31 Jaargang. 1873. N°. 48. Zondag 20 April. Uitgever A. A. BAKKER Cz. B i n n e n I a n d. HELDERSCHE Ëi\ MELWEDIEPER COURANT ,,W ij huldigen het goede.' Verschijnt Dinosdao-, Donderdag- en Zatuïdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën Van 14 regeli 60 cent. elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naarplaatsruimteberekend VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS: Naar Oost-lndië: via Triest 29 April 'sdVonds 6 25 m. Marseille 24 April 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 1 Mei 's avonds 6u. 25 m. per Willem Kroonprins der Nederlanden 21 April, 's avonds 11 u. v. Rotterd. p. Kingston 2 Mei 's rnidd.lu.40m. Curagao en Suriname, 1 Mei 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 23 April, 's morg. S tl. 25 m. De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN op DINGSDAG den 22 APRIL 1873, des AVONDS jen ZÉVEN ure. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 18 April 1873. STAKMAN BOSSE. PUNTEN TEIt BEHANDELING: 1. Verordening op het vervoer van besmettelijke zieken. 2. Voorstel tot plaatsing der Kermis. 3. Voorstel omtrent de mestinzameling. 4. Aanbieding van verslagen over 1872. 5. Mededeeling van ingekomen stukken. HELDER en NIEUWEDIEP, 19 April. Gisteren morgen werd bij het Departement van Koloniën bet navolgende telegram, dd. 1,7 April, van den gouverneur- generaal van Nederl.-Indie ontvangen: „Telegram van Commissaris van 14 April. Generaal- majoor Kohier gesneuveld. Zaken gaan niet gunstig. Ver woede tegenstand. Kraton, die van zwaar geschut voorzien en zeer talrijk bezet is, verdedigd tot het uiterste. Onze troepen worden van alle kanten gedurig door talrijke benden luiten kraton aangevallen. Commissaris acht vermeerdering militaire en marinemagt noodzakelijk. Ik zend versterking." In den namiddag werd een tweede telegram van den gonverneur-generaal ontvangen, berigtende, dat de generaal- majoor Verspijck tot opperbevelhebber der expeditie be noemd is en dat overmorgen liet stoomschip Timor, bene vens twee bataillons en artillerie per stoomschip naar Atsjin zullen gaan. Hoezeer daartoe door den gouverneur-generaal geene aanvraag is gedaan, worden door dé Regering hier te lande maatregelen genomen voor de onverwijlde versterking der strijdkrachten in Indië. De strijdkrachten der aanhangers van don Carlos. Een naar het hoofdkwartier der Carlisten in het noordwesten van Spanje gezonden eigen correspondent van de Kölnische Zeitnng geeft, aangaande de sterkte en de positie der verschillende Carlisti- corpsen, in dat blad de volgende mededeelingen „Onder den generaal Dorregaray, die de hoofdaanvoerder is der Carlisten in de vijf provinciën Navarra, Biïcaye,' Guipuzcoa, Alava en Logrono, staan 3600 man, waarvan 200 man cavalerie, goed met Remmington- gtweren en andere achterladers gewapend, en 1000 man welke Izij, geheel ongewapend, hetzij alleen van pieken voorzien zijri. Allen, behalve de laatstbedoelden, dragen uniform en ontvangen per dag twee ponden brood, een liter wijn, een ration vleesch en We realen soldij, hetgeen voor hunne behoeften voldoende is, daar tij van dé bevolking alles ontvangen wat zij maar verlangen. „Zie hier verder eene opgave van de verschillende in Navarra rspreide benden, met de districten waarin zij opereren1. Angel Mprtinez met 193 man aan de Fransphe grenzen; 2. P. J. Mozo *t 160 man in La Alzama3. Esteban Zunzarren met 226 man in Aoiz en Valcarlos; 4. Pedro Iraneta met 163 man in La Bar- Btcs; 5. Martino Iriarte met 35 man in Alsasua; 6. Juan Men- al met 73 man in Salings d'Oro en Echauri; 7. Gregorio Azcona met 61 man in Manneru; 8. Fransciseo Latara met 43 ®«n in Villatuerta; 9. José Zugarti met 64 man in Abarzuza; 10. Aldea met 66 man in de Solano, tusschen de Rio Arga, de Rio Egra en den Ebrp; 11. Roza Sanmaniego met 77 man inEstella; '1 de graaf Barrot met 100 man in Las Amezcuas; 13. Juan tin Sanz met 13 man in Ourait»; 14. Saturuino Marquinez met B man in Santa Cruz de Campezu; 15. Yaniz met 27 man in 'nar en Astarta; 16. Mariano Losarcos met 24 man inPoblacino; Caitillo Lera met 81 man in Valle de Orba; 18. Pedro Villa- tas met 89 man in Justapenna; 19. Eermin Iribarreu met 42 in El Barton; 20. Guerra met 28 man in Muniain21. de 'We Rada met 206 man in verschillende detachementen verdeeld; ft eene bende van 44 man in Valcarlos en Vera; 23. de com- ladant don José Idov met 464 man. In het geheel dus 2352 man. Derhalve bevinden zich alleen in de provincie Navarra 5852 wèl ffapende Carlisten, waaronder 500 man cavalerie. Aangaande de klere irovinciën kan ik nog geebe betrouwbare opgaveD doen; '•ei ik schat de gewapende Carlisten in Alava op 1000; in Gui- ï'ieoa op 1200, in Biscaye op 800 en in Logrono op 600; dus 'Peen totaal van 9400. Dit cijfer zal wel omstreeks juist zijn." correspondent van de Pall Mali Gazette, de Times en de S# hebben den togt van Victoria tot Alsasua per spoor meê femaakt. Zie hier wat de briefschrijver van laatstgenoemd blad Wtent dit reisje meldt Aan de Daily Telegraph wordt uit Singapore dd. 17 d eze getelegrapheerd, dat de Nederlanders over de honderd man verloren. -Met leedwezen verneemt men dat als een der eerste slagtoffers in den oorlog met Atsjin is gevallen de adelborst lste klasse bij de Kon. Ned. Marine, de heer B. H. Zimmer, van Delft, een jongeling van 19 jaren en uitstekenden aanleg. (V.) Dit jaar treden o. a. af als leden van de Tweede Kamer jhr. mr. C. van Poreest te Alkmaar en jhr. nir, D. van Akerlaken te Hoorn. De verkiezing heeft plaats op 10 Junii. Ds. O. Geerts te de Rijp en dr. J. C. Pool alhier, komen voor op het zestal te Zierikzee. Drietal te Haarlemvan Hoogenhuijze, te Steenwijk Kruijff, te Yelp en Roozemeijer, te Middelburg. Beroepen te Oost- en West-Blokker de heer dr. J. van den Bergh, pred. te Heemskerk. De heer W. Ellens heeft de beroeping naar Hoorn op Terschelling aangenomen. Het bekende werk van Samuel Smiles: „Help u zelven" is van regeringswege in 't Japansch vertaald en zal op de scholen als leerboek worden gebruikt. (G. C.) Door het provinciaal bestuur van Noordholland is jl. Donderdag aanbesteed: 1. Het leveren van stortsteen en het bestorten van de hoofden der Pettemer zeewering; daarvoor was de minste inschrijver de heer J. Oldenburg, te Bergen, voor f 4960. 2. Het leveren van brik-, zet- en stortsteen en het bestorten der Heldersche zeewering, in twee perceelen; lste perceel, minste inschrijver de heer W. Goedkoop Dz., te Amsterdam, voor f3247; 2de perceel, minste inschrijvers de heeren Kloos en van Limburgh, te Rotterdam, voor f7325. 3. De duinbeplanting en het stellen van rietschuttingen op Texel en den vasten wal van Noord holland, in drie perceelen; minste inschrijversvoor perceel 1 de heer A. Meijer, te Schagen, voor f 3810voor perceel 2 de heer J. Oldenburg, te Bergen, voor f 9360; voor perceel 3 de heer J. Oldenburg, te Bergen, voor f 7350. Thans is verschenen het programma der 21ste alge- meene tentoonstelling van vee, voortbrengselen van en werk tuigen voor den landbouw, van wege de Hollandsche Maatschappij van Landbouwïvan 2630 Sept. e. k. in het Paleis voor Volksvlijt en op de veemarkt te Amsterdam te houden. Gedurende die vijf dagen worden voortbreng selen en werktuigen in het paleis tentoongesteldden 27 Sept. paarden, rundvee, schapen en varkens op de veemarkt en „De machinist en de stoker, twee Franschen, op wie de Carlisten meer dan eenmaal hunne kogels hadden afgezonden, vergunden ons plaats te nemen op de locomotief, zoodat wij io staat gesteld werden een ruimen blik om ons been te slaan. Veel echter hebben wij niet gezien. Maar, wat eene zonderlinge reis in deze door de Carlisten afgeloopen landstreekDe locomotief rent niet zooals in vredestijdhet gevaarte, aan de minste drukking van de hand van den machinist gehoorzamende, gaat met statig langzame beweging vooruit, en vertraagt bovendien nog zijn loop bij elke kromming van den weg of ingang van een tunnel. Zoodra de machinist iemand op den weg of een groep menschen in de nabijheid ziet, pf iets ontdekt wat hem maar eenigzins verdacht voorkomt, drukt hij op een kleinen hefboom, en dan doet de remtoestel onmiddelijk zijne werking. Het militair escorte stapt dan uit de wagens en gaat den weg aan beide zijden op, guerillasgewijze. Negenmaal van de tien beteekent het geval niets, en zoodra men dit inziet, keert het escorte terng, stapt weer in de wagens, en wordt de togt op dezelfde wijze voortgezet. Toen wij door een tunnel zouden rijden, beval ons de machinist ons in een hok van een kolenwagen te verbergen, vermits, gelijk hij ons te kennen gaf, het zou kunnen gebeuren, dat wij bij het verlaten van den tunnel op eenige geweer schoten zouden worden ontvangen. De Carlisten, voegde hij er bij, mikken niet op de reizigers. Zij hebben het enkel op ons gemunt, omdat zij ons op straffe des doods verboden hebben, aan de spoor weg-maatschappij onze dienst tej verleenen. Daarom vuren zij altoos op de locomotief. De spoorweg was op twee plaatsen, even voor het dorp Alegria, opgebroken. Terwijl de werklieden de rails herstelden, begaven zich de dertig soldaten van de genie en de dertig vrijwilligers der vrijheid, die we bij ons hadden, als tirailleurs in den omtrekmaar zij ontdekten niets." Het bezoek vnn den Anierikaansclien en Russischen gezant bij den Mikado. Een Amerikaansch blad bevat een particulier schrijven, waarin de echtgeuoote van den Amerikaanschen gezant te Yokohama een beschrijving geeft van de ontvangst, die haar man en den Russischen gezant bij den Mikado is te beurt gevallen. Beide gezanten waren vergezeld van hunne vrouwen. „Wij werden," zoo schrijft zij o. a., „door hooge Japanscbe beambten ontvangen en daarna door een der lijfwachten door een aantal gangen geleid, die allen met kostbare tapijten waren belegd, tot wij een der vleugels van het paleis bereikt hadden, waar wij werden opgewacht door Soyeshima, den minister van Buitenlandsche Zaken, den minister van het huis den 30 Sept. pluimgedierte en honden in het paleis. De opgave tot mededinging geschiedt vóór 1 Sept.wat inzenders van Noord- en Zuidholland betreft, aan de secretaris hunner afdeelingvoor anderen aan den secretaris der Maatschappij, den heer P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, bij 's Hage. De aangifte van maai- en hooiwerktuigen moet echter vóór 1 Mei geschieden; de beproeving daarvan heeft in Junij of Julij plaats. De uitgeloofde prijzen bedragen te zamen f 7223. Door de vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier zijn bovendien eene gouden medaille en 400 uitgeloofd voor het beste werktuig om meekrap te delven voor 8 paarden, en eene gouden medaille voor den besten ploeg, door 4 paarden getrokken. De beproeving dier werktuigen heeft te Winkel, in Noordholland, plaats in September. Bij den wedstrijd van die vereeniging moeten ook de graan-maaiwerktuigen in werking worden gesteld, die op de tentoonstelling mede dingen. Uit 's Hage wordt aan de Weesp. Crt. geschreven, dat de Indische regering tot de oorlogsverklaring van Atsjin zou zijn genoopt, doordien het Indische bestuur in het geheim zou onderrigt zijn geworden van zeer vijandige plannen, welke door Atsjin werden beraamd en op het punt stonden van een begin van uitvoering te erlangen. Slechts door de waakzaamheid en activiteit van onze Indi sche gezaghebbers zou het gelukt zijn de zamenspanning van Atsjin te verijdelen. Yerder wordt gemeld, dat de gouverneur-generaal, met het oog op alle eventualiteiten, zulk een krachtige versterking der expeditie laat voorbe reiden, dat zij met geen tweede zou gelijk staan. Het Indische gouvernement zet het bij deze zaak, zoo als men het noemt, op haar en snaar, en gaat daarbij te werk op eene wijze, waaruit blijkt, dat men op Buitenzorg reeds lang zwanger ging van het plan, hetwelk men nu ten uitvoer legt. Gisteren heeft te 's Hage het verhoor der getuigen uit Schoonhoven betreffende den dubbelen moord plaats gehad. Zooals men weet, zijn deze getuigen zeer bezwarend voor Yerlind en Behagel. Van den uitslag van het verhoor is nog niets naders bekend. (Het Vaderland.) De vereeniging van onderwijzers in de gymnastiek opende jl. Dingsdag te Utrecht hare algemeene vergadering Maandag had de bespreking plaats van de vragenzou het mogelijk zijn, door het gymnastiek-onderwijs op de lagere school de weerbaarheid der jongelingen te vergroot en? En is het wenschelijk, dat bij het gymnastiek-onderwijs aan van den Mikado en den opper-kamerheer. Kort daarop traden twee rijk gekleede hofdames binnen, die, na aan ons te zijn voor gesteld, ons te keDnen gaven, dat de Mikado en de Keizerin bereid waren ons te ontvangen. De hofdames gingen ons daarop voor naar de troonzaal. Soyeshima en Isnabarki, de hoftolk, vergezelden ons en daarachter volgden de beambten der koninklijke hofhouding. De Mikado en de Keizerin stonden bij onze aankomst op, eene eer waarop wij niet hadden durven rekenen. Nadat de tolk ons had voorgesteld, reikte het keizerlijke paar ons de hand, ging zitten en verzocht ons eveneens plaats te nemen op de aangebragte leuningstoelen. De Mikado droeg een rijk kleed van purperzijde, met een witten overrok en wijde mouwen. Zijne gemalin wa3 gekleed in zware bruine zijde en had daarover heen een purperrood, met goud doorstikt kleed. Ik zat aan de regterzijde des Keizers, naast mij mevrouw Burzow, de echtgenoot van den Russischen gezant, daarnaast de heer Burzow en mijn man, terwijl Soyeshima niet ver van mij regts plaats had genomen. Aan de andere zijde der Keizerin stonden naast elkander zeven hofdames, gekleed in purperroode zijde. Het haar der Keizerin was smaakvol opgemaakt, van het voorhoofd weggekamd en aan de slapen met doffen en van linten voorzien. De mouwen van haar overkleed waren wijd en reikten haast aan den grond. Haar gelaat was wit gepoederd de lippen waren rood en de taDden pikzwart geverfd. De zaal was versierd met rijke tapijten, doch slechts schaars gemeubeld. Ik bemerkte een zilveren tafeltje, dat met Japansche, hel glinsterende kristallen van ver schillende grootte bedekt was. De Mikado dankte den Ameri kaanschen gezant voor de vriendschap, aan het Japansche gezant schap bewezen, en evenzoo de Amerikaansche bevolking voor de welwillende ontvangst van het gezantschap. De Keizerin vroeg mij naar den welstand mijner familie en gaf den wensch te kennen, dat ik bij eene volgende gelegenheid mijn dochtertje zou medebrengen. De ontvangst was bnitengewoon weinig cere monieel en duurde ongeveer een half uur, toen Soyeshima het teeken van vertrek gaf. Toen wij opstonden, schudden de Keizer en de Keizerin ons de hand, waarna wij vertrokken. Twee kleine, aardige meisjes droegen de slippen onzer japonnen, hoewel dit bij het binnenkomen niet geschied was; daar onze eigen bedienden niet toegelaten werden en wij den minister van Buitenl. Zaken te kennen gegeven hadden, dat wij hunne hulp noodig hadden, had hij die zorg op zich genomen, maar zich vooraf reeds verontschuldigd voor het geval, dat de kinderen zich niet goed van hun taak mogten kwijten. Wij werden hierop in de zaal gevoerd, waar wij reeds de eerste maal geweest waren, en werden daar onthaald op rooskleurige chocoladekoekjes prachtig voor 't oog, maar afschu welijk voor den mond kastanjes, schaaldieren, zeegras, Sina's ap pelen, witten wijn, enz. Twee groote, geheel gevulde doozen werden, volgens Japausch gebmik, ons daarvan nog te hnis gebragt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1