1873. N°. 23.
Vrijdag 21 Februari].
31 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Vrijwilligers voor de Nationale Militie.
BEKENDMAKING.
tvnjuag fji. JLuui UCMIJ.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
maB
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt DiNGBDAQ-j Donderdag - en Zatuedaq namiddag.
Abonnementsprijs per- wartaal 1.80
franco per post
- 1.65.
Bnreau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naarplaatsrnimteberekend
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS:
Naar Oost-lndiê: via Triest 4 Maart 'savonds 6 u. 25 m,
Marseille 27 Febr. 's avonds 6 u. 25 m
u u Brindisi 6 Maart's avonds 6u. 25 m.
t, u j^er Prins van Oranje 4 Maart 's av. 11 u.
Curafao en Suriname, 1 Maart 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 23 Febr.,
's morg. 6 u. 25 m.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER roepen bij
deze op ingezetenen, die verlangen als VRIJWILLIGERS bij de Militie voor
deze gemeente op te treden, om zich daartoe op een der overige werkdagen
van deze maand, tusschen des morgens 9 en 12 nre, ter Secretarie aan
te ge*en.
Aan ieder Vrijwilliger wordt door de gemeente een handgeld toegekend van
ZESTIG GULDEN.
Om Vrijwilliger bij de bfiHtie- te zijn, moet men ongehuwd of kinderloos
Weduwnaar en ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor de dienst geschikt,
ten niin9te: 1.56' meter lang, op den 1 Januarij van dit jaar het 20ste jaar
ngefcreden en het 35ste jaar niet volbragt hebben, tot op het tijdstip der
optreding aan zijne verpligtingen ten aanzien van de Militie, zoover die te
vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Ter bekoming van laatstgenoemd bewijs, kan men zich, vergezeld van twee,
tér goeder naam en faam bekend staande meerderjarige- ingezetenen, die de
wreisohte verklaring, kunnen afleggen, ter Secretarie op eiken weïkdag in
deze-maand aanmelden, tusschen des morgens 9 en 12, ure.
Bij» die voor de Militie, is ingeschreven, wordt slechts als-Vrijwilliger toe-
gflaten voor de gemeente, in welke hij' ingeschreven is, tenzij, hij geen ver
pligtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen hebbe.
Hij, die bij de zeemagt, bij het leger hier te lande, of bij het. krijgsvolk
ifl 's Rijks Overzeesch'e bezittingen heeft gediend, wordt niet als- Vrijwilliger
bij de Militie toegelaten, tenzij hij bij het verlaten- van de dienst, behalve.-een
bewijs vap ontslag» van den bevelhebber onder wien hij laatstelijk heeft gediend,
een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn
diensttijd goed heeft gedragen.
Hij, kan, heeft hij: dit ontvangen, tot zijn veertigste jaar volbragt is, ala
Vrywilliger bij de Militie wordfen toegelaten;
De Vrijwilligers worden, voor zooverre ze dhartoe geschikt bevonden zijn, en
er gelegenheid toe bestaat, ingelijfd bij het korps hunner keuze.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Seeretaris.
Helder,
dén 10 Fehruarij 1878.
Brieven uit het Noorderkwartier.
(Slot).
Den 15den October 1872 is te Oud karspel, de zetelplaats van
de beide Onderlinge Noordhollandsehe Brandwaarborg-Maatschappijen,
brand: geweest, vlak tegenover de woning en de kantoren, waar de
directeuren der- lste en 2de Maatschappij wonen. (Na den brand
van 6 Januari 1872, toen woning, kantoor, boeken, rekening
courant enz. van de lste Maatschappij een prooi der vlammen zijn
geworden, is de directeur dèr lste bij zijn zoon, directeur der 2de
Maatschappij, gaan inwonen). Het op 16 October 1872 verbrande
perceel is: bij de late:en de inboedel en verder roerend goed by,
de 2de Maatschappijverzekerd. Ik weet niet, geassureerden: in die
Maatschappijen! of gy de reglementen hebt, ik heb er een en zal
op eenige zaken wijzen.Volgens het reglement der lste Maatschappij,
aangenomen op de algemeene vergadering, den 30 November 1871
te Alkmaar gehoudên, schrijft art. 12 alinea 2 voorBinnen
driemaal 24 uren na het plaats hebben van den brand is de ver
zekerde gehouden, op straffe van het bepaalde bij art. 11, daarvan
kennis te geven aan den directeur, enz." De persoon, bij wien de
brand had plaats gehad, begeeft zich den 16 October naar de
direoteuren en, verlangt,, dat de schade zoowel van het huis, dat
bij., de lste, als van het roerend goed, dat bij de 2de Maatschappij
verzekerd is, zal wordenopgenomen. Wat de directeur aan den
schadelijder heeft gezegd, zak ik niet medédeelen, omdat bet niet
ii tegenwoordigheid van getuigen is uitgesproken. Maar wat de
directeuren gedaan hebben tegenover den schadelijder, is met'wei
nige woorden te zeggen, namelijk: «tets, volkomen niets! Wat de
verplichting, van den directeur tegenover een sohadelijder is, daar
van wordt. ia. dat: heerlijk schoone reglement, den 30 November
1671i te.:Alkmaar aangenomen, ook niets.gevonden. Geen keizer
ban in zijn rijk grooter, antocraat zyn, als de directeuren in deze
beide Assurantie-Maatschappijen. Volgens art. 12, E hebben de
ditècteur, de correspondent en de door hen aangewezen personen
wel het recht om gedurende of na den brand het verzekerde te
bbmen zien, en op te nemen, maar wat zij verplicht zijn té dóen
tégenover dén scbadèlijdér, daarvan lees ik geen woord. Deze is-
Mn de genade of ongenade van den directeur overgelaten: In
Mt.1 16 van het echoone reglement wordt ja over den directeur
gehandeld, mnar niets gezegd, wat hij tegenover een deelgerechtigd
eobadelijder te deen heeft. Een willekeurig gezag kan de directeur
ziflh aanmatigen, en, dat heeft hij ook in vollen nadruk gedaan
tegenover den persoon wiens huis en inboedel den 16 October
1872verbrand is. Maar misschien vermoedt de directeur, dat
"t. 12 A alinea 2 hier te pas komt. „Hiervan wordt uitge-.
Wnderd die (namelijk: schade) welke veroorzaakt is door verre
gaande onvoorzichtigheid, kwade trouw of grove nalatigheid van
dén deelhebber" is dit zijne overtuiging, welnn, dat hij met dé
bewijzen optrede, of is de stilzwijgendheid van den directeur vol-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ANNA PAULOWNA maken bekend, dat de JAARL1JK-
SCHE AANNEMING VAN LEERLINGEN OP DE OPENRARE
LAGERE SCUOLEN IN DEZE GEMEENTE zal plaats hebben
op den 1 April e. k.
Belanghebbende Ouders of Voogden, die hunne Kinderen
of Pupillen op gemelden datum de School wenschen te
doen bezoeken, worden uitgenoodigd daarvan, vóór den
10 Maart e. k., opgave te doen aan den betrokken
Hoofdonderwijzer.
Zij, die onvermogend zijn schoolgeld te betalen, moeten
zich, ter bekoming van kosteloos onderwijs, bovendien aan
melden op de Secretarie der gemeente.
Anna Paulowna18 Februarij 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. E. PERK, Burgemeester.
A. J. DE JONGH, Secretaris.
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 20 Februarij.
De spanning tusschen Rusland en Engeland in de jongste
dagen optemerken tengevolge van de Khiva-expeditie, schijnt
zeer overdreven te zijn voorgesteld. Althans volgens de
laatste berigten behoeft Engeland zich volstrekt niet bezorgd
te maken voor nadeelige gevolgen te dien opzigte. De
expeditie zal toch maar bestaan uit 7000 man, een troepen-
magt waarmeê niet veel bijzonders is aantevangen.
De Belgische wetgevers zullen eerlang te beslissen hebben
over het aangaan eener leening groot 240 millioew francs, ten
behoeve van openbare werken en van 't overnemen van
den Grand-Luxembourg-spoorweg te besteden.
Spanje toont in' deze dagen hoe omwentelingen op de
meest kalme wijze kunnen geschieden. Zelfs merkt men
te Madrid niet op, wat anders in den regel op revolutiën
plagt te volgen: vertrek van familiën naar buiten s' landS:
Alles schijnt men gewoon te raken en omwentelingen
zijn ten laatste geen vreemde zaken meer.
De Boodschap van Amadeus en het antwoord der Cortes
zijn thans in hun geheel bekend. Beide stukken zeer interessant,
zijn echter te groot om door ons te worden opgenomen.
doende? De directeur der lste Maatschappij hééft gehandeld alsof
hij volstrekt geen enkele verplichting jegens den schadelijder heeft
te vervullenjegens hem heeft hij niets anders gedaan dan den
jaarlijkschen omslag der brandschade laten omslaan, en de 50 et.
administratiekosten per mille in rekening gebracht en die in eigen
taschje gestoken."
In de 2de Maatschappij hebben de mededirecteur-boekhouder en
de vier commissarissen ook iets te zeggen. De mede-directeur, de
boekhouder en de commissaris, de heer.'vi d. Stok, hebben ver-'
richt, wat-, de directeur,, die zich aanmatigt, de eerste te zijn, of
schoon hij de jongste is, niet verkoos te doen, namelijk: de
schade opgenomen aan het roerend goed. Dat de schadelijder niet
onhandelbaar was, is aan deze heeren gebleken, want zouder eenige
moeilijkheid was terstond de overeenkomst getroffen. Als wij nu
art. 12 van het reglement der 2de Assurantie inzien, lezen we
daar: Bij getroffen brand dér verwaarborgde roerende goederen,
zal de betaling geschieden binnen' eene maand nadat de géledene
schade tusschen de directie en den beschadigden deelhebber zal zijn
geregeld en vastgesteld." Nu is de schade reeds in de October-
maand geregeld en vastgesteld; maar heeft de beschadigde deel
hebber reeds zijne penningen? Wij schrijven thans 14 Februarij
1873 en nog heeft hij geen cent. Wiens schuld zou dit zijn? Ik
geloof niét de schuld van den mede-directeur A. Eecen, ook niet
van den commissaris v. d. Stok, ook niet van den boekhouder,
maar van den directeur, die zich het oppergezag aanmatigt. Is dat
nu billijk, is dat rechtvaardig handelen tegen een beschadigd deel
hebber? Mag znlk handelen niet met den naam van den grofsten
willekeur bestempeld worden? Wat zou de grond van zulk handelen
wezen P Ik weet het niet, maar in vroegeren tijd heeft de directeur
der lste Maatschappij een stuk erf van den beschadigden deelhebber
willen hebben, dat deze zich maar niet zoo ongestoord beeft laten
ontpoetsen. Zou er' dus ook een" klein beéfje wrok en van den
geest van „betaald zetten" kunnen zitten? Daarbij komt nog: de
50 et. administratiekosten per mille strijkt de directeur van de lste
alleeD in zijn kas, en bij de 2de maatschappij'moeten die gedeeld
worden met mededirecteur, boekhouder en vier commiesarissen. In
het reglement der-lste is in de algemeene vergadering, den 30sten
November 1871 te Alkmaar gehouden, aangenomen en vastgesteld,
dat in die maatschappij ook roerend goed mag worden aangenomen
nu is het een vraag: kan het ook één van die kunstmiddelen zijn
waardoor aan de 2de maatschappij een stoot en een steek kan
worden gegeven? Ongelukkig echter voor den beschadigden deel
nemer, die maar geen dubbeltjes krijgt.
Maar er is nog meer. In het reglement der lste maatschappij,
aangenomen op de algemeene vergadering, den 30sten November
te Alkmaar gehouden, art. 12 B (waarlijk een belangrijk art. dat
12de, alles vindt men er in, uitgenomen één enkele verplichting
van den diteeteur jegens den deelhebber) kunnen wij het volgende
lezen: „Alle voorschreven en uit Welken hoofde ook noodige waar-
We bepalen ons er toe het volgende daaromtrent mede
te deelen: De toon is zeer waardig; geen zweem van
verwijt, geen poging tot hatelijkheid. Eenige ironie misschien
is te ontdekken in de passage, waarin Amadeus, ook namens
zijne gemalin, de Spaansche regering verzoekt, dat ver
giffenis worde geschonken aan de personen, die indertijd
een aanslag hebben gepleegd op zijn leven, en die nog
altijd voor 't grootste gedeelte vrij rondloopen. 's Konings
Boodschap eindigt op deze wijze: „Weest er zeker van dat,
nu ik de kroon nederleg, ik niet laat varen mijne liefde
voor Spanje, Spanje dat even edel is als ongelukkig, en
waarvan 't mij slechts leed doet dat ik het niet al het
goede heb kunnen verschaffen, wat mijn hart aan dat land
had willen schenken."
In 't antwoord der Cortes wordt o. a. gezegd: „De
Cortes verklaren éénstemmig dat Uwe Majesteit getrouw,
zeer getrouw, den eed heeft gehouden, welken gij tegen
over ons hebt afgelegd op den dag toen gij de kroon uit
de handen der natie hebt ontvangen, 't welk een roemvolle,
zeer roemvolle verdienste is in een tijd van eerzucht, dic
tatuur en coup's d'etat.
't Heet verder dat de Cortes den Koning niet zullen
trachten over te halen zijn besluit op te geven, daar zij
zijn vast karakter kennen. Het stuk eindigt met deze
woorden: „Wanneer alle gevaren voorbij zullen zijn, zal 't
Spaansche volk, dat, zoolang U. M. toeft op zijn edelen
bodem, U alle eer zal bewijzen, omdat U. M. het verdient,
omdat Uwe edele gade het verdient, omdat Uwe onschuldige
kinderen het verdienen, aan Uwe Majesteit aanbieden de
waardigheid van burger in den schoot van een- vrij en
onafhankelijk volk."
In de Fransche Nationale Vergadering is het jl. Maan
dag weêr vrij onrustig toegegaan. En toch er was geen
zaak van overwegend belang aan de orde, waarover de
heeren wetgevers het hoofd zoo warm behoefden te maken.
Zij waren bezig te spreken over de houding, den moed en
de dapperheid der mobile garde, waaraan trouwens nu niet
voor het eerst werd getwijfeld. Na veel geharrewar en
na verscheidene verongelukte motiën van orde, ging men
ten slotte zonder motie tot de orde van den dag over.
De Noorsche volksvertegenwoordiging heeft de regering
nadrukkelijk herinnerd aan een door haar ten vorigen jare
ingediend adres van wantrouwen, met de opmerking dat
de toestand inmiddels onveranderd is gebleven.
deeririg en opname geschieden, wanneer partijen zich niet- in der
miune kunnen vereenigen, door drie onpartijdige deskundigen,
binnen 14 dagen na den brand door den directeur en den ver.
zekerde gezamenlijk te benoemen, enz." (zoo staat het letterlijk in
het reglement). Wat behoort er dus volgens het reglement plaats
te hebben? 1. Waardeering en opname van directeur met verzekerde.
Verkrijgt deze waardeering en opname geen gunstig resultaat en kan
de schikking in der minne niet geschieden, dan 2. benoeming van"
drie onpartijdige deskundigen, door directeur en verzekerde gezamen
lijk te benoemen. Als deze poging om tot een schikking te geraken
mislukt, dan eerst 3. worden door den directeur één en op verzoek
der meest gereede partij door den kantonrechter twee deskundigen
benoemd. Nu een vraag aan den directeur der lste maatschappij:
Toen de beschadigde deelhebber u, directeur, kennis heeft gegeven,
overeenkomstig bet reglement, dat hij door brand beschadigd was,
hebt gij écn enkele poging aangewend tot waardeering en opname,
of hebt gij van het begin af aan uw pertinenten onwil laten blijken
De beschadigde verzekerde moest om niet ten eenenmale aan
utcèn willekeur te worden prijs gegeven, zich tot den kantonrechter
wenden. En wat zegt'nu het allererbarmelijkst reglement van de
lste assurantie weder? Lees art. 12 B (alweer art. 12) aan het
slot: „Alle kosten van benoeming en waardeering worden door
partijen ieder voor de helft gedragen." Wie zon hier de kosten
bebooren te dragen, de directeur of de beschadigde? Mij dunkt
het is duidelijk: wie is de onwillige? Is het geen groote schaude,
dat door den pertinenten onwil van den directeur een beschadigde
op zulke kosten wordt gejaagd, ja, er kan gezegd worden gejaagd.
De eene helft der kosten, hoe onbillijk ook, zal de beschadigde
wel moeten dragen, maar de wederhelft, wie die? De directeur?
Dat ware te wenschen! Maar de maatschappij, of, de gezamenlijke
deelnemers, zal dé wederhelft wel betalen. Deelnemers in de maat
schappij! is het u goed, dat één der beschadigden zoo onbarmhartig
geschoren wordt door den onwil der directeuren'?
In het jaar 1872 hebben in de gemeente'Oudkarspel twee branden
plaats gehad. De eerste bij den directeur der lste maatschappij
op 5 Januari, de tweede op 16 Oetober. Waardig is het, die twee
branden eens met elkander te vergelijken. De beide huizen, vast
goed, waren in de lste N. H. Maatschappij verzekerd. Het roerend
goed van den directeur in de Rotterdamsche Maatschappij en het
roerend goed van den brand van 15 October bij de 2de N. H.
Maatschappij. In Jannari 1872 had de directeur van de lste
maatschappij zijne gelden tot vergoeding van zijn roerend goed uit
Rotterdam reeds ontvangen, en thans schrijven wij 14 Februari
1878 en de beschadigde deelnemer in de 2de N. H. Maatschappij
heeft zijn geld nog niet ontvangen van hetgeen 15 October 1872
van hem verbrand is. De beide huizen waren in de lste N. H.
Maatschappij verzekerd. De ruïne van den directeur was spoedig
getaxeerd en hare waarde is geschat op f 50, zegge vijftig gulden;
de ruïne van het perceel dat 15 October is verbrand te taxeeren,