1873. N°. 29.
Vrijdag 7 Maart.
31 Jaargang.
nationale militie.
kennisgeving!
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE.
HELDERSCHE
„Wü huldigen het goede.
Verschijnt Dingsdag-, Domdebdag- en Zaiubdao namiddag.
Abonnementsprijs per wartaal 1.80.
t, franco per post - 1.65.
Bureau: HOLENPLE IK, N°. 163.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naarplaatsrnimteberekend
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAHjS
Naar Oost-lndiê: via Triest 18Maart 'savonds 6 u. 25 m.
1/ Marseillel 3 Maart 's avonds 6 u. 25 m.
t u Brindisi èOMaart's avonds 6u. 25 m.
j, O.-T. pér föartirigton vanfeofférdam8Maart sua^p.lu.40m.
Curagao en Suriname, 16 Maart 's morg. 6 ju. 25 m.
Kaap de Góede ffoop. via Southampton: 13Maart,
'q morg. 6 u. 25 m.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis, dat de Militieraad van het derde district
in Noordholland, de eerste zitting zal houden te HOORN,
en wel zoover deze gemeente betreft op WOENSDAG den
TWAALFDEN MAART 1873, des voormiddags tien ure.
In deze zitting wordt uitspraak gedaan omtrent
De verschenen Vrijwilligers voor de Militie;
Dé Lotelingen die redenen tot vrijstelling hebben ingediend,
De Lotelingen in de artt. 55 en 56 der wet op de Nationale
Militie bedoeld;
Alle overige Lotelingen.
Volgens artikel 88, in verband met artikel 91 der bedoelde wet,
MOETEN voor die zitting verschijnen:
1. De Vrijwilligere voor de Militie;
2. De Loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteld
heid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte.
Burgemeester en Wethouders voornofemd,
Helder, SÏAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 25 Februarij 1873. L. VERHEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER noodigen bij
cbe uit, de Lptelingep van de ligting van, dit jaar, die verlangen bij dc Zee
militie to dienen, om zich daartoe vóór den eersten April aanstaande
ter Sëbretarie dezter gemeente aan te melden, óp een werkdag, tusschen des
voormiddags van 9 tot IJ ure.
De Zeemiliciens ontvangen y-iyer jarén na den dag hunner inlijving een bewijs
vod ontslag, uit de dienst, en worden, wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben
ontvangen, in tijd van vrede vafi de dibnst bij de Schutterij vrijgesteld.
pe Zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de verdedigings-vadrtuigen.
voor de binnenlaqdscjiti dienst en langs de,kusten./ £ij wordt: niet naaii de Kótoniën'
Éh Rèiïttingen van hét, Rijk in andere werelddeelen, gezonden, tenz^,ingeval van
zeer bt'rfténgewone omstandigheden', éene nadere wet'daartoe magh'ging verleent.
Adèle Spitzeder.
ïn
het jaar 1824 verwekte een jonge, in Noord-Duitschland
zangeres, Be.tty Vio, die te Weenen hare opleiding ont
vangen had, aldaar groot opzien. Eenigen tijd daarna kwam zij
op éeft kunstreis naar Berlijn, waar Jozef Spitzeder, de beste bas
uit gehdel Duitschland, aan het Königstadter tooneel werkzaam
was. De opera is, zooals algemeen bekend is, niet de sterkste
zjjde - der Duitsehe zangers; Spitzeder en mejufvrouw Vio echter,
die nu bij het Könkslad|et geëngageerd waren, waren
voor de komische 'dpèra eèiT pahr, zoöals Èet aan deze zijde van
den Rijn nauwelijks meer gevonden kan worden. Alsóf het zoo
behoorde, huwden zij met elkander en trokken reeds, in 1829 naar
Miinfchen, waar zij gedurende eenigen tijd bij het koninklijk tooneel
werkzaam waren, een tijd, die als het glansrijkste tijdperk van dat
'Wneél beschouwd wordt. Spitzeder stierf, helaas! zeer spoedig,
s>tör zjjne weduwe, die later hertrouwde, was langen tijd werkzaam
uwst de benoemde zangeressen Wesperman en Schechner en leeft
tegenwoordig nog te Miineben. Uit haar huwelijk met Spitzeder
werd Adèle in 1832 geboren. Naast muzikale talenten, is het
'TOial scheppende kracht, die hét meest overerft. Wij vinden
Betlerb bét. laatst der vorige eenw géheéle geslachten van tooneel-
«pelers: en zangers. De familiën Le Brun, Moralt, Kramer,
Hröder; Devrient bloeiden nog tot op onzen tijd. Welke gód-
beid dezen zegen aan een geslacht ook verléene, het geslacht
Spitzeder viel dien niet ten deel. Adèle zou zich wel aan het
tosaeG wijden,, maar Dingels.tedt, door haar ongunstig uiterlijk
^geschrikt, weigerde haar in zijn toonéelgezèlschap een plaats.
Eerst,in 1860; toen dn edn nieuwe intendant'gékóiien was, gelukte
bet haar als „Deborh* haar proef op het tooneel af te leggen, die
echter geheel en ai mislukte. Zij heeft wel is waar een statige
geatalté;. maar de half geslótene oogen, wier lichtblauwe, bijna
UwudoQze oogappels een uitdrukking' van schérpte hebben, en haar
Ter vooruitstekende, hoog gekleurde neus beletten haar gelaat een
uitdrukking te geven, dïe tot het hart sprak. Over het geheel
gepQtoen drïiagt haar gansche gelaat, voornamelijk nu op mèer
ge?orderden leéftijd, zulk een uitdrukking van energie, dat men
vrouw, voornamelijk daar ze haar haar kort afgesneden, draagt,
zeer goed voor een verkleeden man kon houden, als de scherpe
^dle stem niet weder aan de vrouw herinnerde. Onder het volk
tyo dan ook de zotste verhalen in omloop, die wij hier maar
°nyermeld zullen laten voorbijgaan.
Zonder veel pakkage en Vooral niet bezwaard met verkregen
hayy,eren, ging zij als tooneelspeelster van München naar Zurich,
waar zij, schulden^ maakte tot; een bedrag van ongeveer 2000 francs;
Toortóker. een kleinigheid, die men eèn jong meisje, dat zich met
Aan hen, die verlangen na volbragten oefeningstijd in werkelijke dienst te
blijven of te komen, zonder .zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zalks vergund.
Aan hen, die zich met verlof bevinden, wordt in gewone tijden vergunning
tot uitoefening van de Buitenlandsche Zeevaart en Visscherij verleend.
Aan Lote.lingpn die yóór hunne inlijving by de Landmilitie, hun beroep van
dc Buitenlandsche Zeevaart maakten, en zich voor de Zeemilitie hebbeD aange-
'boden, doch daarbij niet hebben kunnen worden aangenomen, wordt, wanneer
zij zich met verlof bevinden, mede in gewoue tijden vergunning tot uitoefening
van de Buitenlandsche Zeevaart verleend.
In gewone tijden knnnen de manschappen der Zeemilitie vergunning bekomen
tot het aangaan van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar hebben volbragt.
Voor Lotelingen die hun beroep van de Buitenlandsche Zeevaart maken, is
het alzöo van belang dat zij zich op den boven bepaalden tijd voor'de Zee
militie aanmelden, omdat zij anders bij de Militie te land ingelijfd worden en
gedurende hun diensttijd geene vergunning verkrijgen om hun beroep uitte oefenen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 4 Maart 1873. L. YERHEY, Secretaris.
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIÈP, 6 Maart.
De mailboot Prins van Oranje is heden morgen van
hier naar Batavia vertrokken.
Volgens telegrammen uit Point de Galle was de mailboot
Prins Hendrik den lsten dezer aldaar aangekomen en zou,
na eene kleine voorziening aan de ketels, den 4 of 5 dezer
de reis voortzetten.
De heer A. B. Webér, hulponderwijzer alhier, heeft
wegens verandering van betrekking, zijn ontslag aangevraagd.
Volgens het U. D. zou de eerstvolgende nationale
schietwedstrijd der Nederl. Weerbaarheid waarschijnlijk nabij
den Haag plaats hebben.
- De Thorbecke-commissie te Batavia heeft aan het
hoofdcomité in Nederland f 6400 overgemaakt.
Drietal bij de Herv. gem. te Rotterdam: ds. Hoogen-
huyze te Steenwijk; ds. Nonhebei te Middelburg en ds.
Vermeer te Zwolle.
Men schrijft ons van Texel, dd. 5 Maart:
v Aanstaanden Zondag is het 25 jaren, dat onze koster en
doodgraver K. Geus, aan den Burg die betrekking bekleedt.
De man heeft het zich waardig gemaakt dat men hem met
dien dag geluk wensclit."
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 5 dezer:
„De heeren W. én C. K. dé Wit te Amsterdam zijn voor
eene som van f 19,449 aannemers geworden van de tegen
gisteren door de gemeente Alkmaar uitgeschrevene aanbe
steding van het leveren en stellen van 2 ijzereren bascu-
lerende bruggen op de daarvoor geplaatste hoofden."
hare geheele zièl aan de kunst wijdt, en zonder het te willen door
de vroolijke lichtzinnigheid, aan haar beroep verbonden, Wordt
medegesleept, gaarne vergeeft. Misschien haar toekomstig lot ver
moedende, verliet zij de stad van Zwingli zonder gewetens-wroeging,
overtuigd dat harpn schuldeischers alles eenmaal dubbel en drie
dubbel terugbetaald zou worden. Inderdaad moet dan ook een
later naar Zurich gaand agent met deze schuldeischers het accoord
getroffen hebben dat zij 50 percent zoude betalen.
Adèle was dus weder te huis, wat armoede en garderobe belreft,
bijna gelijk aan Deböra, haar eerste rol. Op zekeren dag kondigde
zij in de Miinchensche „Nèueste Nitchrichteff," die voor haar gêluk-
aanbrengend en tevens noodlottig keuden worden, aan, dat iemand
'gelid tegen lloogan interest wenschté op te nemen. Men noerilt
over het algemeen een sjouwerman, met name Wagner, als dengene,
die door hoogere inblazingen werd aangespoord, haar 500 fl. aan
baar geld te brengen. En moge deze de eerste zijn geweest,
daarbij bleef het niet. Waarschijnlijk door den hoogen interest aan
gelokt, verscheen er een tweede en derde brave helper en een
vierde en vijfde helpster en op deze wijze moet de hulpbehoevende
binnen veertien dagen in het bezit van 20,000 fl. gekomen zijn.
De1 sluizen van het geluk schenen geopend te wezen. Aan
Adèle zelve was echter plotseling een licht opgegaan over de kunst
om rijk te worden. Met groote sluwheid had zij dadelijk de
eerste wissels, die zij toen nog met een bevende hand onder-
teekendè, zoo gedateerd, dat zij ia staat was de hooge interesten-,
evenals ook de kleinere sommen op wier terugbetaling aangedrongen
Werd, met de snel toenemende inleggeldeu te dekken. Het toover-
woord was gevonden! Onophoudelijk het geid bij emmers vol
aangesleept, zoodat de nederige woning, de „Stangl im Thai," een
overoude herberg, waar veel landvolk voornamelijk uit de streken
van Bruck en Daehau (vandaar den naam van Dacbauer bank)
komt, moest verlaten worden. Zij verplaatste hare inrichting naar
het huis met drie verdiepingen No. 9 op de in de Ludwigstrasse
Uitkomende Schönfeldstrasse tegenover de bierknijp Wilhelm Teil,-
die wederom hersteld en wat keuken en kelder betreft, goed voor
zien werd. De wat afgelegene ligging van dit huis, benevens de
dubbele toegang, oostelijk van de Koningin-strasse en westelijk van
het ministerie van oorlog, waren voor de zaken slechts gunstig,
daar niet iedere liefhebber van hooge interesten gaarne bekeken
wil worden. Ook hadden de vigelanten en fiacres, waarvan er
altijd eenigen voor den bank of voor den bierknijp stonden, een
goed voorwendsel, al kwamen ook de meeste boeren hunne zware
reiszakken met knoestige stokken op hunnen rug dragende, te voet
aankuieren. De vrouwen droegen hare kapitalen in mandjes heen
eh weer en iedere, verstandige en zedelijke voorbijganger had dag'
aan dag gelegenheid zich te ergeren aait het vergenoegde lachen
„Oudorp viert heden feest. Yan iedere woning, geen enkele
uitgezonderd, wappert de nationale driekleur, de school
kinderen zijn in Zondagstenue en allen staan gereed om
den geachten burgemeester, den heer W. Bos, lid der
Provinciale Staten, die heden zijn 25jarig huwelijksfeest
viert, te ontvangen. En geen wonder, Oudorp dankt veel
aan den man, die steeds bewijzen gaf lust en ijver fe be
zitten om al wat onafgedaan was gebleven of verbetering
behoefde, ten uitvoer te brengen of te herstellen. Zoowel
de algemeene belangen der gemeente als de bijzondere der
ingezetenen werden door hem behartigd met een ijver, die
men niet zoo dikwijls ziet geëvenaard. Yan onderscheidene
zijden, van gemeente-, kerk-, polderbestuur, ingezetenen
en schooljeugd werden den heer Bos en zijne waardige
echtgenoote verrassingen bereid, die getuigen hoezeer ieder
deelneemt in het voorregt dat hun is geschonken. Zij
konden zeker zijn, dat hun door allen werd toegebeden,
dat ze nog lang voor elkander en voor hun gezin, den
burgemeester nog lang voor Oudorp mogt gespaard blijven.
De jubilaris heeft gezorgd, dat de armen in de gemeente
met hem feest vierden en ook den schoolkinderen zijn in
het versierde schoollokaal eenige aangename uren bereid."
Op het raadhuis te Medemblik is jl. Maandag aanbe
steed het bouwen van een vereenigd post- en telegraaf
kantoor met directeurswoning. De laagste inschrijver was
de heer T. Laan, timmerman te Oostwoud, voor eene som
van f 7600.
Als een merkwaardigheid wordt door de Standaard
vermeld, dat in de namiddag-godsdienstoefening in de
Amstelkerk te Amsterdam niet minder dan 54 kinderen
ten doop zijn gehouden. Het cijfer is zeker zelden overtroffen.
De terreinen van het park te Amsterdam zouden,
naar men verneemt, thans door verkoop in eigendom
overgegaan zijn aan een naamlooze vennootschap uit den
boezem der aldaar gevestigde afdeeling van de maatschappij
tot bevordering der toonkunst. Zooals als men weet, is
het plan om het gebouw in te rigten voor muziekuitvoeringen
op groote schaal, waartoe hét o. a. van een orgel zal worden
voorzien."
De Paus heeft voor de verloting der Vincentius-
vereeniging te Amsterdam een schoone, kunstig gesneden
kamee, en pierre dure, een madonna voorstellende, in gouden
rand gevat en die als medaillon gedragen kan worden,
geschonken.
Naar luid van een betrouwbaar gerucht, zou de uit
levering van Verlind door diens ziekte vertraagd wezen.
dezer domme schepsels.
Een stemmige portier, naar men zegt met een bon van 1200 fl.
jahrlijks, bewaakte de poorten van den wondertempel, altijd slechts
drie of vier tegelijk binnen latende, terwijl de wachtenden zich
zoolang in den Wilhelm Teil moesten amuseeren, uit wiens steeds
gevulde looalen den voorbijganger een verward gegons in de ooren
drong. Want iedereen had reden zich eeüs te goed te doen,
zoowel hij, die van het ingelegde kapitaal de maandelijksche
interest ging innen, als hij, die van zijn eerste ingelegde gelden
reeds dadelijk den interest ontvangen had. Behalve de hebzuchtige
bedrogenen vereenigden zich in den Wilhelm Teil ook de drijvers
en agenten, het schurkencorps, die hier hunne rapporten in
leverden en middelen beraamden om hunne verderfelijke plannen
op het platte land ten uitvoer te brengen. Onophoudelijk,
en klaarblijkelijk tot groot genoegen van dit gespuis, ging de
gendarmerie zoowel Wilhelm Teil als het rooverhol zelf voorbij,
voorzeker een levende herinnering aan de doodende kracht van
de letter, welke de Justitie dwong den geest der wet niet te kunnen
vervullen en de schandelijke afzetterij lijdelijk te moeten toezien.
De codices werden in alle richtingen doorbladerd, het strafwetboek,
het wisselrecht, het handelsrecht, de wet op de ambachten, het
burgerlijk recht, alles werd doorzocht, maar niets bood een
punt van aanval aan, zoolang Adèle Spitzeder betaaldé. Wissels
die in handen van advocaten waren, bood zij dikwijls aan te
betalen, reeds voor den vervaltijd; arme lieden konden hunne inleg-
gelden ieder oogenblik wanneer zij het wenschten ofnoodïg hadden
terug erlangen. Uit de steeds opnieuw en altijd steeds sterker
toevloeiende inleggelden kon dit alles gemakkelijk voldaan worden
Op welk een verlokkende manier, een manier die er op
toegelegd was om op de massa van het domme volk te werken,
dit gebeurde, daaromtrent worden op dit oogenblik verschrikkelijke
dingen verhaald. Zoo gaf zij zeer hooge interesten en betaalde
die vooruit. Terwijl men in München hypotheken voor 4J% kon
krijgen en iedere bank slechts 5% jaarlijks gaf, betaalde zij 10%
per maand. Werd er dus 100 fl. in haar bank belegd, dan betaalde
zij dadelijk 30 fl. terug als interest voor 3 maanden, over 3
maanden weer 30 fl. enz., zoodat de inlegger in een jaar 120 fl.
interest genoot. Al die wissels waren op haar zelve afgegeven en
konden niet verkocht worden, zoodat zij voor iederen opkooper
beveiligd was. Ook moeten de namen op onderscheidene verkeerd
gespeld geweest zijn, ja velen waren zelfs met verkeerde en ver
dichte namen voorzien, waardoor zij van zelf van onwaarde zijn
geworden. Vergenoeg u, lezers! voor het tegenwoordige met dit
weinige; het is echter genoeg tot kenschetsing eener zwendelarij
in onze 19de eeuw.