HELDERSCHE
KV MEI WEDIEPER COURANT
1872. N°. 59.
Vrijdag 17 Mei.
30 Jaargang.
Conservatieven aan het roer?
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per iwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 1G3.
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte bereken
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Naar Oost-lndië: via Triëst 28 Mei, 's avonds 6 u. 25 m.
f Marseille 23 Mei 's avonds 6 u. 25 ni.
f Brindisi 30 Mei, 's avonds 6 u. 25 m.
West-liidiè: via Southampton 31 Mei, 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St. NazaireA Junij, 's avonds 6 u. 25 m.
de Kust van Guinea: 21 Mei, 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 23 Mei, 's morg. 6 u. 25 m.
s via Triest 22 Mei, 's m. 6 u. 25 m.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA
PAULOWNA, op Vrijdag den t7 Mei 18?2, des
namiddags ten IJ ure.
De. Voorzitter,
C. E. PERK.
Punten ter behandeling-.
1. Vaststelling reglement van orde Raadsvergaderingen.
i. Voorstel vergrooting School n°. 1.
3. reparatie n°. 2.
4. Af- en overschrijvingen dienst 1871.
5. Mededeeling van ingekomen stukken.
De organen der publieke meening houden zich bezig,
eensdeels met de vraag, of het verzoek om ontslag der
ministers, na de afstemming der wet tot belasting-hervor
ming, verstandig en voldoende gerechtvaardigd was, en
voor zoo ver zij dat niet kunnen toegeven vorschen zij
naar de redenen, welke dan wel tot dien stap aanleiding
lebben kunnen geven; anderdeels met de vraag, wie ge
roepen moeten worden om de opengevallen erfenis te
aanvaarden.
Wij willen hun niet naar het antwoord op de eerste
vraag helpen zoeken, noch de vele gissingen vermeerderen,
't Zou noch de aanleiding, noch het besluit zelf ongedaan
kunnen maken, de aanvraag is geschied, naar wij mogen
meenen ernstig geschied, de ministers staan gereed, hunne
portefeuilles aan andere staatslieden over te geven. Aan
wie? Ja dat boezemt ons meer belang in, dat kan ons lang
niet onverschillig zijn.
Moeten wij de conservatieve organen gelooven, dan is,
naar de beginselen der constitutioneele staatsleer, het oogen-
blik voor de conservatieve partij gekomen om het bewind
op zich te nemen. De liberale partij zou getoond hebben
geene regeerkracht te bezitten, minstens haar onvermogen
om het financiële vraagstuk in nationalen zin op te lossen.
De fractiën der liberale partij zouden dus niet beter kun
nen doen dan haar steun te zoeken bij lien, die, krachtig
door hunne overtuiging en alleen strijd voerende voor
beginselen, niet op personen, maar uitsluitend op zaken liet
oog gevestigd houden [Deze vleiende lofspraak geldt, N.B.,
de conservatieven!]. Worden de conservatieven dus uitge-
noodigd, de regeering te aanvaarden, dan moeten zij zich
die taak laten welgevallen. De kracht der liberalen is door
kunne lang smeulende en in lichtelaaie vlam uitgebroken
verdeeldheid verlamd, van hen is geen goeds te wachten.
Hunne tegenstanders, wien de defensie-kwestie zoo na aan
ket hart ligt, die de census-herziening het eerst geopperd
hebben, die de koloniën van het verderfelijk radicalisme
willen redden, behooren aan het roer te komen. Bezitten
2'J in de Tweede Kamer de meerderheid niet, de geavan
ceerde en de Thorbeckiaansche liberalen, de catholieken en
ie anti-revolutionairen evenminen toch zal een van allen
ie altijd eenigszins précaire positie moeten aanvaarden.
Maar eene conservatieve regering kan op meer steun reke
nen dan een der andere partijen of fractiën; men mag er
ep rekenen, dat bij vele Kamerleden de vaderlandsliefde
koven partijdrift gaat.
Men ziet, de liefde voor een ministeriëlen zetel is er, en
a'le zeilen worden bijgezet om de meening ingang te doen
tinden, dat de liefhebbers er alleszins recht op hebben,
iat het eigenlijk onzinnig verraad jegens het vaderland
"U zÜn> indien het staatsbestuur aan zulke beginselvaste
beden, die niet op personen, maar uitsluitend op zaken
Z|en, onthouden wérd. De natie heeft echter te onaan
gename herinneringen van vroegere conservatieve ministeriën
em die fraaie woorden maar onbepaald te gelooven, en eene
herleving daarvan met welgevallen te begroeten. Zij gedenkt
aan Hat begunstigen van vrienden, dat weerhouden van
'enschelijke maatregelen, dat modderen en schipperen, dat
[ven hij den dag; zij gedenkt de herhaalde Kamer-ont-
«ndingen om dat ellendig leven, dat zich vastklemmen aan
et gezag, te rekken. De daden der conservatieven hebben
esr niet met achting voor die partij vervuld, hunne
■epnselen zijn voor haar in een sluier van algemeenheden
orgen gebleven. De conservatieven vormen dan ook
•nader eene zelfstandige staatkundige partij, dan wel een
samenraapsel van eerzuchtige malcontenten. Zeer juist
wordt hun weifelend bestaan geschetst in den. Standaard
Waar deze schrijft, dat de conservatief alles is tot zekere
hoogte. „Hij is liberaal, maar niet tot de hoogte van
Thorbecke; hij is conservatief, maar niet tot de hoogte
van het behoud vóór 1848; hij is Christelijk, maar niet
tot de hoogte van de belijdenis zijner eigene Kerk. Hem
is het genoeg, wordt het uiterste slechts vermeden. En
1795, èn 1806, èn 1848, èn 1857 zijn hem allen wèl,
stilstand is hem wèl, vooruitgang is hem wèl, mits tot
zekere hoogte. Geene uitersten, blijft zijne leus, daarom kan
hij noch met Thorbecke méégaan, noch Groen volgen; hij
bewandelt, zoo het heet, den gulden middenweg, doch ver
geet, dat naast dien middenweg de beginsels zich blijven
ontwikkelen, en dat hem alzoo niets anders overblijft dan
óf die beide zoogenaamde uitersten te onderdrukken, óf
zich nu eens rechts, dan eens links te wenden en met een
van beiden meê te gaan."
Zoo is het; de conservatieven moeten zich aan het roer
van den Staat door andere richtingen op het sleeptouw
laten nemen, de neutrale school handhaven om bij de
liberalen, ministeriën van eeredienst herstellen om bij de
clerikalen eenigen steun te vinden. Zou het daarom zijn,
dat het Dagblad wil, dat het optredend conservatief bewind
uit krachtige mannen van vaste beginselen moet bestaan,
en dat de (oude) Rott. Courant betoogt, dat de conserva
tieven de regeering alleen behooren te aanvaarden onder
de alles beslissende voorwaarde, dat hare leden zich onder
ling verstaan over een programma, dat in waarheid nationaal
zal zijn, omdat het de nationale behoeften zal erkennen en
het streven naar de vervulling daarvan als de eenige reden
en het eenig doel van haar optreden zal uitspreken?
Ons dunkt, zonder nog tot de regeering geroepen te zijn,
kon men zich alvast met de samenstelling van dat nationaal
programma bezig houden en het openbaar maken, 't Ware
wenschelijk, dat elke richting haar duidelijk en streng
bepaald programma had, maar van hen, die zoo hunkeren
om het bestuur te aanvaarden, is het zeker niet te veel
gevergd om voor te gaan en de natie te doen weten, wat
zij van hen te hopen of te vreezen heeft.
De conservatieve bladen beroepen zich op de verdeeldheid
in het liberale kamp, op de onmacht der liberalen om aan
de meest dringende eischen des tijds te voldoen. Wat is
daarvan aan? De liberalen zijn den tijd ontwassen, toen,
wat hun zoo dikwijls verweten werd, voor hen het woord
„desmeesters" gold. Hunne richting brengt meer dan
eenige andere mede, op eigen beenen te staan en uit eigen
oogen te zien; verscheidenheid in meening wordt daarom
onder hun meer gevonden dan bij andere partijenmaar
zij zijn het daarin eens, dat onze vrijzinnige grondwet op
vrijzinnige wijze moet uitgevoerd, dat het volk door ont
wikkeling van verstandelijke en stoffelijke vermogens tot
hooger standpunt, tot meerdere zelfregeering moet opgeleid
worden. Dat beginsel laat over bijzonderheden veel verschil
van meening toe. Toch kan niet gezegd worden, dat het
eene deel der liberale partij zich in eene zaak, waarbij dat
beginsel op het spel stond, tegen het andere verklaard
heeft, dat er verdeeldheid, veel min dat er scheuring in
hunne gelederen ontstaan is. Mogen een paar leden zich
in hunne meeningen wat verder van hunne medeleden
verwijderen, soms in enkele gevallen bij anderen bijval
vinden, mogen die leden het erkende hoofd der partij som
wijlen min heusch bejegend hebben, bij het jongste debat
over de inkomsten-belasting heerschte ook bij de liberalen,
die daarover anders dachten dan de regeering, een wel
willende toon jegens haar, en deden de tegenstanders der
voordracht uitdrukkelijk blijken, dat zij alleen op econo
mische gronden tegenstemden, zonder wantrouwen tegen
het kabinet te bedoelen. Zoo ooit verschil van gevoelen
denkbaar en geoorloofd geacht mocht worden, dan zeker
over eene hier te lande nieuwe belasting, welke zoo ver
schillende en teedere belangen raakt en waarover door
lieden van erkende bekwaamheid zoo verschillend gedacht
wordt. Dat het aantal tegenstemmers zoo groot was, ont
stond door den eenparigen tegenstand van conservatieven
(den heer v. Voorthuijsen alleen uitgezonderd) en cleri
kalen, eene eenparigheid die meer van politieke bedoeling,
van parti-pris dan van zelfstandig en daardoor uiteen
loopend oordeel schijnt te getuigen. Maar om op grond
dezer stemming te beweren, dat de liberale partij hare
bevoegdheid als regeerings-partij verloren heeft, is te sterk.
Wie zou haar moeten vervangen, welke fractie is, hoe
eenstemmig onderling ook, sterker dan zij en tot regeeren
in staat? De conservatieve partij allerminst. Ontdoe haar
van den steun der door haar zoo vaak gevleide anti
revolutionairen en catholieken, hoeveel leden blijft zij dan
sterk? Na den eersten April kan zij zich, zonder schade
brj het meerendeel harer volgelingen, niet meer met de
roomsch-clerikalen over wederkeerige ondersteuning ver
staan. En de anti-revolutionairen zijn van haar volstrekt
niet gediend. Hoort hunnen aanvoerder, den heer Groen
v. Prinsterer, als hij vraagt, wie het aftredend kabinet
zal opvolgen: „De groot-commissarissen der triple-alliantie
dan? Het driemanschap Zuylen-Heemskerk-Borret
Alsof eens niet genoeg en te over ware! Nu de conser
vatieven vooral niet, nu ze slechts de bevelen zouden uit
voeren, komende uit het.... ultramontaansche kamp!"
De onmacht der liberale partij, om de dringendste vragen
des tijds tot beslissing te brengen, is o. i. nog niet bewezen.
Census-verlaging behoort voor het oogenblik niet tot haar
programma; die wordt slechts gewenscht door een enkel
lid, maar inzonderheid door hen, die onder het tegenwoor
dige kies-systeem niet aan het roer kunnen komen of
blijven, en meenen een minder ontwikkeld kiezerspersoneel
beter naar hunnen zin te kunnen leiden. Het vraagstuk
der defensie is nog niet beslist, de voorstellen van het
aftredend ministerie daaromtrent zijn nog niet in openbare
behandeling gekomen; en waren of werden zij verworpen,
't zou volstrekt niet tegen dat ministerie of tegen de libe
rale partij getuigen. De inrichting van 's lands verdediging
is eene militaire en technische kwestie, volstrekt geene
waarbij staatkundige meeningen te pas komen. Het vraag
stuk der belasting-hervorming is ditmaal niet overeen
komstig het voorstel der regeering beslist; maar zijn er
voor onze behoeften meerdere middelen noodig, en kan die
gelegenheid aangegrepen worden om den druk der belas
tingen meer gelijkmatig te maken, dan kunnen de thans
gevoerde discussiën misschien medewerken om eene tweede
poging beter te doen slagen dan deze eerste. Wij zien
intusschen volstrekt niet in, waarom die tweede poging
niet door andere liberale, maar door conservatieve ministens
beproefd zou moeten worden. Welke waarborgen zouden
de laatsten kunnen aanbieden, dat het hun beter gelukken
zou dan aan de eersten?
Het vroeger bestuur der conservatieven rechtvaardigt de
gansche liberale partij, hun optreden als bewind met wan
trouwen tegen te gaan. Hoe zouden zij, zonder gevaarlijke
bondgenootschappen, zonder inconstitutioneele middelen,
daartegen bestand zijn?
HELDER en NIEUWEDIEP, 16 Mei.
Gisteren avond had alhier de opvoering plaats van het
drama: „Joan Woutersz," van H. J. Schimmel, door de
rederijkerskamer Olympia. Het auditorium bestond uit
vertegenwoordigers der verschillende corporatiën bij den
optogt van 1 April 11. met hunne dames. Dat de opvoering
uitmuntend voldeed, dat de aanwezigen veel genoegen
^maakten, en dat, geholpen door de fraaije en juiste costumes,
de tijd der handeling levendig voor oogen werd gesteld,
de luide bijvalsbetuigingen gaven daarvan 't ondubbelzinnigst
bewijs. Ofschoon het jammer was dat niet allen, die aan
denfeestelijken optogt hebben deelgenomen, konden geïnviteerd
worden, toch gelooven wij, dat èn om het plan èn om de
goede uitvoering, aan de kamer Olympia een woord van
openlijke hulde toekomt.
Den avond te voren had de laatste repetitie plaats, die
door tal van kunstlievende leden met hunne dames werd
bijgewoond en haast al het voorkomen had eener werkelijke
buitengewone vergadering. Ook de oudste weeskinderen
waren tot bijwoning dezer repetitie genoodigd.
Op Zondag, den 14 Julij a. s. zal ds. J. C. Pool,
van Oostzaan, alhier bevestigd worden en zijne intreerede
houden.
Eergisteren hadden de kinderen van het Algemeen
Weeshuis alhier des middags een feestelijken maaltijd.
HH. regenten waren daartoe in staat gesteld door de commissie
voor de plaatselijke feestviering op 1 April 11., die haar
batig saldo daarvoor bestemd had.
Gisteren is bij de Genie alhier herbesteed: 1. het
éénjarig onderhoud der werken; en 2. het herstellen van
bruggen. Minste inschrijvers waren voor perceel 1 Gebr.
Moorman voor 6780 en voor perceel 2 dezelfden voor
7700.
Ingevolge de bevelen des Konings, zal door de officieren
van het leger gedurende vier maanden rouw worden ge
dragen, te rekenen van den 3 dezer.
Bedankt voor het beroep naar Heerhugowaard door
ds. Termeulen, pred. te Hensbroek.
- Bedankt voor het beroep naar de Christ. Gereform.
gemeenten te Medemblik en Opperdoes door ds. J. W. A.
Notten, pred. te Leeuwarden.
Het provinciaal kerkbestuur van Noordholland heeft
in hooger beroep bevestigd het vonnis van het klassikaal
bestuur van Alkmaar, waarbij de kerkeraad van Broek op
Langedijk en de consulent dezer gemeente voor den tijd
van ééne maand zijn geschorst, wegens het laten prediken