1872. N". 102.
Zondag 25 Augustus.
30 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
De Noordhollandsch-Eriesche Spoorweg.
lw.
bare.
HEUDERSUHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT
„W y huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuhdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndiê: via Triest 3 Sept. 's avonds 6 u. 25 m.
Marseille 29 Aug. 's avonds 6 u. 25 m.
„au Brindisi 5 Sept. 's avonds 6 u. 25 m.
West-lndië: viaSouthampton 31 Aug., 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St. Nazaire 4 Sept., 's avonds 6 u. 25 m.
u Kaap de Goede Hoop: 8 Sept.,'s morg. 6 u. 25 m.
i nar
via Triest 7 Sept., 's m. 6u. 25 m.
ii.
Vlts-
men
Het comité van 1864 wilde voor het verkeer tusschen
de noordelijke en de westelijke provinciën des Rijks een
geheel nieuwen gemeenschapsweg openen, inzonderheid
dienstbaar aan het veevervoer naar Engeland, in kortheid
het verre winnende boven de bestaande wegen en gaande
door goed bevolkte en aan productie rijke landstreken,
waarin een aantal der voornaamste marktplaatsen voor vee,
zuivel en granen gelegen zijn.
Het comité van 1871 schijnt zijne taak niet zoo breed
opgevat en vooral de locale belangen op den voorgrond
te hebben. Zooals het Sneeker sub-comité zich in
rekest aan de Staten van Friesland uitdrukte, bedoelt
den aanleg van locale spoorwegen in de beide pro
vinciën, onderling verbonden door eene stoombootdienst.
Dat ijveren in de eerste plaats voor eigen belangen en
eigen omgeving blijkt vooral door de keus van Hindeloopen,
als punt van afvaart voor de stoombooten naar Noord
holland. Sneek zou, ter bevordering van zijn marktwe
zen, en zijne omstreken, ter bevordering van den uitvoer,
gaarne door het tot stand komen eener spoorlijn Harlingen-
Sneek-Heerenveen in verbinding geraken met de haven
van Harlingen, maar zich evenzeer ook vergenoegen met
ten afwatering- en scheepvaartkaïiaal naar- en een voor
ien uitvoer geschikte haven te Hindeloopen.
Eene spoorweggemeenschap met Leeuwarden wordt min-
r begeerd, zij zou de markten aldaar ten nadeele der
Sneeker kunnen bevoordeelen. Hoe stugger die gemeen-
is, hoe beter; daarom geen directe lijn naar de
P" Friesche hoofdstad, maar eene indirecte door aansluiting
van den nieuwen spoorweg aan de staatsbaan Leeuwarden-
Heerenveen, te Grouw, met al den last van overladen.
Voor eene stoombootdienst van Hindeloopen op Holland,
tot verbinding met den Noordhollandschen Staatsspoorweg,
men niet geheel onvèrscbillig: een lijntje van Medemblik
Baar Noordscharwoude zou men daartoe voldoende achten,
ar de uitvoerhaven te Hindeloopen blijft de hoofdzaak;
had de regeering de verbetering der haven van Har
en niet zoo fiks aangepakt, dan zou het maken van
eene uitvoerhaven in het goede voorland van Hindeloopen
werqi
iep
Naar de Diamantvelden.
(Slot.)
Het heelt mij reeds dikwerf getroffen dat Holland niet zijnen
Mgtigen nabuur Engeland navolgt in het uitbreiden zijner magt.
In elke zee heeft 'Engeland zijne vlag geplant. Is Nederland te
wak om dit, evenals Engeland, door middel van list en geweld
te doen, welnu het zoeke zijne beschaving ook in andere landen
ever te brengen. Het zal dan even magtig worden als Engeland,
Wat uitbreiding van kennis is uitbreiding van magt.
Om hier werkelijk nut te stichten, om hier productief te arbeiden,
Boet men over veel geld kunnen beschikken en over kundige leiding.
Het bestuur en de geheele inrigting der Maatschappij t. N. v. 't A.
Bieer goed voor Nederland, maar deugt in geenen deele voor Afrika.
Het gouvernement stelle een bepaald kapitaal ter beschikking en
°pene lijsten ter inteekening voor iedereen. Yoor den watersnood
»a) immers zooveel gegevenzou men dan zijnen zak digtknoopen,
Waneer het geldt bevordering van de kennis der volkstaal en der
beschaving Verder benoeme het gouvernement in Kaapstad eene
wkoolcommissie, zamengesteld uit kundige en aanzienlijke Nederlanders
sinds jaren alhier gevestigdhet benoeme een Nederlander die kennis
Bezit van het Afrikaansche karakter, of een man als den heer van
Hutten, met eenige grondige menschenkennis, tot hoofddirecteur
drage hem tevens het hoofdonderwijzerschap te Kaapstad op;
neme kundige mannen tot onderwijzers der buitenscholen en
ïwe hun de magt Afrikanen tot hulponderwijzers aan te stellen,
Wlke zich echter verbinden moeten 's weeks twee of drie malen
«en cursus voor onderwijzers, door den hoofdonderwijzer te openen,
te wonen. Het gouvernement geve aan die volksbesehavers
eene bezoldiging, waarvan zij goed bestaan kunnen, welke hen in
s'sat stelt met de aanzienlijken te converseren, en vergete nooit
deze mannen „Nederlanders* zijn. Dan zal de boom der be-
«Wing ook bier weelderig groeijen, bloeijen en vruchten dragen.
zal, na een tiental jaren, het Onderwijs, dat nu kosteloos
toeven wordt, alte ondersteuning kunnen ontberen en dan zal de
'Waan den Nederlander, zijn ras, zegenen en dan zal Nederland
"^iger zijn geworden en nogmaals den zetel innemen dien het
heeft ingenomen, dan zal het nogmaals zijn de „parel in
geen verwerpelijk plan geweest zijn; voor eene spoorweg
haven is de gelegenheid aldaar echter minder gunstig dan
te Stavoren (als uitvoerplaats door de Sneekers onge
schikt geacht), omdat de mond noord-op gericht moet
zijn, en dus de van Holland komende stoombooten hooger
aanhouden en gevolgelijk de zeereis noodeloos verlengen
moeten.
Het comité van 1864 had voor zijn doel de geschiktheid
van Hindeloopen onderzocht, maar niet voldoende bevonden.
Het bepaalde zich dus tot de haven van Stavoren, waarvan
de invaart juist gericht is naar het naaste punt van Noord
holland, en waar de zeearm tusschen die provincie en
Friesland het smalst, het diepst en steeds van ijs bevrijd
is. Het hinderde door deze keus het plan om Hindeloopen
tot eene plaats van uitvoer en afwatering te maken vol
strekt niet, bet wilde integendeel door eene ombuiging dat
Stadje zooveel mogelijk naderen.
In verband met Hindeloopen koos het nieuwe comité de
haven van Medemblik tot plaats van aankomst. Of die
haven geschikt is tot het maken der noodige inrichtingen
is betwijfelbaar; maar niet betwijfelbaar en den reizigers
zeker minder aangenaam is, dat de afstand van Hindeloopen
naar Medemblik 9 mijlen langer is dan die van Stavoren
naar de Yen, waar het oude comité zijne spoorweghaven
wilde aanleggen, 't Is waar, die van Medemblik, al of
minder voldoende, behoeft niet gemaakt te worden, maar
daartegenover staat, dat die van Stavoren aanwezig is en
die van Hindeloopen niet. Yoor beide comités is dus ééne
haven voorhanden en ééne te maken, zoodat deze kansen
gelijk staan, maar de kortste zeereis beslist ten voordeele
van het oude comité. Maar er is nog veel meer. Door
Hindeloopen in plaats van Stavoren te kiezen, berooft men
zich van de productie van het vette Gaasterland. De lijn
Grouw-Hindeloopen is slechts 6 mijlen korter en daarbij
veel duurder in aanleg dan de geheele lijn Leeuwarden-
Stavoren, die 7 mijlen korter reis geeft dan de indirecte
lijn Leeuwarden-Grouw-Hindeloopën. Langer reis, duur
der aanleg en minder opbrengst belooft dus het ontwerp
van 1871. Komt de spoorweg- (en uitvoer-) haven te
Hindeloopen tot stand, dan zal er van eenen spoorweg
Harlingen-Sneek-Heerenveen wel niets komen, evenmin
als van eenen van Sneek over Dragten en Groningen naar
Delfzijl, welke beide bet verkeer op den Noordhollandsch-
Frieschen spoorweg voeden en Sneek tot een belangrijk
centraalpunt maken zouden. Eindelijk, ging men eenmaal
over tot eene afsluiting der Zuiderzee, dan zou dit gewis
geschieden in de richting Stavoren en de Ven, en daardoor
bet stoomboot-traject van het oude comité vervangen wor
den door eene onafgebroken spoorbaan.
Wij kunnen niet bespeuren, dat het comité van 1871
bij de bepaling der richting in Noordholland, door ruimer
inzichten gedreven werd dan in Friesland het geval was.
Europa's kroon."
Maar ik dwaal af van het onderwerp, terwijl ik mij ga ver
diepen in zaken, van welke ik eigenlijk toch geen verBtand heb.
Derhalve is het beter dat onderwerp nu maar te laten berusten bij
hetgeen wat ik geschreven heb en voort te gaan met mijne een
voudige reisbeschrijving.
Na eenige minuten met de huisgodinnen van Conradi's farm
geschertst te hebbenreden wij weder verder, weder de hoogte op,
over den Miehell's Pass, ook Mosterds hoek geheeten, naar het
warm Bokkeveld. De helling van dezen berg is bij het oprijden,
aan die zijde, zacht en glooijend, doch zeer gevaarlijk en merk
waardig aan de andere. Zóó glooijend als de helling eerst was,
zoo steil is deze nu. Terwijl men ze ginds kon beschouwen als
eene met bloemen bestrooide vlakte, ziet men hier aan alle zijden
en voor zich slechts diepe afgronden. De kam van dezen berg is
veel hooger dan die van Bainskloof; zijn geheel voorkomen is
even woest en even schoon als dat van den laatsten en gelijkt
geheel en al op dat van de Hottentotskloof, welke wij nog hebben
over te trekken, wanneer wij aan de andere zijde van warm
Bokkeveld zullen zijn gekomen. Dit warm Bokkeveld is eene lage
vlakte, ongeveer 70 vierk. mijlen groot, ingesloten door den Wit-
zemberg in het westen, den Miehell's Pass in het zuiden, Hot
tentotskloof en Schurfteberg in het noorden en de Witte bergen
in het oosten. Het dal wordt besproeid door de wateren der
Hexrivier, een riviertje, dat, zooals de meeste rivieren van Afrika,
in den zomer bijna altijd droog is, doch verbazende verwoestingen
aanrigt in den winter. Dan treedt zij buiten hare oevers, spreidt
de planten, die zij op haren weg door de bergen en kloven los
rukt, over het dal uit en geeft dit aldus eene vruchtbaarheid,
weinig geëvenaard in de andere deelen der kolonie. De wijnrank
en het korenveld leveren hier vruohten, welke tot de schoonste der
aarde kunnen gerekend worden. Paarden en kudden vinden hier
het beste voeder en die welke in dit dal geteeld ?ijn, kunnen
wedijveren met het Arabisch ras. Het klimaat is zomer en winter
bijna niet verschillend. Midden in het dal ligt Ceres, lieflijk als
de godin van welke het zijn naam ontleent.
Dit dorpje is zeer merkwaardig. Het wordt door de Breede rivier
welke haren naam echter geenszins verdient, in twee deelen ge
scheiden, waarvan het eene eigendom der leden van den kerkeraad
der Nederl. Hervormde gemeente is, terwijl het andere behoort
Te Hoorn is men nog steeds van meening, dat eene ver
betering der gemeenschap met Alkmaar tot niets dan
schade, tot achteruitgang der markten zal voeren. Nu, 't
is dan ook erg genoeg: Hoorn heeft zijne wekelijksclie
veemarkt zien te niet gaan, sints Alkmaar er eene opende;
zouden andere aanvoeren, indien er een spoorweg naar
Alkmaar was, niet insgelijks dien lastigen concurrent toe
vloeien? Hoorn, dat voor den aanvoer van landbouw
producten zoo allergunstigst gelegen is, heeft voor den
afzet daarvan wel behoefte aan verbinding met Amsterdam,
niet aan toenadering tot Alkmaar. Dat is zeker niet juist
gedacht. Wil Hoorn zijne veemarkten terug erlangen, dan
moet het zorgen, dat het vee zoo spoedig mogelijk, niet te
Amsterdam, maar te Velsen aan de Noordzeehaven of te
Rotterdam kan zijn. Een spoorweg naar Alkmaar stelt het
daartoe in staat; 't zal bij die stad niet meer dan een half
uur in tijd ten achter staan; maar zendt het zijn vee over
Purmerende, over den afsluitdijk hij Schellingwonde en
langs het drukke centraal-station te Amsterdam naar
Velsen of Rotterdam, dan blijft het wellicht een half etmaal
bij Alkmaar ten achter. Daar het comité met zijné lijn
Avenhorn (een uur bewesten Hoorn) bereikt en aldus
Alkmaar de hand toesteekt zonder die te geven, móet het
geene verwondering wekken als de Hollandsche Spoorweg
maatschappij een lijntje Alkmaar-Avenhorn aanlegt en dus,
ten nadeele der exploitatie, al het vervoer vermeestert, dat
men den langen omweg over Amsterdam wenscht te doen
maken. Door de lijn Alkmaar-Hoorn in het plan op te
nemen behoudt men zelf die voordeelen en verzekert men
zich den aanvoer van zand voor het bouwen der verdere hanen.
De keus der richting Medemhlik-Hoorn, gevolg van het
aannemen van het zeetraject Hindeloopen-Medemblik, en
misschien krachtig bevorderd door stérker invloeden uit
laatstgenoemd stadje dan Enkhuizen kon doen gelden, laat
de zoo volkrijke en productieve gemeenten in de zooge
naamde Streek, waarvoor eene rechtstreeksche gemeenschap
met Friesland belangrijk zou kunnen worden, over aan
eene zijlijn naar Enkhuizen en veroorzaakt eene enorme
schadesnijding, welke door het comité van 1864 tot een
minimum was teruggebracht, door de Wijzend te volgen.
Dergelijke schadesnijding, ook in Friesland over het hoofd
gezien, treffen wij weder aan in de Beemster.
Wat dè verdere richting van Purmerende naar Amster
dam betreft, het drukke scheepvaartverkeer door de Oranje
sluizen maakt den omweg over het nijver en handeldrijvend,
tot de noordelijke provinciën in zoovele relatiën staande en
voor eene directe gemeenschap daarmede gewis niet onver
schillige Zaandam verre verkieslijk boven dien over den
afsluitdijk bij Schellingwoude.
Trekken wij, na deze vergelijking van de onderdeelen
der 2 verschillende plannen, alles te zamen, dan blijkt het,
dat de reis van Leeuwarden naar Amsterdam volgens het
tot de Kaapkolonie. Het dorp is gebouwd door, en heeft zijne
opkomst te danken aan de Schotsche emigranten ran 1858. Het
is een keurig net dorp met zijnen in Schotschen stijl gebouwde
huisjes, slechts ééne verdieping hoog, wit gepleisterd en met rieten
daken. De straten loopen parallel en worden beschaduwd door
blue-gum-boomen, die voor bijna elk huis staan.
Dit dorp is ook nog bekend door het ongeluk, eenigen tijd
geleden daar gebeurd. Eenige heeren en dames waren gekomen
om een picnic te honden. Een gedeelte hunner ging buiten het
dorp langs een steg de rivier over. Het andere gedeelte wilde
hen volgen, doch verkoos over de rivier te springen, op eene plaats
waar zij slechts drie voet breed is. Door deze engte echter
stroomden hare wateren schuimend en bruisend. Het was thans
de beurt aan een jong meisje van circa 16 jaar den sprong te
doen. Men reikt haar van de overzijde de hand, zij glijdt uit en
vindt, vastgeklemd tusschen de steenrotsen, een afgrijselijken dood,
terwijl de anderen hare hand in de hunne houden en alle pogingen
in het werk stellen, haar te bevrijden.
Een lange witte brug, over eene wijde kloof liggende, geleidde
ons in het dorp, alwaar ons een goed hotel en goede bedden
wachtten. De hotelhouder mr. Bergman, was een real Hollander;
in zijne jeugd uit Nederland vertrokken. Toen hij hoorde dat ik
kortelings uit Holland was gekomen, begon hij mij met vragen
over Amsterdam en zijne vroegere kennissen (helaas, allen dood)
te bestormen. Ik trachtte zyne nieuwsgierigheid te bevredigen.
Uit dankbaarheid over de gegeven inlichtingen bragt hij mij naar
zijn beste bed, dat echter reeds door twee mijner reisgenooten
was ingenomen. Door zijn lang praten (hij vertelde mij o. a. dat
de predikant van Ceres reeds tweemalen insolvent geweest is, doch
zóó door de gemeente bemind wordt, dat deze telkenmale zyne
schulden betaalde. Een voorbeeld van liefde en trouw, slechts
zoo zelden op aarde gevonden), viel mij het lot ten deel met
vier anderen den transportwagen, welke gedurende den naeht voor
het hotel bleef, te deelen. Ofschoon de nacht tamelijk kond en
de wagen in het geheel niet tot slapen ingerigt was, lag ik toch
spoedig in de armen van Morpheus, terwijl Amor mij lieflijke
droombeelden voor den geest riep. In Nederland teruggekeerd,
omringd door mijne vrienden, zwelgend in het genot vkn vïïènd-
schsp en trouw, zag ik mij in de armen van mijnen vader.
Helaas, te spoedig was die droom vervlogen!