25 April 's avonds 6 u. 25 m
Brindisi 18 April, 's avonds 6 u. 25 m
West-lndiè: viaSouthampton 30April 's morg. 6 u. 25 m,
u Suriname via St. Nazaire 4 Mei, 's avonds 6 u. 25 m
de Kust van Guinea: 21 April 's morg. 6 u. 25 m
Kaap de Goede Hoop: 23April,'s morg. 6 u. 25 m
u n u u via Triest 22 April, 's m. 6 u. 25 m
Op Donderdag den 25sten April 1872, des namiddags ten half drie
ure. zal aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van Noord-
holland, te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed:
De duinbeplanting en het stellen van rietschuttingen
op Texel en den vasten wal van Woordholland, in
drie perceelen.
De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar,
rerkrijgbaar aan liet lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd,
aan bet bureau voor buitenlandsehe paspoorten op den O. Z. Achter
burgwal tegenover het Walepleintje te Amsterdam en bij den
Opzigter van den Provincialen Waterstaat W. Ph. DE KRUIJFF,
te Helder.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd
ingenieur van den Waterstaat te Haarlem, bij den Ingenieur
J. M. F. WELLAN, te Alkmaar en bij den Opzigter W. Ph. DE
KRUIJFF, te Helder.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
maken bij deze, tengevolge eener bekomene kennisgeving van den
Heer Directeur en Kommandant der Marine alhier, aan de daarbij
belanghebbenden bekend, dat alle binnenkomende schepen, welke
onderhevig zijn aan Quarantaine, van den 16 dezer tot en met den
15 October aanstaande, op de reede van Texel in de bogt van den
Zuidwal zullen moeten verblijven, ten einde aldaar het ontslag uit
de Quarantaine af te wachten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, herinneren bij deze alle
«chippers, sloeplieden en andere personen, dat het aan geene sloepen
of andere vaartuigen, onder welk voorwendsel ook, geoorloofd is,
zich naar boord van Quarantaine-schepen ter adsistentie of om
andere redenen te begeven, alvorens daartoe bet noodige verlof
van den Heer Kommandant van Zr. Ms. Wachtschip of wel, zoo
noodig, een Quarantaine-wachter van het genoemde Wachtschip tot
opzigt te hebben bekomenen waarschuwen dientengevolge elk en
De Prins van Er ie.
(Slot.)
James Fisk en zijne bondgenooten kochten het opera-gebouw te
New-York, een uit wit marmer opgetrokken paleis, benevens de
daaraan grenzende gebouwen voor 40,000 pond sterling. Het
inwendige werd met koninklijke pracht ingerigt. Hier vestigde
men het kantoor van het spoorweg-bestuur, waarin intrigues
gesmeed, speculatiën bedacht en zweudelarijen van allerlei soort
afgesproken werden. Van uit dit hoofdkwartier kwamen de bevelen
aan de handlangers op de beurs om de Erie-aandeelen te doen
dalen of te laten rijzen. Heden maakte men gemeene zaak met.
de lullen, die ze deden rijzen, morgen met de beeren, die ze
trachtten te doen dalen.
Laten we nu eens het uiterlijk der beide personen, die in de
pronkvertrekken van het opera-gebouw zetelden, beschouwen, en
die van hier uit de beurs bebeersebten en in deze met oostersche
weelde ingerigte vertrekken orgiën vierden, zooals die ten tijde
van het verval van het Romeinsche rijk aan de orde van den
dag en van den nacht waren. Colonel Fisk een militaire titel
's ki Amerika onontbeerlijk en Fisk was overste van liet negende
New-l'orker militie-regiment was een man van groote gestalte,
met een ruw uiterlijk, gezonde gelaatskleur, uiterlijk en innerlijk
gelijk aan een slagersjongen zoo als een Amerikaansch tijd
schrift zich uitdrukt grootsch in zijne daden en vol Amerikaanscke
scherts en goede luim. Zijn schoolkennis was zoo gebrekkig, dat
Bij zelfs zijne minnebrieven aan zijn Jozie door zijn bijzonderen
secretaris moest laten schrijven. Even als er Engelschen zijn die
cr een dichter op na houden, hield de beheerscher van den Erie-
spoorweg er een letterkundige op na, aan wien het opgedragen
was deze minnebrieven te schrijven. Zijn vriend Jny Gould is
van een kleine, tensrere gestalte, zijn gelaatskleur is bleek, en zijn
gdaat heeft een eenigzins oosterscben vorm. In het binnenste der
vertrekken treedt geen ongenoodigde binnen, en zelfs een geregts-
dienaar, die met een regterlijk bevel kwam, zou het leger van
goed gedresseerde bedienden niet kunnen doorbreken, in ieder
geval niet voor dengene dien bij zocht, niet meer te vinden was.
Deze vertrekken staan in verbinding met de tooneelzalen, om de
actrices, wier directie de prins van Erie zelf op zich genomen had
en die zijn harem uitmaakten, den toegang te verschaffen. Zoo
'eidde James Fisk in de republiek het leven van een sultan of ten
minste van een magtigen pacba. De Erie-spoorweg was zijn
gebied, de Tammany-ring leverde hem zijne Kadis, opera en ballet
zijne Odalischen en de beurs de middelen tot Sardanapalische
wellusten en Lucullische maaltijden. Daar deed zijn noodlot hem
een iegelijk om zich bij voorkomende gelegenheden dienovereen
komstig te gedragen, ten einde zich voor de nadeelige en onaangename
gevolgen, welke uit eene tegenstrijdige handelwijze noodzakelijk
zouden voortvloeijen, te vrijwaren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 6 April 1872. L. VERHEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
doen te weten
Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den
13 Maart 11. is genomen het volgende
BESLUIT:
De Raad der gemeente Helder,
Gelet hebbende op de wet van den 29 Julij 1851 (Staatsblad
No. 85) en op die van den 7 Julij 1865 (Staatsblad No. 79),
Besluit:
Met intrekking van het raadsbesluit van den 12 Maart 1867,
goedgekeurd bij Z. M. besluit van den 4 April 1867, No. 67:
a. Het bedrag van den te heffen hoofdelijken omslag ten behoeve
der gemeente, bij artikel 1 van het besluit van den 3 Augustus
en 5 September 1865, goedgekeurd bij Z. M. besluit van den 9
Januarij 1866, No. 73, bepaald op tien duizend gulden, voor bet
dienstjaar 1872 te verhoogen tot op twaalf duizend gnldcn.
b. De overige artikelen van gemeld besluit onveranderd te
houden, en
c. De invordering te doen geschieden overeenkomstig de voor
schriften der verordening, vastgesteld bij besluit van 8 Augustus
1865 en 5 September 1865.
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den
3 April 1872, No. 12, waarbij de verordening bevattende de voor
schriften tot invordering is aangehaald.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den
16 April 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWED1EP, 16 April.
De Alabama-kwestie is dezer dagen een onuitputtelijke
bron van staatkundige nieuwstijdingen. Te meer is er de
aandacht op gevestigd, omdat over den stand der onder
handelingen tusschen de partijen weinig helderheid valt op
te merken en er dus alle reden is, om in beschouwingen
te treden over het weinigje dat er van uitlekt. Gisteren
twee personen ontmoeten, wier omgang voor hem verderfelijk
worden zou.
Jozephiene Mansfield was van haren echtgenoot gescheiden en
behoorde tot die vrouwen, die even dikwijls van man veranderen
als van handschoenen en die zich, zoo noodig, een dozijn malen
laten scheiden, of zoo dit niet noodig is, de liefdesbetrekking naar
welgevallen verbreken, zoodra een andere neiging met meer uitzigt
op winst, dit weusebelijk maakt. Zij grijpen ook naar het pistool
om iedere schending van hunne heiligste gevoelens in bet bloed
van den inan, aan wien zij voor zijne geopende beurs hunne armen
geopend hebben, te wreken, en zijn gewoonlijk zeker een jury van
twaalf verstandige mannen te winden, die zich laten overtuigen,
dat de schoone moordenares leelijken vinden zelfs in de oogen
der Amerikaansche gezworenen geen genadejuist op het oogenblik
dat zij de daad bedreef, noch een oogenblik vroeger, noch een
oogenblik later, in een toestand verkeerde, waarin inen haar de
daad niet kon toerekenen. Jozephine bevond zich, toen zij van
haar echtgenoot, een zekeren Lawler, gescheiden was, in zeer be-
krompene omstandighedenhet kleed dat zij droeg was haar eenig
en tevens haar beste kleed. Zij moest dus datgene wat haar nog
overbleef aan den man zoeken te brengen en dit was haar zelve,
haar ligchaam zonder ziel. Zij deed een gelukkige keus, toen zij
hare oogen op den prins van Erie wierp, een zinnelijk man met
een volle beurs en die zij dan ook met duivelsche magt vasthield,
tot hij door den kogel van een gelukkigen medeminnaar getroffen
in de armen van zijne echtgenoot den laatsten adem uitblies. Van
zijne echtgenoot? Ja, inderdaad. James Fisk had een wettige,
met hem gehuwde echtgenoot, de moeder zijner kinderen, die in
Boston woonden en van wier bestaan het groote publiek eerst
kennis kreeg, toen de dagbladen de laatste oogenblikken van den
vermoorden man beschreven.
Jozephine had een diepen indruk op het hart van dezen ruwen
natuurraensch gemaakt; met onweerstaanbare kracht trok zij hem
naar zich toe en sleepte hem zoo in zijn verderf. Zij werd de
verklaarde geliefde van den spoorweg-koning, die een huis voor
haar kocht en dit met koninklijke pracht liet meubeleeren. Als
door een tooverslag werd zij uit de diepste armoede tot den
grootsten rijkdom gebracht. Geld zooveel zij wilde, diamanten,
bedienden, equipage, ja alles gaf de betooverde prins haar met
milde, ja met verkwistende hand. In de welriekende briefjes, vol
teedere liefdesverklaringen van de hand van z:jn secretaris, legde
James bankbiljetten voor zijne Jozie. In haar huis, in hare ver
trekken rustte hij uit van zijn werk, aan hare tafel verzamelde hij
de koningen der beurs en de hoofden van den Tammany-ring,
mannen met een ruim geweten en rekbare zedeleer. Maar nog
zouden de replieken van Engeland en van de N. A. Unie
worden ingeleverdeene formaliteit om te voldoen aan de
eischen van het tractaat. Men verwacht in Junij a. s. eene
nieuwe bijeenkomst der internationale commissie, die zich
thans slechts bepaalt tot het in ontvangst nemen der stukken
en inmiddels de onderhandelingen laat vervolgen tusschen
de gouvernementen te Londen en te Washington.
In Spanje ziet het er niet gunstig uit. Hoezeer ook de
officiële berigten gunstig mogen luiden, zeker is het dat
de feitelijke toestand verre van bevredigend is. De Carlisten
zitteii in 't geheel niet stil. Eene nieuwe beweging door
hen ondernomen, breidt zich dagelijks over een belangrijk
deel des koningrijks uit en stellig had de regering niet
verwacht tot zóó afdoende maatregelen de toevlugt te
moeten nemen als thans vereischt wordt voor de herstelling
van orde en rust.
De vereeniging Gaudium Inter Nos alhier gaf jl.
Zondag avond eene buitengewone vergadering in het lokaal
Tivoli. Opgevoerd werden: 1. Het spook-uur, of de vrouw
wil de baas zijn, blijspel in 5 bedrijven, van A. von
Kotzebue; en 2. Snorken is het consigne, vaudeville in
een bedrijf. Over het algemeen kweten zich de werkende
leden, waaronder een 5tal dames, uitmuntend van hunne
taak en verschaften zoodoende aan de vrij talrijke aan
wezigen een genotrijken avond. Dit jeugdig gezelschap
mag zich reeds in eene aanmerkelijke mate van bloei
verheugen.
Men verzoekt ons belanghebbenden te herinneren aan
de aangekondigde algemeene vergadering van het Vrijkorps,
op Donderdag 18 dezer.
HH. MM. de Koning en de Koningin en Z. K. H.
Prins Alexander hebben Zondagochtend de godsdienstoefening
bijgewoond in de Nieuwe Kerk, onder het gehoor van
ds. F. C. A. Pantekoek, die tot tekst genomen had 1 Joh.
V 45. Dit is de overwinning, die de wereld overwint,
namelijk ons geloof. Met het zingen door de gemeente der
bekende bede: Bescherm o God, bewaak den grond"
enz., werd de godsdienstoefening besloten.
HH. MM. de Koning en Koningin en Z. K. H. Prins
Alexander en gevolg zijn gisteren ten 11 ure 50 min. per
ëxtra trein in de residentie aangekomen.
De officiëele inschrijvingen in aandeelen voor den
Noordhollandsch-Frieschen spoor bedragen reeds 1,211,250.
Officieus zijn nog bekend bijdragen tot een bedrag van
437,460.
Bedankt voor het beroep naar Driehuizen en Zuid-
Schermer door dr. C. M. Vos, te Heernvliet.
was onder hen geen moordenaar, toen Fisk zelf Eduard Stokes bij
haar binnenleidde.
Wij betreuren het, den lezer uit de weelderige vertrekken van
Jozephine naai- de fabriek tot het zuiveren van olie van vrouw
Stokes te moeten voeren, Eduard was een jong meuscli van een
schoon uiterlijk, schoone en innemende gelaatstrekkendonker
blaauwe oogen, zwart kroes haar, hoog voorhoofd en slanke gestalte
hij spreekt zuiver en vloeijend, kleedt zich sierlijk eu heeft veel
geld noodig. De olies-raffinaderij van zijn moeder schijnt hem een
goudmijn toe, waar men het goud voor het grijpen heeft. James
Fisk is voor hem de man om zijne denkbeelden te verwerkelijken.
Langs den Erie-spoorweg kon men de ruwe olie voor een geringe
vracht aanvoeren en ze na hare zuivering weder naar de ver
schillende marktplaatsen wegvoeren. Deze zaak beviel Fisk. De
fabriek werd gehuurd, er werd een maatschappij met aandeelen
opgerigt en Eduard werd penningmeester, maar tegelijk ook de
begunstigde minnaar van Jozephine, in wier huis Fisk zijn jongen
beschermeling dwaselijk had binnengeleid. Binnen weinige maanden
bad de penningmeester van de maatschappij tot het zuiveren van
olie bijna honderd duizend dollars van de kas der compagnie in
zijn eigen zak laten overgaan en werd tengevolge daarvan aan
geklaagd. Maar het duurde niet lang of er werd een vergelijk
getroffen, waarbij Stokes, behalve liet geld dat bij reeds genomen
had, nog 15,000 dollars kreeg om hem uit de zaak te verwijderen.
Ook wij willen van de olie-raffinaderij weder naar de vertrekken
der boeleerster teruggaan, waar deze, terwijl zij voor haren weldoener
liefde huichelt, met baren nieuwen vriend plannen beraamt om
hem in het verderf te storten.
De aan Jozie gerigte minnebrieven van Fisk bevinden zich nu
plotseling in handen van Eduard Stokes, die met toezending van
een afschrift er van en onder bedreiging ze openbaar te maken,
de kleinigheid van 200,000 dollars van James Fisk eischt. Maar
Fisk liet zich niet zoo gemakkelijk vrees aanjagen. Waartoe zou
bij anders zijne Kadis noodig hebben? Hij bewerkt dus een
regterlijk verbod, waardoor de openbaarmaking van deze brieven
verboden wordt. Fisk had zich om dit bevel te verkrijgen bediend
van een document, dat een bezworen getuigenis van een zwarte,
die vroeger bij Jozephine in dienst geweest was, bevatte. De
regtsgeleerden noemen dat eene injunetie en noch Stokes, noch
eeu uitgever waagde het zich hiertegen te verzetten. Stokes klaagde
Fisk nu aan van verleiding tot meineed. Terwijl het voorloopig
onderzoek plaats had bij een regter te Yorkville, een stadje in de
nabijheid van New-Y'ork, verscheen Fisk voor de groote jury en
voor het crimineele geregtshof der stad en bewerkte daar, dat
Stokes in staat van beschuldiging gesteld werd wegens poging tot