Benoeming-en, enz.
STATEN-GENERAAL.
Buitenland.
Engeland.
Te Leiden zijn bij de herstemming jl. Dingsdag
uitgebragt 1686 geldige stemmen. Tot lid der Tweede
Kamer van de Staten-Generaal is gekozen de heer Berch
van Heemstede, met 977 stemmen; de heer Neeb erlangde
709 stemmen.
Het stoomschip Maas, kapt. Deddes, vertrok gisteren
van Rotterdam naar New-York met volle lading en 506
passagiers.
Jl. Maandag werden door de te Utrecht gevestigde
maatschappij tot exploitatie van veestallen, de stallen te
Leeuwarden, Groningen en Rotterdam, ter bezigtiging gesteld.
In elk dezer stallen kunnen 1000 stuks vee gestald worden
de inrigting laat niets te wenschen over; de gebouwen
zijn ruim en luchtig, en voorzien van goed drinkwater; de
ligging bij de verschillende spoorwegstations met uitgestrekte
weilanden in de nabijheid, is doelmatig. Deze inrigtingen
zullen den handel zeer welkom zijn, daar bij het voortdurend
groote veevervoer uit het noorden des rijks naar Engeland,
aan goede gelegenheid tot stalling reeds lang behoefte bestond.
(Utrechtsch Dagblad)
Bij de kameroefeningen in het schieten bij het achtste
regiment infanterie te Utrecht had de luitenant Nierstrasz
een ongeluk, dat schromelijke gevolgen had kunnen hebben,
maar betrekkelijk goed is afgeloopen. Bij de oefeningen
in het snelvuren werd hij getroffen door een kogel, die
hem onder den linkerschouder trof en eene, hoewel gelukkig
niet gevaarlijke wonde bezorgde.
Een sigarenmaker te 's Bosch kwam Zaturdag avond,
zooals meer gebeurde, zonder weekgeld te huis. Zijne
moeder vroeg er hem omhij antwoordde, het niet te hebben.
Hij werd daarop uitgenoodigd, om zoo gaauw mogelijk het
huis weer te verlaten. „Goed, dan ga 'k me meteen
verzuipen," zeide hij, en deed het ook, voor de oogen zijner
ontstelde moeder, die hem was nagel oopen, om hem van
zijn plan af te brengen. Zijn lijk werd 's nachts opgevischt
en naar het gasthuis gebragt.
Dr. Barning te Tilburg is jl. Woensdag avond door
een luik gevallen van een aardappelkelder, voor het bed
van een zijner patiënten; hij brak drie ribben.
De heer F. R. Tak, te Wissekerke is door het Provinciaal
Hof in Zeeland, in hooger beroep, vrijgesproken. De Goe-
sche regtbank had hem, wegens het op de jagt bij ongeluk
doodschieten van een persoon, tot 45 dagen cellulaire gevan
genisstraf veroordeeld.
De reeds vóór de Palmpaardenmarkt op de stallen te
Dalfsen aangekochte paarden werden tegen nooit gekende
prijzen genomen. Zoowel koets- als werkpaarden werden
tegen aannemelijke prijzen verkocht, welke van 300 tot
650 en ƒ700 varieerden. Hoornvee daarentegen gold
ƒ10 k f 25 minder dan voor omstreeks een maand geleden
besteed werd.
De gunstige weêrsverandering heeft velen te Dalfsen
reeds doen besluiten het jonge vee in de weiden te doen.
Indien geen ongunstige verandering komt, zal dit jaar in
plaats van met Mei, reeds in April volle weide zijn, waardoor
de hoöiprijzen een gevoelige daling zullen ondergaan.
Door den landbouwer A. R. Balsma te Gersloot is
een kalf van drie dagen verkocht voor 35. zegge vijf-
en-dertig gulden. Zoo duur is misschien nog nooit een
kalf verkocht.
Uit Assen wordt gemeld, dat men wegens het gunstige
weder met het veenbranden een begin zal maken, hetwelk,
zoover men zich herinnert, nimmer zoo vroeg heeft plaats
gehad. (U. D.)
Berigten uit Batavia, dd. 20 Febr. luiden o. a.:
Gisteren is de verjaardag van Z. M. den Koning alhier
deze alcoof stonden blauwe met zilver versierde kasten, die een
volledige bibliotheek bevatten.
„Dit is de slaapkamer van den Koning," merkte Tamanti op.
„Waar is de plaats waar de Koning geslapen heeft," vroeg de
Keizer.
De slotbewaarder wees, toen hij de in het Duitsch tot hem
gerichte vraag van Tamanti vernomen had, naar eene plaats bij.
den muur, waar voorheen het bed gestaan had.
„Waarom staat het bed er nu niet meer? Waar heeft men dat
heengebracht?" vroeg de Keizer.
Tamanti antwoordde, dat Koning Frederik Wilhelm de "Tweede
het zijn geheim-kamerheer Rietz ten geschenke gegeven had; ove
rigens waren alle meubelen nog op dezelfde plaats, die zij ten tijde
van den grooten Koning innamen. Bij de met groen fluweel
overtrokken tafel had de Koning dikwijls lot laat in den nacht
zitten werken.
Door de zilveren ballustrade leidde een deur naar de alcoof en
vandaar kwam men in een met fluweel behangen vertrek, waarin
zich wel wat al te weelderige schilderijen van Vanloo en Lesueur
bevonden; in het midden van dit vertrek stond een ronde tafel,
de zoogenaamde vertrouwelijke tafel, waar de Koning den maaltijd
kon gebruiken, zonder door de bedienden te worden lastiggevallen.
De tafel kon naar beneden gelaten worden en door tegenwichten
weder opgeheschen worden. Hier evenwel bleef de Keizer slechts
een korten tijd. De slaapkamer in het bijzonder scheen zijn gansche
aandacht te boeien.
Op eene tafel bemerkte hij eene kraag, een sjerp, een oranje
gekleurd ordelint, waaraan- een kruis van blauw email en de orde
van den zwarten adelaar tusschen zijne balken hing en eindelijk
nog een degen.
„Wien behooren deze dingen?" vroeg de Keizer, zich op nieuw
tot den slotbewaarder wendende, die zekerlijk wel eenigzins schrikte,
toen hij bemerkte, dat deze dingen den Keizer in het oog gevalleft
waren.
„Het zijn reliquiën van den grooten Koning; zijn kraag, zijn
Bjerp, de orde van den zwarten adelaar en de degen, dien hij
gedragen heeft."
„Maar dit begrijp ik niet, merkte de Keizer op, „daar deze
degen zoo klein is."
Misschien steeg op dit oogenblik het vermoeden in zijne ziel
op, dat men den echten weggenomen en een valschen daarvoor in
de plaats gelegd had, iets wat, helaas! niet geschied was. Iemand
van het gevolg des Keizers merkte op, dat hij denzelfden degen
reeds vroeger op dezelfde plaats had zien liggen. Napoleon bezag
vervolgens nog verscheidene dingen, die de groote Koning in zijn
tijd gebruikt had, en zeide bij het verlaten der kamer, die zijne
uitsluitende opmerkzaamheid tot zich getrokken had, tot Tamanti:
„Zijn hier na den dood van den grooten Koning nog verande
ringen aangebracht?" (Slot volgt.)
op de gebruikelijke wijze gevierd. Aan het door den
gouverneur-generaal gegeven diner is o. a. deelgenomen
door de hier verblijf houdende Prinsen van Saksen-Coburg.
Die Prinsen vertrekken met de mail van heden.
In de laatste dagen vallen hier en blijkbaar ook in het
binnenland zware Tegens: Den 17den is dientengevolge de
rivier ïjiliwong derwijze gezwollen, dat een gedeelte van
Batavia overstroomd werd.
Aan een overzigt van de visscherij-téntoonstelling,
thans te Berlijn gehouden, voorkomende in de Weser-Zeitung,
is het volgende ontleend: Het blad roemt de tentoonstelling
zeer, zoowel wat betreft de rangschikking der voorwerpen,
en het lokaal, daartoe gebezigd, als om de keur van
belangrijke inzendingen. Wat bij het groote publiek zeker
meer dan het overige de aandacht trekt, is de „flinke, een
voudige, voorkomende Schevéningsche visscher in zijn
eigenaardige kleederdragt, die het toezigt heeft op een
gedeelte der voorwerpen, uit Nederland ter tentoonstelling
ingezonden. Hij is de eenige in zijn soort, want men treft
wel zeer nette bustes van Sleeswijker visschers ter ten
toonstelling aan, maar geen ware visschers zoo als de
Scheveninger."
De Keizer wijdde een geruimen tijd aan de bezigtiging
van het Nederlandsche gedeelte. De Scheveninger moest
hem worden voorgesteld, hetgeen door den heer Pollen,
den Nederlandschen commissaris, geschiedde.
Dé Paus lijdt in de laatste dagen in een ligten graad
aan rheumatisme.
Dezer dagen werd aan een onzer vrienden een zoon
geboren. n«
Kinderen, zegt de zuster der kraamvrouw, nu zal ik je
eens een groot nieuws vertellen 1 Niemand weet het nog!...
Je hebt een klein broêrtje gekregen.
„O, hoe pleizierig!" roept, juichende van pret, de oudste
der kinderen, een bengel van zeven jaar„dat ga ik dadelijk
aan mama vertellen
De heer E. M. van Mattenburgh, thans ontvanger der dir. bel.
en acc. te Oudenbosch c. a., is benoemd tot ontvanger der dir. bel.
in- en uitgaande regten en accijnsen te Hoorn.
De heer C. Dorsman, hulponderwijzer te Andijk, is op nieuw
benoemd tot hoofdonderwijzer te Opmeer, thans met 3 van de 6
uitgebragte stemmeu. Een vorige maal, toen van de 7 tegen
woordig zijnde raadsleden slechts 3 aan de stemming deelnamen,
waarvan 2 ten gunste van den heer Dorsman, werd de benoeming
van onwaarde verklaard.
De ontvanger der loodsgeld-en-te Brielle P. Brouwer wordt met
1 Mei a. s. in gezegde betrekking verplaatst naar Maassluis.
Tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw is benoemd dr. A.
Réville, predikant bij de Waalsch-Herv. gemeente te Rotterdam.
De kolonel W. von Wrangel auf Lindenberg, van het 4de reg.
inf., is benoemd tot lid van het Hoog Militair Geregtshof.
De kapt. ter zee J- A. Vandevelde is, op zijn verzoek, tot herstel
van gezondheid, met den Bden April eervol ontheven van bet bevel
over het fregat met stoomvermogen. Zeeland, en op non-act. gesteld.
Dat bevel is voorts opgedragen aan den kapt. ter zpe J. van Gogh.
De kapt. ter zee J. Vos, gedetacheerd bij 's Rijks werf te Willems
oord en belast met de waarneming der betrekking van equipagem.
der marine aldaar, en de luit. tér zee 1ste kl. J. C. H. Beeloo,
gedetacheerd bij 's Rijks werf te Hellevoetsluis, ter waarneming'
der betrekking van equipage- én havenm. aldaar, worden eervol
van hunne betrekkingen ontheven en op non-act. gesteld, en ver
vangen door den kapt. ter zee H. P. van Boneval Faure en den
luit. ter zee 1ste kl. jhr. J. H. P. von Schmidt auf Altenstadt.
De luits. ter zee 1ste kl. II. J. S. van der Sloot, J. H. Haakman,
J. H. Commijs en -P. Swaan, eerstgenoemde gedetacheerd bij 's Rijks
werf te Willemsoord en toegevoegd aan den equipagem. der marine
aldaar, de beide volgende behoorende tot de rol van het wachtschip
te Willemsoord, en gedet respect, aan boord van deinstructie-
vaartuigen Vulkaan en Pro Patria, en laatstgenoemde dienende als
lste off. aan boord' van het wachtschip te Hellevoetsluis, worden
op non-act. gesteld en vervangen door de luits. ter zee lste kl.
J. M. Brevet, C. E. Uhlenbeck, C. A. Ie Bron de Vexela en
C. A. Boseh.
De luits. ter zee lste kl. F. J. P, M. Mulder en jhr. J. de Jorig
van Beek en Donk, worden geplaatst respectivelijk aan boord van
het ramschip Buffel en het wachtschip te Willemsoord, eerst
genoemde als lste off.
Dit jaar kunnen twintig jongelingen als adelborst 3de kl. voor
de zeedienst op het Koninklijk Instituut voor de Marine alhier
worden aangenomenterwijl zes jongelingen als scheepsklerk zullen
worden aangesteld. De Staatscourant van heden behelst de nadere
bijzonderheden.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 1 April. De beraadslaging over de nieuwe
regterlrjke inrigting wordt voorgezet, meer bepaald over de regts-
magt der kantonregters. Volgens het regeringsontwerp wordt die
regtsmagt uitgebreid, terwijl daarentegen de heer van' Houten hel
voorstel tot beperking 'daarvan in een amendement hederlegde en
de heer van der Linden het denkbeeld opperde tot opheffing der
kantongeregten en centralisatie er van in 12 a 14 regtbanken, met
omgaande regters. De heeren Lenting en Godefroi verdedigden
met den minister van Justitie het stelsel in 't regerings-ontwerp
opgenomen; hunne argumenten werden bestreden door de heeren
van Lynden, Wintgens en Bredius, die het amendement van Houten
ondersteunden.
Zitting van Woensdag 2 April. Na voortgezette langdurige
discussie over de regtsmagt der kantonregters is zoowel 't sub
amendement Bredius, als het amendement van Houten tot groote
beperking dier regtsmagt verworpen, het eerste met 51 tegen 14,
het tweede met 47 tegen 18.
Het amendement Wintgens, om de competentie op f 200 te laten,
is nog niet afgeloopen. De heer Nierstrasz heeft verlof gevraagd
en bekomen om de regering vragen te doen omtrent Atsjin. De
interpellatie is bepaald op a. s. Vrijdag, na afloop der andere
onderwerpen.
Eindelijk is besloten om Vrijdag morgen ten 11 ure in behan
deling te nemen het ontwerp tot beperking der bevoegdheid tot
aanmunting der zilveren standpenningen en eenige kleine ontwerpen.
Frankrijk.
Dezer dagen heeft te Parijs een getrouwde dame en
moeder van twee kinderen haar examen gedaan als doctor
in de geneeskunde. Tijdens het beleg was die dame de
adsistente van een der meest vermaarde operateurs.
In een voorstad van Tulle (dep. Corrèze) is een
huis verpletterd door een aardstorting. Twaalf personen
werden gedurende hun slaap onder het puin bedolvenvijf
hunner werden dood van onder de steenbrokken en balken
gehaald, én de overigen kwamen met min of meer ernstige
kwetsuren vrij.
Bij den roeiwedstrijd tusschen de studenten der hooge.
scholen van Cambridge en Oxford hebben de eerstgenoemoen
de overwinning behaald. Naar den uitslag van dien strijd
zag geheel Engeland weken lang reikhalzend uithij hield
eiken regt-geaardén Brit in volle aandacht, zelfs te midden
van ernstiger belangen, zooals ministeriële crisis, werksta
king in Wallis, koiennood, enz. Die roei,wedstrijden, al
zijn zij nog zoo oud, zijn langzamerhand een nationale
instelling geworden en hebben onder de nationale feesten
vasten wortel geschoten, als hadden ze eeuwen lang bestaan,
En toch dagteekenen ze eerst yan 1829 en eerst sedert 1856
vinden ze geregeld ieder jaar plaats.
Nadat Oxford van 1861 tot 1869 achtereenvolgend de
zege had behaald, zijn de kansen verkeerd, en is sedert
dien tijd de overwinning aan Caüibridge gebleven. Wed
strijden als deze karakteriseren volkomen het Engèlschs
karakter: om het mens sana in corpore sano waar te maken,
wordt in Old Engeland veel gedaan. Wat een der city
bladen daaromtrent schrijft, is dan ook wel juist te achten.
Het verschil tusschen een clubje ferme, vrolijke, Engèlschs
jongelui, met gezondheid en kracht op iederen trek van
hun gelaat geschreven, in iedere lijn van hun gespierde
vormen, en een groep geel-gehandschoende Fransche heertjes,
babbelende in een café van de Boulevards, of van jonge
Italiaansche edellieden, rondslenterend in de schaduwen van
de Villa Borghese, dat ónderscheid is zeker ontzaggelijk
groot, maar dat onderscheid is bovendien zeker te danken
aan de Angelsaksische voorliefde voor het leven in de open
lucht en voor krachtige ligchaamsoefening. Het is volkomen
goed en in de gewone orde van zaken, dat een sprekende
trek van het nationaal karakter zich door een bijzondere
feestviering uit en bovengenoemd feest heeft zich dan ook
van zelf gevestigd bij de natie.
Wij behoeven niet beducht te Wezen, dat wij er dommer
om zullen wezen, omdat wij hechten zoowel aan physieke
kracht als aan geleerdheid en kennis, en de spieren zoowel
als den geest op den regten prijs stellen. De oude Grieken,
die ons bij hun Olympische en Isfhmische spelen het voor
beeld gaven, hadden toch ook wel een beetje geest. „Maar,"
zegt het blad, en het heeft hierbij het oog op een nationaal
gebrek in Engeland, „laat ons die feesten, die oefeningen,
om hun eigen wil lief hebben en een edelen wedstrijd niet
ontsieren; door er een schandelijke dobbelpartij van te
maken."
De zorg waarmede het publiek van al de bijzonderheden
van den wedstrijd per telegram verwittigd werd, liep in
het belagchelijke. De Pall Mali Gazette ontving 21 of 22
telegrammen tusschen 1 en 21 ure. Daaronder waren b. v.:
„de Cambridge-roeijers stappen in hunne boot; de Oxford-
roeijers zijn in het midden der rivier," „de Cambridge-
roeijers roeijen in hunne blaauwe wambuizen; de Oxford-
roeijers hebben zich ontkleed tot op hunne jersey's; de
Oxfords-roeijers trekken hunne wanbuizen uit," enz. tot
den uitslag.
Aangaande de arrestatie der opligters van de bank
van Engeland verneemt men nog nader het volgende:
„Byron, of Warren, of A. Bidwell, naar zijn zeggen uit
Chicago afkomstig, voorzien van een Amerikaanschen pas,
door de regering te Washington afgegeven, en in gezelschap
van zijn vrouw, eene Engelsche, en van zekeren Harry
Noyes of Nunn, volgens opgave zijn knecht, kwam met de
Fransche boot van St. Nazaire te New-York aan, waar
zij door bemiddeling van den Britschen consul-generaal,
die per telegraaf gewaarschuwd was, werden gevangen
genomen. Warren en Noyes werden in de militaire barakken
opgesloten en streng bewaakt, de vrouw bevindt zich onder
toezigt in een hotel. Warren is ongeveer 34 jaar oud en
van innemend uiterlijk. De vrouw is 20 jaar, schoon en
heeft een overvloed van blond haar. In hun bagage werd
niets gevonden wat achterdocht kon wekken, dan een
opschrijfboekje, waaruit eenige bladen waren gescheurd.
Op 't oogenblik der gevangenneming zeide Bidwell tot zijn
vrouw: „Zeg niet wie gij zijt, wat gij zijt, van waar gij
zijt, of iets ons aangaande." Hij is met zijn Amerikaanschen
pas door Frankrijk-naar Spanje gegaan, èn ging te Santander
op de Fransche boot naar Havannah scheep.
George Macdonnell, een ander lid van 't complot, had
te Havre op de stoomboot Thuringia naar New-York plaats
genomen. De Engelsche politie was hem echter voor, en
ook hij werd gepakt nog voordat hij aan wal was. Ook
hij is een zeer knap jongman van aangename manieren.
Men vermoedt dat zijn ware naam Livingstone is en dat hij
ongeveer drie jaren geleden medepligtig was aan een diefstal
van 80,000 dollars.
Men gelooft thans al de bonds die voor het gestolen
geld werden gekocht, in handen te hebben, en hoopt ze
weldra met de daders onder geleide der politie naar Engeland
over te brengen."
Te Newcastle-on-Tyne is jl. Zaturdag van stapel
geloopen een schip van omstreeks 5000 ton, gebouwd voor
rekening van Hoopers Telegraaf—Maatschappij, uitsluitend
ingerigt voor het leggen van telegraafkabels. Het schip
is op de werf der heeren Mitchell Co. gebouwd binnen
den tijd van 4| maand. Tot nu toe, naar bekend is, moest