Benoeming-en, enz. Buitenland. Frankrijk. Ook Woensdag en Donderdag kwamen, begunstigd door heerlijk zomerweder, verscheidene putgangers, en naar ik verneem zullen de martelaarsfeesten tot 24 Julij duren. Jl. Dingsdag morgen te vijf ure vonden eenige ambachtslieden te 's Hage, die zich naar hun werk aan het Kanaal begaven, op de Hooikade een dameshoed op straat, waarin een papier was bevestigd met de woorden: „Zoekt en gij zult vinden." Na geruimen tijd te vergeefs te hebben gezocht, zag eindelijk een hunner iets op het water drijven en weldra bragten zij op die .plek het lijk .van eene dame aan wal, die, naar hare kleeding te oor- deelen, tot den gegoeden stand behoorde en waarschijnlijk zich eerst eenige oogenblikken geleden van het leven had beroofd. Geneeskundige hulp was niet bij de hand. Het lijk der ongelukkige'is door de werklieden in handen der politie achtergelaten. LJit bij de ongelukkige gevonden briefjes bleek, dat zij een 2£>jarige modiste was, genaamd M. R., laatst woonachtig te 's Hertogenboschuit wanhoop was zij tot zelfmoord gekomen; haar minnaar, die voor eenige weken wegens diefstal in het Politieblad onder de gesignaleerden voorkwam, had de stad en haar verlaten. (V.) Zestal te Rotterdam: Schouten, te HarderwijkCreutz- berg, te Arnhem; Gronemeijer, te Apeldoorn; Noomen, te Bruinisse; Nonhebei, te Middelburg; van Toorenenbergen, te Groningen. Jl. Maandag namiddag is bij Rotterdam een aakscbuitje, varende tegen den wind, op de Maas, door een valwind omgeslagen en gezonken. Twee mannen en een vróuw zijn dientengevolge verdronken. Niettegenstaande terstond aan gewende hulp, is het niet mogen gelukken die personen te redden; alleen een kindje, naar gissing 8 a 9 maanden oud, is gered, doordien het op zijn bedje bleef drijven. Het kind is naar het politie-bureau op den Goudsclien weg gebragt en daar van het noodige voorzien. De ongelukkige per sonen zijn alsnog onbekend. Uit Brielle wordt gewag gemaakt van het zinken van het stoomschip Lapwing, waarop zich drie Briellenaren bevonden. Een er van redde zich door zich aan een baal katoen vast te klemmen. De beide anderen, de zeeloods en zijne dochter, die een uitstapje naar Liverpool zoude maken, zijn verdronken. De vrouw van den zeeloods blijft met 6 kinderen achter. In de gisteren te Utrecht gehouden Thorbecke—meeting is het eerste voorstel van het bestuur, het oprigten van een standbeeld, aangenomen, met bijvoeging dat dit zal worden opgerigt te 's Gravenhage. Het tweede voorstel, het plaat sen van een steen in het geboortehuis van Thorbecke te Zwolle, is ingetrokken, daar de Zwolsche subcommissie dit op zich heeft genomen. Het derde en vierde voorstel, het plaatsen van een gedenkteeken op het graf en aankoopen van het woonhuis van Thorbecke, zijn aangenomen. (Yad.) De Prov. Staten van Noordbrabant hebben besloten tot intrekking van de reglementen op de paardenfokkerij en de springstiereneene som van 4000 beschikbaar ge steld tot bezoldiging van wandel leeraars in landbouw, tuin bouw en veeteelt; besloten tot intrekking der sommen van 300 voor medailles voor uitmuntend vee, verbeterde land en tuinbouwwerktuigen, enz. en van 300 als premie voor den best gekeurden buitenlandschen hengst, en eindelijk om, overeenkomstig het ontwerp van Gedep. Staten, de provincie in 10 landbouw-districten te verdeelen en een veearts in elk district een subsidie van 200 a 300 van wege de provincie toe te kennenaan die veeartsen kan ook de verpligting worden opgelegd om voorlezingen en voordragten te doen. De Noordbrab. verneemt, dat behalve het standbeeld, hetwelk ter eere van den heiligen Leonardus vanVegchel, een der 40 martelaren van Gorkum, in de St. Janskerk te 's Hertogenbosch is aangebragt, er ook plan bestaat om in hetzelfde tempelgebouw het driehonderdjarig jubelfeest van den door de geloofshelden volvoerden strijd door een altaar te vereeuwigen. Binnen 4 dagen zijn reeds 4000 daartoe bijeengebragt. Op het jl. Zondag te Mechelen gehouden groote muzikale concours heeft de harmonie Voor het volk door het volk," van Breda, de groote medaille van verdienste behaald, zoomede een prijs van 100 francs, behalve een prëmie van 50 francs, als het meest verwijderde gezelschap dat opgekomen was. De kassier B..., te Eindhoven, is dezer dagen ver dwenen, naar men zegt een belangrijk deficit achterlatende. Spreekt men te Tilburg van Jantje's herberg en restauratie, een ieder weet dan dadelijk de plaats aan te wijzen, waar men wezen moet. Zoo gebeurde het dezer dagen, dat eenige heeren zich bij Jantje aanmeldden om wat te gebruiken; te gelijkertijd voegde er zich een orgel draaier bij, die er tamelijk goed uitzag, en zette zich mede aan tafel. Jantje wist niet wat het voor een persoon was, want zijn orgel had hij zorgvuldig bedekt en dacht: deze man zal vandaag mogelijk menig God zij met ons" hebben verdiend en het zal wat kunnen lijden. De gasten aten en dronken en waren over het maal uitermate tevredenmaar nu kwam de aap uit den mouw, er moest betaald worden. Toen de beurt aan den laatst bijgekomene kwam, zeide hij„Beste vriendik heb slechte zaken gemaakt vandaag, niets verdiend, en' ben in de onmo gelijkheid iets te betalen." „Wat, wat! geen geld! en hier aan tafel mijn duren wijn ook komen opzuipen!" „Beste vriend!" zegt de gast, „ik had toch zoo'n honger!" „Ja, ja, schurk! dat kondt ge toch wel anders aanleggen; wat doet ge hier! waarom komt ge dan hier eten?" „Beste vriend!" zegt de gast, „buiten vond ik het niet," staat vervolgens op, maakt het orgel bloot en begint het bekend refrein af te draaijen: „omdat het zoo lekker ia." Hiertegen viel niet meer in te brengen; Jantje wenschte den man gulhartig een goede bekomst, een der heeren collecteerde gedurende het deuntje en de orgeldraaijer verliet dubbel welgedaan de zaal. (D.) In eene jl. Maandag te Boxmeer gehouden vergadering van B. en W. dier gemeente is besloten, voortaan bij gelegenheid der kermis geene orgeldraaijers, liedjeszangers, hazardspelen en dergelijke toe te laten. Een der beide stoomkranen, welke te Vlissingen aan den rand van de dokhaven zijn geplaatst, tot het lossen van zware materialen voor de spoorwegwerken, is jl. Maan dag omgekanteld en met een donderend geweld op het dek der stoomboot Jeannette gestort; de machinist had nog de tegenwoordigheid van geest zich door een flinken sprong te redden en de werklieden hadden zich juist er van onder verwijderd. Het gevaarte, hetwelk waarschijnlijk te ligt was geballast, woog circa 5 last en heeft aanmerkelijke schade aan de stoomboot toegebragt. Het gemeentebestuur van Zutphen heeft den majoor- kommandant der schutterij een crediet van GO verleend, ten einde daaruit de onkosten goed te maken voor eenige schutters, die in de maand Augustus e. k. zullen deel nemen aan den schietwedstrijd op de Wiesselscbe heide. Op de paardenmarkt te Giessen is een 29jarig paard verkocht voor 275. Zekere v. G. kwam dezer dagen met zijn bruid aan het gemeentehuis te Ede om te trouwen. Een der heeren van de secretarie, zich meenende te herinneren, dat iemand van denzelfden naam zich vroeger als getrouwd had aan gegeven, onderzocht de boeken. Het bleek weldra, dat dezelfde persoon, vóór eenige jaren uit Zierikzee gekomen, werkelijk reeds gehuwd was. Hij wist tegen dit bewijs dan ook niets in te brengen, maar beweerde, dat zijne vrouw was gestorven. Daar het evenwel zoo duur was aan een doodacte te komen, had hij dit maar achterwege gelaten. Het nieuwe huwelijk heeft echter niet kunnen doorgaan. Het stedelijk muziekkorps van Kampen heeft bij het concours te Gent de gouden medaille behaald. De KI. Crt. wijdt een hoofdartikel aan den Gemeente- Veldwachter, „ziet hem daar gaan," zoo lezen wij daarin o. a., „met een rooden band om zijn pet, roode bies op zijn pantalon, stok onder den arm en zware duffelschen jas aan. Niet, dat hij, bij een temperatuur van 80° Fahrenheit en meer, zekere onverklaarbare voorliefde voor laatstgemelde kleedingstof heeft o neenmaar de voorwaarde van zijn aanstelling iseen jaarwedde van twee-honderd-vijftig golden en een „stel boven-kleederen". Door die soi disant uniform heeft de veldwachter, al heeft hij nog nooit een geweer in handen gehad, toch iets soldaatachtigs over zich. En dat de heer burgemeester in 't belang van de gemeentekas, goedvond te bepalen, dat de grondstof ter vervaardiging van 's veldwachters „uitrusting" zoo solide mogelijk zou zijn dat, maar ook dat alleen, is oorzaak, dat wij onzen man zien wandelen in een duffelschen jas, terwijl al wat leeft snakt naar een beetje koelte. Op dit oogenblik is de heer veldwachter op een heel vreedzame expeditie uit. De burgemeester, die ook president is van de sociëteit, wenscht zijne medeleden te convoceeren tot een buitengewone vergadering, en daarom heeft hij den man gelast, om bij de leden rond te gaan. Als dat gedaan is, zal hij, de veldwachter namelijk, naar burgemeester terugkeeren, of liever, naar diens keukenmeid; hij zal zijn duffelschen jas uittrekken, en het tafelzilver gaan poetsen met een ijver, alsof het welzijn van Nederland er van afhing. Daarna zal hij zich weder in uniform steken, en eens gaan zien of er onder de buitensporigheden, waar aan sinds menschen-heugenis de schooljongens zich schuldig maken, ook iets verdachts Voorkomt. Ten slotte zal hij gaan onderzoeken of zijn vrouw het ook bij geval te druk krijgt in haar winkeltje, in welk geval hij, als naar gewoonte, de behulpzame hand zal bieden. Op die en soortgelijke wijze rolt het leven des eenvoudigen veldwachters heen." De KI. Crt. zou wenschen, dat de veldwachter overal tegenwoordig ware, om door een vriendelijk, maar ernstig woord van teregtwijzing, mede te werken aan de volks opvoeding. Zou dat niet eenigzins verkregen kunnen worden, als het bestuur eener gemeente voor de vervulling van de betrek king van veldwachter: 1. een bezoldiging aanbood, waarvan de benoemde kan leven; 2. den eisch stelde dat hij een ontwikkeld mensch zijen 3. de bepaling maakte, dat hij geen bijbetrekkingen mag waarnemen, alsmede, dat in zijn huis geen nering mag worden gedaan? De toiletten der dames mogen in de laatste jaren in 't algemeen zeer zonderling geworden zijn, de vreemdste kapsels en kleederdragten moet men altijd op de badplaatsen zoeken. Vroeger droegen de dames buiten de stad niets anders als den witten ströohoed, met zeer breeden rand, de zoogenaamde herderinnen-hoeden, die alleen strekken om de zonnestralen van 't blank gezigtje te weren. Maar wie zal ons al de hervormingen aanwijzen, die deze veldhoed in 20 jaren heeft ondergaan? Nu eens werd ze musketierhoed, toen Lodewijk XIV, daarna toquet en nu is het weder de hoed van Lodewijk XV, die den boventoon voert. Die laatste hoed komt echter niet alleen; hij gaat vergezeld van de historische stoffen, van de strooken en de opgetrokken japonnetjes, waaronder dé voètjes zigtbaar zijn, en van de parasols met lange stokken. Het teeder mousseline, dat na de rampen, die Frankrijk getroffen hadden, werd aangekondigd, laat zich nog wachten. Men schijnt er nog te veel gehecht aan den tijd, waarin de vorstinnen den toon aangaven. Sedert de invoering der postkaarten, dat is ruim twee jaren, is het gebruik zoozeer toegenomen, dat tengevolge daarvan de ontvangst der posterijen in Londen met een achtste en te New-York met een zevende van het vroeger bedrag vermeerderd is. De aanwending van papier bij alle mogelijke takken van menschelijke vlijt schijnt geen einde te nemen. Tegen woordig maakt men de gas- en waterleiding-buizen op groote schaal ook van papier, dat met asphalt is door drongen. Ook gebruikt men ze met goed gevolg voor de leiding van de lucht door blaasbalgen aangevoerd, voor spreekbuizen en om er den onderaardschen telegraafdraad door te leiden. Bij eene dikte van 2 centimeters staan de buizen eene drukking van 15 atmosplieeren uit. Een papieren aspbaltbuis had 15 jaar tot gasleiding gediend, werd opgegraven, aan 24 atmospheeren drukking blootge steld en toonde zich nog volkomen in orde. Noch i uitzetting, noch oxydatie, noch koude, noch warmte is vt» deze buizen te vreezen. Haar gewigt is een vijfde van i ijzeren buizen, en haar aanleg bedraagt de helft van i kosten van ijzer en een vierde voor die van lood. Engeland worden zij in 19 grootten gemaakt, van 7 50 centimeters wijdte en ruim 2 meters lengte. Garnalenbrood. Een nieuwe poging tot ben ding en bewaring van een niet onbelangrijk voedingsmid,j; is in Frankrijk gedaan door Fraiu^ois Durand. De hos veelheid garnalen, die aan de kusten van de Noordzee het Kanaal gevangen wordt, is zeer aanzienlijk; bij 1 vervoer en het verbruik dier schaaldieren is echter 1 spoedig bederf daarvan wel e.en bezwaar. Om hierin voorzien, gaat Durand op de volgende wijze te werk: „Het vleesch van de levende garnaal is geleiachtig, ee: door het koken krijgt het eenige vastheid. De garnale worden daarom uitgeperst en de verkregen vloeistof gekoot en uitgedampt. De drooge koek die terugblijft, bevat 4 vaste bestanddeelen van het garnalenvleesch en kan vol. komen goed bewaard en onder allerlei vormen in den 1 gebragt worden. Met 1 Sept. a. s. zijn tot adelborsten 3de kl. bij het Kon. 1® voor de Marine alhier benoemd de jongelingenJ. M. Baak, Backer, J. W. A. F. van den Berg, J. A. Borel, P. H. Bron G. J. Buys, W. P. Coolhaas, F. M. van Gelsdorp, C. E. Hum», jhr. J. F. Óoertzen de Koele, F. C. E. L. Koster, A. L. van ij Moolen, W. A. Mouton, G. P. Posthuma, ft. Beinders, P. Sachse, W. Voormolen, O. J. E. baron van Wassenaer Catwijfi J. M. Wijers en P. S. E. Wolterbeek. De luit. ter zee 1ste kl. J. A. Waldeck, behoorende tot de van het wachtschip te Hellevoetsluis en gedetach. aan boord van ls| gepants. stoomriviervaartuig, wordt met 20 dezer op non-act. De luit. ter zee 1ste kl. J. L. Duker, laatst behoord tot de zeemagt in O.-Indië en vandaar den 11 dezer in Nederhi teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-act. gesteld. Namens den Koning zijn door den minister van Binnenl. tot vertegenwoordigers van de Nederl. regering op de achtsli bijeenkomst van het Statistisch Congres, hetwelk in den loop volgende maand te St. Petersburg zal gehouden worden, benoeml de heerenP. J. Bachiene, lid van den Baad van State, mr. S Vissering, hoogleeraar te Leiden en mr. M. M. von Baumhauti, chef der afd. Statistiek bij het Departement van Binnenl. Zaken, Herbenoemd zijn: tot kantonregter te Schagen de lieer jhr. nu D. van Foreesttot kantonregter te Purmerende de heer mr. L. C, van Bommeltot plaatsv. kantonr. te Alkmaar de heer J. C. Vonk, Aan den heer J. W. van Amerongen, eervol ontslagen hoofd onderwijzer te Alkmaar, is een pensioen toegekend ten bedrage f 629 's jaars. De afgevaardigde Belcastel heeft jl. Zaturdag in Nationale Vergadering een voorstel ingediend, strekkend om met 1 Jan. a. s. alle piano's met een regt van 10 fn te belasten, 't welk van gehuurde piano's door den huurdet zal worden betaald. Hij heeft verder voorgesteld, alle cafés-chantants en ondernemingen tot het geven van o] bare bals in de eerste klasse van patentschuldigen te grijpen. Van die twee belastingen verwacht de voorstel!» eene opbrengst van zeven of acht millioen francs. Jl. Zaturdag is weder een communalist veroordeeld, en wel tot dwangarbeid voor zijn leven, terwijl zijne vrouw, die hem had verraden, tevens de voornaamste getuige tegen hem was. De man had zich weten schuil te houden werkte weder even goed als vroeger voor vrouw en kin deren, toen de eerste, die een losbandig leven leidde, haren man, van wien zij verlost wilde zijn, verklaagde. De krijgsraad en de advocaat van den schuldige hebben de vrouw wel geducht onder handen genomen, maar wat gi zulk een schepsel er om? Zij kan nu volgens de wel scheiden en is vrij. Reeds meermalen hebben Parijsclie vrouwen zich, dank zij der Commune, van hare echtge- nooten weten te ontslaan. Aan de onzekerheid omtrent het lot van Henri Ro- chefort komt naar het schijnt een einde; althans uit vri goede bron wordt medegedeeld, dat de straf van deportatie naar een versterkte plaats, waartoe de ex-volkstribuun, redacteur van de Lanterne, is veroordeeld, dezer dagen ii veranderd in eenvoudige verbanning, en dat Henri Rochefort weldra te Brussel verwacht wordt. Te Parijs is een koninklijk tenorzanger opgetreden, te weten don Augusto, broeder van den Koning van Por tugal. Op een der soirees bij Thiers heeft hij o. a. een aria gezongen uit de onuitgegeven opera Vasco da Gama, door hem zeiven gecomponeerd. Hij is een uitmuntend zaliger en goed componist, een leerling van Rossini en 24 jaren oud, Te Chantilly (departement van de Oise) is in vorige week een jammerlijk onheil voorgevallen. Zeken ingenieur Dominique Véran, des nachts wakker door bet gerucht, 't welk hij aan zijne gesloten kamerdeur hoorde, heeft, toen liij die deur zag opengaan, op den binnenkomenden persoon twee revolverschoten gelost, dit den gewaanden inbreker deden nederstorten. Door ont steltenis en angst overmand, viel de heer Véran terstond daarop zelf in flaauwte. Men zal zich zijn nog veel groo teren schrik kunnen voorstellen, toen hij, weder tot ziel zeiven gekomen, vernam, dat hij zijn revolver op zijn eigen broeder, Eugène Véran, gelost had, die, in het bosch val Chantilly door een hagelschot van een wildstrooper getrof fen, zijne schreden naar de woning van Dominique Véran had gerigt, om daar hulp te vragen. Twee uren na de hierboven verhaalde treurige vergissing is Eugène Verat bezweken. Zijn broeder, ofschoon nog niet met den dood van zijn slagtoffer bekend, heeft zich zijne daad zoo aangetrokken, dat hij half krankzinnig is geworden en in levensgevaar verkeert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2