Benoeming-en, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
Bij de op eergisteren gehoudene herstemming ter ver
kiezing voor een lid van den gemynteraad werden 165
stemmen uitgebragt. Daarvan verkreeg de heer Ch. van
Veen 105 en de heer B. J. Herweijer 60 stemmen. Eerst
genoemde is alzoo gekozen. (Reeds gisteren bij afzonderlijke
billetten aan onze geabonneerden binnen de gemeente
medegedeeld.)
De 56ste verjaardag van Z. M. onzen geëerbiedigden
Koning werd gisteren alhier gevierd. Tal van particuliere
en de openbare gebouwen prijkten met de vaderlandsche
driekleur, veelal gepaard aan den oranjewimpel. De
schepen in onze havens deden mede de vlaggen wapperen,
terwijl de oorlogsbodems waren gepavoiseerd. Van laatst
genoemde schepen werd met het geschut het koninklijk
salut gegeven.
In Musis Sacrum werd den avond te voren reeds de
verjaardag des Konings feestelijk aangevangen. Een casino
in de versierde zaal stemde de aanwezigen tot het feest
van den volgenden dag. De president, de heer J. J. Soer,
wijdde een dronk aan Z. M.
Op den dag zelve hadden parades plaats: van de marine
aan boord der oorlogsbodems, van de mariniers vóór de
kazerne en van het garnizoen op het terrein binnen het
fort Erfprins, 's Namiddags werden militaire assauts gehouden.
's Avonds werd in onderscheidene kringen 's Konings
verjaardag medegevierd, o. a. in de Metalen Kruis-Ver-
eeniging, wier vergaderzaal smaakvol was versierd en in
de Vereeniging Het Kruis voor Krijgsverrigtingen, wier
leden per telegraaf hunne gelukwensching aan Z. M. den
Koning toezonden en met dankzegging beantwoord werden,
mede langs telegrafischen weg.
Eindelijk berigten we nog, dat het raadhuis, het Directie
gebouw der Marine en het Koninklijk Instituut des avonds
geïllumineerd waren.
De mailboot Prins Hendrik is den 18 dezer 1 uur
namiddag, van Batavia naar hier vertrokken, met volle
lading, 30 passagiers 1ste en 2de klasse, 125 soldaten en
5 Chinezen.
Als eene bijzonderheid kan vermeld worden, dat bij
den landman Jan Bakker, aan de Stroet, gemeente St.
Maarten een koe vier kalveren heeft geworpen; koe en
kalveren zijn allen gezond.
In een jl. Vrijdag te Winkel gehouden algemeene
vergadering bleek, dat het getal leden van het plaatselijk
schoolverbond reeds 121 bedraagt, waaronder 20 vrouwelijke
leden. Met belangstelling werd vernomen, hoe het school
verzuim in 1872, vergeleken bij voorgaande jaren, minder
is geweest, en dat nog wel ondanks een mazelen-epidemie,
die maanden lang vele kinderen thuis hield en in ééne
maand het schoolverzuim tot 42 pCt. deed stijgen. Het
gemiddelde cijfer der verzuimen was 17 pCt.
Te Venhuizen is tot lid van den gemeenteraad
gekozen de heer H. Klomp, met 91 van de 129 uitge-
bragte stemmen.
Aanstaanden Maandag, 24 Pebruarij, wordt het Japan-
sche gezantschap, dat zich thans te Brussel bevindt, in de
residentie verwacht. Het zal bestaan gezamenlijk uit 23
personen, waarvan 15 tot het eigentlijke gezantschap en 8
tot het dienst-personeel behooren. Aan de voorname vreemde
bezoekers zal gedurende hun verblijf te 's Gravenhage, dat
naar wij vernemen een maand zal duren, een voormalig
Nederlandsch vertegenwoordiger in Japan worden toegevoegd.
(Amst. Crt.)
Te 's Hage is op 76jarigen ouderdom overleden de
heer C. A. van Braam Houckgeest, lid van den Raad van
ging zoo gemakkelijk niet, maar het heeft toch eindelijk in Januari
1873 plaats gehad en zij is gewaardeerd op een waarde van f420,
zegge: vierhonderd twintig gulden. Nog al eenig verschil, niet
waar? Maar er bestaat bovendien nog een kleine verborgenheid.
Het huis, dat 15 October verbrand is, is elf jaar lang voor f 3000
verzekerd geweest, en f 420 van de verzekerde som afgetrokken,
zou de beschadigde f 2580 toekomen. Dit is echter niet zoo, de
beschadigde krijgt maar f 2400. Waar moet die f 180 blijven!
ra! ra! Maar misschien was het perceel wel wat hoog verzekerd
en moest er nu wat afgeknepen worden. Het kan zijn, ik weet het
niet. Is dit zoo, dan is het te wenschen, dat de directeur zooveel
eerlijkheid bezit, dat hij den beschadigde ook de te veel betaalde
gelden van assurantie-premie en administratiekosten teruggeeft. En
als dit huis te hoog verzekerd is geweest voor f 3000, wat moeten
wij dan zeggen van het verbrande perceel van den directeur, dat
voor f 6000 verzekerd was?
Nog een kleinigheid moet ik hier bijvoegen. Zooals ik boven
schreef, was de directeur der 1ste maatschappij met zijn roerend
goed in de Rotterdamsche Assurantie-Maatschappij verzekerd, en
voor het einde van Januari 1872 had hij zijn duiten binnen. De
dienstmeid van den directeur had haar lijfdracht ook verzekerd
of die verzekering bij de 1ste of bij de een jaar drie vier geleden
nieuw opgerichte Hollandsche Maatschappijwaarvan het zich
wanende hoofd der 2de Maatschappij ook directeur is, heeft plaats
gehad, weet ik niet, maar zooveel is zeker, dat die denstmeid, die
van alles beroofd was, half December 1872 hare assurantie-pen
ningen nog niet had ontvangen.
Ik zou nog veel meer kunnen mededeelen, maar deze brief is al
lang genoeg. Wat is het doel van dit schrijven? Ik wil het gaarne
zeggen. Elke maatschappij, of het een spoorweg-, stoomboot-, kanaal-
of Brandwaarborg-Maatschappij is, elke maatschappij is een publieke
zaak. Openbaarheid is de geest van onzen tijd en past in elke
maatschappij, zoowel in een brandwaarborg- als in de burgerlijke
maatschappij. Ik heb dan ook eenige openbaarheid willen geven
aan de handelingen van den directeur eener maatschappij die in
onze maatschappij bestaat. Heb ik er goed aan gedaan? Ik weet
het niet. Velen zullen misschien zeggenwat heeft hij er meê
noodigl Wat velen zeggen is mij onverschillig; dit weet ik, dat
het mij grieft, als velen in de meening verkeeren: treft mij het
ongeluk, dat mijn huis en inboedel verbranden, dan ben ik nog
niet gansch geruïneerd, want ik ben geassureerd;" en dan de
ervaring moet opdoen, dat er allerlei middelen aangewend worden
om den door brand beschadigde te benadeelen en niet te voldoen
aan de verplichtingen, die men met recht eischen kan. Wat er dan
ook gezegd moge worden, het is mij vrij onverschillig; ik draag
de bewustheid in mij, dat mijn doel goed is, en dat de middelen
waarvan ik mij bedien om de oogen der geassureerden te openen,
niet verkeerd zijn. Een ieder onderzoeke dan de zaak, die ik heb
medegedeeld en wachte zich, want een ieder kan een ongeluk over
komen, voor moeielijkheden en schade.
State, sedert de instelling van dat collegie, en gewezen
schout-bij-nacht.
Gisteren werd de 56ste verjaardag van Z. M. de Koning
te 's Hage op de gebruikelijke wijze gevierd.
Des voormiddags had een receptie bij Z. M. plaats,
en na den afloop daarvan is ten hove een familie
dejeuner gegeven, waaraan deelnamen HH. KK. HH. de
Prins van Oranje, Prins Alexander, Prins Hendrik, Prins
Frederik en de Prins en de Prinses von Wied.
Het garnizoen der residentie hield gisteren middag ten
12 ure in de Maliebaan eene groote parade onder commando
van den kolonel van het regiment grenadiers en jagers le
Maitre. Zij werd geïnspecteerd door den generaal-majoor
plaatselijk commandant van Tuiill van Serooskerken.
De commissie voor gedenkstukken van geschiedenis
en kunst te Arnhem heeft in 't museum als historisch
gedenkstuk opgenomen een stads-lantaarnpaal, zooals die
gebruikt werd toen de olieverlichting nog niet door de
gasverlichting vervangen was. Toen hiervan in den raad
berigt was ontvangen, verhaalde, naar aanleiding daarvan,
een der leden de volgende geschiedenis, eenige jaren geleden
in zeker genootschap aldaar voorgevallen. Dat genootschap
bezat een museum voor geschiedenis en oudheidkunde, en nu
gebeurde het, dat de groote geleerde en beroemde oudheid
kundige Is. An. Nijhoff eens ter vergadering verscheen meteen
groot pak, waarin hij verklaarde dat twee voorwerpen waren,
welker opneming in 't museum hij in het belang der geschie
denis verlangde. Wat kwam uit dit pak? Primo een klap
zooals de nachtwachts vroeger daar ter stede gebruikten.
Hij, Nijhoff, meende, dat de tijd der klapwacht voorbij
was, en nu kan men ze nog hooren in de residentie, waar
de klap nog gebruikt wordt. Met het tweede voorwerp
was het nog erger't was een damesschoentje met hoogen
hak uit de vorige eeuw. Nijhoff meende, dat nooit de
vrouwen hier te lande of elders weer zoo dwaas zouden
zijn, zulke ongemakkelijke schoenen te gebruiken en
thans: vrouwen en meisjes zoüden zich zeer ongelukkig en
slecht gekleed achten, wanneer zij niet met schoenen of
laarsjes met hooge hakken op straat verschenen. (Dbl.v.'sG.)
Uit den Haag meldt men aan de Zutph. Courant
het volgende:
„Het is volstrekt niet alleen het opera-bezoekend publiek,
dat zich in deze zaak (het geschil tusschen de heeren Marck
en Trinquier) partij heeft gesteld. Zelfs de straatjeugd is
verdeeld in Marckianen en Trinquisten. Het Dagblad en
het Vaderland voeren hevige polemiek over het meerdere
of mindere succes der strijdende partijen. Bij elke opera
voorstelling treden drie afdeelingen op den voorgrond: de
politie, de met fluiten en stokken gewapende Marckianen
en de eveneens goed gewapende Trinquisten. Zélfs de
gemeenteraad heeft zich in de kwestie gemeftgd en een
nieuwe schouwburg-verordening vastgesteld om te voor
komen, dat de opera-voorstelling wordt afgebroken door
tooneel-gevechten. Het Hof en een groot deel der aris
tocratie is op de hand van den heer Marckdie sympathie
gaat zelfs zoo ver, dat de heer Marck de vorige week op
een soirée bij den heer Van Brienen, waar H. M. de
Koningin met hare beide zoons aanwezig was, nabij den
Kroonprins werd geplaatst en. na afloop van de soirée werd
uitgenoodigd de freules en baronnessen ten dans te geleiden.
Men zegt voor de waarheid kunnen wij evenwel niet
instaan dat het andere; deel der aristocratie besloten
heeft den heer Trinquier nu een nog schitterender ovatie
te brengen en hem als huisvriend in hare kringen toe te
laten. Dit echter is zeker, dat de Nederlandsche artisten
zeer jaloersch zijn, en mitsdien eerlang een standje zullen
beginnen om ook eens in trek te komen. Of het hun zal
gelukken is eene andere vraag.
Op de lijn GroningenZwolle is jl. Donderdag middag
uit een ongesloten blikken trommel ten nadeele der firma
van Gend en Loos ontvreemd een pakket met f 340 aan
bankpapier. Nadat daarvan aangifte was gedaan, is de
politie te Zwolle er in geslaagd den dader (Wijnbrands,
conducteur bij de Staats-spoorwegen) te ontdekken en te
doen arresteren. Het grootste gedeelte der ontvreemde
bankbiljetten had hij reeds te Arnhem gewisseld. Hij heeft
bekend zich aan dien diefstal schuldig gemaakt te hebben.
Volgens opgave van het Bureau Veritas zijn in 1872
2682 zeilschepen vergaan, waaronder 103 Hollandsche;
244 stoomschepen, waaronder 3 Hollandsche.
Een blad van Hong-Kong levert het verhaal van een
afschuwelijken moord, die te Soochow op een goudwerkers
baas is gepleegd. Het gebruik des lands wil, dat een baas
niet meer dan één leerjongen tegelijk heeft. De persoon
in kwestie week echter van die gewoonte af, niettegen
staande de bezwaren, die er tegen werden ingebragt door
de werklieden. Hij werd toen verzocht in de zaal der
ambachtsvereenigingen te komen. Daar werd hij aange
grepen, van zijne kleederen beroofd en aan een pilaar
gebonden, waarna hij door driehonderd en twintig personen
van het hoofd tot de voeten werd gebeten, totdat hij dood
was. Waarschijnlijk zullen de moordenaars niet worden
gestraft, omdat de Chineesche strafwet in deze soort van
misdaad niet heeft voorzien.
De off, van adm. 2de kl. H. K. J. van den Bussche is, op zijn
verzoek, met uit. Bebr. a. s. eervol uit de zeedienst ontslagen en
met ingang van 1 Maart a. s. benoemd tot lsten luit.-kwartierm.
bij het leger in Oost-Indië.
Nog altijd worden commune-mannen van den eersten
rang gearresteerd. Den 16 dezer heeft men de hand gelegd
op E. L. Clement, ex-lid van het centraal comité der
nationale garde; ex-lid der commune en ex-gedelegeerde
van de algemeene veiligheid. De man was den 19 Mei gearres
teerd, doch weder ontsnapt, naar Zwitserland gevlugt, bij
verstek ter dood veroordeeld, naar Parijs teruggekeerd en
als conciërge in de straat Rivoli gaan dienen onder den
naam van Nichet. Hij had zich bovendien door een pruik
en een valschen baard vermomd. Zoo zijn er nog veel meer.
In het hotel Duriot is den 15 dezer een rad-pistool
uit den tijd van'Hendrik II verkocht voor 22,000 francs,
Dezer dagen is te Parijs Marion Delorne, een der
vermaarde drama's van Victor Hugo, weder ten tooneele
opgevoerd. De eerste opvoering had plaats in 1831. De
dichter, die zelf niet tegenwoordig was, heeft van zijn eiland
het volgende schrijven aan een zijner vrienden gerigt:
/Twee-en-veertig jaren liggen alzoo tusschen de eerste
voorstelling en de wederopvoering. Toen was de schrijver
jong, nu is hij oud; toen was hij tegenwoordig, nu is hij
afwezig; toen had hij de toekomst voor zich, nu ligt het
leven achter hem. Zijne afwezigheid bij deze wederopvoering
moge vrijwillig schijnen; zij is dit inderdaad niet. Zij, wier
grijze haren hun tot waarschuwing strekken en voor wie
de tijd schijnt in te krimpen, hebben werken te voltooijen,
die men den uitersten wil van hunnen geest zou kunnen
noemen. Zij kunnen plotseling door hun einde verrast
worden en hebben dus geen dag meer te verliezen. Afwezig,
beid en eenzaamheid zijn dus voor hen eene gebiedende
noodzakelijkheid. De mensch heeft ook pligten jegens zijne
gedachte te vervullen. Elke reis eischt voorts eenige
aanstalte; de intrede in het onbekende verbeidt ons allen,
en afzondering en afwezigheid vormen eene soort van half
donker, die het gemoed voor de groote schaduw en voot
het groote licht voorbereidt. De schrijver gevoelde behoefte
zijne afwezigheid te verklaren voor hen, die zich zijner wel
gelieven te herinneren. Niets zou hem inniger smarten, dan
ondankbaar te schijnen."
Figaro berigt, dat in het volgend jaar te Parijs zal
gehouden worden eene tentoonstelling uitsluitend van kaas,
In Frankrijk wil men een belasting op de kurk gaan
heffendat kan wel wat opbrengen als men bedenkt, dat
vier champagne-fabrieken te Chaions sur Marne en Spernat
alleen voor meer dan 200,000 fr. kurk jaarlijks gebruiken,
Engeland.
Uit Zanzibar wordt onder dagteekening van 3 Februarij
berigt, dat sir Bartle Frère eene bijeenkomst der inlandsche
kooplieden had belegd, om over de afschaffing van den
slavenhandel met hen van gedachten te wisselen. De
kooplieden verklaarden zich algemeen tegen die afschaffing
en beweerden dat, mogt zij ooit tot stand komen, de handel
van Zanzibar verwoest en de stad geruïneerd zou zijn,
vermits al de Arabische kooplieden haar zouden verlaten,
De Sultan van Zanzibar, die den Engelschen afgezant
zeer voorkomend ontvangen had, deed zich als een warm
voorstander van de afschaffing der slavernij voor, doch men
hield het er voor dat hij die overtuiging slechts voor
wendde, omdat hij te gelijk te kennen had gegeven geene
schriftelijke verklaring in dien geest te willen afgeven ten
einde zijn leven niet aan aanslagen van de zijde der
slavenhouders bloot te stellen.
Dr. Livingstone was welvarende en heeft zich van
Ujiji op weg begeven naar de bronnen van den Nijl.
De Globe bevat een telegram uit Madrid, meldende dat
de commissie, belast met het onderzoeken van de stoomboot
Murillo, verklaard heeft dat dit stoomschip de Northfleet
niet in den grond heeft geloopen. De Murillo is vrijgegeven.
Men verzekert, dat de eigenaars der Murillo voorne
mens zijn om den te Cadix gevestigden agent der Lloyd
eene actie wegens laster aan te doen en 50,000 francs
schadevergoeding van hem te eischen.
In de vorige week stonden in Engeland teregt: een
lOjarig meisje voor meer dan 50 diefstallen; een jongen
van 14 jaren wegens openbare dronkenschap, en een 13jarig
knaapje ter zake van zijn moeder met moord te hebben
bedreigd.
- Te Birmingham viel jl. Zaturdag avond gedurende
de voorstelling in den Kon. schouwburg een jongen uit de
bovenste galerij in het parterrehij stierf weldra aan de
gevolgen van zijn val.
De ex-Keizerin Eugenie heeft te Aberdeen een granieten
sarkophaag met voetstuk besteld, waarin de overblijfselen
van Napoleon III voorloopig zullen worden gedeponeerd.
De Times behelst berigten uit Japan, inhoudende
dat definitief besloten is tot het instellen van een Japanscb
Parlement, uit twee huizen bestaande, waarvan het hoogere
uit personen van hoogen rang zal zijn zamengesteld.
Duitschlam).
Sedert geruimen tijd is er sprake van twee mulatinnen,
een pendant van de bekende Siamesche tweelingbroeders,
doch op andere wijze aan elkander verbonden. Zij geven
thans, niet onbedreven in den zang, te Berlijn gast voor
stellingen. Prof. Virchow en dr. Langenbeck hebben dit
zeldzaam zusterpaar tot voorwerp van studie gemaakt, en
bevonden dat er, zooals sommigen aanvankelijk vermoedden,
geen bedrog bestaat, maar dat zij een werkelijk phenomeen
zijn. Verscheidene geleerden achten dit verschijnsel zelfs
nog belangwekkender dan het Siamesche broederpaar is.
Men verwacht van dr. Virchow een artikel over dit onder
werp in een der medische tijdschriften.
In den jare 1846, zoo meldt men o. a. uit Berlijn
aan de Amst. Crt., keerde op zekeren dag een tweede
luitenant bij de destijds bestaande landweer-uhlanen van
een groote veldmanoeuvre bij Freienwalde in Pommeren,
met zijn oppasser naar de stad terug. Eensklaps, juist
toen zij het Staritzmeer passeerden, viel het paard van den
oppasser en wierp hem hals over kop in het daar ter plaatse
bijzonder diepe water. Hij kon niet zwemmen en scheen
een wissen dood ten prooimaar zijn luitenant sprong van
het paard, wierp zich in den vloed, en redde, hoewel met
groote inspanning en eigen levensgevaar, den drenkeling.
Daar stonden beide alleen, druipend nat, aan den oever,
en de woning des luitenants was nog zeer verre af, en
nergens een onderkomen te vinden. Beide sprongen weder
te paard en zetten den togt voort. De oppasser kwam e'