2. N°. 143.
Vrijdag 29 November.
30 Jaargang.
YACCINATIEN.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
Een netelig Debat.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuedag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Burean: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter ken-
nisse van de Ingezetenen, dat door den Plaatselijken Heelmeester,
den Heer H. BITTER, op aanstaanden Vrijdag, den 29 dezer,
des namiddags ten drie ure, in een der localen van de VVerk-
inrigting, op de Kerkgraeht, eene eerste zitting zal worden gehouden
tot het kosteloos vaccineeren, en maant de belanghebbende ouders
aan daarvan voor hunne kinderen gebruik te maken.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 27 November 1872. STAKMAN BOSSE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
doen te weten
Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den
8 October 1872, is genomen het volgende besluit:
De RAAD der gemeente HELDER,
Gelet hebbende op de wet van den 29 Julij 1851 (Staatsblad
No. 85) en de daarin gebragte wijzigingen bij de wet van den 9
Julij 1865 (Staatsblad No. 79):
BESLUIT:
a. Het bedrag van den te heffen hoofdelijken omslag ten behoeve
der gemeente, bij art. 1 van het besluit van den 8 Augustus en 5
September 1865, goedgekeurd bij Zr. Ms. besluit van den 9 Januarij
1866 No. 73, wordt voor het jaar 1873 bepaald op hoogstens
vijftien duizend gulden.
b. De overige artikelen van gemeld besluit onveranderd te
behouden.
c. De invordering te doen geschieden overeenkomstig de voor
schriften der verordening, vastgesteld bij besluiten van 8 Augustus
en 5 September 1865.
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 14
November 11. No. 18, waarbij is aangehaald de verordening vast
gesteld bij raadsbesluiten van den 8 Augustus en 5 September
1865, bevattende de voorschriften waarnaar de invordering zal
plaats hebben.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 27
November 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. YERHEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
doen te weten:
Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den
8 October 1872, is genomen het volgende besluit:
De RAAD der gemeente HELDER,
Brieven nit Kennemerland.
XI.
Alkmaar, 24 November 1872.
Hoorn en Alkmaar, antipoden zoolang zij nevens elkander bestaan
hebben, wanneer zal hun onderlinge naijver eens ophouden en
men begrijpen, dat de bloei der eene stad niet het verval der
andere behoeft te zijn? Een Alkmaarder heeft de onvoorzichtigheid
ia dit blad te twijfelen aan het traditioneele cijfer van 6000 koeien
op de groote Hoornsche markt, en de Iloornsche marktmeester
treedt gelaarsd en gespoord tegen hem op. Mr. W. v. d. K. vindt
het plan van het oude comité voor den Noordhollandsch-Erieschen
spoorweg in het algemeen belang beter dan dat van het nieuwe,
en ik waag het daarbij te voegen, dat hij zoo doende meer voor
Hoorn dan voor Alkmaar pleit, en uw Hoornsche correspondent,
een man van ontwikkeling, die Latijn verstaat, redeneert: dat kan
niet waar zijn, een knap Alkmaarder als mr. W. v. d. K. moet in
de eerste plaats op het belang van Alkmaar bedacht zijn, en
huiverend roept hij uit: timeo danaos „ik wantrouw de Alkmaarders,
zelfs als zij mij een cadeautje willen brengen." Dit spijt mij van
uwen geestigen correspondent. Ik wil de eerste zijn om hem toe
te geven, dat de lange slaap van het oude comité het nieuwe recht
gaf om op te treden en de handen aan het werk te slaan, maar
ik betreur het, dat de pogingen tot eene fusie mislukt zijn. Ten
aanzien mijner bewering, dat het oude plan voor Hoorn dienstiger
is dan het nieuwe, wil ik, op het gevaar af van niet voor oprecht
gehouden te worden, op het neutrale terrein dezer courant nog dit
weinige zeggen: de lijn AlkmaarHoorn is voor laatstgenoemde
stad van veel grooter gewicht dan voor eerstgenoemde, omdat
Alkmaar eene bloeijende veemarkt bezit waarvoor het geene nieuwe
uitwegen behoeft te zoekende Hoornsche daarentegen is te niet
gegaan en voor haar herstel is zij meer gediend met twee dan met
een nieuwen uitweg. De groote beweging van het handelsverkeer
voor den uitvoer heeft niet plaats in eene oostelijke, maar in eene
westelijke richting, zoodat het voordeel der bedoelde verbinding
voor Hoorn positief, voor Alkmaar twijfelachtig is. Beide kunnen
er echter dit voordeel van trekken, dat zij elkander beter, dan thans
bij de gebrekkige gemeenschap mogelijk is, leeren kennen en waar-
deeren, en dat hunne inwoners mondeling met elkander kunnen
afhandelen, waarmede zij misschien de lezers van dit blad vervelen.
Waar geen spoorweg bestaat haakt men er naar, waar hij bestaat
is men nog niet tevreden. Dat bleek onlangs in eene vergadering
van Plicht en Recht, in welke de ellendige toestand van onzen,
buiten overleg met het gemeentebestuur aangelegden, stationsweg,
die door niemand onderhouden wordt, besproken werd. Men sprak
den wensch uit, dat Alkmaar, zoo niet zijn tegenstand, die op den
duur wel niet baten zal, zou laten varen, dan ten minste den weg
Gelet hebbende op de wet van den 29 Julij 1851 (Staatsblad
No. 85) en de daarin gebragte wijzigingen bij de wet van den 7
Julij 1865 (Staatsblad No. 79):
BESLUIT
Er zullen, te beginnen met 1 Mei 1873, op de hoofdsom der
personele belasting geheven worden veertig opcenten.
De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening vast
gesteld in de vergadering van den 5 September 1865.
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 14
November 11. No. 18, waarbij is aangehaald de verordening vast
gesteld bij raadsbesluit van den 5 September 1865, bevattende de
voorschriften waarnaar de invordering zal plaats hebben.
Er, is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 27
November 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoem
baar. Art. 6.
De belijders der onderscheidene godsdiensten genieten
allen dezelfde burgerlijke en burgerschaps-regten, en
hebben gelijke aanspraak op het bekleeden van waar
digheden, ambten en bedieningen. Art. 166.
Zie hier een paar bepalingen onzer grondwet, in een
land, waar geene staatsgodsdienst, maar daarentegen volkomen
vrijheid van godsdienstige meening bestaat, zoo onbetwist
baar, zoo onwedersprekelijk, dat zij, waren zij niet geschreven,
niet te min en ten allen tijde als natuurlijke volksrechten
geëerbiedigd, als zaken die van zelfspraken beschouwd
zouden wordén. Immers, de Staat kent slechts burgers,
mengt zich niet in hunne godsdienstige of kerkelijke ge
voelens, de regeering heeft bij de benoeming van staats
dienaren niets anders te vragen dan ditwie is bekwaam
voor de betrekking, wie zal haar goed, ijverig en eerlijk
vervullen
In theorie is het bovenstaande volkomen waar. Ook in
de practijk? Waar het onzijdig wezen, de Staat, ambtenaren
behoeft, doet hij die benoemen door andere ambtenaren, bij
wie, hoe hoog geplaatst zij ook mogen zijn, het streven
kan bestaan om de als bekwaam en geschikt te oordeelen
personen hij voorkeur te zoeken in zekere familiën, bij eene
zekere partij, bij eene zekere kerkelijke gezindheid. Al
moeten zij zich boven dergelijke partijdigheid verheffen, de
mogelijkheid is aan te nemen, dat zij door invloed van
op kosten van ongelijk berijd- en begaanbaar maken en houden
zou. Bij die gelegenheid kwam ook de voor Noordholland onge
schikte dienstregeling ter sprake en werd betwijfeld, of de exploi-
teerende maatschappij wel op eene toeneming van het vervoer gesteld
was. Het bleek toen, dat het tarief van uitkeering aan het Rijk
in zoodanige verhouding geregeld is, dat een beperkt vervoer de
exploitatie-maatschappijen meer voordeel verschaft dan een toe
nemend. Men besloot daarom de regeering te verzoeken, dit tarief
te wijzigen en tot dat einde ook een petitionnement in andere
belanghebbende gemeenten te bevorderen.
Het aantal onzer vereenigingen is op nieuw vermeerderd. Eenige
ingezetenen hebben n. 1. eene vereeniging voor volksvermaken op
gericht, zeker niet omdat hier plezier te kort zou zijn. nu de
tooneelvoorstellingen van Albregt en van Ollefen niet en alleen die
van Stumpff en Veltman doorgaan, maar om aan de groote menigte,
die geene schouwburgen en concerten bezoekt, een gepast vermaak
te verschaffen, naar 'twelk de meer gegoeden ook wel eens willen
kijken. Dat hier gebrek aan dergelijk vermaak zou bestaan, zal
men wel niet beweren's zomers de openbare muziekuitvoeringen,
's winters de volksvoorlezingen, ditmaal van 2 zijden, van de werk-
lieden-vereeniging en van het Nut, laatstbedoelde begonnen met
eene fiksche verklaring van vuurspuwende bergen en heete bronnen,
door den heer Winkler van Haarlem. Tegen overmorgen is eene
voordracht over Alkmaars Beleg en Ontzet aangekondigd, zeer a
propos, want het groote feest van 1873 houdt de gemoedereu reeds
allerwege bezig. De gemeenteraad heeft de door burgemeester en
wethouders op de begrooting uitgetrokken som van f 2000 zonder
bedenking toegestaan, verschillende vereenigingen zamelen reeds
gelden op voor feestelijkheden, buurten doen het voor versieringen
en illuminatiën. De algemeene commissie heeft inmiddels een beroep
op de ingezetenen gedaan om bijdragen voor de stichting vau een
monument op de plek, waar in 1573 de felsten strijd gevoerd is;
zij meent, dat het geheele land zal willen helpen om den kamp te
vereeuwigen, welke te Alkmaar, de laatste wijkplaats der vrijheid,
voor de nationale onafhankelijkheid heeft plaats gehad, maar meent
tevens, dat ook in deze zaak Alkmaar een goed voorbeeld behoort
te geven. Inschrijving voor een gedenkteeken, straks inschrijving
voor de feestviering, enz. enz. veel zal het kosten, maar 't zal
met geestdrift bijeengebracht en luisterrijk en prettig besteed worden.
't Komt al weer ten goede, dat wel de directe belasting met
f 7000, maar niet de opcenten der personeele belasting met 25
verhoogd zullen worden. Door het uitgetrokken bedrag voor weder-
inkoop eener inschrijving op het Grootboek en andere posten te
schrappen of te verminderen, heeft de gemeenteraad gezorgd, dat
ons het vel niet op eens over den neus gehaald wordt. Diezelfde
gemeenteraad, zoo bedachtzaam om de begrooting voor eene gemeente
van nog geen 12,000 zielen niet hooger op te voeren dan tot....
anderen, door eigen schier onbewuste neiging, er aan toe
geven, dat zoodoende een gedeelte der bevolking met
landsbetrekkingen bevoordeeld, een ander gedeelte er op
zettelijk, althans onrechtvaardig van uitgesloten wordt.
Yan Roomsch-Catholieke zijde is sints lang beweerd, dat
dergelijke uitsluiting ten aanzien der Roomsch-Catholieke
Nederlanders op schroomelijke wijze bestaat, 't Is niet
gebleven bij herhaalde klachten daarover, die zelfs in onze
Vertegenwoordiging weerklank vonden, in het laatste jaar
hebben de Maasbode, het Venloosch Weekblad, de Nieuwe
Noordhollander, en andere bladen uitvoerige statistieken
medegedeeld tot staving dezer, daardoor tot beschuldiging
geworden, bewering. Inderdaad de Roomsch-Catholieken
maken /v gedeelten der bevolking van ons Koningrijk uit,
en hoe klein is, in evenredigheid daarmede, hun aandeel
in de van 's landswege bezoldigde ambten! Is dat billijk,
is dat overeenkomstig de artikelen der grondwet, welke
men als overbodig zou willen aanmerken? Zacht wat, en
lees die artikelen nog eens. Zij houden niet in, dat de
staatsambten tusschen de kerkelijke gezindheden in even
redigheid tot haar zielental verdeeld zullen worden, maar
dat de belijders der verschillende secten gelijke aanspraak
hebben op het bekleeden van ambten. De gezindheid in
het godsdienstige mag geene reden tot benoeming, maar
ook niet tot uitsluiting zijn. Bekwaamheid is de proefsteen,
welke boven alles geraadpleegd moet worden. De regeering
moet benoemen uit hen, die aan dezen eisch kunnen voldoen,
die door hunne toewijding aan eenigen tak van staatsdienst,
door hunne afgelegde examens of op andere wijze blijk
hebben gegeven, dat zij volkomen in staat zijn, eenige
betrekking te vervullen en het hoog bestuur hen daartoe
met vertrouwen benoemen kan. Zonder zoodanigen waar
borg is geene aanstelling mogelijk. De Roomsch-Catholieken
hebben tot nog toe te weinig beschikbaren voorraad van
dergelijke personen opgeleverd, dan dat zoo velen uit hun
midden tot lands-bedieningen geroepen konden worden, als
hun zeer belangrijk zielental zou doen verwachten. Zij
hebben zich meer toegelegd op handel en nijverheid, en
hebben daar goed bij gevaren. Genoemde bladen hebben
ook eene statistiek gegeven der rechterlijke ambtenaren,
die voor de Catholieken zeer ongunstig schijnt: maar telt
men de studenten in de rechten aan onze hoogescholen,
dan verschijnt die statistiek in een ander licht. Niet anders
is het, om iets te noemen, gesteld met de aanstaande offi
cieren onzer zeemacht, waarbij het Protestantsche element
zeer overwegend is.
f 139,652, heeft in eene volgende zitting tot eenige krasse maat
regelen besloten en wel: tot opbouw eener nieuwe tussckenschool
(de armenschool wordt in de tegenwoordige tusschenschool over
gebracht) en verplaatsing van het kantoor van waarborg a f 22,360
tot uitbreiding van de localen der rechtbank, verbetering der
Latijnsche school en stichting tusschen beiden (ter plaatse der
ci-devant stads-schouwburg) van eene schilderijenzaal, a f 15,730;
tot vervanging van 2 klapbruggen, waarvan het herstel geraamd
was op f 9354, door 2 bascule-bruggen, te zamen a f 35,600.
Zie, dat noem ik spijkers met koppen slaan, Alcmaria Victrix!
Maar, zult gij zeggen, de noodige contanten?.... Leenen natuurlijk,
dat is heel voornaam. Klap- of bascule-bruggen, dat is eene kwestie
van smaak en eene groote question dargent; maar voor het overige
de bruggen zijn zoo bouwvallig, dat zij dringend herstel behoeven,
de armenschool is door den schoolopziener afgekeurd, de localen
der rechtbank eischen uitbreiding en de tegenwoordige minister
van justitie wil er een hooger huursom voor geven, en de tot hun
bederf door het stadshuis verstrooide schilderijen, historische voor
werpen, enz. hebben alleszins aanspraak op eene waardige en
geschikte verblijfplaats. Men heeft gemeend aan al de reeds sedert
jaren kenbaar gemaakte behoeften maar op eens voldoening te
moeten geven en alzoo op effen terrein te moeten komen. Of de
serie onzer groote werken echter met de nu te ondernemene zal
gesloten zijn, zal de toekomst leeren. Voor den handwerksman
belooft intusschen het volgende jaar veel, ook nu ontbreekt het
particuliere werk nog niet en is bovendien de vergrooting van het
verbeteringhuis voor jongens reeds aangevangen.
Gelukkig mogen wij ons achten, dat onze stad in vorige jaren
al gezorgd heeft voor bestrating of begrinding der wegen naar
Egmond, in den Schermer en den Heerhugowaard en van Rusten
burg naar Hensbroek, zoodat wij daarvoor geene uitgaven meer te
doen hebben. Des te onaangenamer is het, dat de gemeente
Schermerhorn niet aan het contract van 25 Mei 1691, tot behoorlijk
onderhoud van den weg door dat dorp, voldoet en alzoo een
behoorlijk verband tusschen de Schermer- en Beemster-wegennetten
en een doorgaand goede weg tusschen Alkmaar en Purmerende
blijft ontbreken. Ons gemeentebestuur heeft thans de tusschenkomst
der Provinciale Staten ingeroepen, om de onwillige gemeente tot
het voldoen aan hare verpligtingen te nopen.
Door de subsidiën, door de Staten aan de gemeenten Bergen en
Castricum voor de verbetering van wegen toegestaan, zal eerlang
eene belangrijke route voltooid worden, welke van Kamperduin
langs Groet, Schoorl, Bergen, Wi'mmenüm, Egmond aan den Hoef
en Egmond-binnen tot den Rijks-straatweg te Castricum strekkende,
die gemeenten tot meer ontwikkeling voeren en gewis velen tot
een bezoek onzer schoone, te weinig gekende duinstreken uit
lokken zal.