Benoeming-en, enz.
Provinciale Staten van Noordholland.
STATEN-GENERAAL.
Buitenland.
België.
Frankrijk.
Engeland.
Naar de N. Rott. Crt. verneemt, is dezer dagen een
belangrijk defect ontstaan aan eene der beide pompmachines
te Schellingwoude, door de Kanaalmaatschappij gebouwd
en bestemd om den waterstand in het IJ op een vastgesteld
peil te houden.
Door het loswerken van eenig deel dier machine, is
de zuigerstang door den bodem der cilinder en het loopende
werk geslagen, waardoor veel vernield en ontzet is geworden,
waarvan de herstelling geruimen tijd zal aanhouden.
Op de jl. Vrijdag en Zaturdag te Utrecht gehouden
veemarkt waren ongeveer 1000 stuks vee aangebragt, waarvan
door de Fransche handelaren ruim 100 en door de Duitsche
175 stuks werden opgekocht; voor het guste vee werden
de ongekend hooge prijzen van 250, en voor het dragtige
-300 per stuk besteed.
Jl. Maandag is op klaarlichten dag een pendule gestolen
uit het huis, bewoond door den heer v. Z. te Utrecht, terwijl
eenige werklieden de deur hadden opengelaten, waarvan de
dief gebruik heeft gemaakt om de kamer binnen te sluipen.
De dader is tot nog toe onbekend.
De directeur van de beide instituten der Moravische
broedergemeente te Zeist, de heer H. T. Verbeek, jl. Don
derdag naar Duitschland vertrokken zijnde om een nieuwen
secondant te engageeren, is den volgenden morgen in zijn
logement te Altena dood te bed gevonden. Op het kerkhof
der broedergemeente te Neuwied zal zijn lijk ter aarde
besteld worden.
Men verneemt, dat de algemeen bekende uitspanning
„de Prinsentuin" te Vlissingen, met daarbij behoorenden
tuin, voor 67,000 is aangekocht, voor de stichting van een
suikerfabriek. Nu de tijd nadert, dat de dok- en haven
werken gereed en voor de vaart geopend kunnen worden,
openbaart zich hoe langer hoe meer lust tot aankoop van
terreinen, voor te stichten bergplaatsen of fabrieken. Men
hoort van Duitsche en Engelsche handelshuizen, die zich
daar voorloopig door een vertegenwoordiger komen vestigen,
doch de Nederlandsche handel schijnt als beginsel te hebben
aangenomen, voor Vlissingen's toekomst blind te blijven. (D.)
In de vergadering der Geldersche Maatschappij van
Landbouw is besloten maatregelen te nemen om de uit
oefening der veeartsenijkunde door onbevoegden te doen
ophouden.
Men berigt uit 's Heerenberg, dat 19 personen uit
Emmerik, betrokken bij de treurige gebeurtenissen die op
1 April te 's Heerenberg voorvielen, thans, na eenigen tijd
in vrijheid geweest te zijn, wederom te Wezel in de
gevangenis gebragt zijn. Heden zal in hunne zaak, waarbij
90 getuigen waren opgeroepen, uitspraak gedaan worden.
Bij een dezer dagen plaats gehad hebbenden brand te
Buren in eene boerenwoning bleef een der huisgenooten,
een meisje van 20 jaren, van den schrik dood.
Het Prov. Geregtshof in Overijssel zal a. s. Zaturdag,
's morgens 11 ure, behandelen het appèl van dr. J. van
Vloten tegen het vonnis der regtbank te Deventer van 10
Sept. 1872, waarbij hij wegens laster is veroordeeld tot 15
dagen cellulaire opsluiting, 300 boete, enz. Een getuige,
ds. B. C. J. Mosselmans, van Groningen, zaj worden
gehoord, terwijl de heer W. S. M. S. Modderman, advocaat
te Groningen, voor de beleedigde partij zal optrèden. De
heer W. J. Knottenbelt, advocaat te Rotterdam, zal den
beklaagde in zijne verdediging bijstaan. (Amst. Crt)
De jh Maandag te Steenwijk gehouden St. Maartens-
veemarkt was zeer druk, met grooten kooplust en stijgenden
prijs. Vette koeijen golden per kilo 70 h 74 ct.; kalfde 160;
melkgevende 100 h. 200; guste 150 a 180; vaarzen
130 k 160; pinken 100 a 120; kalveren 20 a 40;
stieren 50 a 80; vette varkens per kilo 58 k 62 ct.
magere 33; biggen 15 k 30; Friesche schapen 12 a
22; Drentsche dito 5 a 9; geiten 6 a 13.
De uitgezaaide rogge te Dalfsen staat voortreffelijk
en vertoont een helder groen uitzigt over den akker.
Ook in Friesland heeft men last van hooge water
standen. De vele regens der laatste dagen hebben het
water volgens peilschaal opgevoerd tot een hoogte van
nagenoeg 50 centimeter boven zomerpeil. De laag gelegen
landerijen zijn alle weder ondergeloopen, zoodat in sommige
oorden, waar men voor nog slechts weinige weken het vee
in de weide zag grazen, nu groote watermassa's, meren
gelijk, worden aangetroffen.
Jl. Zaturdag is bij de Lemmer een arend geschoten.
De vogel had 8 voet vlucht.
Te Maastricht is bij de regtbank een proces aan
hangig tusschen den heer Chassepot te Parijs en den heer
de Beaumont te Maastricht. Eerstgenoemde beweert dat
laatstgenoemde zijn geweren heeft nagemaakt en vraagt
490,000 schadevergoeding.
Te Neufschatel is eene Fransche vertaling van Kappipo
verschenen en wel onder den titel vanKappipo, Histoire
racontée par un jeune enfant de 8 ans.
Het eerste voorbeeld van Europeanen die eene studie
van de taal der Boschjesmannen maken, wordt geleverd door
Dr. W. H. Bleek en zijn neef, aan de Kaap de Goede Hoop.
Zij beginnen reeds vrij wel in die taal tehuis te geraken.
Vooral de mythologie der Boschjesmannen moet, volgens hen,
zeer belangwekkend zijn.
Iedereen, die lezen kan, zal nu endan wel eens zijn
blijven stilstaan bij een muur of schutting, waarop, jaar aan
jaar, dag aan dag, billetten van velerlei zaken, op, onder,
boven en naast elkander worden aangeplakt.
Wanneer men dan van boven af begint te lezen, regel
voor regel, dan krijgt men vaak al heel zotte en aardige
volzinnen en een mengelmoes van berigten.
Zoo kon men onlangs het volgende te A. lezen
Vrijwillige verkooping van een boekbindersknecht, die
vele jaren in het vak werkzaam is geweest, en voorzien
is van eene partij brandhout, liggende als bij notitie
wordt aangewezen op een palfrenier van 40jarigen
leeftijd, goed kunnende omgaan met Dameswaschlijsten
per stuk a 1 ct., en een monsterachtigen zeevisch, alhier
aangespoeld en te bezigtigen op vertoon van een rotting
met zilveren knop.
X. X. en N. N. zaakwaarnemers, presenteren als last-
hebbende van eene partij mooije kreeften te springen
door een hoepel en te eindigen met het innemen van
twee droppels kinaolie benevens een exquise verzameling
oude hoeden in allerlei afmetingen verkrijgbaar bij
Burgemeesters en Wethouders maken bekend Heden is
verloren geraakt eene kamer met alcove en verdere
gemakken.
Al degenen die iets te vorderen hebben van of verschuldigd
zijn aan een varken met vijf pooten en een oog in de
regterzijde gelieven hunne pretentiën in te zenden bij
gedresseerde honden en apen, die op een wenk huns
meesters zitting zullen nemen en eindigen met het
loopen in zakken.
Gelegenheid tot het inmaken en zouten van twee
gepensioneerde majoors, die hunnen ledigen tijd wenschen
te besteden met den opbod en afslag van eenen huis
knecht met groen trijpen springveeren, te bezigtigen
in een nieuwen pruikenmakers-winkel.
Te Zutphen is gekozen tot lid der Provinciale Staten van Gelderland
mr. H. J. Ardesch van Hamel.
Tot subst.-griffier bij de arrond.-regtbank te Hoorn is benoemd
mr. J. T. Boelens, thans griffier bij het kantongeregt te Doesburg.
Bij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs is benoemd tot
luit.-kol., de majoor J. P. Holtzsohue, van genoemd corps, chef
van het bureau „materieel der genie* bij het dep. van Oorlog.
De luits. ter zee 2de kl. J. C. de Borst Verdoorn, O. Kreet de
Virieu, N. M. J. Visser, E. Voetelink, jhr. J. C. E. Westpalm van
Hoorn, A. G. J. baron van Plettenberg, J. E. Sickens, G. H.
Thomassen a Thuessink van der Hoop, J. Schimmel, C. J. de Vriese,
B. P. Korteweg, K. J. Bal, W. L. baron van Verschuer, P. Böht-
lingk, jhr. It. W. J. van Pabst van Bingerden, J. C. Kikkert
Schotborgh, de off. van gez. 2de kl. B. Léon en de off. van adm.
3de kl. W. E. Klompd en E. VV. Sprenger, allen dienende aan
boord van het transportschip met sloomvermogen Java, worden met
den 15 dezer op non-act. gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. P. C. Pabst, dienende aan boord van
het ramschip Buffel, wordt met den 20 dezer op non-act. gesteld
en met den 21sten daaraanvolgende vervangen door den luit. 2de kl.
G. A. van der Mieden.
Zitting van Dingsdag 12 November. Door de vergadering is
besloten het verzoek van het bestuur van den Haarlemmermeer
polder, om afschaffing van tollen op wegen in de provincie, te
renvoijeren aan Gedeputeerde Staten, ten einde nadere opgaven
te verstrekken.
De brieven betreffende den NoordhollandschFriesehen Spoorweg
zijn voor kennisgeving aangenomen.
Verder is aan Gedeputeerde Staten gerenvoijeerd een adres van
den Gemeenteraad van Alkmaar betreffende de verbetering van den
weg door Schermerhorn, alsmede een adres van het bestuur der
afdeeling Hoorn en omstreken van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw, betreffende het rijden met hondenkarren.
Aangenomen is een voorstel van eenige leden der Staten om
Gedeputeerde Staten uit te noodigen, zich namens de Staten tot
de Regering te wenden met .verzoek in den hoogen- waterstand op
het IJ te voorzien.
Daarna is de najaarsvergadering der Staten gesloten.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag 13 November. De algemeene beraad
slagingen worden geopend over de begrooting voor Nederl. Indië,
dienst 1873. Onderscheidene leden hebben daaraan deelgenomen.
De minister van Koloniën beantwoordde hen, en ten slotte werden
de verschillende onderdeelen der begrooting allen met algemeene
stemmen aangenomen.
Heden zou de wet op de besmettelijke ziekten aan de orde
komen.
Bij het onderzoek der afdeelingen in de Kamer over het wets
ontwerp op de besmettelijke ziekten verklaarden zeer vele leden
hun ingenomenheid met de aanbieding van een dergelijk wetsontwerp.
Verscheidene leden meenden dat de wet in vele punten al te ver
ging, maar de meerderheid wilde niet voorbijzien het vele goede,
dat in de wet wordt gevonden.
Schier algemeen werd het betreurd dat aan redactie, stijl en taal
in dit ontwerp zoo weinig zorg is besteed. Een enkel lid had groot
bezwaar tegen de bepaling, die ongevaccineerde kinderen van de school
wil weren. De groote meerderheid evenwel juichte dit artikel zeer
toe en voor velen zou het gemis van dat artikel een onoverkomelijk
bezwaar zijn geweest tegen hunne goedkeuring van dit wetsvoorstel.
Uit het voorloopig verslag over het ontwerp tot vaststelling der
tarieven in Neêrl. Indië blijkt, dat afschaffing der differentieële
regten aan de eene zijde werd bestreden, aan de andere zijde ver
dedigd. Het invoerregt van 6 pCt. vond het meest bestrijding op
gronden van financieëlen aard. Het verlies werd daardoor, matig
berekend, op een millioen geschat. De heffing van uitvoerregten
werd door zeer vele leden beschouwd als de schaduwzijde van het
ontwerp.
Te Brussel is onder den titel van „Wat de burgerwacht
beteekent" een brochure in het licht gegeven, waarvan de
kolonel Brialmont de schrijver is. Die militaire publicist laat
zich zeer ongunstig uit over de burgerwacht; hij noemt
die nutteloos voor de defensie, onbruikbaar tot ondersteuning
van het leger, zoowel in het vlakke veld, als in de vestingen.
Onder de oorzaken dier onbruikbaarheid rangschikt hij
veel te weinig oefening, slechte aanvoering, tengevolge van
het stelsel der benoeming van de officieren door de man
schappen zeiven; onmogelijkheid der toepassing van goede
disciplinaire straffen, enz. Op grond daarvan wil hij het
effectief der burgerwacht aanmerkelijk verminderen, teneinde
haar enkel tot eene reserve voor de plaatselijke politie te
doen strekken. Deze gesteldheid van zaken, die de schrijver
voor geene noemenswaardige verbetering vatbaar acht, ma#
in zijn oog'eene doortastende reorganisatie van het leg
te onvermijdelijke!. Tot die reorganisatie behoort: j
opheffing der plaatsvervanging en het instellen eener resen
bestaande uit manschappen, die minstens drie jaren bij 1
leger gediend hebben.
De boodschap van den president constateert, dat het Ij
rustig is, de handel voorspoedig, de financiën in g
toestand, in weerwil van een accidenteel deficit van 1]
millioen in de opbrengst der belastingen. Zij behandelt
handels-tractaten en dringt aan op handhaving der ot
vooral bij de republikeinen. De republiek moet conservati
blijven, zal zij in stand blijven. Frankrijk is niet geïsoleei
Zoo de orde gehandhaafd blijft, zal het de achting vi
Europa verwerven. Allen wachten verlangend af welk
vorm de Nationale Vergadering zal kiezen om aan
republiek die behoudende kracht te geven, die zij ti
missen kan. Als eene commissie gekozen is om in de
kwestie te onderzoeken, dan zal de regering open en
beraden hare meening zeggen.
De minister van Binnenl. Zaken heeft in eene aan
prefecten gerigte circulaire in herinnering gebragt, dat
Nationale Vergadering bij haar uiteengaan heeft bepa:
dat op den eersten Zondag na het hervatten harer wet!
zaamheden openbare gebeden zullen worden opgezond:
om den Goddelijken zegen op haren arbeid in te roept
Hij noodigt hen uit, die plegtigheid in persoon bij te wone
het hun overigens vrijlatende, of zij, dit raadzaam i
deelende, hunne ondergeschikten zullen uitnoodigen
eveneens daaraan deel te nemen, of wel het enkel bij
geven van een voorbeeld willen laten. Deze circulaii
valt niet zeer in den smaak der republikeinsche blade
Zij zien in deze „uitnoodiging" een bevel, dat niet sleet
de prefecten, maar ook de onderhoorigen van deze, in hun
vrijheid van handelen moet belemmeren.
De zoogenaamde neuvaine of de negendaagsche vooi
bereidende gebeden, die door het episcopaat, tot groot
voldoening der Catholieke wereld in het algemeen, envi
de clericale dagbladpers in het bijzonder, aan het besh
van de Nationale Vergadering zijn toegevoegd, hebben
8 dezer in geheel Frankrijk een aanvang genomen. „I
is de eerste maal (zegt 1'Univers), dat het land na 171
zulk een groot voorbeeld van godsdienstzin geeft.
Catholiek Frankrijk staat nu niet meer achter bij Duitscl
land, noch bij Engeland, noch bij het Protestantse!
Amerika. Eindelijk zullen wij nu toch, in navolgii;
dier kettersche landen, tot een openlijke geloofsbelijder
tot het openbare gebed, tot eene nationale Vasten gerakei
Door deze eenvoudige, maar te gelijker tijd grootser:
handeling verheft Frankrijk zich meer, dan indien het zij
leger op eene dubbele sterkte gebragt en het nationa
geldelijk vermogen verdubbeld had. Het keert tot het
terug, en op het gebed steunende, zal het veel vaster sta»
dan op een grondslag, die op een tal van bataillons
bouwd is."
Figaro verneemt dat de reeds voor haar verschijnii
berucht geworden roman van Rochefort, in Frankrijk nii
verschijnen zal. De minister van Binnenl. Zaken heeft
uitgave verboden. De roman is echter reeds gedrukt
zal eerstdaags bij een Belgischen uitgever het licht zien.
De rooverij neemt op Corsika ontzaggelijk toe.
de 3 eerste maanden van dit jaar hebben 26 nieuwe ban
dieten-hoofden hunne operatien geopend; ieder heeft een
bende van 5, 10 a 20 gewapende mannen. Dagelijks hooi
men van de stoutste boevenstukken en de afschuwelijkst
moorden. Tegenover dien onhoudbaren toestand, heeft hf
Fransche gouvernement het noodig geoordeeld dezelfde maat
regelen weêr van kracht te maken, die reeds onder
keizerrijk in werking waren, en waardoor het jaarlijkse!:
gemiddeld getal moorden van 147 tot 30 was verminder!
Het ontwerp is door den Raad van State aangenomen.
Eenige industriëlen hebben een nieuwe soort van reclam
uitgevonden. Zij plakken nl. achter op de bankbiljettei
geheele advertentiën, ja zelfs een prijscourant der artikelei
die zij verkoopen, met adres, enz. Indien daartegen geel
wet wordt uitgevaardigd, zullen de bankbiljetten welde
zoo dik worden als boeken, daar de eene annonce op
andere wordt geplakt en vele biljetten reeds nu ongeschil
zijn om per brief te worden verzonden, omdat zij de zwaarti
er van en dus het porto aanzienlijk zouden verhoogen.
Bij den steenkolenhandel ziet men dezelfde gebeurt»
nissen van vroeger voorkomen. Wij staan weer voor een
toestand, die met dien van 1853 zeer overeenkomt.
Januarij '53 begonnen de kolen in prijs te stijgen en
deze op het einde van het jaar 62 pCt. verhoogd; de mijnwerken
voeren hierbij niet het beste, daar hun loon maar 30 pCt.
steeg; de mijneigenaars hadden er het meeste profijt bij.
De aandeelen in de mijnen gaven hooge rente; er kwam
meer kapitaal in de mijnen en men begon nieuwe exploi-
tatiën. De werklieden meenden, dat de kolen slechts prijs-
houdend zouden blijven, wanneer men maar kleine hoeveel
heden te voorschijn bragt. Men deed dus zoo weinig werl
mogelijk, niet uit luiheid, maar uit eigenbelang. Als eet
man maar 4 shillings daags verdiend had, staakte hij
arbeid, zelfs al was het nog niet eens middag. Toen namei
de werkgevers meer volk in dienst, en het gevolg was een
grooter productie en daling in den steenkolenprijs. Zoodra
de markt lager werd, wilde men het loon der werklieden
met 15 pCt. verminderen. Dat verwekte een strike, welke
den mijnwerkers op 53,000 pd. st. kwam te staan,
partijen werden het ten laatste eens: het loon werd mei
7| pCt. verlaagd, om later, toen de markt nog meer gec
was, geheel op den ouden voet teruggebragt te worden,
Sommigen in Engeland beweren, dat de mijneigenaars ei
een bond op na houden, om de kolenprijzen zoo hoog
mogelijk op te jagen, en het loon der werklieden laag
houden, 't Geen er in 1853 gebeurde en wat nu weder
plaats heeft geeft veel grond voor dat vermoeden. Er zijn
goi
bri
gel
stit
ecb
tha
ecl
aar
teg
mii
Ke
ex-
hee
ziel
Lei
ged
één
tot
Vo,
niëi
I
me,
war
zoo
barl
boe
toeg
ber,
van
van
tot
is 1
lijk,
pen
geri
Hei
van
en~
bijVi