1872. N". 103.
Woensdag 28 Augustus.
30 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binneniand.
Ier,
xr.
men,
19,li
£8.
HELDERSCHE
E.Y iYIEUWEDIEPER COURAXT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per hwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 103.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
13,41
F11,!
G«k
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndië: via Triest 3 Sept. 's avonds 6 u. 25 m.
t Marseüle 29 Aug. 's avonds 6 u. 25 m.
u u Brindisi 5 Sept. 's avonds 6u. 25 m.
West-lndië: via. Southampton 31 Aug., 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St. Nazaire 4 Sept., 's avonds 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 8 Sept., 's morg. 6 u. 25 m.
via Triest 7 Sept.,'s m. 6 u. 25 m.
HELDER en NIEUWEDIEP, 27 Augustus.
Uit Spanje wordt berigt, dat de jongstgelioudene verkie-
ïingen voordeelig voor de regering zijn uitgevallen. Terwijl
de Carlisten zich van deelneming aan de verkiezingen
onthielden en de republikeinsche partij in de minderheid
bleef, heeft het bewind verreweg de meerderheid in de
Cortes behouden, 't Is te hopen, dat het kabinet zoo
gelukkig moge zijn, om, op die wijze gesteund, rust en
vrede te hergeven aan 't land, dat door inwendige verdeeld
heid zoo lang en zoo wreed geteisterd werd.
Berigten uit Genève verzekeren, dat de schadeloosstelling,
door Groot-Brittannië aan de Vereen igde Staten te voldoen,
door de scheidsregterlijke commissie op 4 millioen p. st.
zou zijn bepaald. Latere tijdingen verklaren deze berigten
echter voor onjuistvolgens deze mededeelingen zou die
som zoo hoog niet zijn.
De onlusten te Belfast zijn bedwongen en men heeft nu
de schade berekend, door dit onzalig bedrijf teweeggebragt.
Niet minder dan j- millioen guldens zijn er door plundering
vernietigd. Met dit cijfer voor oogen mag men wel zeggen
Zalig zijn de vreedzamen." Wanneer zullen de menschen
eens ophouden elkander om hunne godsdienstige denkwijze
minachten, te haten, te bevechten? Mogelijk als zij eens
opmerken, dat er zelfs zooveel finantieële schade door ont
staat, dat zij dan leeren begrijpen hoe dwaas zij handelen
De krooning van vorst Milan IV van Servië, reeds in
ons vorig nummer kortelijk vermeld, wordt door de bladen
druk besproken. Men is eenstemmig in hulde aan het
Gul regentschap, dat, tijdens 's vorsten minderjarigheid, de
regering heeft uitgeoefend. Onder zeer gunstige omstandig
heden aanvaardt de jeugdige hospodar de teugels van het
8, éi
(f
N.rit
hanid
f 1»
'0 Kt
alveiï
Snol
J,
Arte»
ouchii
0 jas
en.
een,
,1 jan
3 A«
56}
88}
30
85}
18}
41}t
91}
89}
93}
245}
252
229
221
100}
291}
60d
OOrf
65lt
m
261
6TU
161}
5 H
Blieven uit het Noorderkwartier.
«Tempora mutantur et nos mutamur in illis" zegt een Latijnsch
spreekwoord, dat iu onze Nederlandsche taal getrouwelijk overgezet
zijnde, beteekent: „De tijden veranderen, en wij veranderen in de
tijden." Dit oude woord, dat door de ervaring bij de Latijnen
Is tot een spreekwoord geworden was, is nog even waar als
den voortijd. Onzen tijd met den tijd onzer vaderen vergelijkende,
koezeer zijn niet alleen de tijden, maar ook de menschen ver
anderd. Als onze groot- en overgrootvaders in de tegenwoordige
wereld hun hoofd nog eens konden opsteken uit liunne graven,
in onze wereld zouden zij hun wereld niet meer herkennen. Wat
kun voldoende was, bevredigt ons niet meer; wat voor hen een
ongekende weelde was, is ons een dagelijksche behoefte geworden;
wnt zij nimmer hebben aanschouwd wordt door ons dagelijks
gezien; wat verre boven hun begrip ging, wat ze onnatuurlijk
achtten, wordt door ons gekend en doorzien, en maakt onze ver
wondering niet meer gaande.
Als, wij dan ook ons burgerlijk en maatschappelijk leven met
het hunne vergelijken, dan moeten wij zeggen: „De menschen zijn
veranderd en de menschen in de tijden." Wat kunnen wij niet alleen
maar wat smaken wij dadelijk een genot in bet snel en gemakkelijk
'ervoer, waarvan onze voorvaderen niet het flauwste begrip hadden.
Be wereld met al hare genoegens is door stoombooten en spoor
wegen voor ons geopend, terwijl onze vaderen zich niet anders van
de eene plaats naar de andere konden bewegen, dan loopende of
°P den hotsenden en stootenden boerenwagen, of met den tragen
en langzamen trekschuit. Wilden ze zieh op grootere afstanden
kewegen, het ging met groote moeite en zware kosten gepaard;
en om de wereld eens in te gaan om van haar te genieten en
,e leeren, rlat was aan een hoogst enkele onzer vaderen in het
Noorderkwartier gegeven. Veertig jaren geleden zullen er minder
geweest zijn, die Amsterdam gezien hadden, dan er nu zijn, die
Amsterdam nog niet gezien hebben. Zijn dit voorrechten die we
M ons gezellig leven genieten, in ons burgerlijk leven zijn de tijden
niet minder veranderd en de voorrechten van geen geringer gewicht.
Daarin genieten wij eene vrijheid en zelfstandigheid, waarvan onze
ynderen nimmer gedroomd hebben. In vroegeren tijd konden de
Wgezetenen eener plaats geen invloed uitoefenen op de regeering
wan land, gewest en plaats. Gesteld eens: in den gemeenteraad was
een onbezetten zetel, wat konden wij, eenvoudige burgers in den
lande, doen om een raadslid in het gemeente-bestuur te verkrijgen,
aan wien wij de belangen onzer gemeente gaarne zouden zien toe
vertrouwd? Helaas, niets! Door de mannen op het kussen
gezeten en aan de groene tafel geplaatst werd een voordracht
fedaan, en in niet weinige gemeenten zijn bestuursleden gekomen,
Waarmede de ontwikkeldste en beste gemeentenareu waarlijk niet
bewind. De goede verwachting, die van. hem wordt ge
koesterd, worde door zijn bestuur geregtvaardigd.
De 21ste verjaardag van Z. K. H. Willem Alexander
Karei Hendrik Frederik, tweede zoon des Konings, werd
eergisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd.
De miliciens der ligting 1868, ongeveer een maand
geleden bij het detachement vesting-artillerie alhier in
werkelijke dienst gekomen, zijn eergisteren morgen tot
hunne haardsteden wedergekeerd.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat de sub-commissie
te Helder, voor een huldeblijk ter nagedachtenis van Thor-
hecke, het plan heeft opgevat om nogmaals lijsten ter intee-
kening daarvoor rond te zenden, en zulks tengevolge van
bij haar ingekomen klagten, dat de eerste lijsten aan onder
scheidene ingezetenen niet werden aangeboden.
Begunstigd door fraai zomerweder, had jl. Zondag de
derde huishoudelijke schietwedstrijd van het Artillerie-Vrij
korps alhier plaats. De uitslag was als volgtop 200 passen
lste prijs het werkend lid M. L. Beek, 2de prijs liet
werkend lid C. Vis, 3de prijs de lste luit.—adj. J. H. de
Meijer, 4de prijs de sergeant D. V. van Hoolwerff; op
100 passen: lste prijs de korporaal P. Oetelmans, 2de prijs
het werkend lid J. J. T. van der Klaauw, 3de prijs het
werkend lid A. de Waard.
In de feestelijke bijeenkomst, des avonds van dien dag
in Musis Sacrum gehouden, werden de prijzen en diploma's
aan de overwinnaars uitgereikt, waarhij door den 2den
luitenant J. Schuijt, president der regelings-commissie, een
toespraak werd gehouden, ter herinnering ook aan het
verjaarfeest van Prins Alexander en aan den lOOsten ver
jaardag der geboorte van Koning Willem I. Aan de
commissie tot regeling dezer wedstrijden werd voor hare
veelvuldige bemoeijingen door den heer majoor-kommandant
van het korps dank gebragt.
Gisteren in den vroegen morgen is een marine-matroos
in de gracht om 's Rijkswerf verdronken.
Volgens een bij het departement van Marine inge
komen berigt is het schroefstoomschip Curaijao, onder bevel
van den kapt. ter zee C. J. Damme, den 29 Junij jl. in
de Simonsbaai aangekomen en zou, na aldaar eenige her
stellingen te hebben ondergaan, den 18 Julij daaraanvol
gende de reis naar Nederland voortzetten.
gediend waren. Hoe geheel anders is dat in onzen tijd geworden! Wij
mogen ons zei ven besturen. Thans hebben wij het in onze macht
aan wie we de belangen van land, gewest en plaats wenschen
toe te vertrouwen. Zijn er leden in eenig hestnnr die ons ver
trouwen niet wegdragen, of die aan de billijke verwachting, die
we van hen koesterden, niet beantwoorden, de tijd hunner periodieke
aftreding is aanstaande, onze bezwaren kunnen we door de vrije
drukpers openbaren, en bij een nieuwe verkiezing wordt bun plaats
ingenomen door personen, die meer ons vertrouwen bezitten en
met wie wij in de burgerlijke zaken meer overeenstemmen.
Gelijk het is met de besturen die ons regeeren, zoo is het
ook met de vergaderingen, waarin wetten en besluiten worden
besproken en aangenomen. Vroeger, in den tijd onzer vaderen,
waren die vergaderingen met een „heilig dunkel" omhuld, geen
blik kon door ons achter de schermen worden geslagen. Nu leven
we in den tijd van openbaarheid. Over die openbaarheid wil ik nu
schrijven. Met de regering van land en gewest zal ik mij niet
bezig houden, ik verlang slechts het oog te vestigen op de besturen
der gemeenten. Hoe zeer zijn in dit opzicht de tijden veranderd!
Geen vergadering van een gemeenteraad, vooral niet een ver
gadering waarin over finantiële zaken der gemeente besloten
wordt, mag anders dan in het openbaar gehouden worden:
elke openbare vergadering moet vooraf aan de gemeentenaren
gepubliceerd worden en dit niet alleen, maar naar ik meen, moet
de publicatie tevens de werkzaamheden bevatten, die in de te
houden raadsvergadering behandeld zullen worden. Wat een open
baarheid, waarvan onze vaderen niets wisten! Hoe zeer zijn dus
de tijden veranderd. Dat er thans meer openbaarheid bestaat dan
vroeger, zien we, want hoe menige gemeente is er, die in het een
of ander dag- of weekblad niet alleen de besluiten in een raads
vergadering genomen algemeen bekend maakt, maar een getrouw
verslag geeft van hetgeen door elk der leden bij het behandelen
der zaak gesproken is. Dat is een goede gewoonte, die thans
nog maar door de grootere en voornamere gemeenten gevolgd
wordt, maar die wel algemeen nagevolgd zou mogen worden,
zelfs bij de kleinste en geringste gemeente in ons Noorderkwartier,
opdat een ieder toch wat beter op de hoogte sta van hetgeen in
de raadsvergaderingen verricht wordt.
De tijden zijn veranderd, en wij ook wel in de tijden, maar
waarlijk niet genoeg, we moeten nog veel meer veranderen zal
het goed gaan. Het is niet te loochenen, in ons Noorderkwartier
is meer politiek leven en politieke ontwikkeling dan voorheen.
Maar bij lange na niet genoeg. Dat er politiek leven is, wordt
bewezen door het bestaan van kiesvereenigingen. Maar dat het een
zwak, kwijnend leven is, wordt ook bewezen, als we letten op het
aantal leden dier kiesvereenigingen, en als we dan eens zien door
hoe weinig leden de vergaderingen worden bezocht, dan moeten
we zeggen: „Wat is het bij ons, niettegenstaande de tijden zoo
Beroepen te Zutphen de heer P.vanSon, pred. teNijmegen
Aangenomen het beroep naar de Doopsg. gemeente
te Broek op Langendijk door den prop. S. Lulofs.
Bedankt voor het beroep naar Halle (Gelderland)
door ds. J. W. Lem, pred. te Sint Pancras.
Morgen zal voor het Prov. geregtshof te Amsterdam
teregtstaan Ewout Barthold Tolperus Dikkens, oud 40 jaren,
laatst conducteur bij de expeditie van Van Gend en Loos,
geboren t.e. Naarden, wonende te Amsterdam.
Ten laste van den "beschuldigde wordt vermeld: dat hij in
den avond van Maandag 20 Mei 1872 op den Rijnspoorweg
tusschen Amsterdam en Rotterdam in een bagagewagen
van den trein, welke ten 8.30 van Amsterdam vertrok,
waarin hij zich bevond, als geleider der in dien wagen ver
voerd wordende vrachtgoederen der expeditie van Gend en
Loos, een der pakken van de brievenposterij, welke mede
in denzelfden wagen vervoerd werden, geopend, het zich
daarin bevindende pakket met brieven, bestemd voor het
postkantoor MoerdijkAntwerpen, opengescheurd en daaruit
arglistig weggenomen heeft hetafzonderlijk verzegeld pakketje,
bevattende eene waarde van 47,000, welke hij zich be-
driegelijk toegeëigend heeft.
De algemeene vergadering van afgevaardigden der
Christelijke Jongelingsvereenigingen uit alle landen, Donder
dag jl. te Amsterdam gehouden, werd geopend met eene
openbare feestrede in de Zuiderkerk, door ds. C. S. Adama
van Scheltema, naar aanleiding van 1 Joh. II vs. 145;
daarna werden de afgevaardigden in het lokaal Yliedzorg
in de Plantage aldaar welkom geheeten, alwaar in vier
talen gebeden en de vergadering toegesproken werd, afge
wisseld door gezang, volgens het programma. Aldaar waren
vertegenwoordigd 17 Engelsche vereenigingen, de West-
faalsche en Oost-Pruissische jongelings-vereenigingde
vereeniging van jonge kooplieden uit Bremen en Elberfeld,
het Fransche jongelingsverbond, de vereenigingen uit Mon-
tauban en Genève, uit New-York en Boston, het Belgisch
jongelingsverbond en ongeveer 60 Nederlandsche vereeni
gingen. Ook waren nog tegenwoordig prof. Schaf, uit
New-York en prof. J. J. van Oosterzee, uit Utrecht.
De jl. Vrijdag ten half tien ure geopende vergadering
werd aangevangen met een korten bidstond door ds. Krum-
maclier, uit Elberfeld, waarna Joh. X door genoemden heer
gelezen en weder in vier talen gebeden werd, afgewisseld
door gezang.
zegenrijk zijn veranderd, nog allerongelukkigst gesteld. Ziende, dat
wij bij de groote veranderingen des tijds zoo weinig zijn veranderd,
legt dit geen gunstig getuigenis voor onze ontwikkeling af; het
pleit er niet voor, dat wij het rechte besef hebben van onze burgerlijke
voorrechtenen het getuigt het allerminst voor de liefde, die we
ons vaderland toedragen.
Waren de handelingen van gemeentebesturen vroeger met een
„heilig dunkel" overtogen, hij, die het plattelandsleven niet kent,
niet bij ervaring kent, zal licht meenen, dat thans de sluiers wel
zijn opgeheven, en dat personen, die door de algemeene volkskeuze
tot leden van het gemeentebestuur zijn benoemd, ook gaarne bereid
zullen wezen openlijk rekenschap van het hun toevertrouwd meester
schap te willen geven. Een zoodanig iemand dwaalt, hij weet
niet hoe bang vele besturen zijn voor het openbaren der disoussiën
en hesluiten in de raadsvergaderingen gehouden en genomen, en
hoe menige handeling nog door gemeenteraden bedreven wordt
tegen de letter en den geest der gemeentewet.
Uit het vele, dat de ervaring in ons Noorderkwartier ons te
aanschouwen geeft, wil ik een enkele vingerwijzing doen. Ik ken
in ons Noorderkwartier eene gemeente, waar de gemeenteraad uit
elf leden bestaat, dus een gemeente met een zielental boven de
3000. Het is een landbouwende en veeteelende gemeente, dus
een gemeente die in een zeer groote mate de zegeningen geniet
van de veranderingen der tijden; het is een plaats, die door de
vrije handels- en scheepvaartwetten enorm in welvaart moet zijn
toegenomen. Men mag dus verwachten dat in zulk een gemeente
de richting van den tegenwoordigen tijd wel heerschend en over-
heerschend wezen zal. In sommige opzichten schijnt het dan ook
dat er vooruitgang en beschaving bestaat en op prijs wordt ge
steld; want, naar ik hoor, bestaan er vier rederijkers-kamers (de
vijfde, die nog wel de voornaamste geweest schijnt te zijn, is
overleden). In die gemeente bestaat ook een kiesvereeniging, die
zich ten doel stelt, geschikte personen voor den gemeenteraad aan
te bevelen en op die wijze de belangen der gemeente te bevorderen.
Deze kiesvereeniging, zoo heb ik gehoord, verlangt ook dat er
meer openbaarheid aan hetgeen in de raadsvergaderingen geschiedt,
gegeven zal werden en, naar ik1 hoor, heeft ze zich met het verzoek
tot den raad gewend, dat het hem in zijne hooge wijsheid behagen
moge een verslag in een der couranten mede te deelen, van hetgeen
in de raadsvergaderingen bespftken en besloten is. Een hoogst
billijk verzoek, naar het mij voorkomt. En hoe is het met dat
verzoek afgeloopen? Na vele en belangrijke beraadslagingen is het
met tien stemmen (het elfde raadslid wa3 'misschien niet tegen
woordig of er bestond een ledige stoel) van de hand gewezen. Is
het goed, is het verstandig zulk een verzoek van de hand te wijzen?
Ik betwijfel het ten sterkste. Het kan niet anders, dan de reeds
bestaande achterdocht tegen den raad zeer vermeerderen.
(Slot volgt.)