Benoemingen, enz.
B u ite n I a n d.
Frankrijk.
Engeland.
Duitschland en Oostenrijk.
op het perron van het station en het wegzenden van het
muziekkorps der schutterij.
De logementhouder T. Tenthof, te Zwolle, heeft dezer
dagen van den heer Leembrugge, te Dalfsen, een span
paarden (vossen) gekocht voor de som van drie duizend gulden.
Te Enschedé is de werkstaking geëindigd en de rust
hersteld.
Te Oosterwierum (Friesland) is eene boerderij groot
bijna 34 hectaren, ingezet op 111,000; alzoo ƒ3265 per hectare.
De jager S. S. Woudstra, te Hoornsterzwaag heeft
gedurende de eerste 16 dagen der jagt 263 eendvogels
geschoten.
Het menu van het banket, dat te Namen door het
Archeologisch genootschap aan de leden van het te Brussel
vergaderde vóór-historische congres werd aangeboden, was
zeer eigenaardig voor die gelegenheid zamengesteld en luidde
als volgt:
Vóór-historische soep,
Mammouth-gebakjes,
Rendier-Coteletten met champignons,
Tong van den Alpenarend,
Anti-diluviaansch gevogelte,
Pasteitjes van sneeuwhoenders in gelei,
Vóór-historische zalm,
Kreeften uit het tijdvak der troglodyten,
Fossiel ijs,
Bontgestreepte moederplant.
Al die geregten waren natuurlijk slechts vóór-historisch,
wat den naam betreft en met alle mogelijke hulpbronnen
der moderne kookkunst door een gerenommeerden Namen-
schen kok toebereid. Van den wijn, die in de roemers
parelde, werd echter bij hoog en laag verzekerd, dat hij uit
zeer oude kelders, sommigen beweerden zelfs uit de verblijf
plaatsen der holbewoners dagteekende. (D.)
De smaak voor Shakespeare's treur- en andere
tooneelspelen is in de laatste jaren zeer verminderd, doch
de twist over de juiste spelling van zijn naam duurt voort.
De heer J. Pigot Jr. geeft in het weekblad Athenaeum
de volgende namen op als authentiek;/Shakspere, Shaxper,
Shaxsper, Saxpere, Shakuspeare, Shacksper, Shakespere,
Schakespere, Schakespeire, Shakespeyre, Chacsper."
Tot hoofdonderwijzer aan de openbare school te Poerwakarta
(Krawang) is benoemd de heer G. Lavell, 1ste hulponderwijzer
te Batavia.
Eeii afscheid aan de Jezuïten.
In de Germania vindt men den volgenden afscheidsgroet aan de
paters Jezuïten.
„Gij trekt heen, omdat een „vrij" verblijf in het buitenland
beter is dan een „gedwongen" verblijf op den geboortegrond.
Maar gij zult niet in stilte vertrekken
Ieder, die nog eenig „regtsgevoel" in den boezem omdraagt
onverschillig of hij Catholiek, Protestant, Jood, Turk of Heiden is
vergezelt u met zijne sympathiën!
Met een ijzeren stift staat het in het boek der wereldgeschiedenis
gegriffeld, dat in het jaar 2 van het nieuwe Duitsche rijk mannen
over de grenzen zijn gezet, aan wie men in weerwil van de ijverigste
pogingen „niet de minste schuld" kan ten laste leggen.
Maar juist deze schuldeloosheid is uw zedelijke overwinning,
waaraan liet is toe te schrijven, dat gij niet als verslagenen, maar
als overwinnaars de Duitsche steden verlaat!
Met de u eigen scherpzinnigheid en kracht hebt gij altijd over
een lage en gemeene wereld gezegepraald, maar heden ligt deze
de3 te dieper voor uw voeten, want haar geest, het heidensche
„liberalisme," heeft zich zelfs tegenover u gekneveld en zich aan
de wereldgeschiedenis overgeleverd, want hij heeft tot zijn eeuwige
schande bewezen, niet opgewassen te zijn tegen u in een openbaren,
eerlijken strijd, maar alleen tot geweld zijn toevlugt te kunnen nemen.
Schudt derhalve het stof van uw voeten, en trekt het land uit,
verkondigt den vreemdelingen, hoe het in het Duitsche rijk is
toegegaan en nog toegaat.
En gij vooral, gij afstammelingen uit oude vorstelijke en grafelijke
geslachten, die zich steeds verdienstelijk voor ons vaderland getoond
hebben, verkondigt dit luide! Verhaalt aan de volkeren, dat gij,
na u aan een schitterende wereld te hebben onttrokken, om binnen
de kloostermuren den vrede te vinden, dien gij meendet dat de
wereld u niet meer ontnemen zou, verhaalt het, dat men u in
het vrije Duitsche vaderland niet meer volgens uw eigen zienswijze
aan uwe zaligheid wil laten werken!
En gij, die op uw borst het in het gewoel van den strijd zoo
zuur verdiende ijzeren kruis draagt, vertelt het aan gene zijde van
onze grenzen hoe men u voor uwe menschen- en vaderlandsliefde
beloond heeft!
Doch dat is uw lot op deze aarde: Gij moet vervolgd worden
Is reeds de geheele Kerk een strijdende, en bijgevolg aan de
vervolging toegewijd, zoo moet dit in de eerste plaats van haar
beste strijders gezegd worden
Toen de groote stichter uwer orde op zijn sterfbed lag neer
gestrekt, smeekte hij God: „Geef, o Heer, dat mijne volgelingen
steeds door de wereld vervolgd mogen worden!"
Welnu, het woord van den stichter is ook nu weder aan u
bewaarheid, en gij hebt der wereld getoond, dat gij zijn ware
volgelingen zijt.
Sinds' langen tijd was de storm tegen u ook in Pruissen voor
bereid. Toen eens de grootmoedige grondlegger der heerlijke aan
den vrijen, Duitschen Kiju gelegen Apollinariskerk, aan zijn Koning
vroeg, welke orde hij in deze kerk zou benoemen, gaf Zijne
Majesteit hem ten antwoord: Neem Eranciskanen' want die zijn
in Pruissen het veiligst. De Koning wist wel, dat er toen reeds
een partij in den lande bestond, die aan de Jezuïten hun verblijf
lastig, ja later zelfs onmogelijk zon maken.
Het voorgevoel van dien laudsvader is nu verwezenlijkt. Bijna
allen verlaat gij over den ltijn uw land. Doch dit is slechts met
het ligchaam, want uw geest blijft achter, en dien kan m«n niet
verbannen. „Vreest hen niet, die het ligchaam dooden, doch
geen magt hebben over den geest," sprak Hij, wiens naam gij
draagt, en met wien gij haat en vervolging deelt. Dat is ook
onze troost en met dezen willen wij moedig in onzen strijd vol
harden, totdat gij terugkomt!" (Arnh. Crt.)
Toen Frankrijk's Keizer zich, ruim twee jaren geleden,
gereed maakte om Duitschland aan te vallen en alle gene
raals totaal verblind waren in betrekking tot den toestand
van de militaire positie der beide landen, was er nog één
man, die overtuigd was van Pruissen's overmagt en Frank
rijk's minderheid. Die man was majoor Stoffel, militair
attaché van Frankrijk te Berlijn. Men gelieve op te letten,
de man heet Stoffel, maar hij is geen Stoffel, integendeel,
hij is hetgeen men triviaal weg gewoon is een leepert te
noemen. Stoffel had zijne roeping voortreffelijk vervuld;
hij had Leboeuf (die toevallig wèl was wat zijn naam dic
teert) behoorlijk op de hoogte gebragt van den toestand
der Pruissische armee. De sterkte en inrigting der ver
schillende legerafdeelingen, de kracht der artilleriepaarden,
de toestand der vestingen, de wijze van bewapening, de
dressuur en bekwaamheid der soldaten, alles werd over
eenkomstig de waarheid gemeld en het ontbrak niet aan
nuttige toepassingen, waaruit de Fransche generaals voor
deel konden trekken.
Maar te Parijs trok men den neus op over de rapporten
van Stoffel; wat was er dat men daar niet wist? In het
vaste geloof, dat er „geen knoop aan een slobkous" ont
brak, telden de maarschalken en divisie-generaals de wenkén
van den militairen attaché niet, en ze sloegen zijne waar
schuwingen in den wind.
Majoor Stoffel kwam met het gezantschap, na de affaire
te Ems, te Parijs, en hij is er nog. Thiers, die in zich
zelf een eminent bekwaam veldheer ziet, wordt, naar het
schijnt, door Stoffel niet op de verlangde waarde geschat,
en dit is Thiers ter ooren gekomen. De chef van het
kabinet des presidents schrijft hem daarop een zendbrief
van den volgenden inhoud:
„Waarde majoor! Ik heb in last u aan te kondigen, dat
gij door beschikking van den president der republiek, dd.
16 Aug., uitgenoodigd wordt uwe regten op ontslag uit
de dienst te doen gelden. Wees overtuigd, enz.
In naam van den gouverneur van Parijs,
De chef van den generalen staf."
Niet de minister van oorlog, maar de president eischt
dus dat Stoffel zijn ontslag zal nemen. Doch wat antwoordt
hij NietsHij wenscht, zonder er naar te vragen,
eerst eens te vernemen op welken grond men hem wil
ontslaan. In opzigt tot het begrijpen der ware reden van
des presidents schrijven, toont hij zich tamelijk stoffelachtig.
De Temps deelt een brief van den ex-pater Hyacinthe
(Loyson) mede, waarin deze bekend maakt, dat hij in het
huwelijk zal treden, en bij die gelegenheid het gedwongen
celibaat der geestelijkheid bestrijdt.
De kerk, zegt hij, verbiedt den priester het huwelijk niet, en
dus wanneer hij zich in den echt begeeft, belet hem dit
niet priester te blijven. Hij zal zijn huwelijk in het buiten
land sluiten, omdat de regtbanken van 1872 dit in Frank
rijk niet zouden dulden, want hij heeft èn de eer èn het
ongeluk priester te zijn. Hij zal zich echter niet onder
werpen, maar kalm, onbevreesd en zonder toorn in Frankrijk
terugkeeren, en niets zal hem beletten den bodem te
bewonen en de lucht in te ademen welke hem toebehooren,
en die, ondanks de snoodheden waarmede men ze bezoedelt,
hem dierbaar zullen blijven. Niets zal hem terughouden
voor elk zijner broeders, die priesters zijn als hij, het
loyale regt der echtvereeniging te verlangen, een fonda-
menteel regt, welks schending, niet slechts in een geheele
klasse van burgers, maar in één enkelen persoon, voldoende
kan wezen om de wetgeving des volks aan den schandpaal
van de beschaving der natiën te zetten. Pater Hyacinthe
is overtuigd, dat in Frankrijk de kerk het voorbeeld behoeft
hetwelk hij nu geeft en dat het, zij het ook niet voor het
tegenwoordige, dan toch in de toekomst zijne vruchten zal
dragen. Hij kent den waren toestand van zijn land en
dus predikt hij aan dit land het heil door het gezin. Ook
is de toestand van de geestelijkheid zijns lands hem bekend,
en hij weet hoe hoog noodig het voor haar is met de
belangen, neigingen en pligten der menschelijke natuur
verzoend te worden. Alleen dan, als de weder mensch en
burger geworden priester aan een blinde, strenge vroomheid
en aan de overleveringen eener meer politieke dan gods
dienstige theocratie zich ontscheurt, zal hij tevens weder
meer naar waarheid priester worden. Zonder deze her
vormingen zullen alle andere hervormingen magteloos
blijven. Ten slotte zegt pater Hyacinthe: „Ik ben nietig,
mijn Godmaar ik gevoel dat ik door u geroepen ben om
de ketens te verbreken, welke gij niet hebt gesmeed, en
die zoo zwaar en zoo onteerend op het heilig volk uwer
priesters drukken. Ik ben maar een zondaar, doch uwe
genade heeft mij sterk genoeg gemaakt om de tirannie der
openbare meening te trotseren, niet voor de vooroordeelen
mijner tijdgenooten te bukken en zóó te handelen, als ware
op de wereld niets anders dan mijn geest en gij."
De meeste ingezetenen van Sédan hebben op den
tweeden verjaardag van den bij die stad voorgevallen, voor
de Fransche wapenen zoo hoogst noodlottigen veldslag,
omfloerste driekleurige vlaggen uitgestoken. Waarschijnlijk
zou deze manifestatie door de Duitsche bezetting geduld
zijn, indien niet een der burgers bovendien op zijn vlag het
opschrift gehecht hadVive la Franee! A hientót la revanche!"
Zoodra deze vlag werd uitgehangen, eischten deDuitschers
dat niet alleen die leus, maar ook alle omfloerste vlaggen
ingehaald zouden worden. De niet omfloerste vlaggen werden
verschoond. Al de winkels waren op den 1 September te
Sédan gesloten.
De heer Stanley heeft eene uitnoodiging van Koningin
Victoria ontvangen, om haar Zaturdag a. s. te Balmoral
te bezoeken.
Het is den uitgevers van de algemeen bekende popu
laire almanakken te Parijs uitdrukkelijk verboden in den.
jaargang van 1873, onder welk voorwendsel of welken vorm
ook, van de Pruissen en van de commune te spreken.
Ook mogen de portretten van Keizer Wilhem, von Bis-
marek, Moltke, Napoleon en diens zoon, den graaf van
Chambord, der Prinsen van Orleans en Paus Pius IX,
in die almanakken niet voorkomen.
Het hoofd der politie te Londen heeft zijn jaarlijksch
rapport aan den minister van Binnenl. Zaken ingezonden, i
Wij laten hier eenige interessante bijzonderheden uit j
stuk volgen.
Het aantal politie-agenten bedroeg in 1871 9655,
667 meer dan in 1870. Van deze 9655 waren 8407 een
voudige agenten; 236 agenten werden, om verschillen:
redenen, uit het corps afgevoerd en 894 gedwongen In
ontslag aan te vragen.
Men kan zich een denkbeeld vormen van de werkzaam!;,
dier mannen en van de moeijelijkheid hunner dienst, w®
neer men bedenkt, dat het district, hetwelk aan
hoede is toevertrouwd, gedurende het laatste jaar is uitj,
breid met 226 nieuwe straten en twee pleinen, te zan>
een uitgestrektheid hebbende van 38 Eng. mijlen 2100 toe
Gedurende de laatste tien jaren is de uitgestrektheid d:
straten, waarover zij toezigt moeten houden, vermeerde:
met 635 mijlen, terwijl 149,905 nieuwe huizen zijn aangebotn
De politie heeft in 1871 niet minder dan 28,240 dronl
aards gearresteerd, zijnde 2676 meer dan in 1870. Lev
en eigendom waren in het afgeloopen jaar veiliger 4
gedurende de zeven daaraan voorafgaande jaren. Slecl
10,264 delicten werden te Londen gepleegd; 10,729 klagt:
zijn door de politie aangebragt tegen koetsiers van ont
bussen of rijtuigen; 2445 personen bekwamen kwets®
en 124 werden gedood door onvoorzigtigheid van koetsia
In 1871 zijn 5753 personen te Londen zoek geraa
daaronder 2000 boven de tien jaren. 2919 kinderen
446 volwassenen zijn door de politie wedergevonden enai
hunne familiën teruggebragt. De politie heeft, niet zonl
gevaar, 8785 verdwaalde honden opgevangen, daarvan li
aan de eigenaars terugbezorgd en de overigen in het
sticht voor honden zonder meesters doen opnemen.
Volgens de Pall Mali Gazette heeft de ex-Keii
Napoleon twee landgoederen op het eiland Wight i
kocht, namelijk Beaulieuhouse en de villa Padshun,
in de nabijheid van Cowes; de ex-Keizer zou daar red B
de volgende week zijn intrek nemen.
Een jong Anglikaansch geestelijke te Leeds k Terc]j
een dure jagt gehadeen der hagelkorrels van een sd ]otte
raakte het oog van een werkman die op een hek t maar]
en wel met dat gevolg dat de man het oog moest miss ,eyje
en bovendien gevaar loopt het andere oog insgelijks |e
verliezen. De jury veroordeelde den geestelijke tot e« om
schadevergoeding van 500 p. st. 6000.) vest;
Uit Philadelphia wordt aan den Times door hars
berigtgever, onder dagteekening van 1 Sept., getelegrafea p]aat,
dat de stoomboot Metis, van New-York naar Providei
bestemd, in de zeeëngte van Long-eiland met een schoon Tertri
in aanvaring gekomen en gezonken is; de stoomboot li „ncjar
149 personen aan boord, waarvan er 22 verdronken q (,.ee
en dat de stoomboot Bienville, van New-York bests te„en
naar Aspinwall, op de landengte van Panama, den 15: ja°ar
Augustus 11. in volle zee is verbrand. De Bienville 1 |,00g
125 personen aan boord, die zich in zes sloepen begave was
twee dier sloepen sloegen om en 16 personen verdronk pe'a
drie sloepen kwamen op Eleuthera-eiland, in den We: Sp0re]
Indischen Archipel, aan, en eene sloep, met 25 person: (je)1 s
werd vermist; men vermoedt, dat deze sloep een scl
ontmoet heeft, hetwelk de bemanning heeft opgenomen,
Eenige jaren geleden zeide een Engelschman, dek Eei
Bessemer, stoombooten te zullen bouwen van een zoodaa nede
constructie dat passagiers tusschen Dover en Calais, wefaansh
St
0t
en
1 vei
zal
uit
hei
zat
bijt
Du
De
and
en
ken
Sdd
de i
niet
feesl
herd
leve:
de
somt
Kon
!oor
den 1
Dai
tilèbrt
De
pl proce:
lèros2
docht*
bevon
Pas
kerke:
Botija
kij be
van d
en B;
traar
uijgenoin
gevang
Tan di
Var
Eerst
op die booten hun overtogt zouden doen, geen last
naamd van de zeeziekte zouden hebben. Dit gezegdelft
echter niet bewaarheid, want de booten werden gebo®
en in de vaart gebragt, doch de passagiers werden i
ziek als altijd. Thans echter wordt volgens een nieuw
van den heer Bessemer een groot stoomschip gebouwd,
de passagiers zonder vrees voor zeeziekte in één uur
Calais naar Dover en vice-versa zal brengen. Al is de
nog zoo hoog, al rolt het schip nog zoo hevig, de passagii
zullen lagchend en pratend in een hangende salon zitten
van onpasselijkheid geen spoor ontwaren. Als het plai
gelukt, zal de heer Bessemer het lied bewaarheiden
Brittannië ruler of the waves is.
Prins Napoleon heeft zijn buitengoed Prangins,
de boorden van het meer van Genève gelegen, aan
groot ondernemer van gebouwen te Londen verkocht t
de som van 550,000 fr. Het heeft den Prins
twee millioen gekost.
Volgens het thans verschenen officieële feestprograis
zijn voor de ontvangst en het verblijf der vorstelijke gas ]jec
van 5 tot 10 dezer te Berlijn de volgende bepalingen Ti
gesteld: Donderdag, 's namiddags ten 2| ure, aankomst
den Keizer van Rusland aan het Ooster-spoorwegstation
Vrijdag, 's namiddags ten 6 ure, aankomst van denKe rijtuig
van Oostenrijk aan het nieuwe Potsdammer spoor» jjet
station. Souper op het koninklijk slot. Zaturdag: ti aansla*
middag groote parade, 's Namiddags t,en 4 ure gala-di: der g)
in de witte zaal van het koninklijk slot. 's Avonds tel
ure tooneelvoorstelling in de opera, ten 9 ure serenadt
den Lustgarten. Thee. Souper. -Zondag: 's namicll
ten lj ure bezoek in den zoölogischen tuin, ten 3
uitstapje per extra-trein naar Potsdamaldaar rijtoer J
de koninklijke tuinen, 's Avonds ten 7 ure familie-i
op het kasteel Babelsberg. 's Avonds ten 8 ure thee
den Kroonprins in het nieuwe paleis. Terugkeer naarl
lijn per extra-trein. Maandag: 's voormiddags ten
ure togt per extra-trein naar het exercitieveld, tot bij
ning van de manoeuvres door het leger, 's Namiddags
5 ure diner in het paleis des Keizers, 's Avonds ten 9
soirée bij Prins Karei. Dingsdag: 's voormiddags
8| ure vertrek met een extra-trein ter bijwoning vas
veldmanoeuvres; déjeuner in de veldtent, 's Avonds
9 ure concert in het paleis des Keizers.
DeProvincial-Correspondenz behelst een hoofdarö
waarin gezegd wordt, dat het bezoek der Keizers'
maar eene wisseling van vriendschapsbewijzen te doellij1
maar bovendien een onderpand is van goede verstandh®
tusschen Duitschland, Oostenrijk en Rusland. In dat be»
weder
De
gebrag
Daar
rats
Het
prang
ligt het ondubbelzinnig bewijs, dat de groote Oostd?
Hoe'
bi Chii
nutte
verbete
nisatie
m ven
ij'
aangek
Miderhi