Binnenland.
aan de herstemming onthouden, de conservatieven alle
krachten ingespannen te hebben om althans de zege van
den liberalen candidaat te verhoeden. Dank zij hunne
medewerking, heeft Leiden een anti-revolutionairen Ver
tegenwoordiger naar de Tweede Kamer gezonden. In den
regel zijn zij voorstanders der bestaande schoolwet, al geven
zij voor, de bezwaren der tegenstanders hoog te schatten;
maar zij ontzien ziek. niet een anti-schoolwetman in de
Kamer te helpen. De Tijd en de Standaard hebben
meermalen gezegd, dat er geen principiëel verschil is
tusschen liberalen en conservatieven, dat Catholieken en
orthodoxen van de laatsten evenmin gediend zijn als van
de eerstenzij wantrouwen de door de conservatieven voor
gewende bereidwilligheid om aan de tegen de schoolwet
gemaakte bedenkingen te gemoet te komen en, het evenmin
onderling over de wijze daarvan eens zijnde, hebben èn
Catholieken èn orthodoxen gepoogd om, de aangeboden
hand der conservatieven afwijzende, een eigen woordvoerder
toegang tot de Staten-Generaal te bezorgen.
Zullen nu bij onze volgende verkiezingen niet meer 2,
maar 3 of 4 candidaten aanbevolen worden en zal daardoor
onze verdeeldheid des te meer blijken? 't Is te vreezen,
maar kwalijk te ontgaan.
De wereld- en staatsbeschouwing van vele Protestanten
en Catholieken heeft in de laatste tijden, van de eersten
sedert de opgetreden reactie der orthodoxie tegen de
moderne theologie, van de laatsten sedert de uitvaardiging
van den Syllabus errorum en de daarop gevolgde vast
stelling van het dogma der pauselijke onfeilbaarheid, zulk
eene verandering ondergaan, hunne kerkelijke meeningen
hebben zoodanigen invloed op hunne staatkundige gevoelens
uitgeoefend, dat zij niet alleen niet meer samen kunnen
gaan met de liberalen, maar ook niet langer met de con
servatieven, die evenmin genegen zijn hunne wenschen te
bevredigen, 't Is niet uitsluitend het verschil van gods
dienst, dat tot verwijdering, afscheiding en zelfstandig op
treden noopt, maar de daaruit ontstaande verschillende wijze
van beschouwing der roeping en onderlinge betrekking van
Kerk en Staat, inzonderheid wat betreft de zaken van het
onderwijs. Men moge het toenemen van het aantal partijen
en het ontstaan van kerkelijk-politieke partijen betreuren,
er valt niet aan te veranderen, men zal er rekening mede
dienen te houden.
Ligt nu de gevolgtrekking voor de hand, dat, blijkens
de verkiezing te Leiden, waar de liberalen in de minderheid
waren tegenover de drie andere verschillende, maar in den
grond der zaak toch conservatieve richtingen, de liberalen
geen recht hebben op het voeren der regeering? Leiden
is nog Nederland niet, en over het gansche land zou de
verhouding anders kunnen zijn, al wilden wij aanstonds
toegeven, dat genoemde richtingen zeer belangrijke cijfers
zouden opleveren. Ja, al moesten wij toegeven, dat zij in
gezamenlijk aantal de liberalen ver te boven gingen, nog
dan zou de liberale partij aanspraak op het gezag inogen
maken, omdat zij de sterkste van de vier, en een kabinet
uit de drie andere samengesteld ondenkbaar en onbestaan
baar is. Wij kunnen den stand onzer partijen eenigszins
met dien in Frankrijk vergelijkende republikeinsche partij
is het talrijkst, maar zwakker dan de vereenigde macht der
legitimisten, Orleanisten en Bonapartisten, die het duchtig
oneens zijn, behalve in het bemoeilijken van de door allen
evenzeer verfoeide republiek. Thiers hoedt met voorzichtig
overleg de republiek tegen de aanslagen der monarchalen,
die, konden zij met vereende krachten het gezag ver
meesteren, .zouden eindigen met elkander te verscheuren
en Frankrijk ten verderve te leiden. Mocht onze liberale
partij evenveel tact betoonen als de Fransche president,
niet om het genoegen te smaken regeerende partij te zijn,
maar „opdat het gemeenebest geen schade lijde."
toen ter tijd in de garnizoenskerk twee marmeren beelden, Mars
en Minerva, die later op aandringen van den bisschop Eylert van
daar verwijderd en in het slot te Potsdam bij den trap van den
slottuin geplaatst zijn. Niets kenmerkt meer den kunstzin in het
begin der achttiende eeuw, niets meer de argelooze eenvoudigheid
van den vromen Koning Wilhelm Frederik den Eerste, dan deze
beide heidensehe goden in eene Christelijke kerk, waardoor hij de
bestemming van dit godshuis als garnizoenskerk wilde aanduiden.
Als de ongepastheid van het plaatsen van die beide beelden in een
kerk iederen denkenden menseh duidelijk moet zijn, hoeveel te meer
moet dit dan het geval zijn met een geest als die van Napoleon
den Eerste. Hij vraagde, wat die beelden hier eigenlijk moesten
beduiden, en toen de oude Geim hem de beteekenis verklaarde,
antwoordde hij met een half verwonderd, half afkeurend: „Ba!"
Vóór hij echter de kerk verliet, zeide hij nog tot Duroc, dat ze
onder zijne onmiddelijke keizerlijke bescherming stond en noch
voor .een magazijn, noch voor een lazareth, noch zelfs voor een
stal gebruikt mocht worden.
Dit was het bezoek van den nieuwen Caesar in het Pruisische
Versailles. Zooals het scheen had het bezoek van den Keizer te
Potsdam voornamelijk eene huldiging van den grooten Koning ten
doel. Den volgenden dag ging hij verder naar Berlijn. De reli-
quiën van den grooten Koning echter, die hij in het slot te
Potsdam in zijne slaapkamer gevonden had, de kraag, de sjerp, de
ridderorde en den degen van Frederik den Groote nam hij met
zich mede en gaf ze bij een audiëntie op den 19den November
aan de afgevaardigden van den Franschen SeDaat, die van Parijs
naar Berlijn gekomen waren om hem geluk te wenschen, met het
bevel ze den gouverneur van het Invalidenhuis te Parijs ter hand
te stellen. Hij zelf zegt er van, dat dergelijke veroverde tropheeën
de waarde van honderd veroverde vaandels hebben, en dat men
vergeten kon ze te verbergen, dit slechts bewijst, dat er groote
verwarring en schrik te Berlijn heerschte, toen de tijding van het
ongeluk, dat het leger getroffen had, aldaar aankwam.
Slechts acht jaren echter bleven deze tropheeën te Parijs; toen
werden ze met alle andere voorwerpen van kunst weder terugge
haald. Alleen uit de sloten in- en om Potsdam waren aau
schilderijen en standbeelden twee-en-veertig kisten naar Parijs
gezonden, behalve datgene, wat de generaals nog wegzonden. Alles
evenwel werd teruggehaald toen de overwinnende legers der ver
bondene mogendheden Parijs ingenomen en aan den overwonnen
imperator hetzelfde woord vervuld hadden, dat hij eens bij het
graf van Frederik den Groote gesproken had
„/Sc transit gloria mundi!" d. i.Zoo vergaat 's werelds roem.
1IELDER en NIEUWEDIEP, 8 April.
De heer Grevy is blijven volharden in zijn besluit om
af te treden als voorzitter der Nationale Vergadering van
Frankrijk en tengevolge hiervan is men tot de verkiezing
van zijn opvolger overgegaan. Met 304 stemmen is daartoe
gekozen de heer Buffet, terwijl op den heer Martel 285
stemmen werden uitgebragt. De nieuwbenoemde voorzitter
heeft zijne betrekking aanvaard met eene rede waarin hij,
nevens dankbetuiging voor 't vertrouwen, in hem gesteld,
de verschillende partijen dringend vraagt om zamenwerking.
Hij wijst er op, dat de parlementaire regeringsvorm zou
worden geschaad, als de partijgeest meester werd. Hij doet
uitkomen de noodzakelijkheid om thans aan het land de
noodige duurzame instellingen te geven. Hij verzekert
eindelijk de regten der Vergadering te zullen doen eerbiedigen.
De uitslag der verkiezing wekt nog al opzien, daar de
benoemde bij herhaling minister is geweest onder Napoleon
III, en denkt men aan de geruchten van pogingen, die
aangewend worden om den keizerlijken troon te herstellen,
dan heeft deze presidents-keuze wel eenige beteekenis.
In Madrid is de toestand hoogst gespannen en ieder
oogenblik kunnen uit Spanje zeer onrustbarende tijdingen
worden verwacht. De toekomst voor dit ongelukkige land
is in nevelen gehuldonmogelijk is het niet, dat te eeniger
tijd de een of andere kroonpretendent zich onverwacht van
't gezag zal meester maken om rust en orde te herstellen.
De ijzeren arm van een overweldiger zou daar werk kunnen
vinden. De tegenwoordige toestand van Spanje herinnert
aan de fabel, dat de goden aan de bewoners van dat land
de vervulling van drie wenschen toestonden, als ze eenig-
zins voor inwilliging vatbaar bleken. De twee eerste wenschen
„Geeft ons een vruchtbaar land," en „geeft ons schoone
vrouwen," werden gereedelijk vervuld. Op 't vernemen
van den derden: „geeft ons een goede regering," ver
klaarden de goden echter, dat die wensch niet kon worden
toegestaan, want dat, werd aan die begeerte voldaan, de goden
hunne trawanten niet in 't hemelsch verblijf zouden kunnen
houden.
Zr. Ms. schroefstoomschip „Metalen Kruis," onder bevel
van den kapitein ter zee Kip, is jl. Zondag van hier naar
Oost-Indië vertrokken.
Het vertrek naar Oost-Indië van Zr. Ms. stoomfregat
Zeeland, onder bevel van den kapt. ter zee van Gogh, is
bepaald op den 17 dezer.
Naar wij vernemen wordt de officier van gezondheid
lste kl. dr. W. Krol met 1 Mei a. s. verplaatst naar Kampen
en als zoodanig vervangen door den off. van gez. lste kl.
J. G. Vorstman, van Gouda.
De 49ste verjaardag van H. K. H. Wilhelmina Maria
Louisa Cbarlotta, zuster des Konings, wordt heden alhier
op de gebruikelijke wijze gevierd.
Gisteren is door den luit.-kolonel kommandant in de
5de stelling aanbesteed het éénjarig onderhoud der kazerne
gebouwen, der werken en der bruggen. Voor de kazerne
gebouwen werd ingeschreven door de heeren Gebs. Korff
f 5300, Gebs. Klein f 4950, H. J. Janzen f 4900, P. Spruit
f 4850 en Gebs. Moorman f 4820. Voor de werken de
heeren H. J. Rippens f 4800, P. Spruit f 4590, H. J.
Janzen f 4445 en Gebs. Moorman f 4440. Voor de bruggen
de heeren P. Spruit f 5200, II. J. Janzen f 5100 en
Gebs. Moorman f 5050.
De predikants-vacature bij de Herst. Evang. Luth.
gemeente alhier, ontstaan door 't overlijden van den wel-eerw.
heer J. H. Sonstraal, werd jl. Zondag weder vervuld, daar
de beroepen predikant, de heer Daniël Snijder Jr. zijne
bediening aanvaardde. Des voormiddags werd de beroepene
bij zijne gemeente ingeleid door zijnen schoonvader, den
wel-eerw. heer P. J. Heiwig, predikant te Amsterdam,
met eene rede naar Handel. X vs. 33. 's Avonds hield
de nieuwe leeraar zijne intreêrede naar aanleiding van
1 Cor. II vs. 2. Beide deze godsdienstoefeningen werden
door een talrijk gehoor bijgewoond.
De visscherij in het Groot Noordhollandsch Kanaal
voor den tijd van 6 jaren, jl. Zaturdag verpacht, is in massa
gegund aan D. Dil, viselihandelaar te Zaandam, voor 305.
De mailboot Koning der Nederlanden is den 6 dezer,
des nachts ten 1 ure, te Suez aangekomen en des middags
het kanaal ingegaan.
Verschillende buitenlandsche bladen brengen het berigt
dat aan mr. P. P. Bosse, oud minister van Financiën en
Koloniën, de vereerende taak van scheidsregter is opgedragen
in een geschil tusschen Frankrijk en Engeland ten aanzien
van de regeling der handelsbetrekkingen. De heer van
Bosse heeft zich deze opdragt laten welgevallen.
Volgens het Hlb. echter hebben de beide landen elk een
commissaris benoemd met betrekking tot de uitlegging van
artt. in het handelstractaat (de hh. Ozenne en Kennedy).
Voor 't geval deze niet eens kunnen worden, is aan den
heer van Bosse de functie van super-arbiter opgedragen.
De commissaris des Konings in Noordholland heeft
ter kennis van belanghebbenden gebragt, met wijziging
van hetgeen vroeger is medegedeeld, dat de visscherij in
Noordholland in dit jaar gesloten blijft tot 15 Mei a. s.
met uitzondering van: die met aalkoven, aaldobbers en
palingfuiken, met het schepnet of de gebbe, om kleine
vischjes te vangen tot aas voor de aaldobbers en van die
op snoek voor de gemeente Texel, welke visscherijen niet
gesloten zijn.
Naar het U. D. verneemt, is door den minister van
oorlog bepaald, dat dit jaar de verschillende forten en
sterkten, gedurende de maanden Junij en Julij, door deta
chementen infanterie en artillerie zullen bezet worden, om
daar praktische oefeningen in de vestingdienst te houden.
Beroepen bij de Christ. Geref. gemeente te Enkhuizen
ds. W. Sieders, pred. te Herwijnen.
- Bij gelegenheid van de onthuldiging van het monument
te Heiligerlee, zullen als feestredenaars optreden de heeren
P. Hofstede de Groot, emeritus-hoogleeraar, en prof. dr.
W. Hecker, te Groningen.
Door de commissie voor de oprigting van den Willems-
toren te Dillenburg is van een onbekende uit Nederland
ontvangen de belangrijke som van 6000 Pruissche thaler.
De stroom van landverhuizers over Rotterdam is zoo
groot, dat de beide op New-York in dienst gestelde stoom-
booten niet in de behoefte kunnen voorzienmen heeft
thans de stoomboot Castor, van de Kon. Ned. Stoomboot
maatschappij te Amsterdam aangenomen.
Te Staphorst is dezer dagen bij de weduwe Hooikens
een toom biggen gevallen ten getale van 19, nl. 18 spring,
levend en een doodgeboren.
De gemeenteraad van Assen heeft een crediet van
3000 toegestaan ten behoeve van feestelijkheden, enz,
tijdens 's Konings verblijf aldaar.
Allerwege in het noorden worden krachtig toebereidselen
gemaakt om de ontvangst van Z, M. luisterrijk te doen zijn,
Als een bijzonderheid wordt gemeld, dat sommige
landbouwers te Westerbork, in Drenthe, jonge varkem
opfokken met behulp der zoogenaamde zuigflesch. Belet
de kwaadaardigheid der moeder dus de jonge telgen haar
melk en zorgen te laten genieten, dan mag men deze
methode ter navolging aanbevelen, daar zij de gunstigste
resultaten oplevert.
In de vergadering, bijeengeroepen tot het bespreken
van hetgeen er gedaan moest worden, nu door de invoering
der wet op de besmettelijke ziekten vele ouders zich
gedrongen zullen gevoelen, hun kinderen van onderwijs
verstoken te laten, werd na een levendige en uitvoerige
discussie besloten: de ouders in Nederland, die in dit geval
verkeeren, uit te noodigen, opgave te doen van de namen,
voornamen en den leeftijd dier kinderen, aan een daarvoor
gevormd comité; verder dat door dit comité afschrift zal
worden overgelegd aan de regering en gevraagd, op welke
wijze de regering meent, dat in deze verkeerde orde van
zaken zal worden voorzien. En eindelijk om het comité op te
dragen, ingeval de regering meent zich hiermede niet te
moeten inlaten, alsdan een beroep te doen op de christelijke
liefdadigheid. Als overgangsmaatregel werd bepaald, dat,
indien in den tusschentijd sommige ouders in verlegenheid
mogten komen, men zou trachten hun voorloopig eenigen
steun te verleenen. De benoeming van het hier bedoelde
comité werd opgedragen aan de heeren, die deze vergade
ring hebben bijeengeroepen. Ten slotte sprak de vergadering
haar wensch uit, dat ook onderwijzers, die tengevolge der
wet in ongelegenheid mogten komen, zooveel mogelijk
worden ondersteund. (Stand.)
Uit een berigt van de Indische regering is nader
gebleken, dat eene verstoring der telegraafgemeenschap
tusschen Batavia en Singapore, gedurende vier dagen, oor
zaak is geweest van de vertraagde ontvangst der officieel»
tijding omtrent de oorlogsverklaring aan Atsjin.
Volgens een berigt uit Batavia aan de N. Rott. Ct,
zal de expeditie naar Atsjin bestaan uit p. m. 4000 man
infanterie, artillerie en cavalerie, waaronder p. m. 250
officieren en 1000 barisans. De expeditie zal tegen
20 Maart vertrekken. Men verneemt omtrent de aanleiding
niets naders, dan dat het gouvernement van Ned. Indië
naar den Sultan van Atsjin eene commissie heeft willen
zenden, naar aanleiding van zijne houding tijdens den
jongsten Delischen opstand, en dat de Sultan ongeveer
geantwoord heeft, dat hij zeer veel respect had voor het
Nederlandsche gouvernement, doch dat hij gaarne zag dat
het zich niet met zijne zaken bemoeide.
Men leest in de Staatscourant van 5 dezer:
„Blijkens de heden, per mail, van de Indische regering
ontvangen berigten, zou de naar Atsjin te zenden militaire
magt, bestaan uit vier bataillons infanterie (waarvan één
waarschijnlijk uit barissans van Madura bestaandede overige
zijn niet genoemd), een halve batterij getrokken vierponder»
en een halve batterij berghouwitsers met acht mortieren,
een compagnie sappeurs en misschien een detachement
cavalerie. Voorts zouden een duizendtal dwangarbeider»
of vrije koelies inedegaan.
De generaal-majoor J. H. R. Kohier zou de expeditie,
de kapitein ter zee J. F. Koopman de zeemagt commandeeren,
Andere officieren zijn niet genoemd.
Vijf groote particuliere stoomschepen: de Mackinson,
Gouverneur-Generaal Mijer, Willem III, Sophia en Baron
Sloet van de Beele, en verschillende bekwame koopvaardij
schepen waren beschikbaar voor het vervoer van troepen."
Betreffende de expeditie naar Atsjin deelt het Utr,
Dagblad nog mede, dat commandant der artillerie is de
luit.-kol. H. G. Bouwmeester, command. der cavalerie ritm.
H. K. E. Perié; chef der geneesk. dienst de offic. van gez.
lste kl. B. E. J. H. Becking; chef der admin. onder-int.
lste kl. J. Hofstede; command. der hulptroepen luit.-kol.
K. van der Heyden.
De expeditionaire troepen bestaan uit 4 veldbataillons,
waarvan 2 gewapend met Beaumontgeweren, 2| batterij
veldartillerie, 60 cavaleristen, 1 bataljon Madureesche hulp
troepen en de noodige genie- en hospitaalsoldaten; terwijl
1000 kettinggangers aan de expeditie zijn toegevoegd.
De expeditie is krachtig en perfect georganiseerd met
flinke chefs voor eiken tak van dienst.
Het Handelsblad, het een en ander omtrent het rijk
Atsjin mededeelende, vermeldt o. a., dat in 1857 door ons
gouvernement met den Sultan van Atsjin een verdrag van
vriendschap en handel gesloten is, waarbij Nederland gelijk
gesteld wordt met de meest begunstigde natiën, en de Sultan
zich verbindt den strandroof in zijn rijk tegen te gaan en
mede te werken tot beteugeling van de zeerooverij. Het
niet nakomen dezer verpligtingen schijnt de naaste oorzaak
te zijn tot verklaring van den oorlog aan den Sultan van
Atsjin.
Een berigt uit Rome, dd. 5 dezer luidt:
„De Paus is hersteld."
Het woord Humbug is de zamensmelting van ie
Iersche woorden uim en bog, dat als ourn bog wordt uitge
sproken. Het beteekent zacht geelkooper; onder Jacob II
werd er aan de munt te Dublin geld van geslagentwintig