Benoemijig'èn, enz.
■GENERAAL.
u i te n I a n d.
Frankrijk.
daarvan door het patenregt ook alreeds belasting betaald
wordt.
De Amersf. Crt. schrijft: //Wij achten liet hoogst
nuttig, de aandacht' te vestigen op de longziekte onder het
vee in Nederland. Het wordt wenschelijk geacht dat, vooral
ook nu de veeprijzen zoo ongekend, hoog zijn, het vee in
Nederland, door longziekte aangetast en al het vee, dat
met de aangetaste beesten in aanraking is geweest, wordt
afgemaakt en de gereedschappen, enz. van de aangetaste
stallen worden vernietigd. De kosten van het onteigenen
en afmaken konden worden gedragen door de veebezitters
deze behoorden namelijk voor elk stuk vee jaarlijks eene
bepaalde som te storten aan de provincie, waarin zich hun
vee bevindt, zoodat bij het ontstaan van longziekte uit die
provinciale veekas bedoelde onkosten konden worden betaald.
Houdt men geen scherpe controle over het vee, wordt niet
met vlugheid en zonder oogluiking tot afmaking, enz. als
bovenbedoeld besloten, dan zal er eene slepende longziekte
onder den veestapel komen, 'welligt slimmer dan de runder
pest. In Pruissen is men nu reeds, uit vrees voor long
ziekte, zeer angstvallig om Nederlandscli vee te koopen,
want daar, meer dan in Frankrijk, Engeland en België, is men
waakzaam en spreiden de regeringsambtenaren voorbeelde-
looze energie ten toon, om liet gevaar, dat uit Nederland
dreigt, te ontgaan. Ook de Nederlandsclio regering en hare
ambtenaren zullen, naar men zich mag voorstellen, met
klem en doortastend hunne opmerkzaamheid aan die zaak
wijden."
Jl. Maandag is door den brigadier—kommandant Plas
te Oss aangehouden J. L. Meys, post- en telegraafdirecteur
te Oss, beschuldigd van diefstal van een bankbiljet, groot
f 1000, en een groot 60, uit een brief van den notaris
H. Bijvoet, te Berchem, en gevankelijk naar 's Hertogenbosch
overgebragt.
Te Geldermalsen geraakte bij gelegenheid der kermis
een meisje in een vuile sloot. Zij werd gered dooi' twee
jongelieden (een er van was de zoon van den oud-notaris
Verweij). Haar kermisvrijer. W. Keij, wilde zijn Zondagsche
broek niet vuil maken om zijn liefste te helpen en liet haar
daarom liggen.
Te Wageningen zijn dit voorjaar enorm veel meikevers.
Men meent opgemerkt te hebben, dat er onder die gevleugelde
bewoners een soort van treklust bestaat, want nadat zij
eerst om Arnhem in grooten getale verschenen en ver
dwenen waren, zag men ze in Oosterbeek. Nu Oosterbeek
en omstreken zoo goed als bevrijd zijn (althans de geheele
zwermen treft men er niet meer aan), zijn ze te Wage
ningen aangekomen misschien inspecteren ze het terrein
voor den geprojecteerden maar thans weer ingedommelden
spoorweg ArnhemWageningenSchalkwijk. Als een bewijs
in hoe grooten getale de meikevers er voorkomen, kali
dienen, dat iemand in zijn tuin uit een boom naar raming
een 2400tal heeft geschud. Dikwijls gebeurt liet, dat men
in zijn kamer zwarte exemplaren ziet rondkruipen; meen
evenwel niet, dat zij belmoren tot eene nieuwe soort: zij
zijn door den schoorsteen binnengekomen.
Te Hengelo is reeds een achttienjarig jongeling hij
het baden omgekomen.
Bij een landbouwer op den Waterberg stierf dezer
dagen een twintigjarig paard, dat een gezwel aan den kop
had. Na zijn dood werd het door een veearts geopereerd,
die, de hersenpan openzagende, daarin een oud dubbeltje
vond. Men vermoedt dat liet paard dit geldstukje hëeft
opgesnoven, en toen de eigenaar het voor eenige jaren
kocht, zeide men hem reeds, dat het dier /,geld in zijn
kop" had.
Ook te Leeuwarden hebben de prijzen van het vee
in de laatste dagen eene ongekende hoogte bereikt, zoo
zeer, dat men bijna geen prijs meer kent. Verwonderlijke
staaltjes zouden daarvan bij te brengen zijn. Zoo werden
dezer dagen koekalveren, slechts een paar dagen oud, voor
45 en kalveren van 8 a 10 weken voor 80 en 90
van de hand gedaan. In een boelgoed nabij genoemde stad
bragten de melkkoeijen van 300 tot f 350 op. Een schaap
niét een lam gold f 85. Tengevolge dezer verbazende
O p
prijzen ontdoen sommige veehouders zich van hun beslag;
belangrijken invloed oefenen deze hooge prijzen uit op de
opbrengst der zoogenaamde scharren, waaronder verstaan
wordt, liet regt om gedurende het saizoen een rund,
hókkeling of schaap te laten weiden. Op liet Noorderling,
waar jaarlijks een groot aantal scharren worden verhuurd,
golden de koescharren dit jaar p. m. f 40, of Ongeveer
50 pCt. van den prijs die in het vorige jaar werd besteed.
De beeren, die zich te Leeuwarden vereenigd hadden
oui tijdens liet verblijf van Z. M. den Koning aldaar de
eefewac.lit uit te maken, zullen nu gezamenlijk een togtje
maken door het bekoorlijke Gaasterland, dat helaas! bij de
Hollanders nog zoo weinig bekend is.
Do volgende regelen ontleenen wij aan de beschouwing
getiteld: „De lieve Meimaand" voorkomende in KI. Crt.:
Met al haar nukken heeft zij een onbetaalbaar talent
van vloijen en eene bevalligheid die boven onzen lof ver
heven is, al voelen ernstige ntensclien ook de neiging bij
zich Opkomen om haar af te keuren. Eerlijk gezegd dolt
zij met alle rangen en standen en weet door beloften en
prófetiüii aan te vullen wat zij in werkelijkheid ons
onthoudt.
Ze kijkt, daarbij zoo coquet vriendelijk uit de kap van
baar regenmantel, dat oude beeren weer een jong hart in
hun borst oelen kloppen. Ze legt haar handjes zoo kinderlijk
vertrouwelijk op de knie van bejaarde dames, die haar huis
houdboekje zitten na te rekenen, dat deze niet kunnen
nalaten een kus op het blanke voorhoofd te drukken. Ze
gooit handen vol boterbloemen door de open vensters in
de arnienbuurten. Ze steekt haar arm door dien van
boerenmeisjes als deze naar het land gaan om de koeijen
te me:ken. Ze leest jonge meisjes met hoogrooden blos
kleine hartgeheimen van de lippen. Ze schudt de kussens
van de zieken op en moedigt hen aan, eens even naar de
zon te kijken en te gelooven in nieuwe kracht en nieuw
leven
En verderLaat ons haar met te hard vallen, maar desnoods
tot het eind van Mei onzen winterjas bij de hand houden. Zelfs
bijaldien wij teleurgesteld worden, willen we ons niet goeden
moed en met een opgeruimd hart wapenen, omdat de zomer
zeker komen zal en de bloemenschat ons niet zal ontbreken
tegen den dag waarop wij naar buiten zullen trekken,
naar buiten in Gelderland, naar buiten aan den Rijn, naar
buiten in de warme wei met haar honig en kleurenpracht
naar buiten ook naar de stads-singels waar grooten
en kleinen zullen rondspringen als een leeuwerik op zijn
graszoodje. Er is immers voor allen genoeg in den vollen
hoorn der natuurEr behoeft immers niemand bepaald
gebrek te lijden in liaar feestzaal! Zoowel voor hem, die
de gansche week in hitte on bedorven fabriekslucht moet
zwoegen, als voor de kinderen der weelde, die zich in hun
landauner laten rondrijden door velden en wegen, is daar
buiten verkwikking en bemoediging te halen. Degeleerde
die zijn raam openschuift, wordt verrast door schalksche
nimfen, welke op zijn vensterbank zitten te stocijen en de
arme lijder, die op zijn kruk door de paden van zijn tuintje
strompelt, geniet mede van den algemeenen overvloed. Ook
wordt het hart ruimer en liefdevoller zoodra ons bloed
warmer wordt; blaast de Meimaand menig politiek en
sociaal stofdeeltje weg, als wij avond aan avond langs de
rivier kunnen wandelen om frissche lucht te scheppen
Er is wederom een Japansclie ambassade aan den
horizon verschonen. Deze zal nu uitsluitend zamengesteld
zijn uit vrouwen en draagt den naam van legatie van het
Hof. Haar missie bestaat in hot bezoeken afleggen aan
alle hoven van Europa on do salons van de groote wereld
om er de gebruikelijke oostumes te bestuderen en naar
Japan mede te brengen een verzameling gravures, die te
gelijk de drie essentiële voorwaarden van het costuum in
zich vereenigen: het bevallige, het nuttige en het gemakkelijke.
Binnen kort zullen wij dus op de Japansclie waaijers en
snuisterijen afbeeldingen zien van Yeddosclie dametjes in
prinsessen-kleêren en versierd met monster-c,liignons:
De runderpest neemt in liet noorden nog niet af en
de Belgische autoriteiten moeten al hunne krachten inspannen
om de besmetting uit hun land te houden.
Tengevolge van het overlijden van H. K. H. Prinses
Hendrik heeft de heer Beijens zich genoodzaakt gezien,
te besluiten de viering van liet Nederlandsch-Belgjsch
Verbroederingsfeest onbepaald uit te stellen.
Volgens de Mittli. der kaiserl. freien ökonom. Gesell-
scliaft te Petersburg, ontwikkelt zich daar ter stede en in
eenige noordelijke gouvernementen voortdurend een nieuwe
zeer belangrijke tak van nijverheid, namelijk do bereiding
van alcohol uit mos en leverkruid, welke in Finland en in
de gouvernementen Archangel, Peskow en Nowgorod in
menigte voorkomen en die, na afgesneden te zijn, zeer
spoedig weder aangroeijen. In Zweden werd het eerst
alcohol uit mos verkregen; van daar is deze'industrie naar
Finland overgebragt. Op de laatste Russische nijverheids-
tentoonstelling was Finlandsche mos-alcohol uit de branderij
te Wuirilas, uit Lewins fabriek te Borgo en uit Zodlers
en Trubecki's fabrieken te Petersburg tentoongesteld. Duit-
sclie, Engelsclie en Fransche fabrikanten waren zeer voldaan
over dezen alcohol en hielden er zich van overtuigd, dat
hij veel aftrek op de buitenlandsche markt zou vinden.
De luits. ter zee 2de kl. P. Ie Corate en E. Kernpe, dienende
respectivelijk aan boord van het raderstooinscliip de Yalk en liet
wachtschip te Hellevoetsluis, worden niet den 15 dezer op non
activiteit gesteld; met den 16 daaraanvolgende worden geplaatst aan
boord van. eerstgenoemden bodem, de luit. ter zee 2de kl. C. J. de
Jong, en aan boord van laatstgenoemden bodem de luits. ter zee
2de kl. G. J. Buijskes en B. de Groot.
De luit. ter zee 2de k). F. Zegers Veeckens, dienende als off.
van politie bij het Kon. Inst. voor de Marine te Willemsoord,
wordt met den 15 dezer op non-activiteit gesteld en met den 16
daaraanvolgende vervangen door den luit. ter zee 2de kl. M. A.
Medenbach, onder intrekking zijner plaatsing aan boord van den
monitor Heiligerlee. Voorts wordt met laatstgemelden datum aan
boord van genoemden monitor geplaatst de luit. ter zee 2de kl.
jhr. J. C. L. von Schmidt auf- Altenstadt.
De luits. ter zee 2de kl. J. J. Stook er en W. H. Tromp en de
off. van adm. 1ste kl. P. II. Mahieu, laatst gediend hebbende bij
de zeemagt in Oost-Indië en van daar, de eerstgenoemde twee den
29 April jl. en laatstgenoemde den SOsten daaraanvolgende in
Nederland teruggekomen, worden met die tijdstippen op non
activiteit- gesteld.
De off. van adm. 3de kl. G. II. Slot, dienende aan boord van
liet wachtschip te Amsterdam, wordt met den 15 dezer op non
activiteit gesteld en met den 16den daaraanvolgende vervangen door
den off". van adm. 3de kl. I. F. van Gelsdorp.
Tot voorzitter van het hoofdcomité der Nederl. Vereehigitig tot
het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd
van oorlog is benoemd 's Konings adjudant-generaal de gepensio
neerde luitenant-generaal jhr. F. V. A. ridder de S_tuers.
De 2de luit. H. F. L. Janssen, van het 1ste reg.' vesting-artil
lerie, is overgeplaatst bij de torpedo-compagnie te Brielle.
De statuten der naamlooze vennootschap „Wieringêrwaarder-
Maatschappij tot bereiding van kaas", te vestigen te Wieringer-
waard, zijn goedgekeurd.
Volgens mededeeling van den afgetreden waarnemendqn gouverneur
der Nederlandsche' bezittingen ter Kuste van Guinea, den heer
Ferguson, gedagteekend 8 April jl. en verzonden van de reede St.
George d'Elraina, aan boord van het stoomschip Citadel van Ant
werpen, heeft de overdragt en feitelijke overgave der Nederlandsche
bezittingen aan de Britsehe autoriteiten, ingevolge de overeenkomst-
van 25 Februarij .187 l (goedgekeurd bij de wet van, 20 Jan. 1872,
en den 17 Fe.br. 1S72 te 's llage geratificeerd), op den 6 April 11.
plaats geluid, terwijl het onuoodig is geacht de aankomst van het
fregat Admiraal van Wassenaar en van den commissaris voor de
overdragt af te wachten.
De overdragt geschiedde binnen het kasteel St. George, in het
openbaar en in tegenwoordigheid en met toestemming van de
Koningen, hoofden en negerbevolking van Elmina, Chama en
Saccondee. Noch voor, noch tijdens of na dé overgave is eenige
tegenstand ondervonden. De beste orde is voortdurend bewaard
gebleven.
Zoowel door den heer Ferguson als door den lieer Hope Hennessy,
gouverneur en hoofdadministrateur van de Britsehe nederzettingen
in westelijk Afrika, zijn proclamaliën uitgevaardigd, welke aan alle
aanwezigen in de hPalabber zaal" (groote openbare raadzaal) van
het kasteel en op het plein voor de poort van het kasteel zij
voorgelezen en duidelijk vertolkt, en daarna op de gewone wijze
behoorlijk zijn aangeplakt.
Tweede Hamer.
Zitting van Dingsdag 7 Mei. In deze zitting zijn tot rappor,
teurs over liet ontwerp betreffende de Kanaalmaatschappij benoemd
de hli. van Eeenen, Tak, van Akerlaken, Gevers Deynoot en vu
Delden. Het adres van rouwbeklag wegens liet overlijden van
Prinses Hendrik is zonder discussie met algemeene stemmen aan
genomen. De minister van Oorlog heeft geantwoord, 11a overle»
nieL zijne ambtgenooten, dat het niet voegzaam is onder de tegen
woordige omstandigheden belangrijke zaken te behandelen; daardoor
is de interpellatie Storm vervallen. Hierop werd aangenomen een
voorstel van den voorzitter tot schorsing van alle werkzaamheden
De Kamer is daarna op reces gescheiden.
Het adres van rouwbeklag zal Z. M. den Koning worden aan
geboden door eene commissie, bestaande uit den President der
Kamer en de hoerenvan lteeuen, Jor.ckbloet, de Br'anw, Gremers
Heemskerk Bz., van Sijpesteyn, Gevers Deynoot en van Wassenaar
Catwijclc.
De Shah van Perzië heeft een eigenhandigen brief
aan den president der Fransche Republiek geschreven,
waarin hij dezen zijn aanstaand bezoek aankondigt.
Miss Grant, de dochter van den President der Ver-
eenigde Staten, heeft jl. Maandag met mevr. Thiers en
mevr. de Rémusat een bezoek gëbragt aan Versailles, waar
de fonteinen weer voor het eerst gesprongen hebben.
Aan het ministerie van Duiten), zaken werd een luncheon
gebruikt en daarna keerden de hooge gasten naar Parijs
terug, waar miss Grant aan de tafel van den heer Thiers
was genoodigd.
Bij de Fransche infanterie zal de degen weder worden
ingevoerd; in den laatsten oorlog moet het onpractische
van den sabel voor de infanterie gebleken zijn.
Uit Florence wordt van 30 April aan het Journal
des Débats geschreven
„Gisteren heeft in deze groote verblijfplaats der vorsten,
zoo als men Florence noemt, een feit plaats gehad, dat
zeker niet zonder gevolg zal blijven en in verband staat
tot een zeer belangrijk vraagstuk van internationaal regt.
In 't hotel della Pace, op het Arno, woont sedert eenige
dagen de jonge en schoone Kroonprinses van Monaco,
dochter van de hertogin van Hamilton en bijgevolg klein
dochter van de groothertogin Steplianie van Baden.
In 1869 gehuwd met Z. H. den hertog de Valentinois,
vermoedelijk erfgenaam der kroon van Monaco, vond zij
goed in Februarij 1870 een echtgenoot te verlaten, die
haar, zoo als men zegt, zelfs in de wittebroodsdagen niet
altijd even teeder bejegende; zij zocht een wijkplaats bij
haar moeder te Baden. Daar gaf zij in Julij 1870 liet
levenslicht aan een zoon, die dns bestemd was eenmaal zijn
vader en grootvader in de regering van het vorstendom
Monaco op te volgen.
De vader scheen zich echter weinig om vrouw en kind
te bekommeren. Hij bragt een groot deel van het vorig
jaar te Stuttgart bij den Prins von Hohenzollern door,
maar gaf zich zelfs niet de minste moeite 0111 zich voor
een wijle naar Baden te begeven, om zijn gade en zijn
erfgenaam te zien. Evenwel, sedert de Prinses Duitschland
verlaten en zich naar Italië begeven heeft, schijnt de vader
lijke teederheid weder opgewekt en de bewogen vader heeft
als tolken zijner gevoelens gekozen.... do agenten van politie
te Florence.
Gisteren morgen toch meldden zich twee agenten aan
het hotel della Pace aan, voorzien van een bevelschrift
van den president der regtbank te Florence, om van de
ontstelde en bewogen moeder, haar zoon, den jongen Prins
van Monaco, 20 maanden oud, op te eischen.
Het spreekt van zelf dat de Prinses zich tegen het toe
laten der politiedienaren in haar kamer verzette en zoo
won zij tijd genoeg, om haar nicht te laten roepen, de
groothertogin ülga van Rusland, gemalin van den groot
hertog Michel, die zich thans ook hier bevindt.
Door haar rang en houding maakten deze beide dames
een zoodanigen indruk op de politiedienaren, dat deze er
in toestemden nieuwe instructiën te gaan vragen. De
prefect, tot wien zij zich wendden, verwees hen naar den
president der regtbank; deze verklaarde niets aan de zaak
te kunnen veranderen, daar hij verpligt was, volgens inter
nationale verdragen, uitvoering te geven aan liet vonnis
van de regtbank te Monaco, die, naar het schijnt, beslist
heeft dat de toekomstige vorst in het vaderlijk huis moet
worden opgenomen wantmoet terugkeeren kan men
hier niet zeggen.
Het eenige wat de président doen kon, was de inbezit
neming van het kind een dag uit te stellen, op voorwaarde
dat de Prinses Florence niet verlaten zou. De beide dames,
geheel verstrooid, begaven zich nu naar den maire van
Florence, om raad en daad. Deze, een practisch mail,
verwees hen naar een advocaat, die dadelijk, uit naam der
moeder, liooger beroep heeft aangeteekend. Juist lieden
vergadert het Hof van appèl om te beslissen of de president
van de regtbank zijn bevoegdheid niet heeft overschreden,
door agenten bij de Prinses te zenden en of het bevelschrift
van de regtbank te Monaco in Italië kracht van wet heeft.
De regtskwestie zal dus nog heden worden beslist; de
feiten zijn zeker reeds nu tot oplossing gekomen, want de
Kroonprinses van Monaco z il, wanneer zij, gelijk te hopen
is, niets aan den president van de regtbank heeit beloofd,
ongetwijfeld zorg gedragen hebben voor het wegvoeren naar
elders van liet arme wichtje. Alleen de redenen dezer zeer
zonderlinge zaak zijn raadselachtig. Zijn liet politieke drijf-
vcèrén, wraakzuchtige bedoelingen of' vaderlijke gevoelens,
die den Kroonprins tot rigtsnoer dienen?
En waarom heeft de regtbank te Monaco niet besloten
een bevelschrift naar Baden te zenden en wèl naar Florence?
Als men indiscreet wilde zijn, zou men nog meer vragen