Zwitserland.
Italië.
Spanje.
China en Japan.
Amerika.
INGEZONDEN.
Marine-Haven Nieuwediep.
Correspondentie.
„(Jw blad bevatte onlangs een uittreksel uit eene door
prof. Grriitz publiek gemaakte memorie, die strenge ver
wijten maakte aan de arme Israëlieten in Palestina. In
}Jo. 27 en 28 van den te Mentz verschijnenden Israelit is
intusschen aangetoond, dat die verwijten berusten op on
kunde en verkeerde voorstelling; wat *wij u verzoeken
publiek te maken in liet belang van die lezers, welke zich
liet lot der arme Israëlieten in Palestina aantrekken en
hen met hunne gaven bedenken, opdat de ongelukkigen
door de berigten van prof. Gratz geen schade lijden."
Daar ook wij van liet artikel van prof. Griitz hebben
melding gemaakt, meenen we dit antwoord van den Israelit
eveneens te moeten vermelden.
Dezer dagen lieeft men in de kolenmijn te Lugau de
overblijfselen gevonden van ongeveer 60 werklieden, die
op den 1 Julij 1867 hun dood gevonden hebben bij het
instorten der mijn. Het aantal der slagtoffers bedroeg 102;
verschillende omstandigheden doen vermoeden, dat van de
overigen nimmer iets gevonden zal worden. Slechts zeer
enkele volkomen geraamten werden ontdekt; overigens
waren het doodshoofden en beenderen. Sommige kleeding-
stukken, vooral schoenen en andere voorwerpen, waren nog
in goeden toestand; in enkele lampen werd nog olie gevonden.
In Phalzburg heeft zich het merkwaardige geval voor
gedaan, dat een soldaat van het Brunswijksche regiment,
van hetwelk twee bataljons aldaar in garnizoen liggen, in
ongewoon hevigen graad de pokken kreeg, niettegenstaande
alle militairen voor eenigen tijd, zoo men meende, waren
ingeënt. Bij onderzoek bleek nu dat die soldaat toevallig
was overgeslagen.
Omtrent den toestand van Frankrijk's hoofdstad ver
meldt een Zwitsersch dagblad het volgende
„Dat kóude, onaangename deel des jaars, dat de liooge
kringen het „saison" gelieven te noemen, is voorbij. De
zon zendt hare warmste zegeningen neêrde boomen bieden
hunne koelste schaduw, en die den tijd en 't geld er voor
hebben zijn als één man uitgetrokken, om „adem te scheppen."
De burgers, wier zaken hen een geheel jaar kluisteren,
ontsnappen nu en dan eens een dag, voornamelijk Zondags;
maar daarentegen komen op Zon- en feestdagen veelmeer
provincialen in de hoofdstad, dan er Parijzenaars uit gaan.
De Charnps Elysées en het Bois de Boulogne zijn van den
middag tot 's avonds half zeven vol rijtuigen, vooral van
nederige en gemakkelijke Victoria's. Voor een matig
sommetje kan de echte Parijzenaar met zijne vrouw een
hngen rid doen in het altijd bevolkte en populaire woud.
Als de zon onder is en de gaslampen schitteren, dan is
het een schoon gezigt, dien onophoudelijken stroom van
rijtuigen van de Boulevards naar het Bois; 't is alsof een
regiment glimwormen een triumfantelijken marscli door de
stad maakt.
In spijt van de hitte, die nu en dan onverdragelijk is,
blijven de meeste schouwburgen open en worden goed
bezocht door spoedig tevreden menschen. De Champs
Elysées genieten echter 's avonds het meeste bezoek; dui
zenden vloeijen daar zamen. Familiën en familie-partijen
bezetten de twee-, driedubbele rijen stoelen. In het Concert
Musard stroomen zamen al de voorname lui, die wegens
hun pligt niet op reis kunnen gaan; voor twee francs
geniet ge het voorregt u te bewegen tusschen ministers,
liplomaten, financie-helden, even alsof men in een model
republiek is.
Ook de circus staat avond aan avond open, en sedert
het niet meer de circus der keizerin heet of is, hebben de
clowns nieuwe streken geleerd en een nieuw vel aange
trokken; de dames, die de vlijtige paarden berijden, zijn
aardiger, bevalliger en kunstiger dan ooit. De bonne-bouche
van de buitenlui is echter onbetwijfelbaar het café-chantant.
Een wonderbare instelling is deze vermakelijkheid in de
open lucht. De vier kleine tenten, opgeslagen in het hart
van de digtste boschjes, struiken en bloemen, zijn van
zonsondergang tot middernacht omringd door legers van
vrolijk volk, die volle aandacht schenken aan de laatste
en nieuwste comische scène en instemmen met het koor
van een oud lievelingsstukje. Entrée vrij, gebruik van een
en ander dringend noodig, ziedaar de conditiën van de
overeenkomst, en ofschoon alles, wat er geconsumeerd
wordt, een derde duurder is dan vroeger, schijnt er nog
geld genoeg voor te zijn. Een der Parijsche geesten, welke
de republiek weêr heeft teruggeroepen, is de hertog de la
Trémouille, die het classieke Chateau de Rambouillet van
den Staat gehuurd heeft en het in een schoonen pleizier-
luin laat herscheppen voor al zijne vrienden en bekenden.
De feesten, die hij denkt te geven, zullen al den glans
der nieuwheid hebben Ieder gast moet het karakteristieke
costuum dragen van het land of de provincie, waartoe hij
bekoort.
Allerlei vermaken vinden er plaats, terwijl bij kleine
tafeltjes in en op het groen elk zich van verversching kan
voorzien. Daar de hertog onmetelijk rijk is, zullen de
voordeelen der onderneming dienen tot ondersteuning van
de boeren, die in den laatsten oorlog arm geworden zijn.
s Avonds zal het paleis a giorno geïllumineerd zijn en het
park herschapen worden in een toovertuin. Diners, con
certen, bals, enz. zullen de menigte afwisselend aantrekken.
Hoe lang schijnt de tijd voorbij, toen Parijs belegerd werd
en toch, het marcheren der patrouilles getuigt nog, dat
Erankriik's hoofdstad in staat van beleg verkeert.
De te Parijs gehouden volkstelling toont eene vermin
dering van 5000 zielen, een onbeduidend cijfer vergeleken
®et het totaal getal 1,800,000. De centrale arrondisse
menten hebben verloren ten koste der buitenste wijken, die
meer en meer aanwinnen.
Persichette, gezagvoerder van het gepantserd fregat
Principi di Carignano, moest op bevel van de Italiaansche
mgering zijne betrekking nederleggen. Hij deed dit met
volgende toespraak aan het état-major en de geheele
ming„Op last van den minister van Marine moet ik
het bevel over het schip nederleggen: ik word gestraft
omdat ik het slecht bestuurd heb, en het in de nabijheid
van het eiland Caprera op een klip heb laten stooten. Ik
zou de geheele zaak, evenals de halzen die hunne misslagen
op rekening van het noodlot stellen, aan mijn kwaad gesternte
kunnen wijten. Ik moet echter ronduit verklaren, dat de
straf volkomen regtvaardig en verdiend isja dat ze, verge
leken, met mijne schuld en de groote schade, die het schip
er door had kunnen lijden, zeer ligt mag heeten. Het is
mijne vurige begeerte, dat het gebeurde den heeren offi
cieren ten voorbeeld strekke, opdat ze steeds ijverig hun
pligt betrachten en niet vergeten dat, in ons beroep, de
allerkleinste misslag, de geringste nalatigheid, een onver
geeflijk vergrijp kan zijn."
Alle dagbladen zijn vol van den moordaanslag op den
eensklaps geliefd geworden vorst Amadeus, maar niet een
is er die een geregeld verhaal van het gebeurde kan geven,
men verdiept zich in gissingen. Het bekendste is dat de
moordenaars vijf in getal waren, waarvan vier slechts hunne
geweren lostendat de koetsier met groote koelbloedigheid
de zweep over de paarden legde, en een oogenblik later
Hunne Majesteiten huiten gevaar waren.
Zooals zeer weinig gebeurde, had de Koning juist dezen
avond een talrijk escorte, hetgeen tot allerlei gissingen aanlei
ding geeft. Sommigen beweren dat de Koning vooruit gewaar
schuwd was dat een dergelijk feit ophanden was, anderen
meenen hierin een comedie-spel te moeten zien, hetgeen
dan toch wel wat al tegewaagd zou zijn.
De moordenaars zijn onmiddelijk gevlugt, doch twee
konden slechts ontsnappen, de escorte maakte een onmid
delijk dood en twee gevangen, waarvan een gekwetst was.
De geheele volgende nacht ging met receptiën en mani-
festatiën voorbij.
In de plannen van den Koning heeft het feit geen de
minste verandering gebragt; de Koningin alleen zal, naar
men verneemt, eenige weken in Italië gaan doorbrengen.
In de Madridsche correspondentie van de Indépendance
Beige leest men o. a. het volgende
Men verzekert dat de gevangen genomen moordenaars
verklaringen hebben afgelegd, waaruit blijkt, dat eenige
personen, een zeer geringe minderheid uitmakende, het plan
hadden gevormd om te Madrid de gruwelen van de Parijsche
commune te hernieuwen.
De dood des Konings zou het sein zijn geweest van den
moord van alle politieke mannen van naam, zoo tot het
vroeger als tot het tegenwoordig bestuur behoorende; ver
volgens zou men op een groot aantal punten tegelijk brand
gesticht en de bankiershuizen geplunderd hebben.
Men verzekert maar dit is onder de striktste reserve
dat de politie wist, dat dit plan tusschen den 20sten en
30sten dezer in uitvoering moest komen.
Tengevolge der door de gevangenen afgelegde verklaringen,
heeft men een 40tal personen gearresteerd, waaronder een
individu, dat een belangrijke rol heeft vervuld in de leiding
van de zoogenaamde bende della Porra.
De Imparcial meldt nog, dat de burgerlijke gouverneur,
van het plan tot den aanslag in kennis gesteld, voorzorg
maatregelen had genomen. Op den weg, dien Z. M. zou
passeeren, was het aantal politie-agenten vermeerderd.
De Gaceta berigt de bijzonderheid, dat een der paarden
van het koninklijk rijtuig door zeven kogels doodelijk ge
troffen is geworden.
De wonde van den gevangen moordenaar is niet ernstig.
De Koning is jl. Zondag naar Santander vertrokken en
bij zijn vertrek door eene talrijke menigte met geestdrift
toegejuicht. Volgens de heden ontvangen berigten, was de
reis des Konings tot Valladolid voorspoedig geweest en
werd Z. M. overal op zijne doorreis door de bevolking
met vreugde begroet.
De te Madrid verschijnende dagbladen weten te verhalen
dat de admiraal Topete aan de regering kennis gegeven
had van het bestaan van een tegen Hunne Majesteiten
gerigt complot, 't welk hij bij toeval ontdekt had, en dat
de Koningin, toen de admiraal IIH. MM. kwam geluk-
wenschen met het mislukken van den aanslag, tot hem
zeide: „Gij zijt nu reeds tweemalen onze beschermer
geweest." De Koningin is met de twee Prinsen naar het
Escuriaal vertrokken en is jl. Zondag aldaar aangekomen.
Naar men uit Madrid aan de Londensche Times
schrijft, is er ernstig spraak van het aanleggen van een
onderaardschen tunnel onder de zeeëngte van Gibraltar, en
wel van Algeciras naar Ceuta. Die tunnel zou 18,000
ellen korter zijn dan de ontworpen tunnels onder het
Engelsche Kanaal.
Als een bewijs dat men in China althans voor den
bouw eener kerk nog wat over heeft, diene het volgende
Een Buddhisten-priester had geld ingezameld voor den
bouw eener nieuwe pagodi. De collecte viel echter niet
rijk uit. Aan de noodige som ontbraken nog 7000 taëls
(ongeveer 25,000). De Chineezen bidden wel gaarne,
maar scheiden ter wille daarvan toch niet gemakkelijk van
hun geld. De priester nam daarom zijn toevlugt tot een
bijzonder middel. Hij maakte bekend, dat hij zich gedurende
zeven dagen in een kist zou leggen en al dien tijd zou
doorbrengen zonder spijs of drank te nemen. De kist zou
tentoongesteld worden en voor een toegangsprijs te zien
zijn. De priester doet, zooals hij gezegd heeft. Hij legt
zich in tegenwoordigheid van getuigen in een kist, die van
luchtgaten voorzien is, en deze wordt goed digt gemaakt.
Werkelijk hield de priester het al dien tijd uit, onder een
dagelijkschen toeloop van nieuwsgierigen. Na verloop der
zeven dagen haalt men hem weer te voorschijn, breekt de kist
in duizende stukken, die als relikiën verkocht worden, en had
bovendien een overvloed van geld door de entrees verkregen.
De bouw der pagodie is dientengevolge ook gemakkelijk
tot stand gebragt. Bezwaarlijk zou men in Europa
navolgers van den Chineeschen priester vinden kunnen.
De voorloopige instructie van het geding van den
maarschalk Bazaine wordt met ijver voortgezet. De be
langstelling, die deze zaak ook in Amerika opwekt, is zoo
groot, dat de New-York Herald maatregelen genomen
heeft om de verslagen van het verhandelde op de open
bare teregtzittingen van den krijgsraad van Versailles
even spoedig als de Parijsche ochtendbladen te kunnen
mededeelen. De redactie van dat blad heeft met een
Parijschen journalist eene overeenkomst getroffen, volgens
welke zij dagelijks door een telegram van 500 woorden op
de hoogte der debatten in de bedoelde zaak zal worden
gihouden. Elk telegram zal aan dat blad 1875 fr. kosten,
waaronder het salaris van den afzender, 125 francs per
telegram, begrepen is.
Omtrent het onthaal van den H.Eerw. heer H. Loos, aartsbisschop
van Utrecht, in Duitschland, wordt nog meegedeeld dat de Koning
van Beijeren zijn slot te Kempten ter beschikking gesteld heeft van
de oud-Catholiekten, ten einde dezen gelegenheid te verschaffen
om hunne kinderen door den aartsbisschop aldaar het vormsel te
doen ontvangen. Verder wordt uil Kaiserslanteru gemeld, dat de
heer H. Loos, aartsbisschop van Utrecht, en de kanunnik van
Ylooten den lfiden Julij te 7 ure aldaar zijn aangekomen en door
het comité der oud-Catholieken op plegtige wijze ontvangen. Zij
begaven zich onder het gelui der klokken en onder het lossen van
saluutschoten door de straten der feestelijk getooide stad, naar de
kerk der oud-Catholieken, waar de gemeente het „Te Deum" aan
hief en de aartsbisschop zijn zegen uitdeelde. Den volgenden
voormiddag had eene godsdienstoefening plaats, waarbij het vormsel
door Z. H.Eerw. werd toegediend.
Haldeblijk ter nagedachtenis van Mr. J. R. Thorbecke.
Aan de Ingezetenen der gemeente Helder.
Op eene algemeene vergadering van vrienden en vereerders van
den overleden staatsman mr. J. R. Thorbecke, te Utrecht op den
17den dezer gehouden, met het doel om tot eene beslissing te
komen omtrent een huldeblijk, ter zijner nagedachtenis te stichten,
werd besloten
1°. op te rigten eeu standbeeld voor Thorbecke te 's Hage.
2°. een eenvoudigen gedenksteen te plaatsen op het graf van
Thorbecke.
3°. aan te koopen het huis, waar de overleden staatsman ge
durende zijn verblijf te 's Hage gewoond heeft, om dit als eene
gedachtenis aan hem te bewaren, met bestemming vooreerst, om
het tot woning aan te bieden aan zijne nagelaten kinderen.
De plaatselijke sub-commissie alhier, tot dat doel wenschende
mede te werken, roept bij deze uwe ondersteuning daarvoor in.
Geen partijgeest is het, die hulde brengt aan een overleden hoofd,
maar het Nederlandsche volk, dat de verdiensten van een zyner
grootste burgers openlijk wenscht te erkennen. Wij vragen niet
naar uwe politieke inzigten, maar wij vragen alleen van u de
erkenning, dat Thorbecke was een staatsman, die voor ons vader
land zijne beste krachten veil haddie gedurende eene reeks van
jaren door zijne regeerkracht en zijne staatsmanswijsheid een be
slisten invloed had, en die de grondslagen legde voor ons staats
bestuur en daarop tot aan zijn einde, steeds even krachtig bleef
voortbouwen. Een staatsman, zooals er maar zelden in een land
geboren worden, en op wien wij teregt trotsch mogen zijn.
De nagedachtenis van zulk een burger eisckt eep huldeblijk, en
om dat denkbeeld, uit alle oorden van ons vaderland als van zelve
opgerezen, te kunnen uitvoeren, vragen wij uwe geldelijke
ondersteuning.
De lijsten om van uwe deelneming te doen blijken, zullen aan
de huizen worden aangeboden, terwijl bovendien elk onzer zich
bereid verklaart uwe giften in ontvangst te nemen.
Dat onze gemeente toone, niet te willen achterblijven waar het
geldt de nagedachtenis van een man als Thorbecke te vereeren
brengt elk uwen steen aan, opdat zijn standbeeld in waarheid
worde: „de hulde van een dankbaar volk."
Helder, 20 Julij 1872.
Be plaatselijke Sub-Commissie
Jhr. H. O. WTCHERS, Pres.
C. BERGHUIS.
F. C. GOBÉE.
P. A. C. HUGENllOLTZ.
Dr. W. KROL.
W. STEFFENS.
B. K. BOOM.
Dr. H. BITTER.
Dr. J. HAREMAKER.
H. JANZEN Ez.
P. C. v. n. MEULEN.
Ch. v. VEEN,
Jhr. W. ALTING VON GEU3AU, Secretaris.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
13
d
o
t-S
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
c,
Vochtigh.l
procent. 1
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
21
12
notn.
O.lk.
766.03
f 6.06
22.6
t 2.9
0.81
Vlak.
22
12
ozo.
8.0,
760.90
f 0.91
25.4
f 5.7
0.63
23
8
zotz.
0.l„
758.27
- 1.75
22.2
f 4.3
0.81
23
12
wtz.
0.3„
758.86
- 1.16
22.8
t 3.1
0.81
Weersgesteldheid: 21 Julij 12 u. Helder, schoonweer.
22 Julij 12 u. Helder, beneveld, schoonweer.
23 Julij 8 u. Ltbw., schoon, donder in de verte,
23 Julij 12 u. Ligtbewolkt, benev., schoon.
Hoogste temperatuur 22 Julij te 3 uur 82.90 Fahrenheit.
5 Julij 18 4 6 93.74
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
22 Julij. 23 Julij. Bérénice. H. Rutters. Genua.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
21 Julij. Sirius. J. J. Ilansen. Zur Mühlen&Co. Genua.
21 Elmira. F. Breckwoldt. Duinker&Goedk. Lagos.
P. heeft vernomen dat in deze gemeente en in haren omtrek bij
het rundvee de tongblaar heerscht, en raadt daarom alle melk-
gebruikers aan om ds melk te koken, alvorens ze voor het gebruik
te bestemmen. Hierdoor toch wordt het gevaar voor overbrenging
dier ziekte voorkomen.