STATEN-GEMRAAL.
Frankrijk.
Engeland.
Oostenrijk.
Spanje.
China en Japap.
onvoldoende is, terwijl de verzanding er voor telkens groote
bezwaren oplevert.
Naar men ons berigt bestaat het voornemen bij de
Eederijkers-Kamer Leering en Genoegen, aan den Burg
op Texel, om binnen eenige dagen eene tooneelvoorstelling
te geven, ten voordeele der weduwe en kinderen van Willem
Drijver, die den 25 Februarij 11. op noodlottige wijze het leven
heeft verloren. Hartelijk hopen wij dat deze onderneming
door Texel's burgers krachtig ondersteund worde.
De bekende naar Londen vertrokken volksredenaars,
van der Hout en Sauer, hebben daar geen brood voor hen
en hun gezin kunnen vinden. Zij zijn naar Duitschland
vertrokken en werken thans in de mijnen nabij Altan-Essen.
De Kleine Crt. verhaalt onder het opschrift „Dames
op reis," dat een jonge dame, op een onzer spoorwegen
plaats nemende in eene ledige coupé 2de kl. voor niet rooken,
onderweg een jong heer, met een paar dunne zwarte snor
retjes, vlak tegenover zich zag plaats nemen. Deze begon met
te verklaren, dat het zeer gezellig was, zoo met zen beiden
in 't spoor, dat hij liefst 2de kl. reisde, om dan de kans
te loopen met een aardig dametje te reizen, enz. De dame
antwoordde niet. Toen de jonge heer daarna over 't weêr
begon, gaf zij een enkel kort bescheid, maar toen de heer
vooruitschuivende zijne knie tegen de hare begon te drukken,
kneep het haar in de keel; de heer liet toen bij ongeluk
zijn zakdoek vallen, maar greep, die willende opbeuren,
evenzeer bij ongeluk den voet der dame. De dame schrikte
en verbleekte, maar stond dadelijk op en ging aan het
andere portier zitten. Men was gelukkig vlak bij het
station, waar de dame moest afstappen en werd afgehaald.
De jonge reizigsters zijn op zulke avontuurtjes gewoonlijk
weinig gesteld. De KI. Crt. vraagt daarom, of niet hier
te lande, evenzeer als in 't buitenland, een 1ste en 2de kl.
dames-coupé kan worden beschikbaar gesteld voor dames,
die alleen moeten reizen.
Jl. Woensdag middag is te 's Hage ten huize van
mej. E. aan de Uileboomen een brutale diefstal gepleegd.
Een op de bovenkamer staande chiffonnière is opengebroken
en circa f 1500 aan effecten ontvreemd. Terstond viel
het vermoeden op een neef, met name G. T., die geruimen
tijd alleen in de kamer heeft vertoefd en reeds niet al te
gunstig bekend staat. Genoemde G. T. is nog voor korten
tijd in handen der justitie geweest, maar toen weder vrij
gelaten. Hij schijnt thans de politie niet afgewacht en zich
terstond uit de voeten gemaakt te hebben. (N. R. Crt.)
Jl. Donderdag avond zijn door de politie te 's Hage
op nieuw opgravingen in de buitenwijken op verscheidene
plaatsen gedaan tot nasporing van de bewuste voorwerpen
in zake den dubbelen moord, maar ook thans weder vruch
teloos. Men hoopt nu maar dat Verlind, die nog steeds
gewacht wordt, een minder volleerd zwijger zal zijn dan
zijn beide kameraden. (Vad.)
De gemeenteraad van Gorinchem heeft het voorstel
van directeuren der bank van leening, om„a. de bank
van leening geleidelijk op te heffen, door zoodra mogelijk
over te gaan tot vereenvoudiging der beleenscliaal, en
b. met 1 Julij 1874 geene beleeningen meer te sluiten en
te zorgen dat den 1 Januarij 1876 de inrigting gelikwideerd
zij," met 10 tegen 2 stemmen aangenomen.
Een achtenswaardig ingezetene van Utrecht, die jl.
Donderdag zijn gouden bruiloft dacht te vieren, overleed
den vorigen dag zeer onverwachts. 9ö
Volgens het Utr. Dagbl. zijn bij den verkoop van
het kasteel van Ammerzoden aan de R. C. kerk aldaar,
ook de heerlijke regten op dat ligchaam overgegaan. Daar
onder behoort ook het regt van collatie, zoodat men hier
het zeker niet dikwijls voorkomend geval hebben zal, dat
bij beroeping van een predikant, de benoeming zal moeten
geschieden door den pastoor.
De bijna 108jarige Tjitte Hendriks de Vries, woon
achtig te de Knijpe, is jl. Donderdag overleden. Toen men
hem wilde wekken om op te staan, lag hij dood te bed.
Zijn kinderen, ook reeds oud en grijs, verliezen veel in hem,
omdat ze van de liefdegaven, die de oude man steeds genoot,
hoofdzakelijk leefden.
Ziehier hoe in België het dooden van postduiven
wordt gestraft1
„Benoit Pittoors, ondernemer, wonende tejette, St. Pierre,
is door een vonnis 'van de regtbank van enkele politie
van Mechelen, in de zitting van 15 Jan. 11., veroordeeld:
1. tot 15 francs boete, 2. tot 140 francs schadevergoeding,1
3. tot de. onkosten van het proces, beloopende op fr. 7.85,
4. tot drie dagen gevangenisstraf, ingeval van niet betaling
der onkosten, dit alles, omdat hij in de maand December,
door middel van een geweerschot, twee reizende duiven,
■-toebehoorende aan de heer Henri Verbruggen, lid van de
maatschappij „de Hoop," heeft gedood."
Het bezoeken van Jeruzalem zal veel vereenvoudigd
worden. Voor Engelsche rekening wordt nl. een spoorweg
gebouwd, die Jeruzalem met zijne havenstad Jaffa zal ver
binden. De spoorweg, 75 kilometers lang, zal langs een
kleinen omweg Bethlehem naderen.
Zoo zullen we dan later hooren van een stationschef van
Bethlehem, van een locomotief, die ten zóó of zóó laat te
Jeruzalem aankomt, van de halt aan het meer van Kaper-
naüm of van Gethsémané, van retourbilletten naar Nazareth
of de vallei van Jozafat, enz.
De kamertelegraaf als deugdbeschermer. - Op
het bureau van den generaal-directeur van een groote bank
te Parijs staat een klein tafeltje. Op het blad loopen in
ivoren knoppen de acht telegraafdaden zamen, door welke
de directeur aan even zooveel ondergeschikten, deels beambten,
deels bedienden, zijne bevelen geeft. Eenige dagen geleden
kreeg de directeur van zijne jonge vrouw, een allerliefst
persoontje, bezoek. Madame zag er zoo bekoorlijk uit, dat
monsieur vergat waar zij waren, en zijn vrouwtje teeder
wilde omhelzen. Zij, bang voor 't kreuken van haar toilet,
wijkt; hij drijft vooruit; eindelijk heeft hij haar tegen den
muur in de engte gedreven. Madame, zich nog steeds
verdedigend, leunt op 't tafeltje en terstond verschijnen
acht manspersonen in de deur van 't bureau, en vragen
wat den directeur belieft? Tableau! (De Vlinder.)
Twecdr Kamer.
Zitting van Donderdag 27 Februarij. De- interpellatie heeft
plaats betreffende gebeurtenissen, die op Sumatra zonden zijn voor
gevallen. De minister zeide dat het niet in de bedoeling ligt naar
uitbreiding van grondgebied te streven, maar dat de Sultan van
Adjin een houding had aangenomen, die stappen onzerzijds nood
zakelijk maakte. Dientengevolge is de vice-president van den raad
van Indiè, met een behoorlijke troepenmagt, derwaarts gezonden,
ten einde onze vlag te doen eerbiedigen. Ook is het vertrek van
twee stoomschepen naar Iudië eenigzins vervroegd, maar troepen
uit Nederland zijn niet ontboden. De minister erkende, dat de
gebeurtenissen, welke zich thans op Noord-Sumatra voorbereiden
en ontwikkelen, van gewigt zijn.
De heer Nierstrasz heeft een voorstel van wet aangeboden tot
herziening der bepalingen, omtrent de verhooging der militaire
pensioenen bij de zeemagt, terzake van verblijf binnen de keerkringen.
In de Mem. v. Toel. wordt gezegd, dat jaren de klagt was gehoord,
dat de officieren, onderofficieren en schepelingen der Marine, van wie
in Italië - vooral sedert de opheffing der koloniale marine
zulke zware en onophoudelijke diensten werden gevorderd, en het
pensioensbedrag zoozeer bij dat van alle koloniale militairen en civile
ambtenaren ten achter stond.
De heer Nierstrasz waagt het daarom een bescheiden poging te
doen ten einde door de indiening van dit ontwerp de Wetgevende
Magt in de gelegenheid te stellen,, een lang bestaand onregt te
herstellen en daardoor tevredenheid en, zoo mogelijk, nog meer
dienstijver in de hoogere en lagere rangen bij de marine op te
wekken. Hij gaat daartoe des te eer over, omdat bij hem de
overtuiging vaststaat, dat de voorgestelde maatregel zonder groot
nadeel voor 's rijks zeedienst niet langer kan of mag verschoven
worden.
Na de gronden te hebben uiteengezet, waarop het wetsontwerp,
bijna gelijkluidend met dat van den minister Pels Eijcken, berust,
gaat voorsteller over tot de fiuanciëele gevolgen welke de aanneming
zoude hebben. Hij meent dat het bedrag der pensioenen na
de aanneming van dit ontwerp telken jare zal stijgen met p. m.
f 6700, totdat het na 20 jaren zijn maximum zal hebben bereikt,
en f 134,000 meer zal bedragen dan thans, nl. f 71,045 voor
officieren en f 63,000 voor mindere schepelingen en mariniers.
De heer N. houdt, zich overtuigd, dat in een tijd, waarin de
opbrengst der gewone belastingen met eenige millioenen 's jaars
toeneemt een zoo geringe vermeerdering als de bovengenoemde som,
over 20 jaren verdeeld, geen ernstigen hinderpaal kan opleveren om
een zoo wenschelijken maatregel als hij de eer heeft voor te stellen
tot stand te brengen.
Bij de beraadslagingen over hoofdstuk VI der staatsbe-
grooting over 1873, bleek dat het gebrek aan vrijwilligers bij de
marine zeer groot is en telken jare nog toeneemt. Zeker zal z. i.
een verhooging der pensioenen voor diensten, binnen de tropen
bewezen, strekken om de dienstneming, maar vooral het in dienst
blijven van onderofficieren, matrozen en mariniers te bevorderen.
Zoowel uit dit oogpunt als uit dat der billijkheid beveelt het zich
dus aan.
Wij zijn in staat gesteld, zegt het Vaderland, mee te deelen, dat
de gisteren door den heer van Houten bij de Kamer ingediende
wetsvoordragt als regel allen arbeid van kinderen beneden 12 jaren
verbiedt, doek bij uitzondering toestaat met vergunning van burge
meester en wethouders jongens van 10 tot 12 jaren in fabrieken
ten arbeid te stellen, mits niet. langer dan gedurende 6 uren eiken
werkdag en niet des nachts, en onder voorwaarde dat hun drie
uren daags onderwijs worde gegeven. Voorts verleent zij aan de
gemeenteraden de bevoegdheid tot het invoeren van leerpligt voor
kinderen beneden, 12 jaren.
De commissie, eenigen tijd geleden door den minister van Binnenl.
Zaken benoemd tot het ontwerpen van de maatregelen van algemeen
bestuur, ter uitvoering van de wet tot wering van besmettelijke
ziekten, heeft dezer dagen haar taak volbragt. Zij is met haar
rapport gereed, dat met het daartoe behoorend ontwerp den
minister is aangeboden.
Buitenland.
Uit Parijs zal een voorwerp naar de tentoonstelling
te Weenen worden gezonden, dat zijne weerga niet heeft:
een horologie van bergkristal (cristal de roche). Dertig
jaren heeft de vervaardiger, nu reeds sedert lang overleden,
er aan gearbeid. Hij heette Rebelier en werkte in de
beroemde fabriek van Breguet. Hoe hij op het zonderlinge
denkbeeld kwam, is onbekend. Al de stukken, de veer
natuurlijk uitgezonderd, zijn van kristal, zelfs de schroeven.
Het is een werk a échappement Duplex. Rebeller schatte
het op eene waarde van 50,000 francs en voor dat hij het
nog voltooid had vermaakte hij het reeds aan zijn bruid.
Diep getroffen door deze toewijding, wilde zij, zijne weduwe
geworden, er zich dan ook niet van ontdoen. Haar uit
einde was tragisch, üp zekeren dag wilde zij bloemen gaan
brengen op het graf van den geliefden doode en werd op
weg derwaarts overreden. Hare erfgenamen, die voor het
bewonderenswaardig werkstuk niet dezelfde gehechtheid
konden hebben, verkochten het voor 10,000 francs aan een
der voornaamste horologiemakers te Parijs, die het nu naar
de tentoonstelling te Weenen zendt.
Dagelijks komen nog nieuwe misdaden uit, door de
bende der „Zwarte Pet" te Parijs begaan. Het getal moorden
is nu reeds tot acht geklommen. Ook een officier der
gendarmerie uit Chartres, die te Parijs was gekomen om
inkoopen te doen voor de dienst, is het slagtoffer geworden
van de deugnieten. Zijn lijk, door dolksteken doorboord,
is opgevisclit uit het kanaal St. Martin. De man was reeds
als deserteur aangegeven. De jongste kapitein der bende
Gellinier, 14J jaar oud, legt eene afschuwelijk cynisme
aan den dag. Zijne moeder, eene weduwe met nog meer
kinderen, moet een brave vrouw zijn, die zich dood treurt
over haren slechten zoon, welke beweert dat men hem niets
kan doen dan in een verbeterhuis zenden tot zijn 20ste jaar,
omdat hij beneden de jaren is. Hij weet echter niet, dat
de jury verklaren kan dat hij met kennis van onderscheid
heeft gehandeld en hij dus tot 50 jaren tuchthuisstraf kan
worden veroordeeld. De doodstraf kan niet op hem worden
toegepast.
Een correspondent van de Daily News schrijft o. a,
uit Lissabon: Don Amadeus leeft in Portugal als een lij
van het Engelsche Parlement. Hij is een groot liefhebber
van paardrijden. Sedert hij Madrid verliet, jaagde hij veel
en maakte verschillende uitstapjes te paard. Hij is geen
groot voorstander van hoffeesten. Carnavalspret en officieële
diners vallen niet in zijn smaak; zelfs heeft hij zich niet
eenmaal in zijn loge in den schouwburg vertoond. De
notabiliteiten van Lissabon worden door hem zeer beleefd
ontvangen. Aan de gevolmagtigde ministers, die zich bij
hem aandienden, deelde hij onverholen mede, welke redenen
hem hadden bewogen om kroon en scepter neer te leggen.
Deze diplomaten werden zonderling getroffen door het vrij
krasse en allesbehalve vleijend oordeel, dat Amadeus over
beroemde en gekroonde stervelingen, Fransche en Spaan-
sche royalisten en koninklijke personen, velde. Onder zijne
papieren bevinden zich duplicaten van politie-rapporten,
brieven, onderschepte dépêches, aanklagten, bekentenissen,
van partijgangers, moordenaars, enz. enz., eene collectie
om een uitgever, tuk op schandalen, te doen watertanden.
Don Amadeus of de hertog van Aosta, zoo als hij ver
langt genoemd te worden ontkent, dat Yictor Emmanuel
of Prins von Bismarck hem bewogen hebben afstand van
den tröon te doen. Maanden geleden was het plan bij hem
opgekomen, maar hij deelde 't aan niemand mede. Toen
de Koningin bevallen was, achtte hij de gelegenheid om
aan zijn voornemen gevolg te geven te goed, zonder huise
lijke onaangenaamheden in het leven te roepen, dan dat
hij haar ongebruikt zou laten voorbijgaan.
Amadeus spreekt over zijn tweejarig koningschap als van
een droevige maskerade. Het was een grootsch avontuur,
dat bijna met eene tragedie eindigde. Intusschen, einde
goed al goed, en de ex-Koning heeft er volstrekt geen
berouw over, dat in zijn levensboek dat zonderlinge hoofd
stuk over de gebeurtenissen in Spanje voorkomt.
Een telegram uit Plymouth luidt: Een aardbeving
heeft St.-Vincent verwoest.
De Times meldt het volgende
„De Loando heeft berigten aangebragt betreffende eenige
ongeregeldheden, welke in de voormalige Nederlandsche
bezittingen aan de Kust van Guinea zijn voorgevallen. De
Koning van Elmina heeft een geschenk teruggezonden en
een verontwaardigde Boodschap uitgevaardigd, in antwoord
op een redevoering, gehouden door den nieuwen gouverneur,
kolonel Harlay, tegen de feestelijke optogten vai) inboor
lingen. De Koning van Saccondee is gearresteerd. Het
is te hopen dat de verzoeningsgezinde politiek, die bij de
overdragt en tot het einde van 1872 gevolgd werd, niet
zal gewijzigd worden."
Latere berigten luiden dat de rust hersteld is. De opstand
had, naar men verzekert, geen politiek karakter.
In het krankzinnigengesticht te Baelinasloe (Ierland)
hoorde in de vorige week de oppasser een gerucht in het
slaapvertrek, waarin zes waanzinnigen zich bevonden. Bij
het binnentreden van het vertrek bevond de oppasser dat
een der verpleegden zijnen naastbijzijnden medgezel gewurgd
had en bezig was een tweeden hetzelfde lot te doen onder
gaan. Zonder de tusschenkomst van den oppasser zouden
hoogstwaarschijnlijk de andere vier eveneens vermoord zijn
geworden.
Sedert eenigen tijd bestaat te Praag eene vereeniging,
die zich ten doel stelt het gebruik om op straat den hoed
af te nemen, bij wijze van groet, af te schaffen. De
vereeniging telt thans ruim 500 leden, waaronder zeer
aanzienlijke burgers. Dezer dagen werd een algemeene
vergadering gehouden om te beraadslagen over de kwestie,
welk teeken de leden op den hoed zouden dragen, ten einde
niet voor onbeleefd te worden aangezien als zij op straat
op eene andere wijze groeten dan door het afnemen van
den hoed. Men heeft besloten een donker geel bandje aan
de gesp van het lint te dragen.
Volgens de XlXe Siècle is Don Carlos Spanje binnen
getrokken met niet minder dan 13 staatsie-rijtuigen en had
hij zeer veel moeite om het legercorps te vinden waarbij
hij van plan was zich aan te sluiten.
Eindelijk is uitspraak gedaan in 't proces tegen de
lieden die, lang geléden, een aanslag pleegden op 't leven
van den Koning. Een der aangeklaagden, José Pastor, is
ter dood veroordeeld, de vijf overigen zijn in vrijheid gesteld.
De doodstraf zal waarschijnlijk, onder de Republiek, niet
aan Pastor worden voltrokken. Gelijk men weet was het
's Konings laatste wensch dat die lieden zouden worden
begenadigd.
In China is een nieuwe Keizer ten troon gestegen. Den 23sten
Februarij jl. heeft de jeugdige Souverein de teugels van
het bewind in handen genomen. Die troonsbestijging is
eene plegtige handeling en heeft hare eigene vormen.
Den lezer zal het welligt niet ongevallig zijn hier een
overzigt van het programma te lezenDen Keizer wordt
een rekest aangeboden, waarbij hij verzocht wordt ten troon
te klimmen. Daarop volgt een proclamatie die het feit
den volke verkondigt; dit geschiedt door de vertooning van
een gouden feniks-vogel, die het document aan zijnen hals
draagt. Dan buigt de Keizer zich neder voor de geslachts
tafelen zijner voorvaderen. De officier van den observatie
post zegt dat het oogenblik gekomen is. De Keizer bestijgt
een gouden wagen, omgeven van olifanten en wachters. De
leden der commissie voor de ceremoniën leiden de plegtigheid.
Als de processie in de groote zaal is gekomen, valt de
president der ceremonie-commissie voor den Keizer op da
knieën en verzoekt hem ten troon te stijgen. De Keizer
gaat daar zetelen, met het gelaat naar het zuiden. De
muziek laat zibh hooren, geheel het hof knielt neer, en roept
Kow-tow aan, nl. door negen maal met het hoofd de aarde
aan te raken. Nu wordt de Keizer uitgeroepen als vice-
regent over al wat zich bevindt onder den hemel, en als