1873. N". Woensdag 22 Januarij. Uitgever A. A. BAKKER Cz, Vervalsching van Voedingsmiddelen. HEUERSCHE EN NIEUWEDIEPER .Wjj huldigen het goede." Verschijnt Dinqsdag-, Donderdag- en Zatu&dag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.30, franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°, 103. Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent. elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruïmteberekend VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS Naar Oost-lndië: via Triest 4 Febr. 's avonds 6 u. 25 m. 0O) Marseille 30 Jan. 's avonds 6 u. 25 m. 00) Brindisi 23 Jan. 's avonds 6 u. 25 m. per Conrad, 30 Jan., 's avonds 11 uur. Oura^ao ,en Suriname, 1 Febr. 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 23 Jan., morg. 6 u. 25 m. Het Nieuwe van den Dag, de N. Rotterd. Courant en Multapatior in bet Handelsblad hebben eenige artikels geleverd over de vervalsching onzer voedingsmiddelen en de noodzakelijkheid om daartegen van regeeringswege maat regelen te nemen. Laatstgenoemde begon met een huisgezin te schetsen, waarvan de leden voor hun ontbijt allerlei soort van iri de dagbladen hoog opgevijzelde gezondheids- en voedingsmiddelen gebruikten, die in werkelijkheid uit linzenmeel en dergelijke goedkoope stoffen bestaan, maar tegen hooge prijzen aan den man worden gebracht. Die middelen droegen uitheemsche namén en wapen zeker voor het meeréndeel bier tè lande genoegzaam onbekend: en het tooneeltje van dit revalenta, enz. enz. etende gezin kon 3aq ook niet nalaten den indruk té geven, dat de schrijver zien aan groote overdrijving schuldig maakte en zich door buitenlandschë schrijvers had laten inspireeren. Wil men hem en anderen gelooven, dan zijn wij omringd van bedriegers, die uit winzucht met ons leven en onze gezondheid spelen, en zijn wij minstens drie malen daags in gevaar van vergiftigd te worden. De ondervinding leert evenwel, dat dit met zoo is. Wij zullen niet beweren, dat ër geene vervalsching van levensmiddelen plaats heeft, maar wel, dat djt piet in zoodanige mate en op zoo gevaarvolle wijze geschièdi, dat eene speciale wetgeving en een speciaal toezicht, zooals de N. Rott. Courant verlangt en omschreven heeft (kortelijk ook in dit blad overgenomen), noodzakelijk souden zijn. Wij achten zulks integendeel overbodig, omdat de meeste vervalschingen spoedig en gemakkelijk te ont dekken en de bestaande wetsbepalingen voldoende ter be straffing zijn. Van al onze werkelijke voedingsmiddelen, van die welke de hoofdbestariddeelen der volksspijs uitmaken, zijn alleen dezulken, die in gemalen of geméngden toestand verkocht worden, voor vervalsching vatbaar. Yleesch, visch, aard- Aba Kaissi, de Abessinisfelie Roovervorst. Als men zich een Rooverridder der middeneeuwen in de uitge- strektste beteekenis van liet woord voorstelt, dan verkrijgt men een begrip, dat eenigzins hem nadert, dien ik een Roovervorst noem. Voorzeker, niemand zal zich zelf met dezen naam betitelen. Het gewone woord in Abessinië voor zulk een persoon is„Rebel," en als wij dit woord van een Abessiniër vernemen, dan mogen wij daaronder niet een kleinen samenzweerder (want samenzweerders zijn alle Abesssiniërs, zelfs de schijnbaar vreedzaamste onderdanen) verstaan, maar dan behooren wij dit woord op te vatten in de Beteekenis van: èen grootèn aanvoerder van samenzweerders. Hét rebèlleeren is bij de afwisselende en regeeringlooze toe standen van Habësch een zoo diep ingeworteld kwaad geworden, dat men het bijkans als een stichting, het land eigen, aanmerken kan. Gewoonlijk is zulk een rebel een: „Dedscbas," een titel, dien wij in onze taal niet nauwkeuriger dan door: „Generaal'! kpanen uitdrukken. Zulk een persoon beeft altijd een klein staand leger onder zijne bevelen, en meestal ook een provincie onder zijn onmiddelijk bestuur. Deze beide factoren, het staand leger en bet landschap, leveren hem de middelëo, wanneer een gunstige gelegen heid zich daartoé aanbiedt, tegen zijn leenheer op te staan efl niet zeblëri zich te verdédigen. Biëdt eën gelegenheid van opstand zich San; dan laat do Rebel haar niet ongebruikt voorbijgaan. Js dé vorst zwak, of verkeert bij in oogenblikkelijke verlegenheid, in een «ogenblik verrijzen de rebellen als paddestoelen uit deu,grond. £elfs al is dit bet geval niet, dan nog zijn de dedschas dikwijls vermetel genoeg tegen, hunne leenheeren. pp te staan, als zij slechts Beenen eenigen. grond tot ontevredenheid te hebben. Het rebeileéren is in Abessinië als het ware in de luèht gelegen. De verzoeking daartoe is ook groot. Als men in aanmerking neemt flat in' de laatste honderd jaren in Abessinië geen wettige vorst heeft geregeei^I, maar dat allen, die zich de regeering over bet knd hebben toegeëigend, niet anders zijn geweest dan gelukkige «bellen, dan begrijpt men, dat een eergierig en ondernemend'leger- hoofd zich zelf de vraag wel moet voorstellen: „Waarom zal ook ik mijn fortuin niet door opstand gronden en mij tot heerscher opwerpen Ook de zoo dikwijls genoemde en de zoo beruchte Keizer Theodoor was een rebel. Allen, die thans de heerschappij over Habesch uitoefenen, zijn niet anders dan rebellen, de eenige Uitzondering alleen isMènelek, de vorst van Shoa, wiens voor vaderen reeds de heerschappij over deze provincie uitoefenden. Iutusschen noemt men de vorsten, die zich de heerschappij hebben weten te. verwerven, niet meer rebellen, maar zij dragen zulke namen, als zij aaü zichzelven verkiezen te geven. Eiken rebel kan mén ook niet met den naam van „roover" bestempelen, daar men voor hem die landen rooft den titel van appelen, groenten, erwten, böönen, rijst, gort kunnen niet vermengd of vervalscht worden. Eenë belangrijke serie valt dus al dadelijk buiten de kwestie, en in het algemeen zou men kunnen zeggen, dat de eenvoudigste spijzen het minst, de duurdere lekkernijën en bijgerechten der groote wereld het meest vóór vervalsching geschikt zijn. De meelsoorten maken hierop echter èene Uitzondering, waar mede wij niet bedoelen dezulke, dié als krachtmeel en dergelijke panacea verkocht worden (wie veel geld voor zulke zaken over heeft, mag zich niet over bedrog beklagen), inaar het meel, dat onze huisvrouwen voor hare gerechten en dat de bakkers voor het brood gebruiken. Brood en meel zijn de spijzen, waarvan de vervalsching mogelijk en ook meermalen voorgekomen is, inzonderheid met kryolith en kopervitriool. Koper wordt ook wel eens gevonden in ingelegde groenten en augurken, zwavelzuur in limoensap en in sterke dranken, indien wij deze ook al tot de voedings middelen willen rekenen. Is het onderzoek daarvan zoo moeilijk, zoo boven het bereik der gebruikers, dat er eene bijzondere wetgeving en bijzondere keurmeesters voor noodig zijn Wij gelooven het niet. Gebruikmaking van een vergrootglas, van een stukje glad ijzer (eeh breinaald), verbranding op een platina- schaaltje en weging der terugblijvende asch, indroppeling van bloedloogzout-oplossing of barythwater zullen in de meeste gevalléü reeds de verlangde .aanwijzing verschaffen. Het onderwijs in warenkennis en scheikunde is in den laatsten tijd zoo uitgebreid, de ontdekkingen der weten schap worden ioö gepopulariseerd, dat het weinig moeite moet baren, zich door onderzoek van de deugdzaamheid van eenig voedingsmiddel te vergewissen, en heeft Uien niet zelfs de geschiktheid om dit te doen, in elke plaats is wel iemand te vinden, die er zijne hulp of voorlichting voor wil verleenen Men moet zooveel mogelijk uit eigen oogen leerén zien, liever dan dóór de bril van anderen, en zich zelf rédden, liever dan de Staat voor alles te laten zorgen. Men zal niet nalaten zijne bevinding aan vrienden en kennissen mede te deelen en dusdanige openbaarmaking zal een krachtig middel zijn om de leveranciers van kwade practijkén terug te houden. Maar ook dan, wanneer het publiek niet voor zich zelf Dit zou noodig kunnen zijn tot het onderzoek van het som wijlen hoofdpijn verwekkende Beiersche bier. Sedert de Hollandsche Beierseh-bierfabrieken bet buitenlandsebe brouwsel verdreven hebben, is de schadelijke uitwerking der kokkelkorrels niet meer te vreezen. „roover" met dien van „veroveraar" heeft verwisseld. Alle rebellen rooven, als de gelegenheid daartoe zich slechts aanbiedt, ook de goederen van privaat personen worden door ben geenszins ontzien, maar bet rooven maakt niet zoozeer huu hoofdbedrijf uit. Iu het gezegende Habesch worden zulke guerilla-aanvoerders wel gevonden, wier voornaamst en eenig doel rooven en plunderen is, maar het getal van de zoodanigeri bepaalt zich tót enkelen. Oöder die enkelen heeft eenigen tijd lang eën mén uitgemunt, dien wij met recht het ideaal van een vermetelen rooverrebel mogen doemen. Deze man is Aba Kaissi, meermalen ook „Aba Kase" genaamd. Behalve als roovervorst is deZe Aba Kaissi wegens een andere oorzaak voor de Duitschers een belangrijk persoon. Hij beeft namelijk de dochter van den beroemden natuuronderzoeker Schimper uit Mannheim', dien nestor van alle reizigers in Abessinië, tot vrouw. DeZe is Duitsche wat hare afstamming van vaders zijde betreft, maar van den kant der moeder een Abessiniesche, alsmede door geboorte en opvoeding. Aba Kaissie zou om de toestemming van den vader niét gevraagd hebben, of deze zijn dochter hem tot vrouw zou willen geven. Ja, zooals men zegt, heeft de dochter zelve de toestemming niet behoeven te verleenen om zijn vrouw te worden. Een Abessiniër heeft mij de omstandigheden verhaald op welke wijze Aba Kaissi aan zijn vrouw gekomen is. Uit aardig heid wil ik hief mededeelen, wat mij verhaald is geworden, ofschoon ik bekennen moet, dat ik aan het verhaalde geen onwrikbaar geloof sla. Maar het verbaal kan als voorbeeld dienen, wat men in Abessinië al zoo voor mogelijk houdt. Dr. Sehimper is, zooals mij ter oore is gekomen, dé eerste geweest, die de aardappelen in Abessinië heeft ingevoerd. Aan dé boeren, zegt men, heeft hij aardappelen gegeven om uit te planten, èri daar de bodem van het land bij uitnemendheid vruchtbaar is, Z'öó oogstten zij voortreffelijk. Uit dankbaarheid bracht elke boer hem nu jaarlijks een grooten zak zelf geteelde aardappelen. Ben zoon van één dier boeren moet (altijd naar het verhaal dat mij is tüedegedeeld, maar voor de waarheid er van verwed ik mijn hoofd niet) Aba Kaissi geweest zijn. Op een zekeren dag zou hij dan ook een zak aardappelen naar het huis van den natuuronderzoeker gebracht hebben. Bij het ledigen van den zak was een jong meisje hem behulpzaam, wier schoonheid een diepen indruk op hem maakte. Zij was, ja, donker van vel, maar had glad hoofdhaar, van bijzondere lengte en buitengewone pracht, zooals het bij de kroesige, meest hartharige Abessiniesche vrouwen en meisjes niet voorkomt; daarbij bad zij regelmatige gelaatstrekken en vollere vormen dan de magere en schrale dochters van dat land, en daarenboven ont brak haar dat bekoorlijke, half smachtende, half zwaarmoedige der gelaatsuitdrukking niet, dat de vróuwen van Habesch zoo onweer staanbaar en voor het hart van den Europeer zoo gevaarlijk maken kan. Inderdaad het sohijnt wel, dat zulke vermengingen van wil of kan waken, meenen wij dat in het geneeskundig Staatstoezicht alreeds een bevoegd en deskundig personeel bestaat om de vermenging der levensmiddelen met voóï de gezondheid schadelijke zelfstandigheden tegen te gaan. Het zou o. i. zijne roeping voorbijzien, als het niet daarop nauwlettènd het oog gevestigd hield van tijd tot tijd de verdachte waren onderzocht, het publiek zoo noodig waarschuwde en gerechtelijke vervolging provoceerde. Wat de dranken althans betreft, zal zulk eene vervolging met succës ingesteld kunnen worden, op grond van art. 318 van het Wetboek van Strafrecht, woordelijk aldus luidende „Al wie vervalschte dranken, die schadelijke inmengsels voor de gezondheid bevatten, verkocht of vertierd zal hebben, zal gestraft worden met eene gevangenzitting van zes dagen tot twee jaren en eene geldboete van zestien tot vijf honderd franken. De vervalschte dranken, die bevonden zullen worden den verkooper of vertierder toe te behooren, zullen in beslag genomen en verbeurd verklaard worden." Op vermenging van voedingsmiddelen met andere van geringer waarde oefent het eigenbelang der verbruikers eene aanhoudende en scherpe controle uit, en wij gelooven dat onze vrouwen in dit opzicht eene kennis en ondervinding bezitten, welke menig geleerd schrijver bij haar niet ver onderstelt. De concurrentie moge de leveranciers al eens op bijvoeging van goedkoope stoffen bedacht doen zijn, de koopèrs zoeken voor het minste geld de beste waar te bekomen en trachten zich, bij ondervonden teleurstelling, elders beter te voorzien. Thee, chocolade, meel en boter f) h. v. leenen zich bijzonder tot zoodanige bijvoeging, maar het goedkoope doet zich daarbij spoedig als duurkoop kennende thee is niet waterhoudend, verliest te spoedig geur en kleur, en dankt zij de laatste al aan catechu, dan verraadt de onaangenaam samentrekkende smaak dit bedrog. Zoo is het ook met andere artikelen, zij ontberen öf bezitten niet voldoende de eigenschappen welke 'er van verlangd worden. Dergelijke knoeierij valt naar onze meening eveneens Ten aanzien van het anijszaad heeft het zich bij herhaling waakzaam betoond, misschien ook wel ten aanzien van andere artikelen. Geverwde bonbons, vroeger bij de kinderen zoo gewild, zijn al eerder, ten gevolge van gedane waarschuwingen, in onbruik geraakt. f) In Engeland ook de koffie, door vermenging met cichorei, waarop schrijvers, die uit buitenlandsebe boeken putten, gedurig neerkomen. Hier te lande koopt men heele boonen, of men laat ze in zijne tegenwoordigheid malen, en men voegt naar eigen keus al of geen cichorei of koffiestroop toe. Europeesch met inlandsch bloed het schoone van beide menschen- rassen nog des te meer doet uitkomen. Het tegendeel echter is ook dikwijls het geval en hiervan zijn mij onderscheidene voor beelden bekendbier evenwel had het schoone van beide rassen zich vereenigd. Aba Kaissi werd plotseling smoorlijk verliefd. Daar hij nu geen droomende dweeper, maar integendeel een man van handelen was, zoo had hij terstond het voornemen opgevat zijn geliefde mét geweld te bemachtigen. De groote aardappelen zak gaf hem daartoe het eigenaardig middel aan de hand. Hij verzocht het meisje eenige aardappelen uit den zak, die bijna ledig was, van den bodem te willen opzoeken, en hield, opdat dit doel door haar bereikt zou kunnen worden, den zak haar zoo voor, dat geheel haar bovenlijf in den zak verborgen werd. Nu haalde hij den zak haar geheel over het lichaam, bond hem dicht en droeg zijn geliefde in den zak van het vaderlijk erf. Het meisje zou zoo overbluft zijn geweest, dat het geen geluid zou hebben kunnen geven. In huis had niemand iets van den gepleegden roof bemerkt, want men waande, dat men slechts een zak met aardappelen had zien wegdragen. Lang reeds had men haar vermist, voordat men Ontdekte, dat zij de vrouw van Aba Kaissi geworden was. Al is het dat dit verhaal niet waar is, het verdient waarlijk waar te zijn. Overigens zijn, zooals Edmon About in zijn „Roi des montagnes" zegt, niet altijd de waarste geschiedenissen die, welke waarlijk gebeurd zijn. Volgens deze vertelling was alzoo de man, die op zulk een romantische wijze aan een vrouw gekomen was, een boer. VoDens anderen evenwel zou hij van zijn vroegste jeugd af reeds tot "den krijgsmansstand behoord hebben. Misschien was hij wel beide tegeljjk, boer en Soldaat. In alle gevallen, zijn moed en zijn militaire bekwaamheid bezorgden hem een commando, wel is waar slechts een ondergeschikten rang, want tot Dedscha had hij het nog niet gebracht. Maar dat geregelde en eentóonige soldatenleven kon hem, die zoo op avonturen verzot was, op den duur niet bevredigen. Aan gelijkgezinden ontbreekt het een man, die zich tot „Heer van den openbaren weg," of zooals wij het zouden noemen tot „Ridder van de Heerewegen" wil opwerpen in Abessinië nooit. Zoo vond dan ook Aba Kaissi zeer spoedig een hoopje, dat zich met hem vereenigde, en met dit troepje begaf hij zich in de hergen, zoo als men in Habesch de schuilhoeken der roovers noemt, zelfs dan wanneer die schuilhoeken in de vlakte zijn gelegen. In den beginne wa3 bij verbazend gelukkig. Zijn aanhang vermeerderde aanzienlijk, daar alle vagebonden en al bet roovergespuis zich spoedig bij hem voegden. Weidra stond hij dan ook als het ware aan het hoofd van een klein leger, dat uit de vermetelste en gevaarlijkste menschen bestond en dat in staat was het tegen een provincialen gouverneur op te nemen. De gelegenheid om dit te ondernemen bood zich werkelijk aan en Aba Kaissi kwam op deze wijze in het bezit van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1