1872. N°. 125.
Vrijdag 18 October.
30 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Indische Tarieven.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER
HOLENPLEIN, r. 163.
Cz.
Binnenland.
ïes li
alhiu
il ha
196.
181:
naai:
19 i
t»
ehapt
'Ta
hecto
f 10
3 al
Aard
hectol
HELDERSCHE
E.\ MEHWEDIËPER COURANT
,W ij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.80.
franco per post - 1.65.
Prijs der Ad vertentiënVan 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS:
Naar Oost-lndië: via Triest 29 Oct. 's avonds 6 u. 25 m.
Marseille 24 Oct. 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 31 Oct. 's avonds 6u. 25 m.
West-lndië: via. Soidhampton 31 Oct., 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St.Nazaire 4 Nov., 's avonds 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 23 Oct., 's morg. 6 u. 25 m.
via Triest 22 Oct., 's m. 6u.25m.
eue!
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ANNA PAULOWNA brengen ter kennis van belang-
hebbenden, dat op den dag van heden door hen voorloopig
is vastgesteld en gedurende de eerstvolgende veertien
werkdagen, op de gewone kantooruren, van des morgens
tot 1 ure, voor een ieder op de Secretarie der gemeente
ter lezing is nedergelegd, het Suppletoir Kohier van
den Hoofdelijfcen Omslag, over het dienstjaar 1872,
en dat binnen dien tijd de aangeslagenen tegen hunnen
aanslag bij den Raad bezwaren kunnen inbrengen.
Anna Paulowna, den 15 October 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. E. PERK, Burgemeester.
A. J. DE JONGH, Secretaris.
roopa
aatsei
>f—r
->prii
•d inai
i.
rkocl
'N.
Gedurende eenige dagen is in de Tweede Kamer besproken
ie door de regeering voorgestelde wijziging der Indische
tarieven. De belangen van moederland en koloniën, van
iroducenten en consumenten in beiden zijn er nauw in
itrokken, ja, wil men alles gelooven wat er al zoo over
gepraat wordt, dan staan het behoud van onze, voor handel
delb» tn scheepvaart hoogst gewichtige, koloniale markt en het
0, di lehoud van onze, in de laatste jaren zoo toegenomen,
katoen-industrie er bij op het spel. Wat wij ook mogen
lijn, hoe weinig ons oppervlakkig deze tariefskwestie schijnt
:e raken, de voorgedragen verandering mag ons niet onver-
ichillig latenal lust het ons niet, de uitvoerige discussiën
inzer Vertegenwoordiging er over te lezen, wij dienen in
f hoofdzaak te weten wat er omgaat. Daarom willen wij
onze attentie aan deze tariefshervorming wijden.
Voldoende aan de verplichting bij de wet van 1865 aan
00 I de regeering opgelegd, stelt zij de tegenwoordige herziening
ien 1 Ier tarieven voor en bepaalt die tot de volgende hoofdpunten.
I. Afschaffing der differentiële in- en uitvoerrechten.
II. Behoud van de bestaande uitvoerrechten voor enkele
artikelen, gerekend tegen 1 p. c. der waarde, en
heffing van dergelijke rechten van de tot dusver vrij
gelaten suiker en thee, de een tegen 30, de ander
tegen 100 cents per 100 ponden.
Heffing van een invoerrecht van 6 p. c. behalve van
gedestilleerd, dat belast wordt met 40 per vat.
I. Het zwaartepunt der voordracht ligt in de afschaffing
Ier differentiëele ^echten, van die beschermende rechten,
welke den invoer van producten onzer nijverheid in de
loloniën en den uitvoer der koloniale producten naar het
oederland begunstigen boven de invoeren uit en de uit-
oeren naar den vreemde. Nu Nederland voor zich met
iet beschermend stelsel gebroken heeft en daar wel bij
;evaren is, meent de regeering, dat ook de tijd gekomen
om op Java geen onderscheid tusschen Nederlanders en
Teemden te maken. De differentiëele invoerrechten gelden
loofdzakelijk onze manufacturen, die eene bevoorrechting
alver
1408
64}j
65{
87f
291
25}
26}
18
40!
HL
fo
860
98}
741
93}
248}
229} 41
2211
97
276}
59}
59A
64,}
64}
269
674
158
51}
83}
95 j
98}
tan 6 (vóór 1869 van 121) p. c. der waarde genoten, de
B.
differentiëele uitvoerrechten de koffie, suiker, indigo en tin.
moge men nu in beginsel het vrijhandelssysteem zijn
toegedaan, toch kunnen er omstandigheden zijn, die, althans
tijdelijk, de toepassing onraadzaam maken, en zoo kunnen
de vragen rijzen
A. Kan onze tot nog toe beschermde katoennijverheid
de genoten bescherming missen zonder tot verval te
geraken? En
Zullen, zonder bescherming, de Indische stapelpro
ducten hunnen weg naar Nederland blijven nemen
en hunne markt daar gevestigd blijven?
Zien wij hoe het daarmede gesteld is.
A. Onze katoennijverheid, vooral in Twente en in Noord-
abant gevestigd, is sedert de verlaging der beschermende
jgj} 'echten niet achteruit, maar krachtig vooruitgegaan. Zij is
door de afschaffing der belasting op de brandstoffen, door
spoorwegverbindingen met de Duitsche en Belgische
72} lolendistricten en door de vestiging eener toenemende
74} katoenmarkt zoozeer gebaat, dat de weinige nog overge
ven bescherming onnoodig voor haren bloei genoemd
"ag worden. Is het waar, dat', de weverijen nog voor een
diep. 8°ed deel hun garen uit Engeland ontbieden en daarvoor
met de vracht bezwaard worden, spinnerijen, hoezeer
minder beschermd dan de weverijen, ontstaan hier te lande
meer en meer. De fabrikanten zijn op de afschaffing der
bescherming lang voorbereid en krachtig genoeg om aan
de vreemde mededinging in Indië het hoofd te bieden,
werwaarts zij boven vreemden het voordeel van lage
vrachten hebben. En dat zij werkelijk daartoe in staat zijn,
blijkt uit het debiet, door hen reeds op vele vreemde,
onbeschermde markten gevonden; een bewijs dat zij ook in
onze koloniën, waartoe zij meer dan vreemden in betrekking
staan, de concurrentie der Engelschen niet behoeven te
vreezen. Dat zij de genoten bevoorrechting nog wel langer
zouden willen behouden, is zeer natuurlijk, maar wij mogen
niet vergeten, dat die bevoorrechting geschiedt ten koste
der inlandsche bevolking. Differentiëele invoerrechten hou
den, doordien zij de concurrentie weren, de prijzen hooger
dan zij werkelijk behoeven te zijnen, moge zulks voor
ieder inlander slechts eene zeer geringe vermeerdering van
uitgaven baren, zij scheppen een privilegie ten gunste van
weinigen, in strijd met onze begrippen van billijkheid. Zij
geven ook aanleiding tot misbruiken met de certificaten
van oorsprong, die de herkomst der ingevoerd wordende
fabriek waren moeten constateeren.
B. Differentiëele uitvoerrechten zijn nog minder te recht
vaardigen dan dergelijke invoerrechten. Onze groothandel
is machtig en wakker genoeg om de geringe bescherming
op koffie, suiker, indigo en tin te kunnen ontberen. De
Java-tabak en thee, die geene bevoorrechting genoten,
hebben niettemin, de eerste geheel en de tweede grooten-
deels, haren weg naar en hare markt in Nederland gekozen,
terwijl de uitvoer van suiker naar Nederland ondanks de
bevoorrechting vermindert. Wil van eenig artikel de markt
zich verplaatsen, de geringe differentiëele rechten zullen
het niet kunnen keeren. 't Zou dan ook eene hopelooze
poging zijn om, nu het consignatiestelsel ingekrompen
wordt, de betrekkingen tusschen moederland en koloniën
te willen bevestigen door beschermende rechten. De be
scherming heeft niet kunnen beletten, dat Hamburg en
Bremen, kleine Staten zonder koloniën, ons in handels- en
scheepvaartverkeer ver boven het hoofd zijn gewassen.
II. Uitvoerrechten drukken den uitvoer. Indië moge
goedkoope grond en werkkrachten en een gunstig klimaat
bezitten, op goede vervoermiddelen kan het niet bogen.
Wat het oplevert, koffie, thee, suiker en tabak, groeit ook
elders, zoodat de Indische producenten, om met andere
voortbrengers te kunnen concurreeren, zich het verlies van
het bedrag der uitvoerrechten moeten getroosten. Een
uitvoerrecht op de suiker klemt te meer, omdat de fabri
kanten steeds duchtiger concurrenten bekomen in die der
beetwortel-suiker. Geheele afschaffing zou dus het wen-
schelijkst zijn, maar, hoe gering ons de opbrengst der
Indische rechten in verhouding tot het bedrag der Indische
begrooting ook voorkomt, de regeering meent, bij het harder
stijgen der uitgaven dan der inkomsten, de opbrengst niet
te kunnen missen. Zij bepaalt de heffing evenwel tot
enkele artikelen en wel tot de voor de Europeesche markt
bestemde; een algemeen uitvoerrecht zou niet mogelijk en
belemmerend voor den binnenlandschen handel in den Indi-
schen Archipel zijn, vooral indien het ook werd uitgestrekt
tot artikelen aldaar voor consumtie dienende.
III. Aanvankelijk had het vorige kabinet een invoerrecht
van 10 p. c. voorgedragen, 'twelk zij in het belang der
Indische financiën noodig keurde, en omdat zij meende, dat
de welvaart en de nijverheid in Indië meer bevorderd
zouden worden door den aanleg van spoorwegen en haven
werken, dan door verlaging der invoerrechten. Zoowel de
Tweede Kamer bij haar voorloopig onderzoek, als de dag
bladen toonden zich teleurgesteld over dit cijfer. Lage
rechten toch weren sluikhandel en ontduikingen, bevorderen
het ontbieden van elders van stoffen en werktuigen door
de ontginners, vermeerderen den omzet en brengen ten
slotte meer op dan hooge. Nu de regeering heeft kunnen
goedvinden om, zij 't ook wat laat en onverwacht, van de
10 tot 6 p. c. te dalen, meenen wij, dat veler bezwaren
opgeheven zullen zijn.
Bij het voorloopig onderzoek der voordracht waren,
behalve genoemde verlaging, ook nog deze beide denk
beelden geopperd: eenheid van tolgebied van Nederland en
Indië, met een inkomend recht van 5 p. c verklaring
van geheel Neêrlandsch Indië tot eene vrijhaven. Deze
denkbeelden zijn bij de beraadslaging opgenomen in amen
dementen, waarvan wij het lot later, tegelijk met dat der
geheele voordracht, zullen melden.
HELDER en NIEUWEDIEP, 17 October.
Groote beweging heeft de gewelddadige uitzetting van
Prins Napoleon uit Frankrijk verwekt.
Aan de Fransche
dagbladen geeft deze gebeurtenis stof tot bespreking. Hier
achter deelen we onder Frankrijk daaromtrent eenige
bijzonderheden mede.
De ongeregeldheden te Ferrol worden mede druk besproken.
Men vermoeit zich over de vraag, of deze rustverstoringen
den naam van „oproer" of „opstand" verdienen. De be
langrijkheid dier gebeurtenis is echter voor het grootste
deel het gevolg van de plaats waar de rustverstoorders
zich verschanst hebbenhet arsenaal. Dat arsenaal is het
grootste van Spanje en een van de grootste van geheel
Europa. Het schijnt evenwel onmogelijk om met het gering
aantal insurgenten dit uitgestrekte etablissement te ver
dedigen. Daarom hebben de regeringstroepen zich tot eene
insluiting bepaald van het terrein, dat eene belangrijke
sterkte vormt.
In Turkije is een nieuw ministerie opgetreden, dat zijne
regerings-beginsélen heeft openbaar gemaakt, inzonderheid
ten opzigte van Servië en Montenegro. Den vorst van
eerstgenoemd gewest wordt herinnerd dat hij niet geheel
onafhankelijk is, en de Montenegrijnen hebben vernomen,
dat de personen, die zich aan de onlangs plaats gehad
hebbende ongeregeldheden hebben schuldig gemaakt, door
de Porte als hare onderdanen zullen gestraft worden.
Volgens een bij het Departement van Marine ingekomen
berigt, is Zr. Ms. transportschip met stoomvermogen Java,
onder bevel van den kapt.-luit. ter zee G. H. Bakker,
den 5 Sept. van Batavia in de Simonsbaai (Kaap de Goede
Hoop) aangekomen, en zou den 15 daaraanvolgende \xm
daar de reis naar Nederland voortzetten. Aan boord wa3
alles wel.
Zr. Ms. stoomschip Citadel van Antwerpen, onder bevel
van den kapt.-luit. ter zee J. W. Binkes, is heden morgen
van hier naar Batavia vertrokken.
Op de Westgracht vond heden morgen een bewoner
zijn melkgevende geit, met afgesneden nek op zijn erf liggen.
We hopen dat de politie den bedrijver van deze schan
delijke daad moge ontdekken.
In de zaak van Cornelis de Porto of du Porto, die
verleden week teregt stond, wegens opzettelijke brand
stichting in een gebouw waarbij te voorzien was dat eenig
menschenleven kon worden in gevaar gebragt, den 16 Mei
1872 gepleegd op de hofstede „Antwerpen" in den polder
Eijerland op Texel, is jl. Dingsdag morgen door het Prov.
geregtshof in Noordholland uitspraak gedaan. Het hof
heeft verklaard, dat niet bewezen is dat te voorzien was
geweest gevaar van menschenlevens, daar het gebouw,
waarin de brand werd gesticht, geheel afzonderlijk was
gelegen en bovendien dadelijk bij het ontstaan van den
brand de dienstbode, die zich met een kind alleen in het
huis bevond, zich daaruit heeft verwijderd. De Porto is
derhalve schuldig verklaard aan opzettelijke brandstichting
en deswege veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf en vrij
gesproken van de verzwarende omstandigheden.
Men schrijft ons van Texel, dd. 16 dezer:
„De met averij in onze haven liggende Engelsche schoener
Stephin is geheel leeg gelost, ten einde op de timmerwerf
alhier te worden gerepareerd. Ondanks vele pogingen is
men er nog niet in geslaagd, het schip op de werf te
brengen, wijl de sleê telkens onklaar geraakte. Men ver
moedt dat een ongemak aan de kiel van het schip deze
belemmering veroorzaakt."
„Heden morgen is aan het strand alhier gevonden een
zwart geschilderd naambord, waarop met ingesneden witte
letters „Silent."
Jl. Zondag is in het lokaal Dalrust te Amsterdam
weder eene bijeenkomst gehouden, uitgeschreven door de
„Yereeniging der Internationale." Daarin is over onder
scheidene onderwerpen van gedachten gewisseld, zonder dat
men echter tot een resultaat is gekomen. Ris opperde
o. a. het denkbeeld om eene deputatie naar den Koning
te zenden, ten einde Z. M. persoonlijk de grieven en wenschen
des volks kenbaar te maken. Het denkbeeld vond bijval,
maar het nemen van een besluit is uitgesteld tot de eerst
volgende bijeenkomst.
In de werkplaats van den vuurwerkmaker P. L. van
der Brugh, te Amsterdam, heeft eergisteren nacht een zware
ontploffing plaats gehad. De schok in den omtrek was zoo
hevig, dat nabijwonenden plotseling in hunne rust opgeschrikt,
in het eerst aan eene aardbeving dachten. Het steenen
gebouw en twee houten loodsen sloegen uit elkander en zijn
afgebrand. Persoonlijke ongelukken hebben daarbij niet
plaats gehad. De belendende perceelen hebben zwaar ge
leden. Van al de huizen op circa 100 meters van de
fabriek gelegen zijn de glazen gesprongen, in sommige zelfs
de ramen vernield en de pannendaken zwaar beschadigd,
zoo al niet geheel vernietigd. De naaste perceelen zijn
bijna ruïnes geworden. De oorzaak is onbekend.
Niettegenstaande het ongunstige weder, is jl. Dingsdag
i te Beverwijk de aangekondigde harddraverij gehouden,