Frankrijk. Engeland. Duitscblacd en Oostenrijk. Amerika. Correspondentie Marine-Haven Nieuwediep. J)e generaal Trochu, die, gelijk men weet, het open baar leven vaarwel heeft gezegd, is naar Tours vertrokken. Later zal hij zich naar Bretagne begeven, in welk depar tement hij geboren is. Hij zal er zich aan den tuinbouw wijden. Naar door een der Parijsche dagbladen verzekerd wordt, is Maandag jl. in een der voornaamste salons van de Parijsche voorstad Saint-Germain door een aantal dames besloten, een adres aan de Nationale Vergadering te rigten, waarin zal worden voorgesteld om, uit aanmer king van den buitengewonen druk der schatkist, eene belasting uit te schrijven van 10 a 100 fr. op alle japonnen of dameskleedjes, waarvan de prijs (stof en maakloon te zamen) meer dan honderd frs. bedraagt'. Het blad ver wacht, dat deze vaderlandslievende trek der Fransche dames een geduchte paniek onder de Parijsche modisten en damesstoffen-verkoopers zal veroorzaken. Het manifest van Frans van Bourbon, dd. Parijs 28 Junij, luidt als volgt „Eer en pligt gebieden mij de geheime eerzucht en huiche larij te ontmaskeren van den hertog van Montpensier, die zich heeft opgeworpen als verdediger eener gevallen dynastie. Zal hij dan regent willen worden, die overlooper van bet Palais-Royalde nietelingmedewerker aan de schipbreuk der familie Orleans, de moordenaar van don Enrico de Bourbon? Hoe kan de hertog van Montpensier zich vleijen, dat men geloof zal hechten aan zijn voornemen, om met trouw don Alfonso, den zoon van Isabella, te dienen? Hij, die zijne eigene familie verraden heeft, hij, met wiens goud de revolutionairen in Sept. 1868 betaald wer den, de bittere vijand van zijne weldoenster, de moordenaar van zijnen neef, durft in zijn manifest zeggen: „„Ik zal met moed een zoo edele zaak dienen."" Dat is wel de bekrooning van zijn loopbaan: Antoine van Orleans, heb eerbied voor ons vaderland, en meen niet dat het edel moedige Spaansche bloed nog stroomen zal voor de zaak van een vreemdeling! Najager van avonturen, vergeet niet dat Spanje, die krachtige en roemrijke natie, nooit aan zijn hoofd den moordenaar van een Spaanschen Prins zal dulden Doemt het doorboord en bloedend hoofd mijns vaders niet voor hem op in zijne droomen? Verwijt zijn geweten bem zijne misdaad niet? Kust in vrede, edele, hooggeachte vader, uw zoon zal uwen laatsten wensch vervullenKoning van Spanje is hij niet geweest, de broeder-moordenaar; nooit zal hij regent zijn! Nooit zal hij, een vreemdeling, die zijne handen met bet bloed van een Spanjaard bezoedeld heeft, regent worden Mijnheer de hertog, gij hebt mijnen vader gedood, maar nooit den Spanjaarden de gedachtenis van dien edelen martelaar doen vergeten en gij zult dit nooit kunnen. Zijn naam leeft nog in hun geheugen, evenals mijn vader in mij herleeft, en ik zal, volgens zijn laatsten wil, de waardige zoon zijn van don Enrico van Bourbon. De gevoelens mijns vaders waren die Van een eerlijk en man, met andere woorden, de gevoelens van een goed en opregt Spanjaard; zijne grondbeginselen zullen de mijne zijn, zij zullen mijne gedragslijn regelen, Ik ben slechts negentien jaren oud, maar ik ben er op gesteld u de diepe verachting te doen kennen, welke uw persoon mij inboezemt, totdat de ure zal aangebroken zijn, waarop ik u dit op eene andere wijze zal kunnen verklaren. Ik hoop dat dit spoedig moge gebeuren. Frans Maria van Bourbon, tweede zoon van den infant don Enrico." Dezer dagen zag men te Parijs een vreemdsoortig, maar voor den met rede begaafden mensch zeer leerzaam tooneel, dat men de wraak van een paard zou kunnen noemen. Een huurkoetsier werd onbarmhartig door zijn rosinant in den broek en nog iets meer gebeten, van den bok geligt en door het getergd paard, met de vigilante achter zich door de straten gesleurd. Gelukkig dat de man spoedig ontzet werd door een troep politie-agenten, die op den hoek eener straat het van woede schuimbekkend paard met geweld staande hielden. Eerst na veel moeite gelukte het hun, het paard zijn prooi te onttrekken. De koetsier, die zulk een gevoelig lesje had gekregen, zag er deerniswaardig uit onderzijn rokspanden. In de Gazette des Tribunaux vindt men het verhaal ran een klein correctioneel proces, dat opmerking verdient. Het is tien uur in den morgen; in een zolderkamertje Tan den faubourg St.-Antoine te Parijs ligt eene jonge Trouw over de wieg van haar ziek dochtertje heengebogen, een kind van vijf jaar, waarbij zij den geheelen nacht heeft gewaakt; zij is alleen; haar man is op 't werk; zij wacht op den doctor. De doctor komt, hij onderzoekt het kind en schrijft het zetten van bloedzuigers, een drankje en pillen voor. „Hoeveel zal dat kosten?" vraagt de moeder angstig. „Niet meer dan 10 francs," is het antwoord van den doctor, terwijl hij zijn hoed opneemt en vertrekt. „Tien francs!" sprak de ongelukkige moeder bij zich zeiven, terwijl ze de oogen ten hemel slaat," „tien francs eJ ik heb geen 30 sous in huis en mijn man krijgt eerst 21jn loon over acht dagen! Maar ik kan mijn kind toch n'et laten sterven bij gemis van 10 francs." Ijlings springt ze op, gaat regelregt naar den schoorsteen, neemt er een zilveren beker af, opent haar deur, roept een buurvrouw en verzoekt haar, daar zij haar dochtertje niet alleen kan den beker naar de bank van leening të willen laten, brengen. De buurvrouw, eene arme oude weduwe, een weinig doof, niet zeer vlug ter been, maar gevoelig van bart en zeer gedienstig, verklaart zich dadelijk bereid om de boodschap te doen en draalt geen oogenblik om heen 'e gaan. Een uur later was zij terugzij durfde echter ter naauwer- aood de deur bij hare jonge buurvrouw openen en bleef, m stilte sclireijende, handenwringend en met de diepste 'Hart op den drempel staan. De beker was haar op het kantoor van de bank van leening ontstolen door een kind, terwijl zij haar beurt'afwachtte om voor den toonbank te komen. De beide vrouwen bleven langen tijd sprakeloos bij dit onvoorzienbare ongeluk; maar eensklaps herstelt zich de jonge vrouw; zij loopt naar de wieg van haar dochtertje, overlaadt haar met kussen, opent vervolgens in één sprong haar kast, neemt er alles uit wat eenige waarde heeft, zoekt er de beste lakens uit, haar beste japon, den Zondagschen jas van haar manvan dit alles maakt zij een pak, stelt het haar oude buurvrouw ter hand en verzoekt haar nog eens naar de bank van leening te gaan en op den terugweg de recepten van den doctor bij den apotheker te brengen. Acht dagen later was het kleine meisje hersteld; haar moeder dacht niet meer aan den beker, aan haar mooiste japon, en zij deed al haar best om haar oude buurvrouw te troosten, die nog maar altijd het gebeurde niet ver geten kon. De kleine dief werd spoedig ontdekt. Wegens vroegere diefstallen in hechtenis genomen, be kende hij ook den beker te hebben ontvreemd. Hij is twaalf jaar oud en heet Isidore Dupuis. Door den president aangesproken, die hem vraagt hoe 't komt, dat hij op zijn leeftijd reeds het besluit heeft opgevat, om alleen van diefstallen te leven, antwoordt hij „Ik zie bijkans nooit mijn vader, die slechts zelden tehuis komt, en dan nog alleen om met mijne moeder te kijven. Mijne moeder heeft mij nooit naar school gestuurd ik kan niet lezen of schrijven, en ik heb niet eens mijn eerste communie gedaan. Sedert mijn achtste jaar zet moeder mij 's morgens om acht uur de deur uit en gelast mij door de straten der stad te loopen, boodschappen, karreweitjes, alles wat ik wil te doen, als ik maar niet tehuis kom zonder geld. Als ik soms tehuis kwam zonder geld, kreeg ik niets te eten en dikwijls nog slaag toe; langzamerhand heb ik toen kennis gemaakt met kleine jongens, die mij hebben leeren stelen; en als ik tehuis kwam met geld omhelsde moeder mij en hadden wij een goeden maaltijd met wijn en koffij en alles, wat wij maar lustten. De regtbank heeft gelast, dat Isidore Dupuis in een huis van verbetering zal worden opgesloten, tot den leeftijd van achttien jaren. Wat de toehoorders betreft, zij waren diep getroffen door de tegenstelling der beide arbeiders-gezinnen, waarvan het eene alle deugden ten toon spreidde, tot alle opofferingen in staat was, terwijl het andere de blijken leverde van alle ondeugden; aan den eenen kant eene moeder, die alles voor hare kinderen opoffert, aan den anderen kant eene stiefmoeder, die haar kinderen aan zich opoffert en ze ten verderve voert. Zal er ooit een tijd komen, dat deze contrasten zullen verdwijnen Een boer te Solémes in Frankrijk was onlangs niet weinig verbaasd te zien, dat al zijn dieren door een soort van onbegrijpelijken waanzin schenen aangetast te zijn, Zijn varkens en vogels schreeuwden, dartelden, sprongen en dwarrelden op de wonderlijkste wijze door elkander, de biggen zaten den haan na en trachtten het kippetrapje op te klimmen, de kippen dansten als bacchanten in de rondte, Het bleek eindelijk dat een voederbak met haver onder een lek van een brandewijnvat gestaan had en tot de alge- meene losbandigheid aanleiding gegeven had. Naar gemeld wordt; heeft de verkoop der juweelen van de ex-Keizerin Eugénie, die in het begin der vorige week te Londen bij de juweliers Christie Co., King- street, heeft plaats gehad, 50,000 p. st. of 600,000 op- gebragt. Zij zijn ruim een maand lang bij die juweliers tentoongesteld geweest. Eene broche, met een smaragd in het midden, heeft 3525, een diadeem (tiare) met tien smaragden en verder uit diamanten zamengesteld 2625, een armband met een ovalen saffier in het midden 2250, een paar oorsieraden, uit groote brillanten bestaande, 3855 p. st. opgebragt. Het Duitsch oorlogschip dat een togt naar Australië zal ondernemen, heeft eenige nieuw model kanonnen en achterlaadgeweren aan boord ontvangen, die bestemd zijn om aan Koning Kakobou op de Fidsclii-eilanden ten geschenke aan te bieden. De cadetten der Pruissische marine zullen voortaan een soort van hartsvanger in plaats .van een dolk dragen. Er heeft zich een comité van oogheelkundigen uit alle landen van Europa gevormd om te Berlijn een stand beeld op te rigten voor von Grafie, den beroemden oogarts. Voor Nederland heeft prof. Donders in die commissie zitting. Rubeland, het prachtig gelegen plaatsje, bij allen, die in den Hartz reisden, in aangename herinnering, levert op dit oogenblik een treurig schouwspel van verwoesting. Den 25 Junij, 's morgens om elf uur, hoorde men in het dorp een vreeselijken slag, waarvan alles dreunde en kraakte. Muren en daken vielen in, de deuren vlogen in stukken, de meubels vielen neêr, de menschen werden van hunne zitplaatsen geslingerd of buiten kennis ter aarde geworpen. Wie bij hun volle verstand bleven, zagen in dikke stof wolken duizenden voorwerpen, balken, pannen en steenen in de lucht geslingerd. Men dacht een oogenblik, dat de wereld verging. En toen dat eerste oogenblik voorbij was, zag men mannen en vrouwen met bleeke gezichten staren op den chaos, die zich aanbood aan hunne blikken en naar de oorzaak vragen. Zij bleek weldra. Het laboratorium aan den oostkant van de plaats was in de lucht gevlogen. Hoe? dat weet men niet. De Engelsche scheikundige dr. Chapman en zijne drie helpers, die daarin aan het werk waren, zijn gedood en in honderden stukken gescheurd, weggeslingerd door eené onbekende, maar zeker zeer magtige kracht. Van het massive laboratorium is geen spoor meer te vinden, zelfs de fondamenten zijn uit den bodem omhoog geslingerd en met onbeschrijfelijk en onbe grijpelijk geweld. Bijna geen huis is ongeschonden gebleven en zeventien zijn nagenoeg vernield. Vele personen zijn gekwetstgelukkig bepaalt het aantal dooden zich tot vier chemici. Naar men verneemt, hield dr. Chapman proeven om nieuwe verfstoffen te bereiden, die hij zelf volstrekt niet gevaarlijk achtte en die nu zoo noodlottig geworden zijn. De directie der bergwerken doet haar best om de groote ramp, aan Rubeland overkomen, te lenigen. Te Brunswijk is dezer dagen een locomotief van een sneltrein, door te spoedig stoppen omgeslagen, waardoor de machinist en de stoker terstond werden gedood. Te New-York bezweken jl. Vrijdag 200 menschen ten gevolge van zonnesteek. De Cliicago Tribune schrijft: „De telegraaf is even gewigtig geworden voor handel en verkeer als het post- en spoorwegsysteem. Er is bijna niets te bedenken, waarvoor de telegrafie niet onontbeerlijk is en waarvoor goedkoope telegrammen niet even gewenscht zijn als goedkoop port en goedkoop transport. $Het tegenwoordige tarief voor een telegrafische dépêche van Chicago naar New-York is 1 dollar en een telegraafdraad zendt gemiddeld 600 woorden in een uur af. Men verneemt nu, dat er tusschen Was hington en New-York een telegraaf-systeem zal tot stand komen, waardoor dépêches voor eiken afstand tegen 20 cents voor honderd woorden en 600 dépêches van die lengte in het uur kunnen afgezonden worden. Met het systeem moet reeds de proef genomen en de uitvoerbaarheid er van gebleken zijn. Het is niet noodig te zeggen, dat, wanneer slechts het vierde deel van het beloofde vervuld wordt, daardoor een geheele omkeer in het telegraafwezen wordt teweeggebragt. De practische uitvoering van dit nieuwe of automatische systeem der telegrafie bestaat daarin, dat de compagnie het publiek een telegrafisch alphabet levert, waar men binnen weinige dagen zoo gemakkelijk mede teregt kan als met het gewone. lederen bankier, koopman of anderen corres pondent, die gelegenheid heeft om dépêches af te zenden, wordt voor den matigen prijs van 1020 dollars een kleine machine geleverd, door middel waarvan de dépêche gedrukt of liever in telegrafische teekens op een reep papier door geslagen kan worden. Het opmaken der dépêche in dezen vorm kan door iemand van een gewoon verstand binnen weinige uren geleerd worden. De dépêche wordt dan naar het telegraafkantoor gebragt en, al bevat zij 10 of 1000 woorden, bijna oogenblikkelijk naar het andere einde der lijn overgebragt. De afzending geschiedt met eene snelheid van 1500 woorden in de minuut. De dépêche wordt bij hare aan komst op eene andere machine gebragt, die haar in Romeinsche cijfers en wel 3000 woorden in het uur drukt, en in dien vorm aan den ontvanger afgeleverd. De ge makkelijkheid der aflevering maakt de kostenberekening naar het aantal woorden geheel overbodig. De prijs voor een dépêche van 100 woorden zal, voor een afstand van 1200 mijlen, 20 cents bedragen. De voor een gewone dépêche gevorderde tijd isschrijven of doorslaan een minuut, afzending twee seconden, drukken 25 seconden, totaal een minuut 27 seconden. Het voordeel hierbij is, dat er geen oponthoud plaats vindt. De draden zijn nooit bezet, daar elke draad 60,000 woorden in het uur kan verzenden. Terwijl 600 woorden in het uur nu veel is voor een telegrafist, kunnen, volgens het nieuwste systeem, in denzelfden tijd 60,000 woorden langs een draad worden afgezonden, dus honderdmaal meer. Aangenomen dat het nieuwe stelsel deugdelijk blijkt, dan zal een geheele omwenteling in den prijs der tele grammen daarvan het gevolg zijn. Worden dépêches van 100 woorden 6000 Engelsche mijlen ver voor 20 cents afge zonden, dan zal de telegrafie onder ieders bereik komen en algemeen aangenomen worden. De aanwending van dit systeem bij de zeekabels zal, naar men verwacht, eene vermeerdering van telegrammen tusschen de Yereenigde Staten en Europa mogelijk maken en dat voor een prijs, welke de afzending van 1000 woorden regtvaardigt, waar nu een woord wordt afgezonden. Kortom de telegraaf zal de algemeene bemiddelaar worden voor de bevor dering van mededeelingen op allerlei gebied tusschen individu's, staten en werelddeelen." K. te T. Voor den inhoud van advevtentiën is de Redactie niet verantwoordelijk. Aan onze nieuwe abonnés. De eerste nummers van dit kwartaal zijn uitverkocht. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 12 ozo. 5k. 759.83 - 1.43 24.0 f 4.8 0.56 Slechtw. 12 zwtz. 5„ 756.15 - 4.08 21.4 t 2-1 0.77 n 8 wzw. 0.8„ 759.25 - 0.95 19.0 f 1.6 0.78 Vlak. 12 wzw. 0.7„ 759.71 - 0.49 20.0 f 0.6 0.67 H 9 Weersgesteldheid: 7 Julij 12 u. Helder, schoonweer. 8 Julij 12 u. Helder, ligtbewolkt, mooiweer. 9 Julij 8 u. Helder, ligtbewolkt, mooi. 9 Julij 12 u. Ligtbewolkt, mooiweer. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 5 Julij. 7 Julij. Wille m&Jacobus. H.W.deVries. Suriname. Passagiers: de heer Mattkes en de landbouwers Jan Cremer en H. Frits Muller. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 8 Julij. TeofrastoN. Matc'ovich. Zur Mnhlen Go, Varna. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de] Binnenhaven te lossen. >- Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Haleus. H. O. Olsen. 1'redrikstad. Hout. Amons Co. de Vrede. M. Ouendag Hz. Husum. Odin. C. A. Christiansen.Drammen. v. Vliet Co.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3