Binnenland
Benoemingen, enz.
STATEN-GENERAAL.
vooral voor allen belangstellenden toegankelijke muzeüm
dienen. Maar ook buiten dit belang onze eer legt o
de verplichting op, in de hoofdstad een kunstpaleis
stichten, onze waardigheid wordt er niet minder door op
gehouden dan door eene ambassade in het buitenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 17 December.
De tweede der volksvoordragten, die ook in dit saizoen
van wege het departement Helder der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen worden gegeven, had jl. Zondag avond
in 't lokaal Tivoli alhier plaats. De voorzitter der commissie,
de heer D. Dekker, hield eene rede naar aanleiding van
het feest dat het plaatselijk departement een paar dagen
te voren gevierd heeft. Hij deed zijne hoorders kennis maken
met eene 88jarige dame, die niet minder dan 300 dochters
heeft, welke over het geheele land verspreid wonen, terwijl
er ook eene hier ter plaatse verblijf houdt en den ouderdom
van 50 jaren bereikt heeft. Hij deelde verder mede, dat deze hier
wonende dochter zes kinderen heeft, ook alle dochters, de
een ouder, andere naauwelijks de kinderschoenen ontwassen.
Die oude dame is de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
haar 50jarige dochter is de plaatselij be afdeeling dier Maatschap
pij en de zes kleindochters zijn: deTeekenscliool (thans gehuwd
met het gemeentebestuur,) de Spaarbank, de Leesbibliotheek,
de Industrieschool, de Volksvoordragten en de Gymnastie-
school. Aan aansporing en opwekking, om van die nuttige
inrigtingen gebruik te maken, liet spreker het niet ontbreken.
De heer P. Greidanus Jr. hield eene bijdrage in de voordragt
van een proza-stukje getiteld„Kijkjes door 't venster."
Eindelijk werd door de zangvereeniging Cecilia uitgevoerd
de Cantate„De Landelijke avondstond." Dit uitgebreid
stuk werd, zoowel wat solo's als koren betreft, op allezins
verdienstelijke wijze voorgedragen en bragt tot opluistering
dezer volksvoordragt niet weinig toe.
Met eenparige stemmen is jl. Zondag tot predikant
bij de Hersteld Evangelisch Luthersche gemeente alhier
beroepen de heer Daniël Snijder, proponent te Amsterdam
De Stoomschepen Devon, Kingston, Harrington en
Wyberton zijn bestemd om door het Suez-Kanaal geregeld
dienst te doen tusclien Rotterdam en Java. Het eerste
vertrek 25 Jan. van Rotterdam, bij ijsgang van het Nieuwediep.
Jl. Vrijdag nacht is op den huize de Poll overleden
de minister van Staat en lid der Eerste Kamer W. A.
baron Schimmelpenninck van der Oye, opper-hofmaarschalk
des Konings, oud-gouverneur der provincie Gelderland.
Ds. W. Rijnders, te Alkmaar, komt voor op het
zestal te Leiden.
De kerkeraad van Waverveen (classis Utrecht,) heeft
toezegging van beroep gezonden aan J. L. Adrianus, predikant
te Lutjebroek (classis Hoorn.)
Het volgende wordt uit Haarlemmermeer gemeld:
Dingsdag 11. had alhier, 's avonds ten half tien ure, eene
brutale aanranding en poging tot diefstal plaats. Drie mannen
drongen de deur van eene alleen staande herberg binnen,
wierpen zich op de bewoonster en eene vrouw, welke
tijdelijk aldaar vertoefde, en eischte onder de vreeselijkste
bedreigingen afgifte van geld en geldswaardige goederen.
Tegen den grond geworpen, met het mes op de keel, voldeed
de weduwe aan het bevel en wees de plaats aan waar hare
bezittingen zich bevonden. Terwijl de dieven een en ander
nazagen, hoorde men gerucht; de aanvallers haastten zich
om te vlugten en lieten, door schrik gejaagd, alles liggen.
Twee mannen, waarop het vermoeden viel, zijn dadelijk
gearresteerd. Wat de zaak treffender maakt, is dat de
bewoonster op den morgen van dienzelfdeu dag haren man
had begraven. (N. Rott. Crt.)
Door tusscbenkomst van generaal Gorham, minister
resident van de Yereenigde Staten van Noord-Amerika te
's Hage, heeft de president der Vereenigde Staten aan jhr.
H. O. Wichers, kapt.-luit. ter zee en inspekteur van het
loodswezen in het 3de distrikt, een prachtig gouden horloge
en ketting doen toekomen, ter erkenning van zijn groote
diensten aan verongelukte Amerikaansche zeelieden op
1 Dec. jl. bewezen.
De heer van Beyma thoe Kingma verklaart in de
N. Rott. Crt. in antwoord op sommige beweringen, dat
Camstra inderdaad hoofdonderwijzer te Langedijke is en in
die kwaliteit op alle officiëele staten en stukken voorkomt;
na vergelijkend examen van zes sollicitanten werd hij door
den raad benoemd voor de openbare bijschool tot hoofd
onderwijzer te Langedijke en staat er sinds vijf jaren aan
het hoofd dezer school, met een middelgetal kinderen van
50, en dat de gratifikatie van 100 wel aan Camstra werd
toegekend, maar niet uitbetaaldmen verstrekte die gelden
aan oude schuldeischers. Camstra moest dus huishouden
met 300, zonder meer.
Eenige heeren nit den fatsoenlijken stand te Schieda m
zijn, voor het maken van straatgerucht, het inslaan van
ruiten en het beleedigen van de nachtpolitie, voor den
regter van instruktie gedagvaard. Het treurigste van die
zaak is, dat zich onder hen een raadslid bevindt.
In een der stallen van het regiment rijdende artillerie
te Amersfoort, zijn meer dan 50 paarden afgezonderd, naar
men verneemt aan longziekte lijdende. (U. D.)
Als een bewijs van den zachten winter tot nu toe
en als een bewijs bovendien, hoe spoedig hoenders bij goede
behandeling tot ontwikkeling komen, kan dienen, dat bij
Berg-en-Dal op 8 dezer zes kuikens geboren zijn, van 10
eijeren, ondergelegd aan een hen, die in Mei van ditzelfde
jaar geboren was.
Bij een namiddag-godsdienstoefening te Sneek noodigde
de predikant op de gewone wijze de gemeente uit ons te
zingen. De voorzanger zette zich in postuur; aller ooren
wachtten op de toonen van het orgel, maar ziet.... het orgel
zweeg.... By onderzoek bleken organist en orgeltrapper in
diepe rust verzonken, en dat terwijl dominé preekte over
den tekst: ontwaakt, gij die slaapt!
Men schrijft uit Sneek, dd. 13 dezer:
„Zeer zijn de boeren hier in den omtrek nog verdeeld tegen
het inenten van het rundvee tegen de longziekte. Als men
de verhalen ook hoort van het lijden van sommige koebeesten
tengevolge dier operatie, dan moet men er waarlijk mede
lijden meê krijgen. Was het een geneesmiddel, men zou
er de resultaten van kunnen beoordeelen, maar een voorbe
hoedmiddel 1"
De handel in vette varkens te Diepenveen, langen
tijd weinig geanimeerd, is in de laatste dagen weer levendig
geworden. Tal van varkens zijn tegen 58 èl 62 cents
(schoon), vooral door Zwolsche kooplieden opgekocht. De
hooge prijzen van het rundvee houden zich bij voortduring
flink staande; vooral dragtig en jong vee vindt grage
koopers. Dé schapen worden van tijd tot tijd, door koop
lieden uit Limburg, die ze vervolgens naar Frankrijk
verzenden, tegen hooge prijzen in grooten getale opgekocht.
Het kasteel Exaten te Balken, op li uur van Roermond
gelegen, is inwendig geheel verbouwd en geriefelijk ingerigt
tot ontvangst van uit Duitschland verdreven jezuiten. Reeds
velen zijn er aangekomen, er worden nog velen verwacht;
er is plaats gemaakt voor 80 leden van die orde. Ook op
het kasteel Hellenraad van den graaf van Hoensbroek te
Swalmen op 1 uur van Roermond gelegen, wordt druk
gewerkt om het voor ruim 109 leden der jesuiten orde,
ingelijks uit Duitschland komende, interigten. (Amst.Crt.)
Bij vonnis van 15 Oct. jl., gewezen door de arr.-regtbank
té is een gemeente-veldwachter, die zich voor geld,
ontvangen van een door hem wegensjagtovertreding bekeur
den persoon, had laten bewegen om een in beslag genomen
jagtgeweer aan hem terug te geven en van de overtreding
geen procesverbaal op te maken, schuldig verklaard aan het
zich als openbaar ambtenaar van het regeringsbewind om
aangenomon beloften en ontvangen gaven onthouden van
iets te doen dat zijn pligt medebragt, en te dier zake
veroordeeld tot zes maanden cellulaire gevangenisstraf en
ontzetting gedurende vijf jaren van het regt tot het waar
nemen van alle openbare bedieningen of ambten, het afleggen
van getuigenis onder eede in geval van wraking en het
dragen van schietgeweer, alsmede in de kosten. (Pbl.)
Den 8 dezer overleed te Batavia in 55jarigen ouderdom
de heer E. C. F. Happé, generaal-majoor, adj. des Konings
in buitengewone dienst, raad van Neerl.-Indië, enz.
Mevrouw Campania, zoo verhaalt een feuilleton-schrijver,
beveelt het sterk aan, om het gesprek aan een tafel steeds
in te rigten naar het getal der gasten. Bevinden zich twaalf
personen aan tafel, dan spreke men over reizen en letter
kunde; zijn er acht aanwezig, dan redeneere men over
schoone kunsten, wetenschappen, nieuwe uitvindingen, enz.
bij een getal van zes gasten zijn wijsbegeerte en staatkunde
de onderwerpen van 't gesprekonder vier kan men spreken
over sentimenteele onderwerpen, over meer intieme zaken
en romantische avonturen; is men slechts met zijn beide,
dan is men reeds zoo goed als alleen, want dan spreekt
ieder van zich zeiven en van zijne aangelegenheden.
Barones Burdett Coutts heeft namens de Vereeniging
tot bescherming van dieren aan meer dan 70 beestendrijvers
schaapherder, rondvensters en koetsiers gepaste belooningen
uitgereikt voor hun menschelijke behandeling van dieren.
-Te Reasting is een treffend plotseling sterfgeval voorge
komen. Bij gelegenheid eener bruiloft zong een nabestaande
van den bruidegom een lied. Aan het tweede, couplet gekomen
zonk hij in een en stierf. De uitspraak bij de lijkschouwing
was: „hartkwaal."
De echtgenoot van den heer Disraeli is overleden.
Een afschuwelijke Misdaad,
Geheel 'sGravenhage zégt het Vad. was jl. Zondag in opschudding, en
geen wonder. In den vroegen morgen verspreidde zich reeds het gerucht
door de stad, dat er een afschuwelijke moord was gepleegd, en dat
gerucht werd helaasbevestigd. Twee weerlooze vrouwen zijn door
de politie badende in haar bloed gevonden en tot nog toe is het
niet gelukt het monster, dat tot deze snoode daad in staat is ge
weest, te vinden.
Mevrouw de wed. van der Kouwen, eene aanzienlijke dame,
woonde sinds jaren geheel alleen met eene dienstbode in een huis
aan de Bogt van Guinea (No. 25), welk huis haar in eigendom
toebehoorde.
Zij was gewoon nog al dikwijls bezoek van haar familie te
ontvangen; ook Vrijdag avond had zij eene dame bij zich, die
echter tegen 11 ure vertrok.
Dienzelfden avond was er ook bezoek in de keuken. De dienst
maagd van mevr. v. d. K., Helena Beeloo, had van mevrouw
permissie ontvangen nu en dan een bij mevrouw bekend jongmensch
bij zich te ontvangen, en van die permissie werd ook dien avond
gebruik gemaakt.
Tegen 11 ure vertrok echter ook de galant van Helena; het
huis werd als naar gewoonte gesloten, en men dacht niet anders
of de bewoonsters van het huis waren in diepe rust.
Den volgenden morgen werd liet huis niet geopend. Er werd
herhaaldelijk gebeld, maar, daar er niemand kwam om de deur
open te doen, gingen de leveranciers weêr heen. Men scheen het
niet zoo vreemd te vinden, dat er niemand te huis was, daar dit
wel meer gebeurde. Er kwam in den loop van den dag ook nog
iemand, die door mevrouw op een bepaald uur was ontboden. Hij
vond het zonderling, dat hem niet werd opengedaan, doch hij be
sloot na een poosje terug te komeu. Ook toen geen gerucht
hoorende, dacht hijmevrouw zal het vergeten hebben, en ging heen.
Des avonds wilden echter een paar dames van de familie van
mevrouw haar een bezoek brengen, en toen deze hoorden dat de
deur den geheelen dag nog niet open geweest was, kregen zij
argwaan. Zij keerden naar huis terug om er over te spreken met
hun neef, den heer van Vleuten, hoogleeraar te Delft.
Toen ook deze geen gehoor kreeg, werd het was toen circa
10 uur in den avond de hulp van de politie ingeroepen. Kort
daarop begaven zich de officier van justitie en de hoofdcommissaris
van politie vergezeld van een smid, naar de woning.
Het kostte niet veel moeite het huis binnen te komende deur
bleek niet op het nachtslot te zijn en sprong dadelijk open.
Een allervreeselijkst schouwspel wachtte hen. Daar lagen in de
keuken mevrouw en haar dienstbode, beiden op een korten afstand
van elkaar op den grond uitgestrekt, maar in welk een toestand!
Bij de kagchel lag het lijk van de 29jarige dienstbode, met een
groote plas bloed onder het ligchaam, en met verschillende steken
in hals en borst. Het monster had goed gezorgd, dat zijn prooi
niet weder zou bijkomen. Een van de steken had een lengte van
circa 15 centim. en was dus reeds meer dan voldoende om haar
voor altijd tot zwijgen te brengen, Zij lag daar met een stoel op
haar ligchaam, blijkbaar op de plaats zelf waar zij de doodelijke
steken had ontvangen. De aanval schijnt zoo goed beraamd te zijn,
dat er aan worstelen niet te denken viel.
Op een paar schreden afstand van hare dienstbode lag de vrouw
des huizes, evenzeer met bloedvlekken overdekt. Ook haar was
door dolksteken in den hals het zwijgen opgelegd. Haar hals is in
den letterlijken zin van het woord geheel doorgestoken. Zij schijnt
echter nog een vreeselijke worsteling beproefd te hebben om den
booswicht te ontkomen, daar ook hare handen verwond waren en
de duidelijke sporen droegen dat zij in een scherp voorwerp had gegrepen.
Al spoedig bleek het de politie dat hebzucht de aanleiding ge
weest is tot deze vreeselijke daad. De secretaire was opengebroken.
Geld schijnt mevr. v. d. K. niet veel in huis gehad te hebben;
voor eenige dagen had zij juist geld naar Amsterdam overgezonden
voor een door haar aangekochte pianino, en zij was niet gewoon
veel baar geld in kas te hebben. De waarde der ontstolen effecten
en gouden voorwerpen is echter aanzienlijk; men schat de geza
menlijke waarde op circa f 20,000. De juiste waarde is echter zeer
rnoeijelijk op te geven. Er is niemand meer overgebleven om te
vertellen wat er op den avond van den diefstal aanwezig geweest
is, en de politie heeft zich wel ontzaggelijk veel moeite gegeven
om van familie en kennissen te weten te komen welke kostbaar
heden en geldswaarden de overledene in haar bezit heeft gehad,
maar het spreekt wel van zelf dat men op gissingen moet afgaan.
Sommige voorwerpen van waarde, die gemakkelijk te erkennen
waren, o. a. een paar diamanten oorbellen, schijnt men met opzet
te hebben laten liggen. Had de moordenaar ook maar iets laten
liggen, wat hem zelf toebehoorde en tot ontdekking kon strekken,
maar zoo geslepen is hij wel geweest om dat niet te doen.
Bloedvlekken vond men bijna door het geheele huis, op den trap,
in den gang, aan de trapdeur en ook nog zelfs enkele boven. De
dief schijnt zich dus allen tijd gegund te hebben, om alles behoorlijk
na te gaan. Op de bovenkamer stond het avondmaal nog gedeel
telijk op de tafel. Een deel van het souper was reeds afgenomen
en naar de keuken gebragt, waar de meid waarschijnlijk juist bezig
was de borden enz. weg te zetten, toen de moordenaar haar overviel.
Het is echter ook mogelijk, dat zij zich op dat oogenblik met eenig
naaiwerk bezig hield, want naast haar op de vloer vond men een
met bloed bevlekte schaar en klosje garen.
Mevrouw schijnt reeds bezig geweest te zijn zich te ontkleeden,
want zij had reeds haar boezelaar en ook haar onderzak afgelegd.
Voor het overige ligt over de vreeselijke daad nog een diepe
sluijer, die waarschijnlijk niet zal worden weggenomen, als het niet
gelukt den dader te vinden.
De moordenaar schijnt door de voordeur binnengeslopen te zijn,
daar van inbraak niet het minste spoor voorhanden was. De
vrijage van de meid kan alligt aanleiding gegeven hebben dat de
voordeur op een kiertje is blijven staan, en dat de moordenaar
van die gelegenheid heeft gebruik gemaakt. Wie de snoodaard
geweest is, is helaas tot nog toe een raadsel! De politie doet
ijverig onderzoek, maar is nog niet verder gekomen dan tot ver
moedens. De dader is iemand geweest die met de bewoonster en
de localiteit van het huis goed bekend was, dit blijkt uit de wijze
waarop hij daar heeft huisgehouden. Jammer is het, dat men niet
reeds vroeger argwaan heeft gekregen, want nu er circa 24 uren
verloopen zijn tusschen de misdaad en de ontdekking, heeft natuurlijk
de boosdoener allen tijd gehad om zijn maatregelen te nemen. De
geruchten aangaande den vermoedelijken dader zijn nog zoo vaag,
dat daaromtrent nog niets met zekerheid kan worden meegedeeld.
Mevrouw van der Kouwen was een algemeen geachte dame, die
van haar vrij aanzienlijk fortuin steeds een nuttig gebruik maakte,
Zij had den ouderdom van 63 jaar bereikt en was voor haar
leeftijd nog een zeer krasse dame.
De lijken der verslagenen zouden heden morgen worden ter
aarde besteld; de deelneming is algemeen. Gisteren waren in den
omtrek van het huis tal van nieuwsgierigen, in de hoop nog iets
naders te vernemen.
Het is te hopen, dat er schielijk meer licht in de zaak ontsto
ken worde, en de dader zijn geregte straf niet ontga.
Aan het uitgebreide verslag dat het Vaderland van dezen misdaad
levert, hebben we bovenstaande bijzonderheden ontleend.
Tot raadsh. in het Prov. Geregtshof in Gelderland is benoemd
mr. D. J. Mom Visch, thans regter in de arrond-regtbank te Arnhem.
Met het einde der loopende maand is aan dr. E. van der Ven,
op verzoek eervol ontslag verleend als schoolopziener in het 5de
schooldistrikt van Noordholland; met ingang van 1 Jau. 1873 is
als zoodanig benoemd de heer E. J. Poutsma, te Haarlem.
Oost-Indië. Benoemd: bij de gouv.-marine tot gezagh. 3de
kh, de gezagh. van het bebakeningsvaartuig voor de reede van Batavia
G. Broer van Dijk, met bepaling dat bij zal worden belast met
het gezag over 's gouvernements stoomschip Argustot gezagh.
3de kl., de ambt. op wachtgeld J. A. de Jong, laatst gezagh. van
den resident-stoomer Bogor,'met bepaling dat hij zal worden belast
met het gezag over het bebakeningsvaart. voor de reede van Batavia;
tot gezagh. 2de kl. de gezagh. 3de kl. B. A. Smits en W. J.
Penard; tot lsten machin. de ambt. op wachtg. G. H. van Dongen,
laatst machin. van den res.-stoomer Bogor, met bepaling dat hij
als zoodanig wordt geplaatst op 's gouv. stoomschip Argus; tot
2den machin., de 2de machin. bij de kon. Ned. Marine J. E. Vistot
machine-opstellers bij de fabriek voor de marine en het stoomwezen
te Soerabaija W. J. van Dorp, J. J. C. van den Abeelen, M. E.
van Schaik en C. M. Haccou, door den min. van Kol. gesteld ter
beschikking van den gouv.-gen., om als zoodanig tc worden benoemd
en onlangs uit Nederland aangekomen.
Ingetrokkende tijdel. detachering bij het dep. der marine van
den luit. ter zee 1ste kl. bij de kon. Ned. Marine J. B. A. de
Josselin de Jong, wordende hij eervol ontheven van de verdere ver
vulling der betrekking van chef der 2de afdeeling (gouv.-marine
bij voornoemd departement.)
Tijdelijk gedetacheerdbij het depart. der marine in Ned.-Indië,
de luit. ter zee 1ste kl. bij de kon. Ned. Marine H. A. llidder
van Bappard, ten einde de betrekk. van chef. der 2de afdeeling
(gouv.-marine) bij voornoemd departement te vervullen.
Ontslagen: op verzoek, eervol, uit's lands dienst, met behoud van
regt op pens., de loods bij het loodsw. iu straat Bali H. L. Schultz.
Benoemdtot 2de stuurl. bij de gouv.-mar., A.deRuyterenJ. Stuur.
Tweede Kamer.
Zitting van Zaturdag 14 December. In de ochtendzitting zijn
alle kleine ontwerpen, waaronder de bekrachtiging der provinciale
belastingen, aangenomen; zoomede Hoofdstuk VII A. der staatsbegroo-
ting (nationale schuld.) Daarna ziju de algemeene beraadslagingen
over hoofdstuk Financiën aangevangen. De ter sprake gebragte
punten betroffende wensch naar belastinghervorming, de vraag
nopens den gouden of zilveren standaard, speciale vragen over
financiëele onderwerpen, beginsel der scheiding van kerk en staat
in verband tot de staking van tractementen voor nieuwe staudplaatsen
of verhoogingen voor de geestelijken.
Zitting van Maandag 16 December. Een drietal wetsontwerpen
betreffende de Indische dienst worden aangenomen. Een ontwerp
betreffende eene overeenkomst met Spanje is in behandeling geweest,
doch de beraadslaging hierover is nog niet geëindigd, maar zou in
eene avond-zitting worden voortgezet.