Benoeming-en, enz.
stad eene vergadering van leden der Internationale gehouden,
en hebben deze, ten getale van eenige honderden, na afloop
der bijeenkomst, zich begeven naar de woning van den
burgemeester om hem een adres te overhandigen, houdende
klagten over de liooge huurprijzen der woningen, over den
uitvoer van vee en andere levensmiddelen naar het;buiten
land, enz., enz. Daar de burgemeester zich niet in de
stad bevindt, werd het verzoekschrift door een der Inter-
nationale-mannen ter hand gesteld aan een der agenten
van politie, welke voor de woning des burgemeesters hadden
post gevat, als maatregel van voorzorg, toen bekend was
geworden welk bezoek het hoofd van het gemeentebestuur
te verwachten had. Is genoemd blad goed onderrigt, dan
verzocht de internationalistische woordvoerder dat men hem
den oudsten der aanwezige politiedienaren zou aanwijzen,
en toen hieraan was voldaan, vertrouwde hij dezen het
document toe. Op het Kaasplein bij Rembrandts standbeeld
ging het gezelschap uiteen.
De letterlievende vereeniging „Hooger zij ons doel,"
te Amsterdam, heeft bij den laatst gehouden grooten inter
nationalen tooneelwedstrijd te Brussel den tweeden prijs behaald
met het drama: Zegen na Strijd, terwijl de prijs voor de
beste tooneelspeelster door mevr. Chr. Stoets in de rol van
vrouw Moes, en de prijs voor het beste dramatische spel
als liefhebber, door het lid dier vereeniging den heer A. H.
Hedden werd verworven. Laatstgenoemde prijzen bestaan
in een fgouden medaille.
Naar het Alg. Hld. verneemt, heeft de synode der
Hervormde kerk indertijd aan den minister Delprat een
schrijven gerigt naar aanleiding van de afschaffing van het
verpligt kerkgaan. Op dat schrijven is reeds schielijk ge
volgd eene missive van den minister Delprat aan de ver
schillende regiments-kommandanten, om maatregelen te
nemen, ten einde het vrijwillig kerkgaan te bevorderen.
De regeling zoo als die thans te Leiden is ingevoerd,
(waar het kerkappcl behouden is, met vrijlating om van
dé godsdienstoefeningen al of niet gebruik te maken en
om de kerk te kiezen waarheen men zich, vereenigd en
onder geleide, wil begeven), kan beschouwd worden als
een gevolg van de missive.
In April 1873 zal er door de kerkeraden der Protestantsche
gemeenten een verslag aan de Synode worden ingediend,
aangaande de werking van het schrijven van genoemden
minister.
Gedurende de drukte der aanstaande kermis zal te
Rotterdam een eigenaardig feest gevierd worden. De réunie
der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zal namelijk
aldaar plaats hebben op 12, 13 en 14 dezer. Hebben de
voornaamste sociëteiten bereids toezegging gegeven, dat hun
lokalen voor de afgevaardigden zullen openstaan, de
Diergaarde schijnt echter grootere plannen te hebben.
Althans voor deze gelegenheid is aldaar tegen morgen
(Woensdag) eene soiree aangekondigd, die, te oordeelen
naar de toebereidselen welke er voor gemaakt worden, de
stoutste verwachting overtreffen zal. De illuminatie belooft
verblindend te zijn, terwijl een kuustvuurwerk op den
vijver zal ontstoken worden; voor het orchest is de kapel
van den heer Stumpff uit Amsterdam geëngageerd. In
den tuin wordt tevens een groot ververschings-gebouw
opgeslagen, hetgeen gedecoreerd wordt door den heer Jacobs
uit 's Gravenhage. (N. Rott. Crt.)
Uit Vlaardingen wordt dd. 11 dezer gemeld: De
haringvisscherij is niet zoo gunstig als hij eenige dagen
vroeger beloofde te kunnen worden. De aanvoer blijft
schaarsch en de berigten uit zee luiden ongunstig.
De aardappelziekte heeft zich in de laatste dagen te
Utrecht zeer ontwikkeld, vooral in de latere onder de vroege
soortenmen koestert de hoop, dat dit in die soorten, die
in de volgende twee maanden gerooid zullen worden, minder
zal zijn, hoewel er reeds sporen zijn ontdekt. De aanvoer
van eerstgenoemde soorten is zeer groot, omdat, wanneer
de aardappelen gedolven zijn, het bederf spoedig toeneemt
en de landman er zich daarom zoo spoedig mogelijk van
tracht te ontdoen. (U. D.)
Uit het kamp in de Wiesselsche heide wordt dd.
11 dezer aan het U. D. geschreven:
„Heden avond zijn wij aangekomen, omstreeks 8 ure.
We vonden 1| uurs van Apeldoorn een fraaije kamp van
nagenoeg 350 tenten. Het gezigt daarop van den straatweg
van Apeldoorn was frappant. Meer nog waren we getroffen
toen we in het kamp zelf kwamen. Alles is uitmuntend
gerangschikt en in de beste orde. Zoowel de regelings
commissie als de kamp- en politie-commissie hebben eer
van hun voortreffelijke zamenstelling van dit schoon en
uitgestrekt kamp. Aan de voorzijde vindt men de tenten
voor de koninklijke familie, met de tent van Z. M. den
Koning in het midden. Een breede weg scheidt dit gedeelte
af van het eigenlijke kamp. Vooraan vindt men een rij
tenten voor hoofdofficieren, en daar achter eene rij voor
officieren en bestuurders van weerbaarheids-vereenigingen.
De regeling is eenvoudig en zeer gemakkelijk en met een
enkele wandeling kan men zich prefect op de hoogte van
de inrigting stellen. Pompen, keukens, enz., alles wat voor
een geregeld kamp noodig is vindt men gereed gemaakt.
Wat echter de bezoekers en de leden der scherpschutters-
vereenigingen het aangenaamst zal zijn is, dat de groote
kantine prachtig en op ruime schaal vervaardigd is opge
maakt. Deze nuttige en noodzakelijke tent, voor de bijeen
komsten tot aangenamen kout en gezellig verkeer ingerigt,
is even groot als schoon. Zij is nagenoeg 300 voet lang,
goed verlicht en fraai gedecoreerd. Bij het binnentreden
treft het oog 't eerst een prachtig middenstuk van den
heer Krakeel uit 's Hage. Dat schoone werk bestaat uit
een keurig geschilderd piëdestal, waarboven een trotsche
vaas met sierplanten prijkt. Rondom den piëdestal zijn
verschillende tropheën van geweren en jagt- en krijgs-
benoodigdheden, allen verguld of verzilverd, aangebragt.
Op den piëdestal vindt men het Nederlandsche wapen en
de wapens van 's Hage, Utrecht en Gelderland, allen
prachtig geschilderd en versierd. Op den wand van het
middenportaal ziet men de wapens van den Koning en de
Koningin, en fraaije portretten door den heer Stortenbeker
uit 's Hage ingezonden. Dat deze doelmatige en met smaak
versierde kantine vele bezoekers zal trekken laat zich denken.
Mogt het weder gunstig zijn, dan worden tal van bezoe
kers verwacht, en zal dit fraaije kamp een vereenigingspunt
zijn voor de bewoners van den ganschen omtrek, voor velen
van verder afgelegen plaatsen en zeker niet het minst voor
allen, die in 's lands weerbaarheid belang stellen.
Wij mogen deze voorloopige mededeeling niet eindigen,
dan na ook een enkel woord gezegd te liebben van de
schietbanen, die allen, 14 in getal, met de meeste zorg zijn
ingerigt en allen naast elkander liggen, zonder dat er het
minste gevaar voor de schutters kan bestaan, daar zij door
colossale- traversen van elkander gescheiden zijn.
Het geheel overtreft al wat wij vroeger van weerbaarheids
kampen hebben aanschouwd; er ontbreekt thans nog maar
eene goede bevolking, en dan de aangename en hoogst-
gewenschte tegenwoordigheid van Z. M. den Koning en de
Koninklijke familie, om het geheel te volmaken."
Men meldt aan de N. R. Crt., dat bij den wedstrijd
op 400 passen de eerste prijs is behaald door de Haagsche en
de tweede door de Rotterdamsche koninklijke scherpschutters.
De eerste prijs voor de meeste punten werd gewonnen
door den heer van der Grient, le luit. van laatstgenoemd corps.
Het Apeldoornsche comité van het „Roode Kruis"
heeft op de Wiesselsche heide eene welvoorziene ambulance
opgerigt.
In een hoofdartikel over de Fransche milliarden-
leening wijst de Arnh. Cour. op hetgeen door de publieke
pers ter zake van de beteekenis dier inschrijving is in
midden gebragt. Het blad herinnert aan den beroemden
genre-schilder David Bles, die, toen hij een litographie van
zijn Voltairiaan zag en het bijschrift van mevrouw Bos
boomToussaint las, waarin uitvoerig op de détails van
het tafereel wordt gewezen, uitriep„Ik wist waarlijk niet
dat dit alles in mijne schilderij te zien was." Tot dit
besluit zouden, volgens den schrijver van dit hoofdartikel,
ook de inschrijvers der veertig milliarden moeten komen,
bij 't lezen van de gevolgtrekkingen, die door de dagbladen
uit dat cijfer worden afgeleid.
De schrijver zet zijn betoog volgenderwijze voort
„Natuurlijk blijkt er in de allereerste plaats Frankrijk
grootheid uit, dit zal niemand betwisten. Aan Griekenland
of Portugal zal men nooit zulk eene som willen leenen,
maar noch Griekenland noch Portugal kan ooit in het
geval komen om ze te behoeven.
Als de groothandelaar geld noodig heeft, zal het bedrag
zooveel duizenden zijn als de kleine winkelier bij tijdelijke
ongelegenheid hondepden noodig heeft, en wanneer hij tot
hiertoe steeds getrouw aan zijne financieële verpligtingen
voldaan heeft, zal hij niet één, maar tien en twintig bankiers
vinden, welke bereid zijn hem de verlangde som te leenen.
Maar als de bankier A hem een ton had geleend en de
bankier B eveneens, en hij wendt zich dan tot bankier C
en bankier D, dan is het niet waarschijnlijk dat deze hem
ook ieder eene ton zullen leenen, met andere woorden, dat
de gezamenlijke bankiers bereid zouden wezen hem tien-
of twaalfmaal zooveel te leenen dan hij had aangevraagd.
Europa is dan ook niet bereid om Frankrijk 40 milliards
te leenen, gelijk men het doet voorkomen, maar zóó velen
zijn geneigd om geld te leenen wanneer Frankrijk drie
milliards behoeft, dat het gezamenlijke aantal van de sommen
die zij beschikbaar stellen, twaalfmaal het gevraagde bedrag
overtreft. Dit is geenszins hetzelfde; wanneer wat
intusschen in de eerste eeuwen wel tot de ondenkbaar
heden behoort Frankrijk eens 40 milliards vroeg, zou
op zulk eene leening zeer zeker niet worden ingeschreven,
omdat de terugbetaling van dergelijke som verre de krachten
des lands zou overtreffen. Niet de 40 milliard alzoo is
tot maatstaf aan te nemen van het vertrouwen, hetwelk
men in Frankrijk stelt, maar slechts 3 milliard.
Toen voor eenige jaren het keizerrijk eene leening aan
ging van nog geen half milliard, werd er ingeschreven
voor ruim 15 milliard, 34 maal meer dan gevraagd was.
Thans, nu er eene zesmaal grootere som werd gevraagd,
wordt er slechts 12 maal meer aangeboden, en hetzelfde
verschijnsel zal men opmerken in de verhouding tusschen
de gevraagde en aangeboden sommen, naarmate zij grooter zijn.
Die herinnering aan de leening van Keizer Napoleon geeft
aanleiding tot nog eene andere opmerking. Men heeft in
dit ontzaggelijk crediet het bewijs willen zien van de soliditeit
der Fransche republiek; van het onbepaald vertrouwen
hetwelk de heer Thiers in ganseh Europa geniet; en in
hun optimisme gaan sommige vredelievende bladen zoover,
dat zij die inschrijving van 40 milliard voor een waarborg
houden dat de vrede niet zal worden verbroken. Maar van
hetzelfde keizerrijk, dat vier jaren geleden zulk een crediet
genoot, is nu geen zweem meer over; Keizer Napoleon is
de gast van Engeland, en in plaats van vrede heeft Frankrijk
een oorlog gevoerd, heviger dan in de geschiedenis bekend is.
De conclusie, die wij voor ons uit die aanzienlijke inschrij
ving afleiden is niet bijzonder vleijend voor Thiers, voor
Frankrijk, voor de republiek, voor den vrede en voor de
gematigdheid van Prins vor. Bismarck. Wij zien er een
noodlottig verschijnsel ineene overdreven speculatie-woede
van geheel Europa, een bewijs van de algemeenheid van
het beursspel, van bet onbeperkt vertrouwen in het crediet;
want die milliarden, waarvoor men inschreef, bestaan niet;
zij zijn denkbeeldig; zij zijn gekocht en verkocht vóór er
nog een gulden is uitgegeven, en eenmaal zal deze ligt-
vaardigheid Europa duur te staan komen. Die ontzaggelijke
inschrijvingen getuigen van de zucht tot speculeren, van
de. enérme kapitalen in portefeuille, eene fictive waarde,
omdat zij elk oogenblik bedreigd wordt. Men leent over
en weder, regts en links, maar slechts één stoot is noodig
om dat prachtige gebouw van het crediet omver te werpen
en dan zullen de gevolgen ontzettend zijn. Dan zal Europa
boeten voor zijn onbeperkt vertrouwen. Die het zwaard
trekt zal door het zwaard vergaan; en in dat ontzaggelijk
misbruik van het crediet zal ook eenmaal Europa zijne straf
vinden."
Tussc.hen jl. Dingsdag en Woensdag nacht is in de
weide van den landbouwer H. Wardenburg, te Steenwijk,
aan een schoon kalf en rund de hakpees afgesneden,
daarna heeft men het in een sloot geworpen. Het
moest dadelijk worden geslagt. Dit is nu de derde n
in één jaar, dat men deze persoon op dergelijke maniei
heeft trachten te benadeelen.
De Prov. Gr. Ct. meldt nader van de bijeenkomst
der Iloogd. en Nederl. predikanten en gemeenteleden, ge
er den 3 en 4 Oct. 1871 te Emden, vroeger te Wezel, en
die dit jaar zal gehouden worden den 24 en 25 Septembei
te Zeist, dat zij met eene godsdienstige toespraak den 24st
's avonds, zal geopend worden door dr. D. Chantepie de
Saussaye van Rotterdam; den 25sten zullen godgeleerde, voot
de kerk belangrijke vraagstukken worden behandeld; een over
de blijvende waarde van doop en avondmaal voor de kerl
door prof. J. P. Lange van Bonn en den predikant Gunnii
van 's Hage; en een tweede, of er grondbeginselen cl
Catholieke kerk zijn, die ten onregte door de hervorm!:
zijn bestreden of voorbijgezien, door dr. Smend, consistori"
aalraad van Munster, en den predikant Brouwer van Zwolle,
Een dankstond, waarin de hofprediker Kögel van Berlijn
zal voorgaan, zal de vergaderingen sluiten. Deze
komsten zijn echt vrijzinnig. Elk kan er komen, elk
meening uitspreken.
Jl. Zaturdag vermaakten zich te Doornik
kinderen met oude stroozakken, die daar lagen, in
te steken, toen zij eensklaps op de gedachte kwamen om
op een brandenden hoop een meisje te werpen. Het arm!
kind kreeg schrikkelijke brandwonden, waaraan het welligt
zal bezwijken.
Naar aanleiding van Livingstone's schrijven omtrent
den vreeselijken slavenhandel te Ujiji, zooals die aan dt
oostkust aldaar nog steeds gedreven wordt, meldt men hel
volgende
„Van Kilwa worden jaarlijks nog 20,000 slaven uitgevoerl
en van de vijf gevangenen bereikt slechts één die
Zoo worden jaarlijks 100,000 menschen uit de binnenlandei
weggevoerd. Al de trekken, die zich vertoonden in den
thans uitgeroeiden slavenhandel aan de westkust, vindt men
in dien aan de oostkust terug. De handelaar trekt
binnenland in met katoen, vee, enz. Hij koopt menschen-
vleesch van een opperhoofd, die in den oorlog gelukkig is
geweest, of van zijn eigen volk aflevert. Geketend zendt
de koopman ze naar de kust. Ze reizen zonder bescherming,
bijna zonder kleeding en voedsel. Het schaarsche overschot
bereikt de kust en wordt naar Zanzibar gevoerd om
slaven in de kruidnagels-plantages, in de dadelbosschen en
in de wijngaarden. Bestond dat vreeselijke kwaad niet,
dan zouden de rijke tafellanden van binnen-Afrika even
goed voor de kolonisten open zijn als de prairieën van
Amerika. Thans is dat zoo niet. Ieder hlanke is een
afschuw voor de negers, terwijl de kust ontvolkt en (li
blanke bewoners goddelooze schepselen zijn. In 1851 vonl
Livingstone bij het Nyassa-meer eene gelukkige, tevredene
bevolking, met korenmolens, weefgetouwen en eene menigte
kinderen in de dorpsstraten spelende. Tien jaren later wis
dat kleine Eden door het zwaard verwoest, de inwonen
weggevoerd en strekken de ruïnen tot schuilhoeken vooi
leeuwen en hyena's. De onderkoning van Egypte helpt
Baker Pacha, die reeds afgezonden was tot onderdrukking
van dezen handel, te weinig, zoodat eindelijk Europesche
tusschenkomst noodzakelijk wordt, om een einde te maken
aan dezen gruwel. Als dit schandaal ophoudt, zal di
productie van goud, juweelen, ivoor, huiden, specerijen,
houtsoorten, kruiden en rozijnen sterk toenemen en den
wereldhandel nieuwe schatten aanbrengen. Thans heerschen
in de landen ten westen van Zanzibar roof, verwoesting,
hongersnood, ellende en binnenlandsche oorlogen. Ter
elfder ure is Livingstone nog gered, om bekend te maken
hoe rijk en schoon deze landen kunnen worden, wanneer
de Europeesche beschaving hare zegeningen daar verspreidt."
Volgens berigten uit Japan is de eerste spoorweg die
in dat land is gebouwd, feestelijk ingewijd en voor het
verkeer opengesteld.
Men meldt uit New-York, dd. 10 dezer:
De president van Peru, Balta, is vermoord door Guttierez,
die zich aan het hoofd van den opstand plaatste en ziel
tot dictator proclameerde.
De bevolking hing Guitierez op aan een boom.
Latere berigten uit Lima luiden:
De opstand is geëindigd. Het gevecht heeft drie broeders
van Guttierez gedood. De vice-president, de heer Ceballas,
heeft voorloopig het bestuur in handen genomen. Het
congres, dat Guttierez ontbonden had verklaard, heeft zijne
zitting hervat.
Windhandel in aardappelen. Na den wind
handel in tulpen, in olie en in effecten komt in ons vader
land nu die in.... aardappelen! Er is in dit opzigt dus
blijkbaar vooruitgang, als men let op 't substantieële. Vermoe
delijk zal ook dat aan de materieële rigting van dezen tijd
moeten toegeschreven worden. Waar wij op doelen, is de
verkoop van aardappelengewas, te poten, te groeijen en te
leveren in het volgende jaar, die deze week te Muntendam
(prov. Groningen) aan fabrikanten heeft plaats gehad, en
wel tegen ƒ1.25 het hectoliter, dus tegen een zeer matigen
prijs. De verkoopers schijnen dus nu reeds eenige zekerheid
te hebben, dat het ook in 1873 een goed aardappelenjaar
zal zijn.
Tot ridder der Orde van den Ned. Leeuw zijn benoemd de
kapt.-adj. J. !H. II. Dommers, van de Kon. Mil. Academie, de
kapt. II. J. Krantz, van den staf der artillerie, werkzaam bij die
inrigting en de heer 6. G. Bongaerts, deken te Botterdam en
pastoor te Kralingen.
De luit. ter zee 2de kl. J. W. ridder Huyssen van Kattendijke
is, op zijn verzoek, eervol uit de zeedienst ontslagen.
Met 1 Sept. zijn benoemd tot adelborst 1ste kl. bij de Nederl.
zeemagt de adelb/ 2de kl. bij de Kon. Ned. Marine te Willemsoord:
K. W. H. Goetz, A. II. Hoekwater, H. Slot, B. H. Zimmer, W. J>
de Bruyne, G. J. Sluyterman, J. P. van Kossum, C. F. W. K.
Happé, F. B. 's Jacob, W. H. Hofstede, F. M. A. Mathon, C. M.
Kooy, J. C. Veenhuyzen en L. Kamphuis Suermondt.
van i
le F;
«le vai
Men 1