1872. N". 95.
Vrijdag 9 Augustus.
30 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Binnenland.
HELDEItSCHE
E.Y NIEUWEDIE
COURANT.
„"Wij huldigen het goede.'
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Trijs der Advertentien: Van 1-4 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Naar
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Oost-lndië: via Triest 20 Aug. 's avonds 6 u. 25 m.
i, u Marseille 15 Aug. 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 22 Aug, 's avonds 6 u. 25 m.
West-lndië: viaSouthampton 15 Aug., 's morg. 6 u. 25 m.
u Suriname via St. Nazaire 4Sept., 's avonds 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 23 Aug., 's morg. 6 u. 25 m.
u u ir u via. Triest 22 Aug., 's m. 6u. 25 m.
De BURGEMEESTER der gemeente ANNA PA U-
10WNA maakt aan de daarbij belanghebbenden bekend,
Jat de voljaars Patentlbladen over de dienst van 1872/73,
de Secretarie der gemeente te bekomen zijn, van
donderdag den 8 Augustus tot Zaturdag den 17 Augustus 1872,
van des morgens 9 tot 1 ure, den invallenden Zondag
litgezonderd.
Anna Paulowna, den 6 Augustus 1872.
De Burgemeester voornoemd,
C. E. PERK.
HELDER en NIEUWEDIEP, 8 Augustus.
De zeildag van Zr. Ms. stoomfregat Admiraal van Was-
senaer, onder bevel van den kapt. ter zee de Haes, is
bepaald op Zaturdag a. s.
Volgens een bij het Departement van Marine inge
komen berigt is het schroefstoomschip het Loo, onder bevel
van den kapt.-luit. ter zee C. A. B. D. Rijk, na op den
5 Junij jl. de reede van Banama te hebben verlaten, den
2 Julij jl. ter reede van Monrovia (de hoofdstad der repu
bliek Liberia) aangekomen en zou den 8 Julij vandaar de
terugreis naar Nederland aanvaarden.
Mgr. G. P. Wilmer, bisschop van Haarlem, is door
iit roodvonk aangetast. De ziekte is echter niet van
ernstigen aard.
Beroepen te Haarlemmermeer de heer G. Boer, pred.
te Ouderkerk aan de IJssel; te Rotterdam de heer K. F.
Creutzberg, pred. te Arnhem.
VICTORIA AVOODHULL,
DE GROOTSTE HüMBUG VAN AMERIKA.
(Vervolg).
Victoria is het zevende van de tien kinderen van Roxana en
Buckman Clafflin en in de streek Homerus in den Staat Ohio op
Jen 23 September 1838 geboren. In dit jaar werd Koningin
Victoria van Engeland gekroond en de ouders noemden het kind
Mar haar Victoria, niet droomende, dat dit kleine meisje eenmaal
Mar een hooger ambt zou streven dan de troon van Engeland.
De vader was een slecht advocaat, die zich met land-speculatiën
hezig hield, die een tijd lang gelukten, maar vóór nog Victoria
jaar oud was, verloor hij zijn geheel vermogen en stond als
eea bedelaar op straat. De moeder, welke geheel haar leven lang
niet leerde lezen, was de vertroetelde erfgenaam van een der rijkste
Doitsche familiën in Pensylvanië; jammer dat ik haar oorspronkelijken
naam niet weet.
De armoede zocht troost in de armen van den godsdienst,
ïoxana Clafflin was echter van haar jeugd af aan zeer godsdienstig
geweestde vrome biograaf noemt haar tot mijne verwondering
reen godsdienstige zottin," die zonder het zelf te weten spiritualist
•as, nog voor men dezen naam uitgedacht had en reeds voor de
geboorte van Victoria visioenen en droomen had.
De vader, ofschoon koeler en achterhoudender, was echter ook
tan spiritualist, maar ik houd er hem verdacht van, dat hij zeer
wl hield van vloeibaren geest. „Hij schatte geestigheid en kortswijl
boog, in een met een snapsje doorkruide wout," zou Lallet van
beu gezegd hebben.
Toen de armoede in huis kwam, nam de godsdienst der heide
ooJers een donkere kleur aan. Velen meenden dat de vader
krankzinnig was. Hij liep dikwijls zonder plan of doel vijf of
20 mijlen rond en kwam dan met bebloede voeten en doodmoe
'abuis. De moeder, in wier hoofd het nooit geheel zuiver was
est, werd geheel en al krankzinnig. Een zware melancholie,
dik als een zeenevel, omhulde beider zielen. Men kan zich
«at familie-leven in dit huis bezwaarlijk voorstellen. Menigmaal
was de moeder geheel en al teederheid jegens hare kinderen, zij
omhelsde en kuste ze alsof ze gek was en bad God uren lang
Hat heete tranen ze te beschermen. Op een anderen tijd plaagde
au sloeg ze hare kinderen tot ze kramp kregen, waarin ze dan
®au duivelseh genoegen scheen te scheppen, want zij klapte in
ua handen en gilde het uit van lachen.
De vader was bestendiger. Hij had nooit aanvallen van teeder-
beid. Hij had altijd frissche roeden klaar en sloeg zijne kinderen
'"armee alsof ze van ijzer waren.-Menigmaal nam hij ook hetgeen
«em het eerst voor de hand kwam, hetzij een stuk hout, een
'zaag of iets anders. Als hij 's avonds laat door den geest
!'d te huis kwam, sloeg hij zijne kinderen wakker en kon
®en hun gehuil en geschreeuw midden in den nacht hooren. Het
buis was een ware hel. Een der jongens hield het er niet uit.
Drietal te Sneek: Ploos van Amstel, te Hilversum;
Mossell, te Renkum; Segers, Waalsch pred. te Groningen.
Bedankt voor het beroep naar de Christ. Geref.
gemeente te Utrecht door ds. Entingh, pred. te Rottei-dam.
Met genoegen verneemt men, dat in de vergadering
van het comité voor den Noordhollandsch-Frieschen spoor
weg met eenparige stemmen besloten is die onderneming
krachtig door te zetten. Staande de vergadering werd de
som volteekend welke voor het maken van plannen enz.
benoodigd is. De zaak is werkelijk zoover gevorderd, dat
er gegrond vooruitzigt op het tot stand komen der onder
neming bestaat. Omtrent vroegere lang verlaten en bijna
vergeten plannen heeft liet comité zich niet bekommerd.
Te Rotterdam zal een nieuw weekblad het licht zien,
onder den titel van: de Vrijmoedige Mondstopper. Ook te
Amsterdam -wordt een nieuw blad aangekondigd, namelijk
de Welvarende Kruidenier.
Jl. Zaturdag had te Beemster de gewonejaarlijksche
barddraverij plaats. De ongunstige weersgesteldheid in aan
merking genomen, mag men het aantal kijklustigen groot
noemen. Zestien paarden namen aan den wedstrijd deel.
Na menigen hardnekkigen kamp werd de prijs eindelijk
behaald door het paard van den heer G. Eecen van Oud
karspel, en de premie door dat van de heeren J. Waal
en C. Broers van Spanbroek.
Over het roode grachtwater te Amsterdam hebben de
heeren dr. D. J. Coster en J. Polak in het Album der
Natuur een opstel geleverd.
Hierin beschrijven zij de oorzaak dier kleur van het
grachtwater.
Na een naauwkeurig onderzoek is gebleken, dat de oorzaak
niet is, volgens velen, een diertje, maar een plantaardige
zelfstandigheid, die onder den naam van zwermsporen werd
herkend.
Verder beschrijven zij, na eene uitweiding over de zwerm
sporen, de gedaante-verwisselingen dier roode ligchaampjes
onder bet microscoop, waarbij zij waargenomen hebben,
dat deze na eenigen tijd uiteenbarsten, de roode kleur ver-
Hezen en veranderen in bonderde kleine voorwerpjes, die
op dominosteenen gelijken, en ook door andere onderzoekers
zijn waargenomen, doch geene roode kleur vertoonen.
De onderzoekers komen nu tot de volgende conclusiën
Toen hij dertien jaar oud was, liep hij weg en werd matroos.
De gevolgen van zulk een opvoeding konden dan ook niet
achterwege blijven. De tien kinderen leefden onder elkander als
honden en katten. Als ze niet door hunne ouders geslagen werden,
sloegen, krabden en beten zij elkander. Het geheele huisgezin was
krankzinnig. Slechts bij Victoria en hare zuster Tennie nam deze
krankzinnigheid een zachteren vorm aan.
Victoria was een levendig, verstandig kind. De tijd, dien ze school
gegaan had, bedroeg slechts drie jaar, van haar achtste tot haar
elfde; maar zij leerde zeer gemakkelijk. Als ze een bladzijde
eenmaal las, kende ze die van buiten. Zij was zoowel de lieveling
van hare leeraars als van hare medescholieren, altijd bereid en
verheugd anderen genoegen te doen.
Gedurende den tijd dat ze schoolging, woonde zij bij een gehuwde
zuster, die reeds een talrijk huisgezin had en die ze als aschepoester
diende. Zij maakte het vuur aan, waschte en streek, bakte brood,
hakte hout, bewerkte den tuin, zorgde voor de kinderen, in één
woord, zij deed alles. Van den vroegen morgen tot den laten
avond was het altijd: „Victoria, Victoria," en „de kleine stoom
machine," zooals zij genoemd werd, deed alles met een vroolijk
gezicht en was ieders lieveling. Slechts in het huis harer onders
behandelde men haar met liefdelooze wreedheid.
Wat Victoria deed geschiedde natuurlijk niet op de gewone
wijze. Dat zal ieder lezer wel reeds vermoed hebben, en het zal
daarom genoeg zijn, wanneer ik zeg, dat het niet op een natuurlijke,
dat is, op een aardsche manier toeging. Reeds op haar derde
jaar stond Victoria met de geestenwereld in verbinding. Omstreeks
dien tijd stierf namelijk haar min, eene jonge vrouw van 25 jaar
en hare scheidende ziel nam die van Victoria mede onder den
arm. Gedurende dezen tijd lag het kind, volgens zeggen van de
moeder, drie nren lang als dood daar neder. De geesten van twee
vroeg gestorvene zusters waren steeds bij haar en de kleine Victoria
sprak met haar evenals kinderen gewoon zijn met hunne poppen
te spreken.
Toen zij tien jaar oud was, en aan de wieg van een ziek kind
zat, verhaalt Victoria, dat er twee engelen kwamen, die haar
zachtjes ter zijde drongen, en het zieke kind met hunne handen
frissche lucht toewaaiden tot zijn gezicht frisch en rooskleurig
was. De plotselings binnentredende moeder vond tot have groote
verbazing de kleine verpleegster als in verrukking op den grond
liggen, met het gezicht naar boven gericht, terwijl het kind in de
wieg frisch en gezond was.
De beschermgeest vanVictoria, die haar van hare vroegste
kindschheid het meest bezocht, was een man van vrij rijzige
gestalte, in oud-Grieksche kleeding. Hij verzweeg langen tijd zijn
naam, maar voorspelde haar eens, dat haar in de wereld groote
onderscheiding zou ten deel vallen, dat zij zou ophouden arm te
zijn en dat zij eens in een groot huis zou wonen, dat zij in een stad
met vele schepen grooten rijkdom zou verkrijgen, dat zij een tijdschrift
uitgeven en eindelijk beheerscheres van haar volk zou worden.
Hoe hij heette, beloofde de beschermgeest, zou hij haar eerst
1Dat liet grachtwater te Amsterdam, hoe duidelijk rood
gekleurd ook, slechts met weinig kleurstof bedeeld was.
2. Dat die kleurstof was, eene roode, op zich zelf niet
in het grachtwater opgeloste, doch daarin uiterst fijn ver
deelde stof.
3. Dat de scheikundige reactiën in. die kleurstof deden
vermoeden eene plantaardige, kjeurende zelfstandigheid,
overeenkomstig met die van de roode kleurstof van wieren.
4. Dat zij afkomstig was uit de roode androsporen van
zeker wier, die haar, bij hare uiteenbarsting in kleine
dominosteenvormige ligchaampjes (spermatozoïden), lieten
ontsnappen.
Het Vaderland verneemt uit goede bron, dat voor he
congres der Internationale reeds een lokaal te 's Hage is
gevonden. In bét lokaal Concordia in de Lombardstraat
aldaar zullen de vergaderingen worden gehouden.
Volgens de N. Rott. Crt. zou de Internationale het
voornemen hebben opgevat om in Sept. a. s. in het geheim
te vergaderen en niet meer dan een enkele meeting te
houden, waartoe èf hét publiek óf alleen leden der Inter
nationale zouden worden toegelaten.
Voor eenigen tijd had eene werkstaking plaats onder
de helpers en helpsters van hen, die belast zijn in eene
der kerken te Utrecht het publiek plaatsten aan te wijzen
een uur vóér den aanvang der godsdienstoefening ver
klaarden zij, dat, wanneer hun loon niet verhoogd werd,
zij alle hulp zouden weigeren; hunne meesters en meesteressen
waren, daar de godsdienstoefening op het punt was van
een aanvang te nemen, genoodzaakt hieraan toe te geven,
en verhoogden het loon van 4 stuivers tot 6 stuivers per
beurt. (Utr. Dbl.)
- Op dit oogenblik is de longziekte onder het rundvee
in de provincie Utrecht zeer aan het afnemen; er zijn
geheele streken waar men de ziekte niet aantreft. De
tongblaar is nog altijd zeer verspreid. De varkensziekte
eischt nog vele offers.
De Prov. Overijss. en Zw. Crt. meldt, dat Maandag
morgen ter gemeente-secretarie te Zwolle een zonderling
geschenk bezorgd is, namelijk een kind van circa IJ jaar.
Zekere J. K. Jansen en zijne vrouw zijn eenigen tijd
geleden wegens bedelarij en het te vondeling stellen van
drie kinderen door de regtbank veroordeeld tot drie maanden
later zeggen.
Yan haar twaalfde tot haar veertiende jaar leed zij veel aan
koorts en verkoudheid en was, wat haar lichaam betreft, in een
zeer ongunstigen toestand. Een zekere Dr. Channing Woodhull
werd te hulp geroepen en aan zijne bekwaamheid gelukte het liet
jonge meisje te doen herstellen. Waarom de beschermgeest dat
zelf niet heeft gedaan, weet ik niet. Dr. Woodhull was een deug
niet van de ergste soort. Hij had niet slechts het leven, naaar
ook den droessem des levens genoten, en niets gewoons kon hem
meer bekoren. In het huis der Clafflens schijnt rneu van het
karakter des doktors niets geweten te hebben, of het te hebben
voorbijgezien, daar zijn vader een zeer geacht rechter en zijn oom
mayor van New-York was.
De afgeleefde doktor schepte behagen in het veertienjarige meisje
en toen hij haar eens op staat ontmoette, zeide hij„Gij klein
ding moet met mij naar de picnic gaan," naar een picnic
namelijk, die bij gelegenheid van het feest van den tweeden Jufi
zou plaats vinden.
De moeder gaf de gevraagde toestemming, de vader verbond ze
met de voorwaarde, dat ze eerst zooveel geld moest verdienen om
een paar schoenen te kunnen koopen. Zij deed een voorraad
appelen op en voldeed aan die voorwaarde, door ze voordeelig te
verkoopen. Toen zij van het feest terugkeerde, zeide de doktor
plotselings tot Victoria: „Mijn klein katje, zeg uwe ouders, dat
ik u tot vrouw wil hebben." De ouders waren blijde een kind
kwijt te raken en Victoria, die in den beginne in het geheel niet
begreep wat met haar gebeurde, liet zich ook door het uitzicht
verlokken, door haar huwelijk met den doktor de ouderlijke mis
handelingen te zullen ontgaan. De bruiloft had vier maanden
later plaats.
Dit schijnt een zonderling huwelijk geweest te zijn. Victoria
ontdekte spoedig, dat zij een onverbeterlijken deugniet en dronkaard
gehuwd had. Zij vernam, behalve andere dingen, dat haar man
op den dag van haar huwelijk een geliefde wegens dringende
oorzaken naar het land gezonden had en dat hij gedurig in het
gezelschap der beruchtste vrouwen verkeerde. Door ijverzucht
gefolterd, sloop zij hem dikwijls na, werd ongezien getuige van
zijne schandelijkheden, bad voor zijne verbetering en raadpleegde
hare geesten, maar vergeefs. Het ongeluk van dit huwelijk was
er toe bestemd haar op den rechten weg te brengen; de geesten
mengden zich er niet in.
Vijftien maanden na hare bruiloft, zij woonde toen in een klein
huisje te Chicago, beviel zij midden in den winter met behulp
van haven halfdronken man van haar eerste kind, terwijl de vader
zich noch om het kind, noch om de zwakke moeder bekommerde.
Een medelijdende buurvrouw trok zich het lot van beiden aan.
Toen zij van een bezoek in het ouderlijk huis terugkeerde,
verkreeg zij de krenkendste bewijzen van de liederlijkheid van haar
man, die haar een geheele maand bijna zonder geld alleen liet,
terwijl hij met eene vrouw, die hij voor zijn echtgenoot uitgaf, in
een fatsoenlijk boardinghouse leefde. Victoria ging midden in den