Benoeming-en, enz. Jl. Vrijdag bragt de Harlinger boot de bedevaart gangers, die naar Kevelaar waren getrokken, te Hoorn terug. Niet minder dan 70 boerenwagens en andere rij tuigen stonden hen op den Rooden Steen te wachten om hen huiswaarts, naar Zwaag en omstreken, te vervoeren. Die optogt veroorzaakte nog al drukte, welke echter zon der stoornis afliep. Nagenoeg 800 bedevaartgangers kwamen aldaar aan. Jl. Zondag avond omstreeks 6 ure ontstond te Zaandam brand in het Stads-Wees- en Armenhuis. Aan de ijverige brandweer is het spoedig gelukt de vlammen meester te worden. De jl. Zondag te Amsterdam gehouden vergadering ter bespreking van „de sociale kwestie," werd door ruim 800 personen in de beste orde bijgewoond. Ten slotte werd de volgende motie aangenomen: „Het is wenschelijk, dat hij ons te lande, ter voorkoming en beslechting van geschillen tusschen patroons en gezellen, zich vormen liefst bestendige raden van verzoening, zamengesteld uit een gelijk aantal leden, afzonderlijk door patroons en werklieden daartoe te kiezen." Bij het jl. Zondag plaats gehad hebbende zangcon cours te Verviers is de liedertafel Oefening baart Kunst"' van Amsterdam, onder leiding van den heer Robert Collin, bekroond met den eersten prijs, zijnde de groote gouden medaille en 500 francs. In openbare brieven bestrijden twee leden van het comité voor den Noordhollandsch-Frieschen spoorweg het rapport van burgemeester en wethouders van Amsterdam, houdende praedvies tot afwijzing van de aanvraag om geldelijke ondersteuning ten behoeve van deze onderneming. Bedoelde leden betoogen hoofdzakelijk het volgende: „Geheel Noordholland en Friesland nemen deel, doch B. en W. van de hoofdstad raden de deelneming af, omdat uitvoerige plannen ontbreken. Men heeft echter geene groote sommen voor uitvoerige plannen willen uitgeven, maar eerst zich willen verzekeren van de gelden. Al vorens er een goed contract is, behoeft er nu geen cent te worden gestort. Wierd om zulk een kwestie van vorm de medewerking van Amsterdam geweigerd, dit ware te betreuren, vooral ook met het oog op de aanvraag om steun, bij de Provinciale Staten ingediend. De firma Hutton Vignolles Co., te Londen wil voor 15 millioen gulden zich met de uitvoering belasten, als 2,400,000 in aan- deelen en 1,000,000 aan subsidie wordt verstrekt. De aandeelen zijn bijna geplaatst; de subsidie is op 1/6 na volgeteekend. Weigerde Amsterdam nu zijne medewerking, het zou de uitzigten op een directe spoorwegverbinding tusschen Noordholland en Friesland vernietigen. Men hoopt dus, dat Amsterdam zich niet aan den raad van B. en W zal houden." üit Haarlemmermeer meldt men van den 5 dezer aan de N. R. Crt. Onder begunstiging van prachtig zomerweder had heden alhier het aangekondigde landbouwfeest plaats, den leden der Holl. Maatschappij aangeboden door den wakkeren eigenaar der Badhoeve, mr. J. P. Amersfoordt. Het naburige Sloten wemelde van de rijtuigen, die de belang stellenden herwaarts hadden'fgebragt. De verschillende werktuigen, o. a. ook de merkwaardige hooidrooger van Gibs, werden volgens het programma in werking gebragt en wekten in hooge mate aller belangstelling op. Niemand, hoe ook zijn oordeel moge wezen over de waarde der verschillende machines, zal de Badhoeve verlaten hebben zonder inwendig hulde te brengen aan de onvermoeide pogingen van hem, die met zooveel voorliefde zijn kapitaal beschikbaar stelt, tot het doen .van proefnemingen in het algemeen belang van onzen landbouw. De Nordd. Alg. Zeit. meldt, dat de algemeene raad der Internationale tegen 2 Sept. a. s. een congres der vereeniging te 's Hage bijeengeroepen heeft. Het belang rijkste vraagstuk, hetwelk aan de orde is, zou zijn herzie ning van de algemeene statuten en reglementen der vereeniging. - Jl. Zaturdag namiddag is een melkschipper, van Delft op Rotterdam varende, door zijn hond aangevallen en op vreeselijke wijze gebeten. Om aan de woede van het dier te ontkomen, is de man in het water gesprongen. De hond zal worden afgemaakt. Dezer dagen is een adres, betreffende de Zondags viering, van 600 handteekeningen voorzien, bij burgemeester en wethouders te Rotterdam ingediend: Adressanten, ingezetenen van Rotterdam, leden van ver schillende protestantsche kerkgenootschappen, doch alle gelijkelijk belangstellende in den bloei en welvaart van het vaderland en inzonderheid van de stad hunner inwoning, voelen zich gedrongen de aandacht der stedelijke regering te vestigen op eene zaak, die naar hunne overtuiging met dien bloei en die welvaart in het naauwste verband staat. Deze zaak betreft de openbare viering van den door de groote meerderheid der bevolking van Nederland als rust dag beschouwden en ook door den Staat als zoodanig erkenden Zondag. Zij treden niet in een betoog van het onafscheidelijk verband dat er, naar de onwraakbare lessen der geschiedenissen van alle volkeren, christelijke en niet- christelijke, bestaat tusschen maatschappelijke welvaart en zedelijkheid, en dat deze zonder godsdienstigen grondslag geen waarborg van duurzaamheid heeft; maar zij beweren dat opwekking van godsdienstig leven een maatschappelijk belang verdient genaamd te worden en tot die opwekking in de eerste plaats de Zondag bestemd is. Zij zeggen: „voor een ieder, die in de gemeente geboren en opgevoed, of er sints jaren gevestigd is, is het duidelijk dat de Zondagsviering steeds en met rassche schreden achteruitgaat," en meenen, dat door de overheid der gemeente medewerking mag en groote invloed kan worden uitgeoefend, is het ook Voor een deel slechts tot bevordering van het groote doeldaardoor zullen de gelegenheden tot openbare vermakelijkheden op den Zondag beperkt, althans niet vermenigvuldigd, niet aangemoedigd worden. Jl. Zaturdag is te Rotterdam overleden Jacob de Vletter, die slechts een korten tijd genot heeft gehad van de gratie zijns overigen straftijds in de gevangenis te Leeuwarden. In de noodlottige omstandigheden, waarin hij met zijn gezin is geraakt, werd door de Rotterdamsche vereeniging Huma- nitas de menschlievende hand gereikt en dat gezin liefderijk ondersteund. Jl. Vrijdag is van Hellevoetsluis naar zee gestoomd de stoomboot Ariadne, de eerste boot, die direct van Rotterdam naar Amerika vaart. Naar het Utr. Dbl. verneemt is aan de gezellen van de drukkerij yan de N. R. Crt., die 14 dagen geleden het verzoek aan de directie rigtten, om des Zondags niet meer te arbeiden, als antwoord daarop te kennen gegeven, dat aan hun wensch niet geheel kan. voldaan worden, maar dat zij voortaan, in plaats van op twee van de drie Zondagen, slechts op één van de drie zouden moeten werken, terwijl nog eenige andere bepalingen ten hunnen gunste gemaakt werden. De hooiland-verhuringen in de provincie Utrecht zijn nagenoeg afgeloopen. De prijzen waren voor het meerendeel lager dan andere jaren. Tongblaar en longziekte zijn aldaar b-ijna algemeen; de verkoop van vee en het brengen van vee van de eene. weide in de andere droeg daartoe in ruime mate bij. De gepensioneerde generaal-majoor der artillerie J. P. baron de Girard de Mieiet van Coehoorn is dezer dagen te St. Oedenrode overleden. Naar de Kamper Crt. verhaalt, zal op de tentoon stelling van Goudsche oudheden o. a. voorkomen de kinderstoel van den geleerden Desiderius Erasmus, die be waard is gebleven op het klooster Stein nabij Gouda. Het te Sneek gevestigde sub-comité voor den Noord hollandsch-Frieschen spoorweg heeft andermaal een adres gezonden aan de Staten van Friesland, met dringend ver zoek om den door de heeren C. Bloem en anderen ont worpen Noordhollandsch-Frieschen spoorweg en de stichting van een uitvoerhaven krachtig te ondersteunen. Te Eraneker is een gezin door het gebruiken van karnemelk, gekookt in koperen vaatwerk, ongesteld geworden. De vrouw is onder hevige pijnen overleden. Meü meldt uit Konstantinopel, dat in de armenwijk te Scutari Woensdag-11. een geweldige brand is uitgebarsten, die meer dan 1000 huizen heeft vernield. Den 9 Mei jl. is op de diamantvelden in Zuid- Afrika een aanmerkelijke diefstal van diamanten gepleegd; aan het postkantoor is namelijk een zeer kostbare mailzak, geadresseerd naar de Kaapstad, ontvreemd, bevattende 800 brieven, waarvan 35 aangeteekend. Men gist, dat de daarin besloten waarde aan diamanten, banknoten, enz. wel 80,000 p. st. bedraagt. Er waren vele maatregelen geno men om den dief of de dieven te ontdekken, doch tot dusverre vruchteloos. De klagten over de politie in de diamantgewesten nemen dan ook gedurig toe en men wenscht er meer en meer, dat die streken weder onder Yrijstaatsch bestuur mogten komen. Er worden zelfs verzoekschriften in de bedoelde gewesten geteekend tegen de aanhechting. Een later berigt meldt, dat de dief te Kaapstad gevat is, een oogenblik voordat hij zich op de stoomboot Syria wilde inschepen. Hij wilde nog een bank noot inwisselen, hetgeen hem juist in den val deed loopen; want het nomrner was een van de banknoten, die in een der brieven moet geweest zijn, en die aangegeven waren. De dief had de diamanten verborgen in zijn geweer met dubbelen loop. Aan een brief uit Arabië, voorkomende in het U. D., ontleenen wij o. a. de volgende regelen: „Indien ik niet vreesde in de pedante droogte van een consulair rapport te vervallen, zou ik u zeggen, wat Arabië niet voortbrengt. Die droogte is vooral aanstekelijk in het droogste land der wereld, waar alles lui en loom is, zelfs de wind en de zee. Daar arbeiden slechts de kameelen en de ezels op vier en twee pooten! De zee heeft er bijna geen vloed, de wind is er bol en hol, als eene aanspraak van Yictor Hugo; onze windmolens zouden hen, Yictor Hugo en de Arabische wind, uitlagchen, en onze zee dat Arabische zoute water, met het onrustig schuim onzer stranden, bespuwen. Zelfs de wassende maan, staat er niet, zooals bij ons, droefgeestig, maar toch trots overeind op hare spitse sikkel, als de Koningin der sterren; neen, dat stuk uit het Turksche wapenschild ligt in den Egyptischen sterrenhemel, lui en vadsig op zijn rug, af te wachten tot dat zijn buik opzwelt, en van hem maakt een volle maan. Maar ik moet opregt blijven, al ben ik in het land der leugens en der phantasia. De nachten in Arabië zijn heerlijk. Die ontelbare sterren, die de liggende maan, als den kalief van de zon, met hun helderen glans omgeven en aan bidden. Die donkere hemeltransen, waar de belieerscher van hemel en aarde troont, en ieder oogenblik zijne ren boden afzendt, in den vorm van een schietende ster, om het heelal zijn raadsbesluiten mede te deelen, en werelden te doen ontstaan of verdwijnenHet gezigt dier onpeilbare diepte van den sterren-oceaan; die grootsche kalmte; die aanbiddende stiltedat plegtige fonkelendat magtig rusten der elementen, zelfs de zich vernederende maan, o! dat alles vernietigt in onze ziel de laatste en diepst ge wortelde menschelijke ijdelheid; wij buigen met een ont zaglijk heilige wellust neder voor den grooten Schepper van al dat onbegrijpelijke, en wij worden den zandkorrel der woestijn gelijk, in die uren van vernielde verwaandheid en gesloopte zelfaanbidding; onze grootste vernedering op dat plegtige oogenblik, waar wij de Godheid meer nabij komen, door onze diep gevoelde nietigheid, dan wij het ooit kunnen zijn, door onze trotsche waangrootheidonze diepe vernedering verheft ons dan boven de aardsche zaken en brengt ons nader bij den almagtigen en algoeden Schepper O! mogten Keizer Wilhelm en vorst Bismarck eens een nacht onder den Arabischen sterrenhemel doorbrengen! Welk eene ontnuchtering! welk eene ontgoocheling! welk eene waarheid! Het Duitsclie parlement, de Duitsche ver overingen, de Duitsche keizerkroon, de Bismarcksche vorstentitel, de Duitsche éénheid: alles ijdelheid der ijdel- heden! Dat Keizer Wilhelm en zijn grootvizier Bismarck één enkel zandkorreltje maken, als zij kunnen! Arabië brengt bijna niets voort. Wat paarlen op hare kusten, wat wierook en mirre in hare vlakten, vervalschte koffij op hare heuvelshare woestijnen hebben zelfs ge(l struisvogels; de leeuw is er onbekend. Haar bergketen op 6 a 7 dagreizen van het zeestrand geeft dadels, druiven rozen en jasmijn. Het is eene eigenschap dezer gloeijende zandgronden, dat zij wel is waar zeer weinig geven, maar dat weinige j geurig en uitnemend welriekend. De honig heeft er di reuk der geurigste bloemen; de druif is bijna uitsluitend muscaat, pronkbloemen zijn er niet, slechts welriekende. De lucht is uiterst zuiver; wierook, mirre en benzoë ont wikkelen onder de brandende zonnestralen hun balsemende geuren De steden met hare witte platte woningen, zonder glas. ruiten, zonder boomen en struikgewas, zien er uit geraamten, waarvan de woestijn het doodskleed is. En toch, ik kan begrijpen dat de Arabier zijn land lief heeft; ik kan zelfs begrijpen dat de Javaan er zijn groet Insulinde vergeet. Die stilte des levens, dat bespiegelend! mijmeren, die door de zonnestralen opgewekte verbeeldings- kracht, dat geloof, die nachtelijke verhalen, dat zorgeloos fatalismus, die geringe behoefte, die gelijkheid van geboorte, die walgelijk zoete gewoonte van overheerscht te woi en te gehoorzamen; het is dat alles, overdekt met eeuwig wolkenlooze hemel en een schitterend sterrengewelf, dat den Arabier de liefde voor zijn land inboezemt." Onderwijs op IJsland. Aan Tlie Schoolboard Chroniclem{- leenen wij de volgende bijzonderheden aangaande den toestand o; dat nog zoo weinig bekend eiland. „Het gansche eiland bezit slechts twee scholen. Dit feit zijne verklaring hierin vinden, dat het grootste gedeelte der 70,1 bewoners op alleenstaande bouwhoeven gevestigd is, waar 6 tot 21 menschen, op 10 tot 30 mijlen afstand van andere menschel, zamenwonen. Beykyavik, met 2000, en Akseyrie, met circa 301 inwoners maken hierop uitzondering en bezitten elk eene school. Toch zal men ter naauwernood op 10 kinderen 1 vinden, dat niet flink lezen kan. Personen, die in 't geheel niet kunnen lezén, vindt men op IJsland niet. Het is de taak der moeders, de kinderen dit te leeren en voorts den catheckismus. De geestelijkheid mi hierop toe, en zorgt in de zeer zeldzame gevallen van ra- waarloozing voor overbrenging der kinderen in een ander gezin: de kosten worden door het kerspel vergoed. Bekenen kan men ii 't algemeen even goed als lezen; schrijven minder, inzonderheid di vrouwen. De kennis der eigene letterkunde, van aardrijkskunè en van geschiedenis is vaak verwonderlijk. Voor IJsland eigen aardig is de volgende wijze van onderwijs geven. In de vvinter-avonden, wanneer de mannelijke' bevolking het dagwerk buiten's huis achter den rug heeft, verzamelen deze zich met ie overige leden van het huisgezin in een vertrek, dat tegi en zitkamer is, en waarin de bedden de dienst doen van stoelêo en sofa's. Allen zetten zich aan het werk en houden zich met spinnen, haarden, breiden, weven, het prepareeren van huidec voor schoenen en vischeostumes, of 't maken van touw uit p haar. Een van het gezelschap (gewoonlijk een der jongere leest aan de overigen voor uit de oude volkssagen, uit de nieuws bladen, of uit wat men onder zijn bereik kan krijgen, hetzij gedrukt of in handschrift. Onder 't lezen wordt hij menigmaal in de redt gevallen. Langs dezen weg is ieder lid des gezins in de bekend te worden met ieder boek, dat in huis komt; al kan hij al de inlichting bekomen, die eenig lid des huisgezins lij magte is te verschaffen; wie meer weet dan de rest, wordt eene welkom gelegenheid aangeboden om zijne kennis aan anderen mede te deelen, Heeft nu iemand op deze wijze zijn boeken-voorraad uitgeput, ruilt hij met zijn buurman boeken én handschriften, die hij niet had; en zoodoende is er ten slotte in den omtrek van 50 mijlen geen boek of handschrift te vinden, dat niet door ieder huisgeai over eh weêr gelezen werd. In sommige kerspelen zijn otheken, waarin alle boeken te krijgen zijn, die jaarlijks op IJsland uitkomen." De Staatscourant van Zondag jl. bevestigt de benoeming van dt nieuwe ministers zooals die in ons vorig nummer voorkwamen. Benoemd tot minister van Staat, den heer mr. P. P. van Bo eervol ontslagen minister van Koloniën, en tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw, den heer mr. P. Biussé van Oud-Arafl eervol ontslagen minister van Financiën. De kapl. ter zee J. van Gogh en de luit. ter zee 1ste kl. G. C. Voordnin, beiden laatstelijk behoord hebbende tot het in Oost-Indië en vandaar wegens langdurig verblijf den 2 in. Nederland teruggekomen, zijn met dien datum op non—activiteit gesteld. De luits. ter zee 2de kl. J. W. F. ridder Huyssen van Katten- dijke en Z. J. Cambier, respectivelijk dienende aan boord vu den monitor Heiligerlee en het ramschip Buffel, worden, de eersk met den 15 en de tweede met den 31 dezer, op non-activiteil gesteld, en met den 16 dezer en I Aug. op voornoemde bodems vervangen respectivelijk door de luits. ter zee 2de kl. W. A Buitendijk en H. J. de Wal. Aan den hoofdingenieur der marine op wachtgeld, den heer A. van der Speek Obreen, is, ter zake van langdurige dienst, mi ingang van den 1 Oct. a. s., pensioen toegekend. Tot dijkgraaf van de Zijpe en Hazepolder, in de plaats van wijiet den heer J. Schrieken, is benoemd de heer T. Kampen. Tot tijdelijk luitenant-adjudant bij de dd. schutterij te Utreeil is benoemd de luitenant-adjudant de Bock, van het 7de reg. infan terie, aldaar in garnizoen. Tot ridder der Eikenkroon is benoemd de heer W. Moll, onderwijzer te Putten. Tot ridder der Orde van den Nederl. Leeuw zijn benoemd i heeren: mr. G. G. van Harencarspel, algemeen secretaris vaal Begering van Nederl.-Indië, en G. A. Pet, ingenieur 2de klas bij den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken dtë te lande. Buitenland. Sedert eenige dagen is te Brussel in de zaal van Casino Sint-Hubert, eene tentoonstelling geopend, dit belangstelling zeer tot zich trekt en deze, volgens Flndé- pendence Beige, allezins verdient. Zij bestaat uit wapen" en allerlei andere voorwerpen, die op het slagveldn' Sédan verzameld zijn of op bij die stad in de laatste dage" van Augustus en de eerste dagen van September 1818 voorgevallen, voor Frankrijk noodlottige gebeurtenis» betrekking hebben. Die voorwerpen zijn verzameld ilo°' of onder de leiding van den heer A. Dubois te Brussel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2