STATEiM-GENERAAL. Benoeming-en, enz. Buitenland. Frankrijk. Met de opname dezer regelen zult gij ten zeerste ver- pligten GEd. dw. Dienaar, W. D. Men meldt uit 's Gravemoer: Ook iri de nabijheid dezer gemeente, digt bij de brug aan de Koppesteeg, heeft eene aanranding op den publieken weg plaats gehad. Jl. Zaturdagyavond namelijk werd zekere C. B. door twee mannen aangevallen, die hem om geld vroegen. B., die buitengewone ligchaamskracht bezit, wierp een zijner aanranders op den grond, waarop de tweede hem met een mes aanviel, hetwelk hij hem echter uit de handen wrong, na vooraf een schram onder den arm te hebben ontvangen. Na deze ontvangst hadden de deugnieten, zoo 't scheen, geen lust meer om verder te handelen. Beide kozen 't hazenpad en verdwenen spoedig in het kreupelhout. Op den steenweg tusschen Breda en Oosterhout is weder iemand aangerand, en ditmaal door vier kerels, die hem bij de keel grepen en hem al het geld, dat hij bij zich had 35 gulden ontroofde. De bestolene, een inwoner van Raamsdonk, verzocht dat men hem slechts één rijks daalder zou laten behouden om zijn weg te kunnen vervolgen, doch men liet hem slechts 50 Cts. en maakte zich toen uit de voeten. Hoewel van deze brutale aanranding dadelijk aangifte bij de politie is gedaan, heeft men de dieven nog niet kunnen vinden. Op de spoorweglij n te Breda moet dezer dagen door een onbekend gebleven persoon eene verregaande baldadigheid zijn gepleegd door een wissel, en wel bij twee verschillende keeren, zoo te misplaatsen, dat de spoortrein in plaats van over de brug in de haven moest teregtkomen. Door de politie wordt de lijn thans bewaakt. Het ver moeden rust op een onlangs wegens dronkenschap ontslagen beambte der Spoorwegmaatschappij. Te Nieuw Vossemeer is, naar de Arnh. Crt. mede deelt, de justitie uit Breda aangekomen, om een geregtelijk onderzoek in te stellen naar eene poging tot moord, gepleegd op de weduwe S...., aldaar, door zekeren J. G...., die reeds in hechtenis is, krachtens bevel van den regter-commissaris. Klaarblijkelijk moet het doel van den misdadiger zijn geweest om, na het gelukken van den aanslag, waartoe hij alsdan de meest geschikte gelegenheid kreeg, bij die weduwe te stelen. Daar zij echter niet is bezweken, zal de justitie zeer zeker voldoende bewijs tegen den schuldige krijgen. De Grondwet deelt daaromtrent het volgende mede: Terwijl de overige huisgenooten naar de hoogdienst waren, poogde een nog zeer jeugdige knecht de stokoude weduwe S., bij wien hij als smidsknecht in dienst was, door worging van het leven te berooven. Door het uitgaan der kerk werd hij echter in zijn boos opzet verhinderd en weldra aan de regterlijke magt overgeleverd. De oude vrouw bevindt zich naar omstandigheden vrij wel. Naar aanleiding van den moord te 's Hage is de waakzaamheid der politie verdubbeld, wat ook eene voor de goede zeden gunstige zijde heeft of kan hebben. Ziehier wat, volgens de Arnh. Crt., dezer dagen plaats had. De heer X is afwezig, wat niet belet dat mevrouw toch bezoeken ontvangt, ook van heeren, althans van een heer, die, den tijd en andere dingen vergetende, ten een ure in den nacht de woning zijner vriendin verlaat. Hij heeft haar verzocht zich niet te derangeren en wil de huisdeur achter zich digt trekken, toen hij twee agenten van politie ontdekt. Terstond treedt hij terug en blijft in huis. De dubbel waakzame politie alles is dubbel in dit verhaal schelt aan, maar bekomt geen gehoor. De bezoeker had dan ook volstrekt geen haast om de politie binnen te laten. Eindelijk schuift mevrouw een bovenraam op en de politie deelt haar mede, dat er een man in haar huis is. Mevrouw ontkent en zegt, dat haar man uit de stad is. Eensklaps opent, om verdere moeijelijkheden te voorkomen, de heer de deur en zegt, dat hij de agenten volgen zal naar het bureau van politie. Daar wordt alles helder helderder dan de betrokken personen aangenaam is. Op het tooneel had de heer zich als dief gehandhaafd. In de werkelijke wereld denkt men er anders over. Te Arnhem kwam iemand den gasmeter bij majoor P. nazien. Uit een antwoord op een door dezen gedane vraag bleek, dat de man van gaszaken niets wist. De majoor gelastte hem dadelijk te vertrekken, volgde hem, zag dat hij nergens verder gasmeters onderzocht, en riep toen een politieagent om hem naar het politiebureau te voeren. Het bleek, dat de paan met de gasfabriek niets te maken had. Hij werd, als waarschijnlijk verkeerde bedoelingen hebbende, voorloopig in hechtenis gehouden. Het contingent, dat dit jaar van Harderwijk naar Oost-Indië zal worden gezonden, is vastgesteld op 1073 militairen, waaronder zullen worden begrepen 871 artilleristen en 135 cavaleristen. Men meldt uit Ambt Hardenberg, dd. 4 dezer: „Gisteren avond zijn de twee daders van den ontzettenden moord te Kloosterhaar naar Deventer opgebragt. Het is te hopen, dat de welverdiende straf, die zij zeker ontvangen zullen, in deze omstreken een weldadigen invloed in 't belang van veiligheid en zedelijkheid moge uitoefenen. De nieuw jaarsdag, de tweede feestdagen en eenige anderen, noemt men hier „drinkeldagen." De jeugd vult alsdan de her bergen, de politie ziet lijdelijk toe, en de ligtzinnigheid viert zoo dolzinnig hare saturnaliën, dat een fatsoenlijk burger zich des avonds bijna niet op straat of op den weg durft begeven. Tusschen den verslagene en den moordenaar, verneemt men nog, bestond al geruimen tijd een hevige onmin, en de eerstgenoemde wist, dat de Nieuwjaarsdag tot dag der wrake was bestemd. Den geheelen dag had hij zich in huis gehouden, doch des namiddags omstreeks 4 ure waagde hij het, om met zijn meisje op den weg te verschijnen. Toen de daders hem ontmoetten deden zij hun overjas of buis uit, ook de aangevallene deed dit terstond, doch toen hij 't zijne aan zijn meisje ter bewaring gaf, ontving hij reeds een slag, met een steen in een zakdoek geknoopt, voor het voorhoofd, waardoor hij bedwelmd, zoo niet dood ter aarde nederstortte. De moordenaars zetten daarop het pistool achter zijn oor en brandden het los, en hem vervolgens omkeerende zetten zij het achter zijn andere oor en schoten het weder af. Het hoofd van den verslagene moet letterlijk vaneengespleten zijn.'? Het uitgezaaide wintergraan staat in den Zuidoost hoek van Friesland zeer gunstig. Een vergelijking makende tusschen dezen winter en dien van 186061, komt the Gardeners Magazine tot de conclusie dat wij een strengen winter te wachten hebben. Ook in den voorwinter van '60 was er aanhoudend veel regen gevallen, en zoo de daarop gevolgde vorst niet tot de allerstrengste behoorde, toch was die winter de meest vernielende. De oorzaak van dit verschijnsel meent men te vinden in den doorweekten grond en de van water door drongen planten en boomenvolgt daarop harde vorst, dan worden grond en gewassen als het ware met messen door ploegd. Genoemd orgaan verlangt dus wel naar droog weer, maar hoopt dat de vorst geleidelijk zal komen, en de nattigheid eerst zal zijn opgetrokken voordat het streng gaat vriezen. Liplay, een Hongaarsch reiziger, die met Amerika en de Amerikaansche toestanden nog al ingenomen is, verhaalt, dat in Alabama, in een krankzinnigen-gesticht een courant uitgegeven wordt voor de patiënten, waaraan de gansche arbeid verrigt wordt door krankzinnigen. Niet alleen zetten en drukken, maar zelfs de redactie en correctie is aan krankzinnigen opgedragen. De courant handelt over 'allerlei onderwerpen, meestal echter bevat zij kleine stukjes van letterkundigen aard en veel gedichten, ,,'t Is aan de nummers, die ik er van gezien heb," zegt Liplay, „niet te ontdekken, dat alleen krankzinnigen aan het blad arbeiden. Ik ben dikwerf in de gelegenheid Amerikaansche toestanden te zien, die beter zijn dan die van de oude wereld; en thans kom ik tot de ervaring, dat zelfs de gekken er verstandiger zijn, dan in Europa." Volgens berigten uit St. Petersburg is de winter ook daar tot nu toe bijzonder zachtmen vreest dat dit ongunstig op den gezondheidstoestand zal werken. Uit Japan komt het belangrijke nieuws dat een gekozen Parlement zal worden ingesteld, bestaande uit 600 leden, en 't vermakelijke dat een decreet is uitgevaardigd, waarbij aan de Japanners verboden wordt hun hoofd te scheren, m. a. w. staarten te dragen. De regering wil dat de burgers hun haar zullen laten groeijen op Europeesche wijze. Tot dusverre hadden de Japanners hun eigen kalender. Zij hebben thans de Europesche tijdrekening aangenomen; sedert verleden Vrijdag is de Japansche 1 Januarij dezelfde als de onze. Op een dorpschool: Meester: Wat is niets? Geef daarvan eens een voorbeeld. - Dat is, bij voorbeeld, wanneer een heer mij vraagt, zijn paard vast te houden en hij me dan zegt: Ik dank je! De jongste overstrooming heeft tot de volgende komische scène aanleiding gegeven. Een Nimrod van het eerste water meende zich door het natte element niet te mogen laten' terughouden om, al was het dan ook maar in een schuitje, op de jagt te varen. In een boom, te midden van een overstroomd land, wordt hij een haas gewaar, die het gevaar van te verdrinken daar heen had gedreven. Fluks roeit onze jager op den boom aan, want hij wil Lampe levend in handen krijgen. Tot dat einde laat hij zijn geweer in het schuitje achter en klimt in den boom. Onze lepeldrager, door dit onverwacht bezoek verschrikt, springt in het schuitje, dat door dien sprong van den boom wegdrijft, tot schrik van den ont hutsten jager, die nu zijn vuurwapen in Lampe's magt ziet. Gelukkig echter weet onze haas dit wapen niet te handteren, maar drijft er mede heel majestueus aan wal, waar hij door een tal van toeschouwers, onder een daverend hoera werd ontvangen en gevangen, waarna men zich ook haast den jager uit zijn positie te verlossen. (D. v. 's Gr.) Kaasfabrieken. De Nederlandsche Industriëel en het Magazijn voor landbouw en kruidkunde hebben onlangs eenige statistieke en andere bijzonderheden medegedeeld betreffende de kaas- fabrieken in Engeland en Amerika. Het zal niet onbelangrijk voorkomen het Nederlandsch publiek over deze, ook voor ons land gewigtige zaak in te lichten, dat nog niet genoeg op de hoogte daarvan schijnt, niettegenstaande het reeds ruim twee jaar geleden is sedert de eerste kaasfabriek in ons land is opgerigt, dat er op dit oogenblik reeds drie in werking zijn en het niet zeer lang zal duren, of er zal nog een vierde in Noordholland bij komen. De zaak is eenvoudig deze: In plaats dat iedere boer, hetzij groot of klein, op eigen gelegenheid en volgens eigen manier kaas maakt, wordt de melk van het vee van eenige boeren in eene daartoe bestemde inrigting bijeengebragt en aldaar met zeer gering personeel, hoogst doeltreffende werktuigen en gereedschap, tot eene verbeterde kaassoort verwerkt. Men zou in eene groote dwaling verkeeren, indien men zich verbeeldde, dat in eene kaasfabriek slechts ééne bepaalde kaassoort kan worden gemaakt. De fabriek is zoodanig ingerigt, dat men er even goed kazen van 30 Ned. ponden als Edammers van 2 Ned. ponden, Derbys van 7 kil. als middelbaren van dezelfde zwaarte, Doublé Gloucester van 15 Ned. pd. als Goudsche kaas van 4 Ned. pd. kan fabriceren, daar dit alles slechts afhangt van eene ligte wijziging in de behandeling van den wrongel en van den vorm en de zwaarte die de verlangde kaassoort vereischt. Tot informatie voor den geheel oningewijde dient, dat de wijze waarop de kaasfabrieken in den vreemde en inzon derheid in Amerika worden opgerigt drieërlei is. De eerste bestaat hierin, dat zeker getal veehoeders, gewoonlijk twintig of dertig, bij elkander komen, berekenen hoeveel stuks vee zij gezamenlijk bezitten, hetgeen in den regel zelden minder dan 400 tot 900 is, en eene geschikte plek opzoeken om eene fabriek op te rigten; een bestuur wordt uit hun midden gekozen, een directeur voor de fabriek met het noodige personeel aangesteld, en als alles gereed is, brengt iedere boer de melk zijner koeijen geregeld naar de fabriek, waarvan behoorlijk aanteekening wordt gehouden; deze melk wordt tot kaas verwerkt, die het eigendom der leveranciers blijft, ten hunnen bate later verkocht wordt, en de opbrengst pondspondsgewijze onder hen verdeeld, na aftrek der onkosten. Het is het zoogenaamde coöperatieve systeem, Eene andere wijze, thans vrij algemeen gevolgd, is die om van de zaak een naamlooze vennootschap of maatschappij van aandeelen (Joint stock Company) te maken. De hoe grootheid van het maatschappelijk kapitaal (gewoonlijk niet zeer groot, daar het fabrikaat altijd onmiddelijk te reali seren is) wordt bepaald, benevens het bedrag der aandeelen. Een bestuur van eenige commissarissen met een algemeenen en een technischen directeur wordt benoemd, en als de aandeelen zijn geplaatst wordt eene doelmatige fabriek gebouwd, of een daartoe geschikt gebouw aangekocht. De melk voor de kaas benoodigd wordt dan regtstreeks van de boeren aangekocht, waartoe het maatschappelijk kapi taal hoofdzakelijk is bestemd, zoodat de gemaakte kaas dan het eigendom der vennootschap blijft en door den algemeenen directeur wordt verkocht. Deze wijze van werken heeft boven de genoemde vele voordeelen, daar vooreerst de risico kleiner is, en voor iederen aandeelhouder niet verder gaat dan het bedrag zijner aandeeltjes, ten tweede, dat er geregelder en op flinker voet kan gewerkt worden, én eindelijk snijdt men velerlei aanleiding tot oneenigheid af. De derde manier is, dat een eigenaar van een of meer kaasfabrieken en die tevens technisch kaasmaker is, zich zeiven en zijne fabriek aan eenige veehouders verhuurt, tegen zekere belooning, gewoonlijk berekend per 1 cwt. kaas door hem gemaakt. Hij zorgt voor personeel en alle verdere benoodigdheden, en vindt dit alles uit zijne be looning terug. De boeren hebben dus verder niets te doen, dan hunne melklevering te noteren, waarvoor zij kaas in de plaats ontvangen, en waarmede zij naar welgevallen kunnen handelen. Deze manier wordt nog maar alleen in die streken gevolgd, alwaar de zaak reeds diepen wortel heeft geschoten en zij de algemeene sympathie en deelneming geniet, doch alvorens men dit gewenschte standpunt heeft bereikt is de tweede genoemde wijze, namelijk in den vorm eener naam looze vennootschap, de verkieslijkste. Men is dan ook reeds begonnen op die wijze, hier te lande, en wel met name te Rotterdam, de handen aan het werk te slaan, om eene dergelijke maatschappij op te rigten. Het is te hopen, dat zij genoegzaam deelneming moge vinden en aldus deze nieuwe wijze van werken aan den ouden vermaarden kaashandel van Nederland een krachtigen steun geven zal. (Amst. Crt). Eerste Hamer. Blijkens de algemeene beschouwingen der afdeelingen van de Kamer over de staatsbegrooting, werd de houding van het kabinet in al de afdeelingen uitsluitend ter sprake gebragt. Verschillende bedenkingen zijn daartegen ingebragt, als: gemis aan een programma, weifelachtigheid omtrent het defensiewezen, waarop door anderen geantwoord werd, dat de regering toch een zakelijk programma had gegeven, en zich verklaard had nopens de landsverdediging enz. Verscheidene leden hadden tegen censusverlaging groot bezwaar. Omtrent al deze punten, zoomede nopens de voornemens tot belasting-herziening werden inlichtingen gevraagd; nopens de defensie werd dit met aandrang herhaald bij hoofdstukVIII. Aan die onzekerheid moest meende men een einde komen. Bij hoofdstuk Koloniën werden vragen gedaan nopens de voornemens van den minister omtrent de uitvoering der agrarische wet, en of hij zich niet gebonden achtte aaD de verklaringen, door den vroe- geren minister de Waal, vooral in de Eerste Kamer, afgelegd? De Provinciale Stalen van Gelderland hebben tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal verkozen uir. J. Thooft, lid der arrondissements-regtbank te Zutphen. Met ingang van 1 Mei is aan dr. J. C. G. Evers, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de hoogeschool te Leiden, met behoud van den titel van hoogleeraar. Tot hoog leeraar in de medische faculteit aan die hoogeschool is benoemd dr. S. S. llosenstein, hoogleeraar aan de hoogeschool te Groningen. De luit. ter zee 1ste kl. K. O. van der Veen, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en van daar den 31 Dec. 11. in Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-act. gesteld. De luit. ter zee 1ste kl. C. Schuylenburg, dienende als 1ste off. op het raderstoomschip Valk, wordt met den 15 dezer op non-act. gesteld en met den 16 dezer vervangen door den luit. ter zee 1ste kl. E. L. Ehnle. Voorts wordt de luit. ter zee 1ste kl. A. G. Westerouen van Meeteren, met ingang van laatstgemelden datum, geplaatst aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis. De laatste dagen, die Thiers te Parijs heeft doorgebragt, zijn voornamelijk gewijd geweest aan diners en soirees, waarvan sommige zeer schitterend waren. Thiers wordt overal verge zeld door zijn echtgenoot en „de onvermijdelijke" mejufvrouw Dosne, schoonzuster. A Mr. James Gordon Bennett, directeur en eigenaar van den New-York Herald, is jl. Donderdag te Parijs aan gekomen. De Herald is het grootste dagblad van de Yereenigde Staten en mogelijk van de geheele wereld. Zijn oprigter, Bennett, de vader, het vorige jaar overleden, was de gezworen tegenstander van de Londensche Times en geheel zijn streven was het, om deze te overtreffen. Men weet dat de Herald 100,000 betaalde voor het berigt van den dood van Theodorus van Abessinië, en dat zijn lezers eer bekend was dan aan het Engelsche gouvernement zelf. De reis van Stanley, den reporter van het blad, ter opsporing van Livingstone, is bekend; hij had daarvoor een crediet van f 150,000 te zijner beschikking. De Gazette des Tribunaux bevestigt het berigt, dat in de departementen, met name te Toulouse en te Avignon,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2