Sigarenfabriek „de Hoop," Benoeming-en, enz. Buitenland. Frankrijk. Engeland. Oostenrijk. Zwitserland. Spanje. INGEZONDEN. Burgerlijke Stand. Gem. Anna Paulowna. Marine-Haven Nieuwediep. ADVERTENTIËN. TER VOORKOMING VAN VERVOLGINGSKOSTEN, Dijkgraaf en Heemraden meel tot Woensdag morgen, toen de neef en het kind stierven. De moeder hield het doode ligchaam van haar kind in de armen tot Vrijdag morgen, -toen er hulp kwam en zij naar Marshall vervoerd werden. De heer Fox heeft ernstig door de vorst geleden en zijne vrouw is krankzinnig. Een berigt uit Fergus Falls zegt, dat daar reeds twintig menschen omgekomen zijn, terwijl 'het verlies van vee honderden telt. Gansche huizen zijn door de jagtsneeuw bedekt en de wegen zijn versperd en vol gejaagd. Een berigt uit Morris meldt ons, dat men de lijken gevonden heeft van P. Frelland van Oleson en van den heer Beakey. Een zoon van den heer Beakey wordt vermist en ook bij is zonder twijfel omgekomen. H. Oleson vond men, nadat hij 48 uren rondgedwaald had, met bevrpren ledematen; hij zal waarschijnlijk sterven. Christiaan Heg werd door de jagtsneeuw overvallen op Dingsdag en Zaturdag daarna onder de sneeuw gevonden, met bevroren ledematen; men hoopt hem nog te kunnen behouden. De eerwaarde heer H. R. Wells, van Preston, Fillmore County, verhaalt ons, dat een predikant met zijn huisgezin, die in Iowa tehuis be- hooren, namelijk van Lime Springs, Iowa, omgekomen zijn. Zij waren op reis naar Fillmore County, Minnesota. De predikant met zijne vrouw en twee kinderen waren op reis naar huis, maar toen zij op eenigen afstand van hun huis waren, konden de paarden niet meer voort van vermoeid heid; daarop nam hij een kind in zijne armen en begaf zich op weg naar huis, keerde van daar terug naar zijne vrouw en kind, maar raakte op de terugreis aan het dwalen; hij vond de plaats niet meer waar zijne vrouw en zijn kind waren, en den volgenden dag vond men hem dood in de sneeuw. Zijne vrouw en zijn kind vond men ook dood, zittende in de slede, maar het kind dat in huis was leefde nog toen men daar kwam. De kapt.—luit. ter zee J. D. J. van der Hegge Spies, laatst be hoord hebbende tot de zeemagt in Oost-Indië en wegens langdurig verblijf aldaar den 8 dezer in Nederland teruggekomen, wordt met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. Oost-Indië. Benoemd tot lsten machinist bij de gouvernem.- marine de 2de machinist bij die marine G. A. ter Linden. De divisie-generaal Uhrich, verdediger van Straatsburg, heeft dezer dagen zijne op-pensioen-stelling gevraagd. Hij is 71 jaren oud, telt 53 dienstjaren en heeft 16 veldtogten medegemaakt. Het verzamelen van weggeworpen eindjes sigaar, die tot tabak worden versneden en tegen geringen prijs aan de armen worden verkocht, brengt te Parijs jaarlijks nog 250,000 francs op. De Times spreekt het gerucht tegen, volgens hetwelk de president van Peru vermoord en het gouvernements paleis aldaar in de lucht gevlogen zou zijn. Zekere Noë, die vroeger met Stanley in Azië gereisd heeft, houdt in de Vereenigdë Staten voorlezingen, waarin hij bewijzen wil de waarschijnlijkheid, dat Stanley een humbug is en dr. Livingstond nooit ontmoet heeft. De zoon van den gewezen Keurvorst van Hessen, Prins Hendrik, had te Weenen zooveel schulden gemaakt en werd door zijne schuldeischers zoodanig in het naauw gebragt, dat hij het noodig achtte, heimelijk de stad te verlaten en te Praag zijn intrek te nemen in het paleis van zijn vader. Dit heeft hem echter weinig geholpen, daar eenige dagen later, op last van de regterlijke autoriteit te Weenen, het meubilair enz. in de door hem bewoonde apartementen te Praag in beslag is genomen. De Keurvorst heeft nu hiertegen protest ingeleverd, op grond dat hij en niet zijn zoon eigenaar is van al wat zich in die apartementen bevindt. De Federale raad heeft, nadat de bisschop Mermillod, verklaard had, dat hij voornemens was om de functiën van apostolisch vicaris, in spijt van de bevelen der burgerlijke magt, te blijven uitoefenen, de regering van Genève last gegeven om den bisschop buiten het gebied der Confederatie te voeren, en is deze dan ook op Fransch grondgebied overgebragt. De berigten uit Spanje bepalen zich tot een reeks tele grammen. Daaruit blijkt o. a., dat te Malaga de orde een oogenblik is verstoord geweest, maar spoedig, zonder bloed vergieten hersteld. Te Barcelona schijnt het ernstiger te zijn toegegaan. Er hebben daar federalistische, ja commu- nalistische demonstratiën plaats gehad, en een tijdlang heeft de „eigen vlag van Catalonië," rood met een witten drie hoek, van het stadhuis gewapperd. De rust is echter niet gestoord. De operatiën in het Noorden schijnen voorloopig gestaakt te zijn van wege de sneeuw. Don Carjos moet thans werkelijk in aantogt zijn. Hij is te St. Jean de Luz (Fransche grenzen) aangekomen en heeft zich als preten dent naar den troon geproclameerd. In de Cortes heeft de minister van Financiën gezegd, dat Spanje zijne verpligtingen tegenover de crediteuren van den staat zal eerbiedigen. Eerbied voor het regt, zeide de minister, is onze leuze, en op het crediet van den staat steunt de republiek. Er is verder door de regering een ontwerp ingediend tot afschaffing der doodstraf en eene commissie benoemd tot herziening van het strafstelsel. Men verwacht verder een massa buitengewone decreten, waarbij o. a. de adeJijke titels en decoratiën zullen afgeschaft worden, waarbij de Baad van State zal worden opgeheven, waarbij kerk en staat zullen worden gescheiden, waarbij de magistraatspersonen onafzetbaar worden verklaard, waarbij hervormingen worden ingevoerd op de Antillen, gelijk reeds decreten verschenen zijn tot opheffing der koninklijke garde en tot reorganisatie van de vrijwilligers der vrijheid, die voortaan vrijwilligers der republiek zullen heeten. Onder de mogendheden, die de jonge republiek hebben erkend, worden genoemd Frankrijk, Engeland, België, Zwitserland en Nederland. Met deelneming zal men zeker vernemen, dat de hertogin van Aosta, tengevolge der vermoeijenissen der reis, die in haar toestand dubbel gevaarlijk was, vrij ernstig ziek is. Kort verslag van het verhandelde in de Algemeene Vergadering van het Polderbestuur te Anna Paulowna, gehouden den 5 Februari'j 1873. Deze vergadering had voornamelijk ten doel, de noodzakelijkheid aan te toonen van de plaatsing eener stoommachine. Gelijk vele ondernemingen reeds jaren vooraf ter sprake zijn gebragt, eer ze tot een bepaald voorstel hebben geleid, zoo mag men ook aannemen, dat over een extra stoomgemaal in den polder reeds jaren was gesproken, en nu men verneemt genoegzame mede werking te zullen vinden om het te verkrijgen, maakt men van deze gelegenheid gebruik het ijzer te smeden terwijl het heet is, en ziedaar het voorstel in de vergadering ter tafel gebragt om thans tot de plaatsing eener stoommachine toestemming te willen geven. Zoodra echter dit plan bekend werd, bleek al spoedig, dat het grootste gedeelte der ingelanden, waaronder een heemraad en eenige hoofdingelanden, tegen deze extra kosten waren, waarom zij dan ook niet hebben geaarzeld hunne talrijke bezwaren per rekwest aan het bestuur kenbaar te maken. Intussclien staat aan het hoofd van dit collegie een man, wien reeds 25 jaren het beheer over den polder is toevertrouwd en die zich vroeger geruimen tijd met polderzaken heeft bezig gehouden, dewijl de meeste leden des bestuurs elders woonachtig zijn en ook geene genoegzame kennis bezitten om over dusdanig voorstel te kunnen oordeelen. Steeds gewoon dat zijne raadgevingen worden opgevolgd, zou bet onvergefelijk geweest zijn, indien men thans zijne plannen verijdeld had. Daarbij wordt hij ondersteund door twee personen, die niet in algemeenmaar veeleer uit eigen belang werkzaam zijn. Nog vindt men leden in het bestuur, die aan ieder willen be hagen, en heden eene zaak afkeuren, die zij morgen weer met hart en ziel toestemmen. Gelukkig intusschen voor de kleinste meerderheid der ingelanden, dat hét voorstel is aangenomen, daar men anders had mogen vreezen (gelijk zoo dikwijls te 's Hage geschiedt) een verzoek om ontslag te zullen ontvangen. En om het voorstel niet verijdeld te zien, moest nog door deze en gene, die zich ook minder om het belang hunner broederen bekommeren, de zaak van de schoonste zijde voorgesteld en de be zwaren, daartegen ingebragt, al te luttel geacht worden om daaraan gehoor te geven, ja, welligt meer als dienende beschouwd te worden om het polderbestuur te laken De discussièn waren spoedig afgeloopen en weldra werd met eene meerderheid van slechts twee stemmen tot de plaatsing eener machine besloten. Eere zij intusschen den heemraad en aan eenige hoofd-ingelanden gebragt, die hunne roeping niet vergaten, maar het algemeen belang beoogden De polder heeft zes molens en een machine, die meer dan vol doende zijn om het water op behoorlijken stand te houdenimmers bij zoovele gebreken, die men in de waterleiding of molen- en togtsloten aantreft, heeft men zelfs in het najaar van 1872 geene bijzondere klagten gehoord, slechts eenige kavels uitgezonderd, die bij den minsten regen gedeeltelijk onder staan, en juist om deze perceelen te redden, zal ieder thans bijdragen om een stoomgemaal te krijgen! Had het bestuur eerst besloten bet thans algemeen bestaande gebrek in de waterleiding te herstellen, door namelijk de molen- en togtslooten te verbreeden en te verdiepen, en desgevorderd nog eenige nieuwe waterleidingen te maken (welke kosten nu toch voor de plaatsing eener machine moeten gemaakt wordeD), ten einde overtuigd te worden of de molens al of niet voldoende waren om, in betrekkelijk weinig tijds, den polder van het overvloedige water te bevrijden, dan zouden deze besluiten algemeen zijn toegejuicht. De meeste ingelanden toch zijn van oordeel, dat wanneer er voor eene behoorlijke waterloozinggebruik der molens en toezigt op de duikers werd gezorgd, men nooit bijzondere klagten over te hoogen stand van het water zoude hooren. Mogt de ondervinding van drie of vier jaren echter doen zien, dat deze verbetering in de waterleiding niet aan de verwachting beantwoordde, dan eerst kon en moest van de noodzakelijkheid eener stoommaehine sprake zijn en zou hare plaatsing algemeen worden verlangd. Dat enkele kavels wel eens te veel water hebben, hiertoe geeft welligt de tegenwoordige waterleiding wel eens aanleiding en hier voor kan en mag men toch geen stoomgemaal verlangen, en nog minder om zwinnen of plassen, die voor eene geringe erfpacht zijn aangenomen, droog te maken en ten koste van anderen in goed weiland te herscheppen. Neen, zoo mogt men vroeger wel eens handelen, doch thans niet meer. Ziedaar eenige opmerkingen, die wij vertrouwen, dat door vele ingelanden met genoegen zullen gelezen worden, en ook welligt dienstig kunnen zijn om bij de eerste verkiezing van leden in het bestuur zieb van personen te verzekeren, die standvastig zijn en algemeen boven eigen belang voorstaan. „Honit soit, qui mal y pense!" EENIGE INGELANDEN. Van 1 tot 15 Februarij 1873. ONDERTROUWD: M. Zwaan, zaakwaarnemer en A. Smit. P. Schilderman, aardewerker en T. van Eeten. GETROUWD: Geene. BEVALLENJ. Geerlings, geb. Pronk, (D.). A. Smit, geb. Ruiter, (Z.). C. de Jong, geb. Jonker, (D.). M. .Alkemade, geb. van Steijn, (Z.). M. van der Oord, geb. Voortbuisen, (Z.). C, Looij, geb. van Dijk, (D.). A. Geel, geb. Rietvink, (D.). OVERLEDENJ. C. Geluk, 45 jaren. D. van Ekeren, 4 maanden; P. Romar, 20 dagen. J. Koomen, 3 maanden. EATEEE iJEKIKWIS. Voor de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad zijn hedan 166 billetten ingeleverd. Zeiltlaarliggende en ver trokkenSchepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming 9 Nov. Noordbrabant. G.H.Ruhaak.Montevideo v.Card. Binnengekomen Koopvaardijschepen GrooteVaart. Binneagek. Schip Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 17 Febr. Phoenix. P.v.Duijvenbode. IIoogl.&v.Herw. Porto. 18 Riverside. D. Rich. van Vliet Co. New-Orleans. Geloodst: Friesland, Gerard Pieter Servatius en Nijverheid, van Java naar hier bestemd. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading inde Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Irene. G. J. Boon. Cadix. Stukg. ZurMühlen&Co. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). 'C c3 Uren. 1 Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. o Stand. Afw. Stand. Afw. 16 12 nwtw. 0.7k. 775.65 fl5.69 4.6 f 0.4 0.90 Vlak. 17 12 wzw. 1.2„ 778.59 f18.64 4.2 f 0.0 0.80 18 8 wtz. 0.5„ 780.69 f20.S5 3.4 f 1.2 0.80 rt 18 12 wtz. 0.3„ 781.38 f21.44 3.8 f 0.0 0.83 f/ Weersgesteldheid- i6 Febr. 12 u. Ligtbewolkt, beneveld, mooi. 17 Febr. 12 u. Digtbewolkt, beneveld, mooiweer. 18 Febr. 8 n. Digtbetrokken, nevelig, mooi. 18 Febr. 12 u. Digtbetrokken, nevelig, mooi. Ondertrouwd H. J. E. VAN DE WATERING, Oud—O/fiicier van Administratie lsfc klasse bij de Nederlandsehe Marine, en ALIDA KUIJPER, Weduwe van A. de Vries) Voorburg, 14 Februarij 1873. Heden overleed, in den ouderdom van zeventig jaren, na eene kortstondige ongesteldheid van twee dagen, mijne geliefde Echtgenoot PAÜLUS KRAMER, na eene geluk kige echtvereeniging van ruim vijf-en-veertig jaren. Zij, die de overledene gekend hebben, kunnen beseffen wat ik en mijne Kinderen in hem verliezen. Zwaar treft ons deze slag, maar de hoop op een zalig wederzien, doet ons in Gods wijzen wil berusten. Helder, den 15 Februarij 1873. Mede uit naam mijner Kinderen en Behuwdkinderen, Wed. P. KRAMER—STERK. De ondergeteekende betuigt bij dezen zijnen opregten dank voor de vele bewijzen van deelneming, die zijne Huisvrouw beeft mogen ondervinden van hare Medeburgers, tijdens en na het ongeval haar overkomen door de ijsschuit, maar vooral aan Dr. J. ENSING alhier, die haar zoo flink heeft bij gestaan en aan wiens zorgvuldige en naauwgezette behan deling zij bijzonder verpligt is. Burg op Texel, 17 Februarij 1873. Jb. P. KIKKERT. worden de nalatige belastingschuldigen in den Hoofdelijken Omslag aangemaand, het verschuldigde binnen ACHT DAOEST na heden aan te zuiveren. Helder, den 18 Februarij 1873. DE VEIJE VAN BUUREN. van den ANNA PAULOWNA—POLDER maken bekend, dat een ontwerp van wijzigingen in de op den 4den December 1872 vastgestelde begrootiug van den 18den Februarij 1873 tot den 4den Maart daaraanvolgende, in het logement VEERBURG, aan de Kleine Sluis, voor de Ingelanden van den polder ter inzage is nedergelegd. Anna Paulowna, Februarij 1873. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd, J. C. DE LEEUW, Voorzitter. D. VAN FOREEST, Secretaris. MOLENPLEIN. De ondergeteekende heeft de eer aan zijne geëerde Plaatsgenooten te berigten, dat hij HEDEN, bij gelegenheid der verjaring van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning, zijne zaak zal OPENEN, des middags ten 12 ure, onder het donderen van het geschut van Z. M. schepen van oorlog. Zich minzaam aanbelende en met de verzekering eener prompte en goede bediening. UEd. Dw. Dienaar, J. GOTTSCHALK, gewezen Bottelier bij de Kon. Ned. Marine.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3