1872. N°. 116.
Vrijdag 27 September.
s Lands Geldmiddelen,
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
act
RELDERSCHE
195
f 18;
>,19
411
a 261
EN M1EUWEDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent.
elke regel meer 16 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend
nui
f3
Bok
a 11'
B vet
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS:
Naar Oost-lndië: via Triest 1 Oct. 's avonds 6 u. 25 m.
Marseille 10 Oct. 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 3 Oct. 's avonds 6u. 25 m.
West-lndië: viaSouthampton 30 Sept., 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St. Nazaire 4 Oct., 's avonds 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 8 Oct., 's morg. 6 u. 25 m.
„na u via Triest 7 Oct.,'s m. 6u.25m.
heckj
hecto! Bij de aanbieding der Staatsbegrooting voor 1873 heeft
heet# minister van financiën, evenals zulks jaarlijks plaats
leeft, een overzicht gegeven van onzen financieëlen toestand.
jNiet ongunstig" had de troonrede dien geschetst en het
egeven verslag wettigt die taxatie. Gaan wij kortelijk de
mast ÜferS na:
ajj Het dienstjaar 1868 sloot met een tekort van bijna
'462,000, 1869 met een overschot van ruim 1T85 miljoen,
[870 met een tekort van bijna 4/g, 1871 met een dito
kan vermoedelijk ruim 2j8s miljoen, zoodat de dienst dier
4 jaren gezamenlijk een tekort van ruim 6T'g miljoen aan
wijst. Dat cijfer zal niemand uit de hand vallen, immers,
de begrootingen van '68, '70 en '71 waren tekorten tot
,n pnJ
bedrag van meer dan 19 miljoen voorzien, tot welker
ir du ^ting de minister gemachtigd was, voor hoogstens 2 l j,
miljoen aan schatkistbiljetten uit te geven; eene machtiging,
waarvan het, door aanwezige kasruimte, niet noodig is
o f33,. geweest gebruik te maken, en welke geheel ongebruikt zal
-,prii blijven, indien uit de Indische saldo's alsnog beschikbaar
rdinaii gesteld wordt een bedrag van 5 j miljoen, dat onbetaald
'alS,;! gebleven is van de op de Indische begrootingen voor '68
'69 uitgetrokken bijdrage tot dekking van 's Rijks uit
gaven. Het tekort zal daardoor dalen tot slechts 640,000.
en neemt men nu in aanmerking, dat bij de geraamde
ikorten van 19 miljoen op de volle uitkeering der ge
tarnde Indische bijdrage gerekend was, dan is er reden
niks eene gelukkige uitkomst te noemen.
Voor het loopende jaar werd primitief 98 j en hij latere
- a 13,1 vetten ruim 13, dus te zamen llljj miljoen geraamd.
r N. vi
r.
1 f 11,- Jei
Brieven uit het Noorderkwartier.
ich
XII.
Mijn voorgaanden brief ben ik begonnen met het spreekwoord
jr LatijnenTempora mutantur et nos mutamur in illesdat in
inze moedertaal beteekentde tijden veranderen en wij in de tijden.
het mijn zoeken geweest ons, bewoners van het Noorderkwartier,
te wekken toch meer en beter gebruik te maken van de voor
pen Ij echtendie wij als burgers van den Nederlandschen Staat
smeten en heb ik in dien brief gewezen op de noodzakelijkheid,
ÉCalvet jt nog veel veranderd moet en verbeterd kan worden, de ervaring
eb ik opgedaan dat sommigen, misschien velen, door dien brief
gekwetst gevoelen. Dit spijt mij, echter niet om mijnent,
om hunnent wege. Ik hoop zoo menschelijk te zijn, dat ik
m blijdschap gevoel als anderen leed wordt aangedaan en even-
cin hoop ik zelf anderen leed aan te doen. Wie zich door dien
irie.f gekwetst moge gevoelen, raad ik aan goed te lezen en te
n het vers, dat tot titel heeft; de Waarheid en Oezopus.
Hare het mijn zoeken geweest iemand te kwetsen, ik had duidelijk
loeten wezen, want de ervaring heeft mij geleerd, dat de persoon,
zich gekwetst gevoelde, toch een verkeerde toepassing heeft
pmaakt. Ik wilde niet duidelijker zijn, juist omdat ik niet
•fflschte te kwetsen, maar slechts vingerwijzingen verlangde te
Geschiedt er nu echter een zaak die niet goed is, die strijdt
de wet, dan behoef ik toch zulk een zaak niet goed te noemen,
af is het, dat zij volbracht wordt door mannen, die aan de groene
Mei zitten. Door zich door zulke open brieven gekwetst te
gevoelen, kan men zoo duidelijk ontdekken, dat men in ons
Noorderkwartier niet gewoon is, dat de handelingen van een
gemeente-bestuur voor de rechtbank der publieke opinie worden
men kan zoo zien, dat men bij ons gewoon is, dat de
ulfstandigheid van het individu moet opgaan in de handelingen
'11 het bestuur; nederig moet men buigen voor alles wat het
bestuur in zijne wijsheid belieft te doen, en keurt men iets af
omdat het onwettig, ja tegen de wet is, dan wordt men voor
hatelijk gescholden. Het schijnt dat in dien brief een zaak besproken
h, die waarheid bevat, want immers bet spreekwoord onzer vaderen
"gt: die de schoen past trekt hem aan. Het doet mij genoegen
deze ervaring op te doen. Ik schrijf dus niet boven de bevatting
van het algemeen, maar de menachen verstaan, begrijpen en gevoelen
®ij, en dat is goedmaar dat nu woorden, die van algemeene
assing zijn en niet op één persoon en ééne gemeente, maar
vele personen en vele gemeenten in ons Noorderkwartier be-
'tekking hebben, op één enkel persoon van toepassing worden
gemaakt, dat spijt mij. Oezopus wist het wel. Volgens zijn
•eggen moet men de waarheid zoo mededeelen, dat ieder zijn
buurman, maar niet zich zelf herkent. Heeft dit laatste plaats,
n wordt men boos en wacht den tijd af om het: betaald te
'ten. Ook dit zal den briefschrijver wel geopenbaard worden.
Kt hoofd aan dezen brief te plaatsen, meen ik aan mij zelven
Verschuldigd te zijn. Het zou mij smarten, zoo zelfverdediging
"ij noodzaakte nog eens op dien brief terug te moeten komen.
64{i
65|
874
291
254
sBipi;
174
4lA
974
884
75
93
250
2444
2284
2191
1004
282
594
634
63i
258
573
157
504
874
914
984
73
7<1
ediep'
Van deze uitgaven zullen echter vrijvallen bijna 2 miljoen
(renten van het waarborgkapitaal der muntbiljetten, idem
der niet uitgegeven schatkistbiljetten, idem door amortisatie
bespaard, enz.), zoodat de uitgaven komen op 1091 miljoen.
De middelen werden begroot op bijna 88 j4g, uit de Indi
sche saldo's van '67 en '68 werden voor buitengewone
amortisatie daaraan toegevoegd 10 miljoen, en de Amster-
damsche Kanaalmaatschappij moet aan verleende voor
schotten terugbetalen 2| millioen, zoodat het bedrag te
stellen is op 100T9g miljoen. De opbrengst der middelen
over de eerste 8 maanden dezes jaars overschreed de
raming reeds zoozeer, dat men veilig over het geheele jaar
op een surplus mag rekenen van 5 miljoen, waardoor het
nadeelig verschil tot bijna 3| miljoen zal teruggebracht
worden. Bij eene uitgaaf van 8 miljoen voor de Staats
spoorwegen is dit resultaat vrij bevredigend.
De nu ingediende begrooting bedraagt in uitgaaf 96|,
in ontvang 91T'g en sluit dus wederom met een nadeelig
verschil van 5Tsg miljoen. Onder de uitgaven zijn ditmaal
6 miljoen voor den verderen aanleg der Staatsspoorwegen
begrepen, waartegen onder de middelen daarvoor zijn op
genomen 5 ton uit het domeinfonds. Deze beide posten
buiten rekening latende, sluit de begrooting met eene bate
van 2t!i5 ton.
De minister vergeleek in zijne rede zijn voorgedragen
cijfer van 96|, met de voor 1872 toegestane sommen van
lll/g miljoen, en deelde tot verklaring van dit verschil
van bijna 15 miljoen mede, dat eene 16,4g miljoen lagere
raming dan voor het loopende jaar te danken was aan het
vervallen of verminderen der posten voor rentebetaling,
amortisatie, Staatsspoorwegen, bestrijding van veeziekten,
ondersteuning der Kanaalmaatschappij en Kust van Guinea;
dat daarentegen verhoogingen werden voorgedragen tot een
bedrag van lT6g miljoen, n.1. buitengewone uitgaven voor
het departement van oorlog 1,289,000, pensioenen en
wachtgelden der gewezen tci K,lcto vm Guinea
42,900, en algemeene dienst 272,800, het laatste cijfer
verkregen door verhooging van onderwijs met 143,250,
marine 120,000, oorlog 102,000 (beide wegens stijging
der prijzen van brandstoffei en metalen), uitkeering van
personeele belasting aan de gemeenten 124,000 en uit-
Veel liever blijf ik doen, wat ik tot dusverre in mijne brieven
heb trachten te doen, namelijk vingerwijzingen te geven op ge
breken, die in onzen tijd nog bestaan, maar die niet behoorden
te bestaan zal de wet, waardoor wij geregeerd worden, eerlijk naar
letter en geest worden uitgeverd. En mogt het nu wezen dat
er personen zijn, die zeggende vingerwijzingen doen mij pijn
dat dezen zich niet laten opwarren door personen, die achter het
scherm blijven zitten, maar dat ze zich stil houden, de geslagen
wond uitdrukken, opdat de kwae sappen worden verwijderd, maar
niet iets doen, waardoor de rand meer ontstoken kan worden.
Ik neem afscheid van mijn vrigen brief en hoop er niet weer
op terug te komen.
In onze tegenwoordige sameniving hooren en gebruiken wij veel
woorden, die geen Hollandscheljn, maar die zoo langzamerhand
in onze moedertaal het burgernht verkregen hebben. Maar als
er nu eens iemand was, die 05 afvroeg; „gij bezigt dit of dat
woord, gij wilt er iets meê tikennen geven, zeg mij nu eens,
wat beteekent dat woord, of; we verstaat gij er onder?" dan
geloof ik, zouden wij dikwijls iet den mond vol tanden staan.
Dat wij, volwassene bewoirs van ons Noorderkwartier, die
meer couranten lezen dan onze deren, (die bepaalden zich alleen
tot den wekelijkschen Nieuwsbts) ons meer schuldig maken aan
het bezigen van die vreemden uitheemsche woorden, dan zij,
behoeft ons niet te verwonderei want onder het lezen komen ze
ons telkens onder de oogen daardoor worden ze ons op de
lippen gebracht. Dat wij nu, c reeds bejaarden en oudjes zijn,
die woorden overnemende in nze gesprekken ze niet verstaan,
daarin is niets wonders gelegenwant het lager onderwijs, dat wij
in onze jeugd genoten hebben, as er naar, en de hulpmiddelen
om het weinigje dat we geld hadden te onderhouden en te
vermeerderen, waren in onze joB jaren zeer gering; maar dat
het jongere geslacht bij oneind veel verbeterd onderwijs en veel
meer hulpmiddelen om het es geleerde niet slechts te onder
houden, maar te vermeerderende woorden nog niet begrijpt en
aan hen geen beteekenis weet leven, dat is minder verschoonbaar
en Btrekt dat geslacht niet tot re.
Een woord, dat wij op h gebied van het staatsburgerlijk
leven dikwijls hooren en lezen het woordAristocratie. Meer
malen heb ik gedacht: wat madat woord toch wel beteekenen?
Nu eens hoorde ik het bezigen; een eeretitel, dan wederom als
een scheldnaam. Vreemd, da; ik, dat een en hetzelfde woord
zulk een tegenovergestelde betenis hebben kan. Ik zocht licht
en sloeg het: Ironisch comisch ycho-chemisch woordenboek van
Eocke Simonsz na, maar mis, hem was geen licht te vinden.
Ik daeht verder na, en kwam de belangrijke ontdekking, dat
het woord Aristocratie een Grich woord is en dat het uit twee
woorden is saamgesteld. De opronkelijke woorden zal ik maar
niet in Grieksche letters sehrij; omdat wij, eenvoudige bewoners
van ons Noorderkwartier, zem toch niet kunnen lezen; de
Grieksche woorden zal ik duiet Hollandsche letters schrijven.
Het woord Aristocratie is saaateld uit: Aristosen ncratein."
breiding van postwezen en telegrafie 188,970, samen
reeds 678,220, maar door verminderingen waar de publieke
dienst het slechts eenigzins gedoogde tot het voormelde
cijfer gereduceerd.
Over 1873 zullen evenzeer suppletoire begrootingen
komen als over 1872, en daarom gaat het 0. i. niet aan,
de raming voor '73 te stellen tegenover die van '72 plus
de daarop gekomen verhoogingen. Stellen wij de primitieve
hegrootingen tegenover elkander, dan is die voor '73, met 6 mil
joen voor spoorwegen, ƒ1,742,983 lager dan die voor '72 met
8 miljoen voor spoorwegen, en zijn dus beide, zonder die
buitengewone uitgaaf, nagenoeg gelijk.
Voor het op de begrooting blijvende tekort van 5Tag
miljoen, nagenoeg overeenkomende met de ongedekte 5|
miljoen voor de Staatsspoorwegen, wenscht de minister
machtiging te erlangen tot het uitgeven van schatkist
biljetten, waarvan echter door de bestaande kasruimte (op
ultimo Augustus 11. nagenoeg 40 miljoen, waarvan 27
miljoen aan koloniale saldo's) weder geen gebruik zal
worden gemaakt, zijnde dan ook voor deze biljetten geene
rente op de begrooting uitgetrokken. Overigens zou die
uitgifte, als leening voor eene productieve zaak, zeer wel
te verdedigen zijn, te meer omdat sedert 1860, slechts met
eene bijdrage van 1,780,000 uit het domeinfonds, reeds
132| miljoen voor het aanleggen der Staatsspoorwegen is
besteed, zonder dat men daarvoor iets heeft behoeven te leenen.
Bij de raming der middelen zijn de eigenlijke belas
tingen, inkomsten der domeinen, posterijen, telegrafen en
loodsgelden bijna 9 ton beneden de opbrengst van 1871
geraamd, hoewel de raming deswege voor 1873 die voor
de dienst van '72 toch met ruim 2T3g ton overtreft. Die,
hoezeer verhoogde, lage raming doet vertrouwen, dat de
middelen in '73 aanzienlijk meer opbrengen en tot belang
rijke vermindering van het tekort strekken zullen.
In vele opzichten biedt het gegeven financiëel overzicht
lichtpunten aande achterstand van vorige jaren is gering
en zal zonder moeite gedekt kunnen worden, het loopende
jaar levert meer op dan men geraamd had, en voor het
volgende jaar zullen de uitgaven, behalve de buitengewone
voor de spoorwegen, uit de gewone middelen bestreden
kunnen worden.
Het eerste woord beteekent „de besteen het tweed» „regeeren."
Zie zoo nu zijn we op weg om het woord te lieren verstaan.
Letterlijk beteekent het dus „de regeering van de besten". Als de
woorden de oorspronkelijke en zedelijke beteekenis hadden be
houden en wij hadden een regeering van de bestenwat hadden
we een ideale regeering! Maar ook de woorden hebben in den
loop der tijden een andere beteekenis verkregen. Bij de verandering
der tijden en der mensohen is ook de beteekenis der woorden
veranderd. Vóór dat we nu verder kunnen gaan, moeten we eerst
weten wat regerenis en wat de „besten" zijn.
Het woord regeerenis zeer gemakkelijk te verklaren. Het
beteekent vooreerst-, invloed uitoefenen op den wil van anderen,
zoodat die volbrengen wat met wet, orde en maatschappelijk belang
in overeenstemming is; ten tweede, anderen naar onze hand
zetten; en ten derde, den baas over anderen spelen. Ziedaar de
beteekenissen van het woord „regeeren." Maar om nu de beteekenis
van het woord „de bestenop te sporen, dat is zoo gemakkelijk
niet. Dat woord is één van die woorden, die in den loop der
tijden het meest verandering en wijziging hebben ondergaan, en in
onze dagen een vaste beteekenis aan dat woord te geven, zooals
het in ons Vaderland gebruikt wordt, dat is een ware onmogelijk
heid. In oude tijden, toen de Keizers en Koningen, evenals in
onze dagen nog al eens met elkander overhoop lagen en oorlog
voerden, en er nog geen Kriipp kanonnen en chassepot-geweren
waren, opdat den soldaten op grooten afstand het levenslicht kon
worden uitgeblazen, toen het aankwam op lichaamskracht en
persoonlijken moed, toen waren de sterksten, de dappersten de
„besten." Personen, die zich door kracht, beleid en moed onder
scheidden, werden tot ridders geslagen, leengoederen hun ter besturing
toevertrouwd, in den adelstand werden ze opgenomen. Later, toen
de mensehen zicli meer mensch begonnen te gevoelen, de behoefte
aan kennis en wetenschap in hen levendig begon te worden, het
oorlogvoeren en moorden en plunderen hen niet meer volkómen
kon bevredigen, werden ook zulke personen tot de bestenge
rekend, die arbeidden aan volksverlichting en volksbeschaving, die
ijverden voor onderwijs en godsdienst. In den loop der tijden zijn
dan ook langzamerhand twee standen ontstaan, die de ganache
regeering over de mensehen in handen hadden, namelijk: de zoo
genaamde adel en de geestelijkheid. De adel oefende het zinnelijk
bestuur over de mensohen uit, terwijl de geestelijkheid de opper
heerschappij van het menschelijk denken meester traobtte te
blijven. De groote revolutie van het jaar 1789 heeft in dezen
toestaud der wereld een hoogst gewensehte verandering gebrast.
Door haar is de derde stand, de burger- en boerenstand in het
leven geroepen en door haar zijn aan dezen derden stand zijne
burgerschapsrechten verzekerd. Er mogen nu nog personen zijD,
die gaarne tot den burgerlijken toestand van voor 1789 terug
willen, maar dat gaat niet, zij streven naar het onbereikbare. De
tijdstroom heeft hen doen vallen, den tijdstroom dood roeien is
bovenmenschelijk, dammen tegen den tijdstroom opwerpen is kracht
verspilling. De onweerstaanbaarste van alle stroomen is de tijdstroom,
deze sleept alles met zieh. (Slot volgt.)