ergtï| Benoeming-en, enz. STATEN-GENEUAAL. B u i te n I a n d. SCHAGER MARKT van HEDEN. en 'room harti 'd is, ?een ft in 'ner dj, 'solaas, zeb di als digi rijzer dat alj 2gerin{ Aan mr. Cli. Bosch Reitz is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver ter op ]eeQ(i als majoor-commandant der dd. schutterij te Helder, en is s! als zoodanig benoemd B. L. "Vries, thans kapitein. De kapt.-luit. ter zee P. Roodzant is, op zijn verzoek, eervol af<revoerd uit het corps zeeofficieren der Nederl. Marine, en belast 'met de betrekking van inspecteur over liet loodswezen, de betonuing, ijgbakening en verlichting in het 4de en 5de district te Hellevoetsluis. De kapt. J. A. L. O. van der Monde, van het 7de reg. infanterie, is op non-activiteit gesteld, in afwachting van nadere beschikking. Rij het 7de reg. infanterie is benoemd tot kapt. 3de kl. de 1ste luit» G. Luijme9, van het reg. grenadiers en jagers; tot lsten luit. de 2de luit. J. A. A. In. 't Velt, van hel corps. De commissie tot het afnemen van het eindexamen der adelborsten 2de kl. bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord, zal dit jaar bestaan uit deu heer J. M. Obreen, als voorzitter; en den kapt. ter zee jhr. F. de Casembroot, de kapt.-luits. ter zee H. p. van Boneval Faure en W. Sluiterman van Loo, en den luit. ter zee 1ste kl. II. van (loens, als leden. Geplaatst bij liet garnizoen alhier, bij het wapen der genie: de kapt. T. J. van Heusden en de lsle luit. J. W. N. Cramer en bij dat der infanterie: de 1ste luit. W. F. Stevens en de 1ste luit.— kwartierm. J. A. Stuffken. De adelborsten 1ste kl. H. van der Sande, J. A. H. Beek en B. J. Gr. Volck, worden met den 6 Mei a. s. geplaatst aan boord van het wachtschip te Willemsoord. De scheepsklerk W. van der Meer, dienende aan boord van het laderstoomschip de Valk, wordt met den laatsten dezer op non- activiteit gesteld eu met den 1 Mei a. s. vervangen door den scheeps klerk M. J. Rambonnet, terwijl met laatstgenoemden datum de scheeps klerk H. A. Engeringh geplaatst wordt op het wachtschip te Willem soord. Tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de sclieeps- bewijzen en ontv. der reg. en dom. te Deventer is benoemd de heer J. M. Smits, thans ontv. der reg, en dom. te Oudenbosch. Aan C. A. Hania, gewezen kommandant van het huis van correctie te Hoorn, is een pensioen verleend ten laste van den Staat van f 893 's jaars. Nadere berigten, van Elmina ontvangen en loopende tot den 21sten Maart jl., luiden gunstig omtrent de stemming der bevolking. Zoodra door de regtbank ten aanzien van den Asbantijuschen Atjempon Jouw uitspraak zou worden gedaan, verwacht werd binnen weinige dagen te zullen geschieden, zou deze, vergezeld van zijn zoon en een twintigtal volgelingen en nabestaanden, met een der ter Kuste gestationeerde stoomschepen, huiten het Nederlandsch gebied worden gevoerd. De waarnemende gouverneur Ferguson zou zich beijveren zoo spoedig doenlijk partij te trekken van de gunstige gelegenheid, door de rustige en vreedzame gezindheid der bevolking aange boden om de overgave te doen plaats hebben. Bij de bestaande gezindheid der bevolking zag de gouverneur er geen bezwaar in de Nederlandsche forten op denzelfden dag over te geven. Dit zou, naar hij hoopte, op den lOden April kunnen geschieden, indien de Engelsche autoriteiten dan tot de overname gereed waren. Uit de briefwisseling, reeds voorloopig met den administrator te Siërra Leone, den heer Pope Hennessy en den administrator te Capo Coast gehouden, is op te maken, dat van de Engelsche zijde geene vertraging te wachten is. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 23 April. De beraadslagingen over het wetsontwerp, houdende eene algemeene belasting op de inkomsten worden voortgezet. De heer Gevers Deijnoot sprak ter gunste van de wet; de heeren 's Jacob, Rutgers van Rozenburg, Saaijmans Vader, Viruly en Kappeijne van de Coppello verklaarden zich om verschillende redenen tegen het ontwerp. Met grooten ernst werd o. a. door laatstgenoemden spreker de aanneming van het wets ontwerp ontraden. Hij wees op de raoeijelijkheid voor velen om liet inkomen te berekenen en op de onmogelijkheid om onnaauw- keurige opgaven te beoordeelen. Z. i. is deze belasting, hoezeer in theorie de billijkste, in de practijk uiterst onbillijk. Zitting van Woensdag 24 April. De beraadslagingen over de inkomstenbelasting zijn heden voortgezet. De heer van Akerlaken, hoewel uit financieel oogpunt geen dringende noodzakelijkheid ziende, keurde haar toch goed, als eerste element eener hervorming van belastingstelsel; ter bereiking van dat doel, otfert hij eenige per soneele bezvvaern op. De heer Lenting wijst op den voortduren den aandrang, vooral van liberale zijde, op belasting-hervorming, zoodat hij 't zonderling vindt, dat ook van die zijde oppositie kwam. Hij verdedigt het wetsontwerp op dezelfde gronden als andere voor standers, hoewel hij liever een aanslag van slechts één perceut had gewenscht. De heer Idserda was er ook voor en verdedigde vooral de afschaffing van patent-belasting en vleesch-accijns. De heer Smidt was van hetzelfde gevoelen. De heer van Naamen bestreed de wet; men behoude en verbetere zeide hij liet bestaande, waartoe zoowel de grond- als personeele belasting en ook het patentregt alleszins vatbaar zijn. De heer Catwijk vond in beginsel de betaling naar evenredigheid van het vermogen het schoonste ideaal, maar in de practijk zal het aanleiding geven tot ontsluijering van het familie geheim en schending van het familieleven; hij was dus tegen de wet. Heden voortzetting. De heer Thorbecke was voor het eerst weder in de Kamer aanwezig. Frankrijk. De Nationale Vergadering heeft de wet tot beteugeling van de dronkenschap goedgekeurd. Te Parijs is op alle openbare plaatsen de wet tegen de Internationale aangeplakt. De prefect van politie te Parijs heeft een aantal inspec teurs aangesteld belast om de cafés chantants te surveilleeren. Z'j moeten zorg dragen dat er bij de voorstellingen niets voorvalt dat de zeden zou kunnen kwetsen. Jl. Maandag werd te Parijs door een groot aantal doctoren en artsen een feestelijke bijeenkomst gehouden, gevolgd door een gemeenschappelijk diner, ter eere van een verjaardag.... dien wij den lezer in duizend te raden geven.... den verjaardag van de inoculatie der vaccine te Parijs. De eerste inenting had plaats den 19 April 1800. Gelijk te voorzien was, heeft de oorlog van 187071 veel schilders geïnspireerd of althans verlokt om tafereelen "t dien oorlog op doek te brengen. De tentoonstelling in het Palais de TIndustrie te Parijs zal daarvan getuigen. Op het oogenblik is daar op den boulevard des Capucines 'en fraai schilderij geëxposeerd van Lacaste, voorstellende de kurassiers-charge van Reichshofen. Een jong Fransch officier heeft zich verdedigd tegen vijf Pruissen; na twee van deze gedood te hebben, valt hij onder de kogels der andere, die nu langzaam en voorzigtig nader sluipen, den held nog na zijnen dood vreezend. Dat schilderij heet: Eén tegen vijf. De bladen beweren dat „één tegen vijf" de toestand was van Frankrijk in den laatsten oorlog. Van Achille Eyrand is dezer dagen een werkje van de pers gekomen, waaraan de volgende passage is ontleend: „De wedergeboorte van Frankrijk is de groote kwestie aan de orde van den dag en het gesprek van twee vrien den, die elkander tegenkomen, kan als volgt worden ge resumeerd Broeder, wij moeten wedergeboren worden Broeder, gij hebt duizendvoudig gelijk. Zonder de' wedergeboorte zijn wij verloren. Zij zal ernstig, innig en volkomen moeten zijn. Ja, broeder; en men kan er niet spoedig genoeg mede beginnen.... Tot ziens. Ziet inen u van avond bij Cervisae? Wij zullen daar een partijtje maken, waarvan ge verstommen zult. Neen, ik heb een rendez-vous met Cora; ik heb voor haar een avant-scène gehuurd in de Folies Dramatiques. Vervolgens heb ik een intiem souper'tje in Maison d!Or. Veel pleizier! Veel geluk! Fn ziedaar nu de wijze, waarop Frankrijk aan zijn wedergeboorte werkt. Ieder wil de hervorming en de verbetering van de anderen, maar acht het voor zich zelf onnoodig om in iets van zijne gewoonten af te wijken. De Franschen schijnen te verwachten, dat hun de weder geboorte, zoo maar van zelf, op een goeden morgen zal worden t'huis gebragt. Volgens berigt uit Bern is de berekening der kosten veroorzaakt door het verblijf in Zwitserland van het ge- vlugte Fransche leger van Bourbaki, thans definitief vast gesteld.. De uitgaven daarvoor hebben bedragen 12,154,396 francs. Frankrijk heeft daarvan terugbetaald 6,682,584 frs. De verkoop der paarden heeft 1,154,459 frs. en die der fourage 160,646 frs. opgebragt, zoodat Frankrijk nog 4,156,707 frs. aan Zwitserland schuldig is. Te Marseille is binnengeloopen een Amerikaansch escader van zeven schepen. Ziehier eene bijzonderheid in zake den moord van Tastous, die vermelding verdient: De vermoedelijke moor denaar, Johannes Mano, had een hond, welke hem steeds vergezelde. Nadat de vrouw verslagen werd, welke daad de hond bijwoonde, volgens verklaring van hen, die des nachts, het angstgeschreeuw der vrouw hoorende, ook het janken van den hond herkenden wil het dier niets meer van zijn meester weten. Men meent daarin een bevestiging te zien van het vermoeden, dat Mano de moordenaar is. Het Fransche stoomschip Ava, op reis naar Shanghai, is in aanzeiling geweest met de Rona. De laatste is ge zonken en de kapitein gered, maar 60 man der equipage zijn vermist. Engeland. Omtrent het bezoek van Koningin Victoria aan Napoleon III verneemt men nog het volgende: Ëen speciale trein geleidde H. M. naar het station van Chislehurst, waar bijzondere rijtuigen wachtten, om H. M. naar Cambden-Place, de keizerlijke residentie, te brengen. Zij was vergezeld van een sterk detachement policemen te paard, die uit Londen waren vertrokken, om H. M. ten geleide te dienen. Napoleon III ontving met zijn zoon de Koningin aan den ingang van het huis. Ten vijf ure vertrok II. M. weder met een specialen trein naar Londen. Prins Napoleon bevindt zich op dit oogenblik te Londen, vanwaar hij dikwijls bezoeken brengt aan zijn neef. Op Cambden-Place logeren tegenwoordig de Prins van Canino en de heer Piétri. De heer Rouher is reeds naar Ver- sailles vertrokken. In de vergadering der Royal-Geographical Society op jl. Maandag werd een brief voorgelezen van dr. Kirk, die wel geen nieuws over het lot van dr. Livingstone, maar toch de overtuiging bevatfe, dat laatstgenoemde nog leeft. Uit Bombay wordt berigt, dat het stoomschip Neva, van de Messagerie Impériale, jl. Zaturdag op een rif in Straat Banca stootte; 't is te betwijfelen, of men er in zal slagen het af te brengen. Daitschland en Oostenrijk. De stedelijke regtbank te Berlijn, eerste kamer, heeft onlangs uitspraak gedaan in een vrij grappige zaak. Zekere Reiter, van beroep beambte bij de brandweer-telegrafie, doch zich opschikkende met den titel van „scheikundige", had, reeds geruimen tijd geleden, in verschillende bladen advertentiën doen plaatsen, waarin hij ter kennis van het geëerde publiek bragt, dat door zijn tusschenkomst diploma's waren te verkrijgen, welke regt gaven tot het voeren van den titel van „doctor". Gegadigden hadden dan hun aan vragen te rigten aan het expeditie-bureau van Rudolf Mosse. Aan de personen, die zich tengevolge dezer advertentiën kwamen aanmelden, verhaalde Reiter, dat hij zelf medicinae doctor was, en beloofde hun de verlangde doctor-diploma's van de universiteit van New-York te bezorgen. Voor zijn ijverige bemoeijingen had men hem slechts een kleinigheid te betalen30 a 40 thaler maar soms nog een tiental of eenige tientallen thalers meer; voor de kosten der diploma's zel,ve bragt hij 100 a 200 dollars in rekening. Was dat te duur voor al wie er zijn geluk in stelt, levenslang /dr." vóór zijn naam te mogen plaatsen? Inderdaad maakten al dadelijk een drietal van die heerlijke gelegenheid gebruik 't waren August Hermann, ondenvijzer aan een stadsschool, Kampf, tandmeester en Seidler, scheikundige. Alle drie kregen voor hun goed geld de zoo vurig verlangde diploma's, die, 't is waar, zeer vereerend voor hen luidden: van Kampf bijv. werd vermeld, dat hij de waardigheid van doctor zich verworven had door zijn „verdiensten op het gebied der wetenschap," Seidler door een verhandeling over „Plutarchus en zijn belangrijkheid als geschiedschrijver en geschiedvorscher," enz. Helaas! het geluk dier goede lieden was van korten duurhet bleek maar al te ras, dat die fraaije, hen zoozeer vereerende diploma's.... valsch waren. Bij het onderzoek, dat de eeuwig bemoeizieke justitie deswege instelde, kwam aan den dag, dat Reiter zich die diploma's uit New-York liet oversturen door een daar wonenden zwendelaar, Japha geheeten, en dat beiden de opbrengst daarvan broederlijk deelden. Uit een huiszoeking in Reiters woning kon men voorts opmaken, dat nog meer personen, op den doctors titel belust, al mooi op weg waren geweest om mede in de fuik te loopen; men vond althans nog een stuk of wat van die diploma's, die echter gelukkig nog niet „verleend," dat wil hier zeggenbetaald waren een daarvan was reeds ingevuld met den naam van den heer Ludwig Silberberg, die daarvoor aan „doctor" Reiter 220 thaler zou schuldig geweest zijn en reeds want er diende zoowat hoens- pocus bij 40 thaler had besteed aan een geleerde ver handeling, welke een candidaat te Greitswald voor hem gesteld hadeen ander diploma was bestemd voor den scheikundige Max Bonn, te Koningsbergen, die tot doctor verheven zou worden ter belooning zijner „groote verdiensten in liet opsporen van arsenikzure zouten," enz. Voor het geregt moest Reiter zich wegens dit speculeren op 's menschen ijdeliieid verantwoorden. Toen de zaak hij de eerste behandeling verdaagd werd, vermits nog eenige getuigen moesten opgespoord worden, werd hij voorloopig op vrije voeten gesteld, tegen den aanzienlijken borgtogt van 2000 thaler. Hij liet echter dit geld in den steek en vlugtte naar de bakermat zijner diploma's, naar Amerika. Bij verstek veroordeelde hem de regtbank tot drie jaren tuchthuisstraf. -Aan Signale wordt uit Boston geschreven, dat daar eerstdaags een monster-concert zal plaats hebbeno. a. zullen 5000 sopranen unisono een nummer uit Hallévy's l'Éclair zingen en 5000 alten Handei's Lascia ch'io pianga. Spanje. Aan de dagbladen is het volgend Carlistisch manifest gezonden: Genève, 20 April 1872. Ik heb de eer gehad den 15 dezer aan de centrale Catholieke en monarchale junta van Madrid het volgende bevel te zenden: „Aan Z. Ex. don Candido Nocedal, vice-president der centrale junta. De hertog van Madrid heeft goedgevonden te besluiten, dat de Carlistische minderheid geen zitting zou nemen in het congres. De groote nationale partij is bij de stembus verschenen, een wettigen vorm aannemende, die in strijd is met hare beginselen, om op het terrein, door hare vijanden gekozen, den strijd te aanvaarden. De uitslag heeft bewezen, dat de belagchelijke comedie van het libe- ralismus alleen dient, om de nationale opinie te vervalschen, de regten omver te stooten, die het zelf heeft verkondigd, de leugen in het parlement en de rouw in de familiën te brengen. De hertog van Madrid, zulk een wanorde ziende, protesteert heden ten aanzien des lands, door zijne vertegen woordigers terug te roepen; morgen zal hij protesteeren op het terrein waar hem het verdrukte vaderland en de inspraak van zijn Spaansch hart roept." De hertog van Madrid wil ook, dat geheel Europa de redenen kenne, die zijne houding regtvaardigen, opdat de openbare meening zich niet vergisse, als zij de gebeurtenissen in Spanje beoordeelt. De Carlistische partij, die de groote meerder heid der Spanjaarden vertegenwoordigt, verloochent openlijk, gelijk hare beginselen het verlangen, de manoeuvres der liberalen, die de voorhoede van de petroleum en de maat schappelijke ontbinding zijn. De hertog van Madrid wilde tot iederen prijs vermijden het eerste schot te doen, dat niet alleen Spaansch bloed zal doen vioeijen, maar misschien het sein zal geven tot ernstige verwikkelingen in Europa. Hij heeft den strijd moeten aannemen op het terrein, dat zijn vijanden gekozen hebben. De Carlistische partij, ge hoorzamende aan het woord haars Konings, is ongewapend ter stemming opgekomen, waar haar de geweldenarij van een impopulair gouvernement en de dolk liarer vijanden wachtten. Het is hier de plaats niet, den dwang, de comedie, de bloedige wanordelijkheden op te sommen, aangewend om te beletten, dat\de meerderheid der Spanjaarden hare ware vertegenwoording in het congres had. Het revolutio naire gouvernement sluit voor ons de poorten der schijn bare wettelijkheid, die hetzelve ingesteld heeft. Er blijft den hertog van Madrid en der Carlistische partij niets anders over dan de wapenen, om de eer, de waardig heid en de onafhankelijkheid des volks te verdedigen. De hertog van Madrid kan geen langdurigen burgeroorlog beminnen; door een korten en beslissenden strijd hoopt hij het vaderlana te redden en misschien den weg te wijzen, die tot redding der maatschappij leidt. Ten aanhoore der geheele wereld maakt de hertog van Madrid aanspraak op de eer de voorhoede van het groote Catholieke leger aan te voeren, dat het leger is van God, van den troon, van den eigendom, van de familie. De hertog van Madrid, en met hem de meerderheid der Spanjaarden, verheften hun hart tot God, vestigen den blik op de rampen des vader lands, op de benaauwdheid van Europa, en zij roepen hun landgenooten onder de banier, waarop de woorden schit teren God, Vaderland, Koning; zij rigten zicli tot de publieke opinie der geheele wereld en zullen haar inagtige onder steuning bekomen. De secretaris van den hertog van Madrid, Emilio de Arjona." In de Ëpoca leest men: Volgens de laatst ontvangen berigten nemen de bende Carlisten niet toe, maar trachten zij zich meer in Navarre te concentreren. Gezamelijk zijn zij ongeveer 2000 man sterk. In la Mancha en in Anda- lousie heerschte rust. In Galicie zwerven slechts twee kleine benden rond. Ook te Barcelona blijft het rustig. TER TELEGRAAF. 2 Paarden f 30 a 60 21 Ossen - 90 al20 10 Stieren -120 al60 65 Gelde-Koeijen -120 a200 52 Kulf-Koeijen -180 a240 68 Vaarzen -110 al 80 34 Hokkelingen - 80 al 10 17 Nucht.Kalveren - 5|a 16 VetteRaramen - a 4S0 Schapen - 20 a 46 Lammeren f a 7 Bokk.enGeiten - a 5 14 Magere Varkens- 15 a 26 68 Biggen - 7 a 10 13 Eenden c. 60 a 75 22 Kippen - 50 al25 Boter per kop - 82£a Kaas per K.G. - 27|a 40 Kip-Eijeren per 100 -250 a260 Eend-Eijereu u -305 -315

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3