I Duitschland en Oostenrijk. Italië. Spanje. Egypte. Amerika. Bewegïng-en van Zr. Ms. schepen in Nederl. Oost-Indië, dato 15 Junij 1872. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. Een Parijsche correspondent geeft de volgende beschrij ving van het costuum, dat mevr. Ratazzi geboren Prinses Marie Studolmine Bonaparte, onlangs bij de wedrennen jroeg. Het bestond uit blaauw- groene weerschijn zijde, met paardenkoppen van allerlei kleur en vorm, schimmels, vossen, bruine en gevlekte, in een woord, allerlei soorten van paarden in wilde vaart door elkander op het onder kleeddaarover heen een donkere tunica, opgenomen met gonden naalden in stijgbeugel vorm.... hooge rijglaarzen met sporen, een onbeschrijfelijke hoed, een soort van barret met hangenden vederbos, die in een paardenstaart eindigde.... op het hoofd eindelijk een gouden diadeem in den vorm van een reusachtig paardengebit! "Waarlijk! waar men zich over beklagen kon, niet dat dit costuum geen lokale kleur had Te Parijs is dezer dagen in den ouderdom van 102 jaren overleden de gravin Ulrich de Beaugé et de Melqueil, vroeger hofdame van Marie Antoinette. Zij heeft haar begeleid naar het schavot. Bij de bestorming der Tuilerien in 1792 ontsnapte ze aan een wissen dood, door dat een Zwitser, met wien ze bevriend was, haar in een mand met waschgoed verborg. De Prov. Correspondenz, sprekende over de aanstaande bijeenkomst der drie Keizers, zegt: „Het gemeenschappelijk doel van die bijeenkomst is het behoud en de verzekering van den Europeeschen vrede. De bedoeling der Duitsche Rijks-regering, om den band der eendragt zoowel met Oostenrijk als met Rusland te behouden en vaster te knoopen, nadert hare verwezenlijking. Duitschland's hou ding baant den weg voor eene toenadering tusschen Oos tenrijk en Rusland. gt da ;enoeg ioutfl staii rkorei ruims ting i aarv< s heel acanti te vei rouvill aak ide i Lol enhoi enkl® £VÜ leuws De beroemde prediker Spurgeon heeft dezer dagen in een redevoering, over de slechte tractementen der geestelijken sprekende, voor het eerst het denkbeeld opge worpen van een algemeene predikanten-strike. De Londensche bladen van jl. Maandag bevatten afdrukken van de dépêches, door dr. Livingstone aan de leden van 't departement van Buitenl. Zaken toegezonden. Het eerste dier documenten is gerigt aan lord Stanley, en gedagteekend van Nov. 1870. 't Tweede en 't derde zijn aan 't adres van lord Clarendon, en dragen den datum van 1 Nov. 1871. De overige zijn voor lord Granville, en loopen van 14 Nov. 1871 tot 20 Pebr. 1872. Een korte epistel is ingesloten voor dr. Kirk; Livingstone beklaagt rich daarin er over, dat de hem uit Zanzibar toegezonden benoodigdheden aan slaven zijn toevertrouwd, die ze onder weg verduisterden, zoodat hij er schier niets van in handen kreeg. In den brief aan lord Clarendon verklaart de reiziger, dat den Nijl zijnen oorsprong heeft in een uitge strekt bergland tusschen de 10° en 12° Z. B., en 4000 a 5000 voet boven de zee gelegen, met bergtoppen van 6000 a 7000 voet hoogte. De bronnen, die in dezestreek opwellen (langs een lengte van meer dan 700 Engelsche mijlen van Oost naar West) zijn zóó talrijk, dat 't een menschenleven zou kosten om ze te tellen. Een vogelvlugt- jezigt op sommige gedeelten van dit bronnenland zou, zegt livingstone, doen denken aan de strepen en, aderen op een bevrozen vensterglas. Deze thans openbaar geworden dépêches leveren 't af doend bewijs voor de echtheid van de beide brieven van Livingstone aan den New-York Herald. Men meende namelijk in die beide brieven niet des doctors schrijftrant te kunnen herkennen; er heerschte een opgewonden, vaak humoristische toon in, dien men van Livingstone niet ge woon was en die meer tot de eigenaardigheden van een Amerikaansch journalist scheen te behooren. Welnu in de laatste van de bedoelde dépêches vinden we dezelfde uitdrukkingen van opgewektheid en levenslust terug, die in de brieven bevreemding wekten, 't Schijnt, dat Stanley's plotselinge verschijning op de levensgeesten van den verlaten reiziger als een tooverslag gewerkt heeft. „De ontmoeting," schrijft Livingstone, „deed mijn geheele ligchaam trillen van vreugde en dankbaarheid." Bovendien is thans officieel medegedeeld, dat èn brieven èn dépêches in Li- vingstone's welbekend handschrift zijn. Geen zweem van wantrouwen kan dus de afgunst nu meer op Stanley doen rusten. In Italië, dat tot dusver over het algemeen bevrijd is gebleven van de werkstakingen, begint zich thans insgelijks die beweging te openbaren. Turijn, vroeger de rustige residentie des Konings, maar thans de woelige handelstad van het Noorden, heeft vooral het schouwspel dier bewe- ging gegeven. De metselaars waren het, die er het sein toe gaven. Weldra volgden de sigarenmakers, de drukkers gezellen en anderen, terwijl zij, die geen gemeene zaak met hen wilden maken, door bedreigingen en geweld genoopt werden de handen in den schoot te leggen. Eene menigte van 5000 arbeiders doorliep dezer dagen de straten der stad, belegerde regelmatig de werkplaatsen, waar de arbeid voortgezet werd en sleepte de tegenstrevende manschappen, onder verschrikkelijke uitingen van woede, in den maal stroom mede. Eene broodbakkerij werd bestormd en de bureaux der Gazetta Pimontese werden omsingeld. De prefect Het in allerijl het garnizoen versterken en de manschappen, benevens de nationale garde, onder de wapens komen. Aan een door de arbeiders gekozen comité werd door den burge meester het voorstel gedaan om na vier dagen den arbeid te hervatten; doch het wees dit van de hand. Hierna zonden de werklieden iemand uit hun midden naar den burgemeester, hem hunne eischen kenbaar te maken. Deze ontving van den burgemeester de belofte, dat hij de patroons en eene deputatie van de arbeiders bij zich zou ontvangen, ten einde bemiddelingsvoorstellen te doen. Dit besluit werd eene vergadering van werklieden gunstig opgenomen. Eenige onruststokers zijn intusschen in verzekerde bewa- gesteld. II Tribuno, te Rome verschijnende, bevat den vol enden brief van Garibaldi aan den heer Cerelti. „Waarde CereltiAls het uur van handelen zal zijn geslagen, hoop ik op mijn post te blijven. Geloof niet, dat ik, hoezeer door ligchamelijke smarten lijdende, ziek van harte ben. Thans meer dan ooit ben ik bereid mij overal te laten brengen waar het noodig mogt zijn. In afwachting dns van de voorbereide werkzaamhedenhoop ik deel te blij ven uitmaken van de kudde. Groete aan onzen waarden Filopani van uw zeer toe genegen Garibaldi. Caprera, 15 Julij 1872." De Imparcial meldt: „Sedert het begin van den Cubaan- schen veldtogt zijn 13,600 opstandelingen gesneuveld en een groot aantal gevangen genomen69,640 hebben zich onderworpen. Onze troepen hebben 4819 vuurwapenen, 3249 blanke wapenen en 9921 paarden buit gemaakt." Uit San Sebastian wordt, onder dagteekening van den 6 dezer, aan den Times gemeld: „Er hebben hier een of twee inhechtenisnemingen van verdachte personen plaats gehad. Het gerucht wil, dat medepligtigen aan den jong- sten aanslag op het leven van den Koning zich hierheen begeven hebben. De Koning en het hof leggen vertrouwen in de bevolking aan den dag door bij avond uit te gaan. Z. M. wordt bij die gelegenheid met viva's begroet. De Daily Telegraph deelt het volgende telegraphisclie berigt mede, dat hem den 3 dezer uit Suez werd toe gezonden „Uit Massowah ontvangen wij het berigt, dat eene afdeeling van 2000 Egyptische soldaten, met Remmington- karabijnen, mitrailleuses en grof geschut gewapend, zich den lsten Julij heeft meester gemaakt van de Abessinische provinciën Bogos, Hulhal, Bejuk en Manas. De Onder koning had tot deze expeditie den last gegeven op aanzoek der Abessinische Muselmannen, na daartoe magtiging van de regering te Konstantinopel te hebben verkregen. De gouverneur van Massowah, Munzinger-bey, staat aan het hoofd der expeditie, omtrent wier verrigtingen het diepste geheim was bewaard. Men zegt dat de Egyptische troepen, welke zich te Bogos bevinden, geheel Abessinië in drie weken tijds kunnen ver meesteren. De Keizer Kassai is met tien duizend man op marsch naar Addoe, en men zegt dat hij verklaard heeft dat de Egyptenaren zich met al hun materieel moeten over geven. Men houdt het er intusschen voor dat Kassai niet veel zal kunnen uitrigten omdat zijne troepen niet goed gewapend zijn, en men verwacht dat Munzinger-bey zich van geheel Abessinië zal meester maken, om er als Koning over te regeren. Als voorwendsel tot de expeditie voert men de nood zakelijkheid aan om den weg tusschen Massowah en Bogos, welke door burgeroorlog en rooverijen onveilig werd gemaakt, geheel in handen te hebben, De Koningin van Abessinie, Mestiata, heeft de bescherming van den Onderkoning tegen de Christenen ingeroepen; de Koning van Shoo is over dezen stap zeer verstoord en heeft de Koningin gevangen genomen. De Egyptische troepen zullen, zoodra zij uit Suez eene verwachte versterking van 3000 man zullen hebben ont vangen, een aanval doen op Magdala. Een aantal Europesche gelukzoekers hebben zich aan de expeditie aangesloten om mede te deelen in den buit; het geheele plan is aldus aangelegd dat Egypte en de vreemde gelukzoekers hun aandeel in den buit reeds ontvangen zullen hebben véér dat men in Europa van het voorgevallene vernomen heeft of maatregelen heeft kunnen nemen om tusschen beide te komen. De provincie Bogos is schatpligtig aan Abessinië, en, naar men zegt, is hare neutraliteit door Groot-Brittannië gewaarborgd." Op ontzettende wijze is te Celina, in Ohio, de lynchwet uitgeoefend. Drie mannen, Jacob Kimmel, Absalom Kimmel en Alexander M'Leod zaten gevangen, aangeklaagd van eene jonge dame, toen ze van de Zondagsschool naar huis ging, mishandeld en vermoord te hebben. Dezer dagen schoolden omtrent drie duizend man voor de gevangenis zamen, rammeiden de deuren open, maakten zich van de sleutels der cellen meester, sleurden de gevangenen naar buiten op een wagen en voerden hen naar de plaats waar 't misdrijf gepleegd was. In een ommezien was er een galg opgerigt en kregen de gevangenen den strik om den bals. Op dat oogenblik trad de broeder der vermoorde tusschenbeide en stelde zich voor Jacob Kimmel, een zeventienjarige knaap, in de bres. De menigte schonk dezen 't leven en bragt hem naar de gevangenis terug. De beide anderen werden zonder genade opgehangen. De vader der Kimmels heeft last gekregen om bet land voor een bepaalden tijd te verlaten. Volgens de wet tot beteugeling der dronkenschap, vastgesteld in den staat Michigan, zijn de tappers verant woordelijk voor de handelingen van ben, die zich in hunne herbergen zijn te buiten gegaan, en kunnen de vrouwen dienovereenkomstig van de tappers, die hunne mannen te veel schonken, vergoeding eiscben voor de schade, door de dronkaards te huis veroorzaakt. Zoo is er thans voor een der regtbanken een monsterproces aanhangig, waarbij vijf vrouwen te Kalaragoo van vijf tappers niet alleen restitutie eischen voor al het geld, met de rente, door hunne mannen in die drankwinkels besteed, maar ook 5000 dollars van elk hunner, wegens aangerigte schade. Daar de regtbanken de bedoelde wet met alle gestrengheid toepassen, twijfelt men er niet aan of de dames zullen hare zaak winnen, en de vijf heeren tappers gezamenlijk vijfentwintig duizend dollars hebben te voldoen. De wet werkt goed; want hare onverbiddelijke handhaving heeft reeds een massa kroegen doen sluiten, en de tappers een ander, minder gevaarlijk, bestaan doen zoeken. 3 W> Uren. j Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.|| proeent. Toestand van de zee. p Stand. Afw. Stand. Afw. 7 12 zoto. 0.8k. 752.25 - 8.16 18.4 - 1.7 0.85 Vlak. 8 8 zw. 61, 749.70 -10.72 17.7 - 0.4 0.86 weingolv 8 12 zwtw. 1.2„ 750.91 - 9.51 18.8 - 1.3 0.83 Vlak. Prins Alexander der Nederlanden, kapt.-luit. H. P. Klerck, Prinses Amelia, luit. 1ste kl. J. M. Broers, van Speijk, kapt. J. M. I. Brute] de la Rivière en roeikanonneerboot n°. 14, luit. 2de kl. F. J. Stokhuyzen, wachtschepen te Batavia, Soerabaija, Macassar en Samarang. Djambi, kapt. P. v. d. Velden Erdbrink, gest. ter IV.kust van Sumatra. Curagao, kapt. C. J. Damme, is op de terugreis naar Nederland. Vice-Admiraal Koopman, kapt.- luit. B. D. van Trojen, is met de herstellingen te Onrust in het drooge dok aangevangen.Marnix, kapt.-luit. A. Rietveld, ligt te Batavia, vertrekt den 20 Junij naar het station Riouw en Linga. Coehoorn, luit. 1ste kl. N. Mac Leod, gest. ter W.kust van Borneo. Aart van Nes, luit. 1ste kl. O. C. C. Thierens. gest. in de wateren van Celebes. den Briel, luit. 1ste kl. jhr. C. C. van der VVijck, gest. in de wateren van Riouw en Linga. Maas en Waal, luit. 1ste kl. J. Spanjaard, gest. ter W.kust van Sumatra. Ardjoeno, kapt.-luit. M. O. de Kanter, beschikbaar voor de dienst te Soerabaija, alleen voor kleine togten. Cycloop, kapt.-luit. C. A. W. Halverhout, gest. in de wateren van Celebes. Sumatra, luit. 1ste kl. P. J. Rosenwald, ligt te Soerabaija om nieuwe ketels in te nemen en de noodige voorzieningen te ondergaan. Borneo, luit. 1ste kl. jhr. E. P. E. de Stuers, gest. in de Moluksche wa teren. Banka, luit. 1ste kl. J. D. J. van der Hegge Spies, ligt te Riouw, komt op naar Batavia. Timor, luit. 1ste kl. H. H. ridder van Rappard, ligt te Soerabaija om nieuwe ketels in te nemen en de noodige voorzieningen te ondergaan. Suriname, luit. 1ste kl, C. H. Bogaert, gest. ter Z. en O.-afd. van Borneo. Madura, luit. 1ste kl. A. J. baron van Geen, gest. in de W.-afd. van Borneo. Onrust, luit. 1ste kl. A. G. M. van Emde, gest. ter Z. en O.-afd. van Borneo. Admiraal van Kinsbergen, luit. lste kl. K. O. van der Veen, ondergaat te Soerabaija eenige voor zieningen en zal in het begin van Julij voor de dienst gereed zijn. Stavoren, luit. lste kl. H. J. van Broekhuyzen, ligt op het terrein der opname ter O.kust van Sumatra. Soerabaija, kapt.-luit. C. A. E. Pauchey, ligt te Batavia, zal naar Soerabaija vertrekken om eenige voorzieningen te ondergaan. Bali, luit. lste kl. J. H. Benthem Reddingius, ligt te Menado, komt op naar Soerabaija om te dokken. Java, kapt.-luit. G. II. Bakker, ondergaat te Onrust de noodige voorzieningen voor de tehuisreis; zal den 20 Junij naar Soerabaija vertrekken. (Is 1 Aug. naar Nederland vertrokken. Red.) Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). Weersgesteldheid: 7 Aug. 12 u. Bewolkt, beneveld, mooiw. 8 Aug. 8 u. Losbewolkt, winderig. 8 Aug. 12 u. Losbewolkt, mooiweer. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Biunenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 7 Aug. Constance. M. Kimmerer. Duink.&Goedk. Soerabaija. 7 Johanna&Maria. J. G. Koster. ZurMühlen&Co. Dolores. 7 AntoniaCasabona.R. Schiaffino. Kertch. 7 ii Nina. J. Visser. Bordeaux. 8 David. L. Bozzo. Berdianski 8 Phoenix. P.v.Duijveubode. IIoogl.&v.Herw. St.Ubes, Binnongekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Sunderland Neweastle. Sehip. Ohio. Conservator. Quay Side. Maglona. Londouderry. C. Buil. W. Robinson. M. Winn. R. Dodds. W. Slater. Seahatn. Sunderland. Steenk. de Vrie3 Co. IIoogl.&v.Herw Duink. &Gocdk. HenriëtteMaria.P.Oldenburger. Sundswall. Hout. Baltimore. W. de Wijn. Heeinse. W. W. Visser. Amphitrite. A. Nijstrom. Holland. J. Wiersma. Christian. C. L. Christensen. Riga. Pieternella. D. Bakker. Boni. J. C. E. Metus. Brouwershaven. P. J. L. Teensma. Nerva. Asijnja. D. Cappelen. West-Eriesland. M. Thomasz. Ornen. Koophandel. Pieter. Thomas. Vixen. H. M. Hansen. J. E. Visser. G. Oostervink. A. Nielsen. Eredrikstad. Sundswall. Riga. Nerva. I)iga. Söderhamn. Blikman Co. v. Vliet Co. Blikman Co. Amons Co. v. Vliet Co. IIoogl.&v.Herw Amons Co. v. Vliet Co. Amons Co. Blikman Co. C. T. Arnesen.Ornskoldvick. PER TELEGRAAF. f140 a - 1 Paarden Ossen Stieren 49 Gelde-Koeijen Kalf-Koeijen Vaarzen Hokkelingen 7 Nucht.Kalveren 5 VetteRammen 550 Schapen -120 al80 -160 a270 -200 a250 - 90 al40 - 20 a 23 - 36 a 50 - 18 a 42 100 Lammeren f 16 a 25 5 Bokk. en Geiten - 2 a 5 10 MagereVarkens- 15 a 28 65 Biggen - 5 a 11 12 Eenden c. 25 a 30 90 Kippen - 40 al60 Boter per kop - 80 a Kaas per K.G. - 30 a 40 Kip-Eijeren per 100 -290 a Eend-Eijeren a LAATSTE HKItlliTKV De mailboot Prins van middag alhier aangekomen. Oranje, kapt. Braat, is heden Een belangrijk document De Figaro bevat in roode letters gedrukt een brief van Prins von Bismarck aan zijn echtgenoote. Geschreven te Vendresse, bij Sédan, den 3 September 1870, werd die brief met koerier en al op den weg naar Duitschland in beslag genomen. Het D. v. 's Gr. geeft van dat schrijven, woordelijk, de volgende vertaling:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3