Engeland. n Duitschland en Oostenrijk. Zweden en Hoorwegen. Turkije. INGEZONDEN. SCHAGER MARKT van HEDEN. duelleren, die de eer van den ex-Keizer of die zijner familie aanrandde. Onlangs zond hij om zulk een reden eene uitdaging aan den heer Jezieski, van jde Opinion Nationale. Deze nam haar aan, doch alleen onder voor waarde, dat men met pistolen en op slechts zes passen afstands vechten zou, terwijl maar één pistool mogt geladen zijn. Daar Cassagnac een duellist van beroep is en dus tegenover hen, die dat handwerk niet kennen, steeds veel voor had, wilde de heer Jezieski de kansen voor beiden gelijk doen zijn. De heer de Cassagnac legt zich nu op het afranselen toe. In al de politie-bureaux te Parijs zijn groote op bord papier geplakte tabellen opgehangen. Die tabellen bevatten de eerste voorschriften, wat, in afwachting van geneeskundige hulp, gedaan kan worden om gewonden of uit het water jcge gehaalden hij te staan. Dat is een zeer nuttige maatregel. zoel hulp w:;. .delei open V! itou hei Bij het naderen der najaarsstormen op den Oceaan ontwikkelen de inspecteurs van de landverhuizing in Enge- eene groote naauwgezetheid in de beoordeeling van de zeewaardigheid der tot vervoer van landverhuizers «temde vaartuigen. Zoo werd dezer dagen te Liverpool iet uitzeilen verboden eener naar Quebec bestemde stoom boot, welke in ballast geladen met ijzerwerk en 130 land verhuizers aan boord hebbende door de inspecteurs geacht werd te zwaar geladen te zijn om den overtogt over den Jceaan zonder gevaar te kunnen volbrengen. Daily News roemt deze handelwijze zeer en betoogt de wenschelijkheid, dat een soortgelijk toezigt en even gestreng, mogt uitgeoefend worden op de andere uitzeilende schepen ''pen met name op de kolenschepen, waarvan er zoo velen 'jaarlijks vergaan. er Het is gebruikelijk, zoo eindigt het blad, met eene zekere e.v"j inverschilligheid ongelukken op zee aan de Goddelijke Voorzienigheid te wijten, doch op den bodem van liet {anaal zijn een aantal onwederlegbare bewijzen te vinden, lat die ongelukken voor een groot gedeelte toe te schrijven ijn aan oorzaken welke evenzeer in het oog vallen als gemakkelijk te voorkomen zouden geweest zijn. De Londensche Times heeft weder twee nieuwe brieven ,a Engelsche reizigers openbaar gemaakt, die verklaren oerf ip de Belgische spoorwegen uit hunne koffers bestolen te jn. L'Indépendance verneemt, dat de Belgische regering s «sloten heeft om, op de wijze zoo als dit op de Fransche an® ipoorwegen plaats heeft, eene controle in te stellen, waardoor iarvoor het vervolg het plegen van diefstallen op de spoorweg- lijnen zal worden voorkomen. 1 Ml Dezer dagen is achter een trap van een huis in Seven ials, een der ellendigste buurten van het Londensche ™!fast -end, het lijk gevonden van een vrouw, zoo goed als uakt, en van wie niemand iets scheen te weten, ofschoon en!' het huis door een aantal gezinnen wordt bewoond. Het is .dus niet uitgemaakt, of de ongelukkige vermoord is, dan J ml, of zij stervend zich in dezen schuilhoek had neêrgelegd. ensc Dit laatste ware niets vreemds in Seven Dials. Nog kort aa' eleden immers, in 't hartje van den zomer, stierven in ,a' ie buurt twee vrouwen den hongerdoodook die twee adden liever den adem willen uitblazen in een afzigtelijk ol, dan dat zij den bijstand inriepen van een instelling, voor sommige armen verschrikkelijker is dan de ge- enK angenis't werkhuis. De Globe, melding makende van ei? e bovenbeschreven ,/horrible discovery," klaagt in bittere °er' ewoordingen over den staat van zaken in de Londensche chterbuurten. Dat zulk een hel als Seven Dials geduld lIL' rordt in de rijkste stad der wereld (zegt het blad) is een bittere satire op onze hooggeroemde liefdadigheid. Te ans ergeefs is 't, de oogen te sluiten voor maatschappelijke immeren, die zich nu en dan op zóó ijzingwekkende wijze T apenbaren. Per mailstoomboot Elbe is in Engeland het berigt 01 1 angekomen, dat den 9 en 10 September in West-Indië ien hevige orkaan gewoed had. Te Martinique waren 16 'J chepen, waaronder de mailboot Isleman, en te Dominica j e raren al de in de haven aanwezige schepen vernield, en 'P beide plaatsen waren daarbij vele menschen om het an= ;ven gekomen. Te St. Kitts waren verscheidene en te Ln e larbados 5 schepen op het strand geworpen, ten p)e ]100p) f]a(; q gelukken zou, de veepest in haren. 1 'oortgang te breidelen, neemt meer en meer af. De plaag ran leeft reeds de grenzen van Yorkshire overschreden en hare ezv™ ffers geëischt in Lincolnshire, waar de pachters nog voor 0Db orten tijd bij de bevoegde magt op voorzorgsmaatregelen ran n het verordenen eener zorgvuldige afsluiting hadden p VO' i angedrongen. vUnl1" Een telegram van Havas meldt uit Rome dd. 29 Sept. jl.: »De Paus heeft gisteren voor het eerst den voet buiten ou„ifet Vaticaan gezet. he 'Pel ema» :trai| anen dat erkof ,n 1' igt, nac, Hij is niet uit de stad gegaan, maar miten de poort van het Vaticaan, genaamd della Zecca. 1 dngs den muur wandelende, is hij door de naastbijgelegen v oort weder den tuin binnengegaan. Op weg ontmoette hij g™ kardinaals Lucca en Bonnechose, die hij omhelsde. De werklieden te della Zecca kwamen voor de vensters riepen luide om den pauselijken zegen." aer Aan den Daily Telegraph wordt uit Alexandrië ge- Schreven dat de Koning Johannes van Abessinië de tusschen- I' bost van Engeland, Frankrijk, Rusland en Duitschland beeft ingeroepen in de tusschen Egypte en zijn land opgerezen geschillen. Bij diezelfde gelegenheid werd melding gemaakt ;CS '1 eene nederlaag, welke de troepen van den Koning in fj tene ontmoeting met de volgelingen van een der oproerige "landsche vorsten geleden hadden. vart| In de te Dresden verschijnende Constitutionele Zeitung -est men, dat ter gelegenheid van de viering der gouden Tuiloft van den Koning en de Koningin van Saksen op Iwn 10 November a. s. de Keizers van Duitschland en van 'ostenrijk en de meeste overige Duitsche Vorsten te Dresden '«wacht worden, derflti populairste der Oostenrijksche Aartshertogen, 1 Hendrik, zoon van den gewezen Onder-Koning van Lom- bardije, Aartshertog Reinier, vatte eene opregte liefde op voor een begaafd meisje, op wier goeden naam geen smet kleefde. Mejufvrouw Leopoldina Hofman, de gevierde zan geres wie deze liefde gold, beantwoordde die genegenheid door den Aartshertog haar hart te schenken en ten spijt van al de vermaningen des Keizers, van de hevige onte vredenheid der Keizerin, van het verdriet van de leden zijner familie, offerde hij rang, aanzien en ambt op en trad met haar in het huwelijk, 't Gelukkige maar verbannen paar vertrok naar Zwitserland en de gewezen veldmaarschalk leefde daar als particulier op een kleine villa bij Lucern. De jeugdige kunstlievende Koning van Beijeren schonk den Aartshertog zijn volle sympathie en verhief zijn gade tot gravin van Waldeck. Talrijk waren sedert de ver zoeken zoowel van de broeders des verbannenen, als van andere leden der keizerlijke familie, om genade voor regt te laten gelden. Vooral de dames van het hof waren er tegen, 't Is nu den ouden Koning van Saksen gelukt den Keizer bij zijn jongste bezoek aan het Saksische hof, ver gevensgezind te stemmen. Tot groote blijdschap zijner talrijke vrienden is de Aartshertog weder in zijn rang bij het leger hersteld en weldra hoopt men, dat liem al zijn vroegere regten zullen terug gegeven worden. Den 23 September is het stoffelijk overschot van Koning Karei XV uit het huis van den gouverneur te Malmoë naar het spoorwegstation overgebragt, alwaar een extra trein gereed stond om het naar Stockholm over te brengen. De Kroonprins van Denemarken met twee zijner ooms waren uit Kopenhagen aangekomen, om bij het vervoer tegenwoordig te zijn, terwijl het koninklijk huis van Zweden werd vertegenwoordigd door hertog August van Dalekarliën, jongsten broeder des Koning. De lijkkist, overdekt met een hermelijnen mantel en een purper met goud geborduurd overkleed, werd gedragen door de leden van den staf en de bevelhebbers van onderscheidene regimenten. Daar achter volgde de Deensc.he Kroonprins, met de Prinsen Hans en Willem, aan het hoofd van een talrijken stoet liooge en andere officieren, het stedelijk bestuur, ambtenaren, enz., benevens een groot aantal ingezetenen, in wier midden men de zang- en arbeiders-vereenigingen met hare in floers gewikkelde banieren opmerkte. De straten waar de stoet moest passeeren waren met lovers en bloemen bestrooid. Aan alle huizen was de Zweedsche vlag ter halver stok uitgehangen. Overal zag men voor de ramen dames en kinderen, die groen en kransen op de lijkkoets wierpen. Overal, maar inzonderheid bij de havenbrug, stond de menigte letterlijk opeengedrongen; maar toch heerschte allerwege eene voorbeeldige orde en eene eerbiedige stemming. Kort na 9 ure was de stoet bij het stationsgebouw aan gekomen. In den gereed staanden trein zag men een prachtigen katafalk, waarin de kist werd geplaatst, die voor de autoriteiten en notabelen eenige oogenblikken ter bezigtiging werd gesteld. Des namiddags ten half 4 ure bereikte de trein het station Lilyeholm, nabij Stockholm, alwaar Koning Oscar H, vergezeld van den rijksmaarschalk, Zweedsche en Noorweegsche staatsraden, den koninklijken stadhouder en vele andere hooggeplaatste perionen, het lijk stond op te wachten. Een half uur later kwam de stoet bij de Ridderholmsbrug, en werd aldaar, onder het luiden van alle klokken, door den stedelijken raad op het grond gebied der hoofdstad ontvangen. Van daar werd het lijk naar het koninklijk slot gedragen. Langs dien geheelen weg stonden de militairen in twee gelederen geschaard. Ook hier weder zag men uit bijna alle bovenramen in rouw gekleede dames bloemen op de kist werpen. De stoet werd geopend door 24 trabanten te voet, gevolgd door de geneesheeren des Konings, achter welke het lijk door 24ordonnance-officieren en adjudanten werd gedragen. Achter de lijkbaar ging Koning Oscar II met den hertog van Dalekarliën, gevolgd door de ministers, een escorte uit het huzaren-regiment Karei XV, benevens het stedelijk bestuur. Bij de aankomst op het kasteel werd het lijk ontvangen door de Koningin-weduwe, den Kroonprins, de hertogen en de hertogin van Dalekarliën, en vervolgens in eene in rouw gedecoreerde zaal nedergezet, alwaar het tot de begrafenis geplaatst zal blijven. Een Europeesch en instrumentaal concert in het paleis van den sultan gaat met groote moeijelijkheden gepaard, daar er in tegenwoordigheid van den Zoon des Profeets niemand van een stoel gebruik mag maken. Toen de Fransche gezant, de heer de Vogué, voor eenigen tijd audiëntie bij den Sultan had, werd hij zoo moede van het staan, dat hij uit vrees van neêr te zullen vallen, alle etiquette ter zijde zette en hardop om een stoel riep. De Sultan was zoo verontwaardigd over deze handelwijze, dat hij oogenblikkelijk de audiëntie afbrak; de gezant werd eveneens boos over deze handeling en vertrok oogenblik kelijk naar Parijs, waar hij zich nu bevindt. In vroeger dagen zou zulk een strijd een gevaarvolle beteekenis hebben, maar tegenwoordig voert men niet ligt oorlog om een stoel, uitgenomen dien welligt waarop de Paus zetelt. De Sultan zegt tot zijne verontschuldiging, dat hij niet wist dat de heer de Vogué den rang van gezant bekleedde, en alzoo het regt had zich in zijne tegenwoordigheid neder te zetten. De bekende pianist Leopold Mayer heeft, naar aanleiding dezer gebeurtenis medegedeeld, wat hem bij een concert aan het hof te Konstantinopel wedervaren is. Het is geen gemakkelijke zaak, zoo meldt hij, in het serail een muziek uitvoering te geven. Men wordt des morgens ten 8 uur afgehaald, om des namiddags ten drie uur te spelen, en dan moet men nog in een stijve uniform gekleed zijn. De zeven uur, die men te wachten heeft, worden doorgebragt in een mooije galerij, waar men niet mag gaan zitten. Nu en dan komt er een lieiduk binnen om te melden wat er bij den sultan gebeurt: Zijne Hoogheid staat op, wordt er medegedeld, en oogenblikkelijk buigt een ieder zich neder, om zijne vreugde te kennen te geven over deze gebeurtenis. Wat later hoort men; Zijne Hoogheid gaat in het bad; daarnaZijne Hoogheid drinkt koffij, en telkens valt men voorover, steeds met grooten eerbied. Eindelijk kwamen eenige slaven met het vleugelstuk bin nen, waarvan de pooten afgenomen waren om den fraaijen mozaïkvloer, die uit de zeldzaamste houtsoorten bestaat, te sparen. De vleugel werd daarna op den rug van vijf Turken gezet; de arme menschen lagen op hunne knieën en steunden onder het kolossale gewigt, dat hen bijna ver- morselde. Ik waagde het aan te merken dat ik niet kon spelen op de ruggen der Turken, en dit mijn zeggen werd zoo uitgelegd, dat de vleugel niet waterpas stond. Oogenblikkelijk kwam er een hofbeambte met een kussen aanloopen, dat hij op den rug van den kleinsten Turk legde. Nadat alles in orde was gebragt, werd ik aange moedigd om te beproeven of de vleugel goed gestemd was, terwijl het niemand inviel dat het een menschelijk gevoel, een innig medelijden met de Yijf levende vleugelpooten was, dat mij bezwaren deed maken. Ik was genoodzaakt den Turkschen hofbeambte te zeggen waarop ik als beschaafd man aanspraak kon maken, en het duurde lang vóór men mij begreep. Nu werden de werkelijke pooten onder den vleugel gezet. Daarna kwam de Sultan, en nadat wij allen, na de ongeloofelijkste strijkages gemaakt te hebben, te kennen hadden gegeven hoezeer de tegenwoordigheid van den Sultan ons imponeerde, kreeg ik bevel te spelen. Ik keerde mij naar den vleugel en vroeg een stoel. Allah il Allah Salamek! luidde het in koor. Men mag niet gaan zitten in tegenwoordigheid van Zijne Hoogheid. Mayer moest staande spelen. De inbraak in de kelders der bank van Baltimore is een der stoutste schurkenstreken die zich in den laatsten tijd hebben voorgedaan. Eenige bijzonderheden mogen hier eene plaats vinden: „Den 15 Aug. werd een der aan de bank grenzende panden betrokken door de firma Stabler Co., graanhandelaars, die daar hunne kantoren en opslag overbragten. Spoedig nadat zij daar gevestigd waren, be gonnen zij hunne operatiën tegen den muur, die hun kantoor van de bank scheidde, welke muur zij openbraken, zoodat zij op drie duim dikke ijzeren platen der brandkist stieten, waarin de bank hare deposito's bewaarde. Ook in deze platen waren weldra gaten geboord en zoodoende was eene opening verkregen, waardoor de dieven zich in het bezit stelden van 35,000 dollars in banknoten, 15,000 dollars in staats-effecten en 100,000 dollars in particuliere deposito's. In den nacht van 19 Aug. was het werk klaar en den volgenden morgen was de firma Stabler Co. gevlogen. In het kantoor werd niets anders gevonden dan de overblijfselen van een stevigen maaltijd, benevens een collectie van de meest vernuftig uitgedachte breekinstru- menten, die door hunne nieuwheid en originaliteit ieders verbazing opwekten. Dergelijke werktuigen had de Bal- timoorsche politie nog nimmer gezien. Naar het schijnt is de firma „Stabler" valsch en zijn de bedrijvers van deze ontvreemding op groote schaal geen Duitschers: aldus ver zekert een Duitsch blad. Geachte heer Redacteur! Gedachtig aan de zinspreuk van uwe courant: „Wij huldigen het goede!" verzoek ik voor het onderstaande om een klein plaatsje. Onze vaderlandsche liefdadigheid en opofferende menschenliefde is over bekend, en strekt zich niet zelden uit tot in den vreemde. 't Verwondert mij echter, telkens als ik den naam lees van T. H. de Vries, te Beneden-Knijpe, in Friesland, dat die persoon op zulk een hoogen leeftijd (107? jaar), in armoedigen toestand ver keert. Zou daar niets aan te doen zijn? Ieder weldenkend mensch eu huisvader moest, dunkt mij, eerbied hebben niet alleen voor zulke hooge jaren en grijsheid, maar zoo mogelijk die laatste levensjareu vervrolijken en bemoedigen, door eene kleine voorziening in de eerste levensbehoeften. Schrijver dezes, ofschoon verre van Friesland verwijderd en geheel onbekend met den persoon in kwestie, vindt het zulk een aangenaam gevoel, om te helpen waar men kan, al is zulks niet juist in onze directe omgeving. Och toe Mijnheer! help me een weinig, en doe er zoo mogelijk een woordje bij om veler harten te bewegen tot een kleine gift, om in die bekende dringende behoefte te voorzien. Dat zulks van verre komt, is misschien goed voor de zaak zelve, dan zullen, dunkt me, nabijwonendeu zich ten minste niet ont trekken, als zijnde nog beter met den persoon bekend. Een goede daad geeft ons vrede in 't gemoed! Bij inzender dezes kunt ÜEd. over f 2.— beschikken voor gezegd doel. Dat velen volgen! Hoogachtend Uw WEd. Dienstv. Dienaar, Z. (Het goede doel gaarne ondersteunende, plaatsen wij het boven staande en stellen ons beschikbaar voor de ontvangst en de overmaking der gelden, die men daarvoor zou willen afzonderen. lied.) PER TELEGRAAF. 10 Paarden f 40al00 Ossen - a Stieren - 125al80 Gelde-Koeijen - 110a310 Kalf-Koeijen - 55a230 Vaarzen 105al40 Hokkelingen - 40a 60 5 Nueht.Kalveren- 20a 24 Vetteltammen - 35a 75 1160 Schapen - 18a 39 Lammeren f 18 a 25 52 Bokk.enGeiten - 5 a 12 MagereVarkens- 16 a34J 81 Biggen - 8 a 13 25 Eenden c. 40 a 60 100 Kippen - 40 al75 Boter per kop -95 a KaasperK.G. - 40 a 60 Kip-Eijeren per 100 -400 a Eend-Eijeren -500 a Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). Windrigting en Kracht. Barometer Stand. 12 12 zzw. z. zzw. 12k. 8# 749.61 747.24 748.12 Afw. Thermometer C. Stand. I Afw. o o fc Toestand van de zee. •11.21 •13.54 ■12.66 16.6 15.4 15.6 f 2.0 f 2.9 t 1.0 0.90 Golvend 0.96 0.89

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3