1873, N°. 49.
Woensdag 23 April.
31 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
BER1GTEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN.
Binnenland.
HELDERSCHE
EN MIEVWEDIËPER COURANT.
,,Wij huldigen het goede.'
Verschijnt Dingsdag-, Dokdebdag- en Zatuïdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Burean: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naarplaatsrnimteb«rekend
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS!
Naar Oost-lndië: via Triest 29 April 'savonds 6 u. 25 m.
„ut, Marseille 24 April 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 1 Mei 's avonds 6u. 25 m.
per Prins Hendrik 15 Mei, 'savonds 11
f v. Rotterd. p. Kingston 2 Mei 's midd.lu.40m.
Curacao en Suriname, 1 Mei 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 23 April,
's morg. 6 u. 25 m.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt ter voor
koming van ongelukken aan de ingezetenen bekend, dat de practisehe
gchietoefeningen op de Hors met het geschut van Zr. Ms. oefenings-
raartuig „Vulkaan," weder op den 1 Mei e. k. zullen aanvangen,
"telkens één uur vóór den aanvang van de oefeningen, zal van
genoemd vaartuig een los schot worden gedaan en eene roode
vlag van den voortop worden gekeschen, en zal de Hors alsdan
voor vaartuigen, personen en vee, in de rigting van de door piket
palen gemerkte schootslijn, tot op 4000 meters van af paal O
onveilig zijn. Bij het eindigen der schietoefeningen wordt de roode
vlag ingehaald.
Verder wordt' in herinnering gebragt, dat het verboden is, de
projectielen en verdere materialen, welke op gemelde plaats liggen,
op te zoeken en zich toe te eigenen, zullende deze handelwijze
worden beschouwd als ontvreemding van 's Rijks goederen, en
degenen die zich onverhoopt hieraan mogten schuldig maken, als
toodanig worden vervolgd.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 17 April 1873. STAKMAN BOSSE.
Jl. Vrijdag avond werd bij het departement van Koloniën
het navolgende telegram van den gouverneur-generaal van
Ned.-Indië ontvangen:
„Volgens telegram van kolonel van Daalen, van 14 April,
moskee nabij kraton met veel verlies genomen. Het weder
laatste dagen ongunstig. Hij vraagt koelies, doch geene
troepen tot versterking. Niettemin gaan twee bataillons en
artillerie en, behalve stoomschip Timor, ook nog Banka."
Tot toelichting van dit berigt diene het volgende. ,/De
kolonel van Daalen, de oudste kolonel van het Indische
leger, is, blijkens de ontvangen Indische dagbladen, van
een verlof naar Europa in de helft van Maart per mail
Batavia teruggekomen. Het schijnt, dat hij daarop
terstond aan de expeditie naar Atchin is toegevoegd.
(Misschien was de kolonel Egter van Wissekerke ziek
geworden en trad de kolonel van Daalen in zijne plaats
chef van den staf op. Dit is echter eene loutere gissing).
Hij schijnt den generaal-majoor Kohier tijdelijk als opper
bevelhebber der expeditie te hebben opgevolgd en als zoo-
y het bovenstaande telegram aan den commandant van
het leger te hebben gezonden, krachtens artikel 10 der
instructie voor den opperbevelhebber, luidende„Na aan
komst van de expeditionaire magt ter reede, en voorts na
elke belangrijke gebeurtenis, zendt de opperbevelhebber
telegrafische berigten, bestemd voor den commandant van
het leger en chef van het departement van Oorlog in
Ned.-Indië, per stoomschip naar het naastbijgelegen telegraaf
station, in den regel en bij voorkeur Penang, van waar ze
worden overgeseind."
„Wat de aanvraag om koelies betreft, kan worden mede
gedeeld, dat dadelijk na het vertrek der expeditie reeds
WO bannelingen, met de noodige mandoors, te Batavia zijn
verzameld en gereed gehouden om als reserve voor de
espeditie te dienen. Dit blijkt uit een besluit van den
gouverneur-generaal van 14 Maart, jl. Vrijdag per mail
entvangen.
Jl. Donderdag is te Batavia aangekomen de mailboot
Prins van Oranje, die eene mitrailleuse met de noodige
«mmunitie, 200,000 patronen voor achterlaadgeweren en
ten detachement suppletie-troepen uit Nederland aanbrengt.
Het telegram uit Indië van den 13 dezer, waarvan mede-
leeling werd gedaan in het 2de buitengewone bijvoegsel tot
ie Staatscourant van 13/14 April, bevatte het berigt dat
adelborst Zimmer was gesneuveld. Dit berigt is van
regeringswege niet vroeger publiek gemaakt omdat eerst
fe familie-betrekkingen van den gesneuvelden officier daar
mede in kennis moesten worden gesteld. Op dezelfde wijze
al voortaan gehandeld worden."
Nog leest men in de Staatscourant het volgende:
tin de gisteren per mail uit Indië ontvangen berigten
wordt bevestigd, wat omtrent de zamenstelling der expe-
fcie naar Atsjin is medegedeeld in de Staatscourant van
'6 dezer. Voorts blijkt daaruit, dat Padang is aangewezen
'Is militair station tijdens de krijgsverrigtingen in Atsjin.
W stoomschepen onderhouden eene geregelde gemeen-
ip tusschen Atsjin en Padang. Daarmede worden ook de
zieken en gewonden geëvacueerd, die te Padang en in de
Padangsche bovenlanden zullen worden verpleegd, en de
benoodigde manschappen aangevoerd om de expeditionaire
troepen voltallig te houden. Brieven en pakketten, tot
een gewigt van 10 kilogrammen, voor de ambtenaren,
officieren en minderen bij de expeditie, worden van Java,
Madura en Sumatra van gouvernementswege vrachtvrij
vervoerd."
Een berigt dd. 17 dezer, Zondag namiddag bij het departe
ment van Koloniën ontvangen, luidt: Troepen leden den
vorigen dag een gevoelig échec bij de kraton. Dientenge
volge naar strand bivouac terug gekeerd. Toestand is
zoodanig dat in verband met mousson staking der expeditie
in overweging zou worden genomen.
Van Reuter's Office is bet volgende telegram uit Penang,
onder dagteekening van 20 dezer, ontvangen:
"Al de Nederlandsche troepen zijn tot aan het strand
achter de palissaden teruggetrokken, waar hunne positie
vermoedelijk onhoudbaar is. De Atsjineezen hebben groote
strijdkrachten. Het regensaizoen is begonnen. Het aantal
dooden en gekwetsten bij de Nederlanders wordt op 500
geschat. Van die der Atsjineezen kan geen cijfer worden
geraamd, maar bij hen zijn de verliezen aanzienlijk."
In de telegrammen uit Atsjin wordt melding gemaakt
van een kraton, die zeer versterkt en krachtig verdedigd
werd. Voor onze lezers, die met de bijzonderheden van
Oost-lndië onbekend zijn, zal het niet onbelangrijk zijn te
vernemen wat een kraton is. Daaronder wordt het versterkt
verblijf van een inlandschen vorst verstaan In den regel
bestaat het uit een zeer uitgestrekt, meest vierkant terrein,
omgeven door een zwaren muur, waarop wachttorens zijn
geplaatst. Binnen dezen ringmuur bevinden zich onderscheiden e
pleinen en gebouwen, eveneens door muren en poorten van
elkaar gescheiden. In het midden ligt de eigenlijke woning
van den vorst. (Hbl.)
Het telegram uit Singapore aan de Daily Telegraph
gerigt betreffende den oorlog met Atsjin, luidt als volgt:
De Hollanders zijn bij hunnen aanval op de Atsjineezen
er bij eene tweede bestorming in geslaagd twee forten te
nemen, maar zij werden teruggeslagen, toen zij poogden het
voornaamste fort in bezit te nemen.
Het was een wanhopig gevecht en, ongelukkig voor de
Hollanders, werd hun bevelhebber, generaal Kohier, gedood.
Op dit oogenblik zijn de Nederlandsche troepen bezig het
paleis van den Sultan te belegeren. Bij het bestormen der
forten beliepen de verliezen der Hollanders 200 man. De
Atsjineezen, die zeer armoedig gewapend waren, leden
zware verliezen.
Ik verneem dat er veel ziekte heerscht onder de Holland-
sclie troepen, en dat er bevelen tot versterking zijn gegeven.
De lazareth-schepen zijn vol en hebben bevel gekregen
om naar Padang te vertrekken.
De peperhavens zijn geblokkeerd en de handel staat stil.
De minister van Koloniën heeft ter kennis van belang
hebbenden gebragt, dat zoodra omtrent gesneuvelde of
gekwetste officieren bij de expeditie tegen Atsjin de thans
van het Indisch bestuur nog niet ontvangen opgaven zullen
zijn ingekomen, die ter kennis van liunne familie of
betrekkingen zullen gebragt worden.
Blijkens een gisteren morgen bij het departement van
Koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, is de krijgsraad van Atsjin, gepresideerd
door den gouvernements-commissaris, eenstemmig van gevoe
len geweest dat de positie onhoudbaar was wegens de geleden
verliezen en vooral wegens den hevigen mousson. Daarop
heeft de gouverneur-generaal in een door hem gepresideerde
vergadering van den Raad van Indië, welke werd bijgewoond
door de commandanten der zee- en landmagt en door den
generaal-majoor Verspijck, besloten tot staking der expeditie,
om haar in het najaar te hervatten. Dit besluit is genomen,
vooral met het oog op den mousson, waardoor de gemeen
schap tusschen de schepen en den wal weken lang kan
verbroken zijn, en dus de gelegenheid ontbreken kan om
de troepen naar behooren van voedsel en drinkwater te
voorzien. De kust blijft geblokkeerd.
HELDER en NIEUWEDIEP, 22 April.
De toestand in Spanje blijft bij voortduring belangstelling
wekken. Bestendig wordt dit schoone land door den burger
oorlog geteisterd. De magtsontwikkeling der regering heeft
er nog in geenen deele toe kunnen leiden om den opstand
nader tot het einde te voeren. Een aantal oorlogsmateriëel
is dezer dagen over Fransch grondgebied vervoerd, bestemd
voor de verdediging van Puycerda. De Eransche regering
had daartoe toestemming verleend. Hier en daar zijn de
benden der oproerlingen door de regeringstroepen uiteen
gedreven, misschien om zich elders met nieuwe lust en
kracht tegen de vertegenwoordigers van orde en rust te
verzetten.
Noord-Amerika wordt dezer dagen verontrust door Indi-
aansche stammen, die een driedaagsch gevecht tegen, de
geregelde troepen hebben doorgestaan. Hun opperhoofd
werd doodgeschoten en de cavalerie, die hun tracht na te
zetten, verleent geen kwartier.
De Belgische bladen spreken hun vertrouwen uit omtrent
de geldleening, waartoe door de regering is besloten.
Het Journal de Bruxelles zegt aan 't slot van zijne be
schouwingen daaromtrent„Deze groote financiële operatie
zal op nieuw aantoonen, hoe groot het vermogen van het
Belgische crediet is. De voorwaarden zijn in de billijkste
evenredigheid bepaald en geven den meest mogelijken
waarborg."
Volgens een bij het departement van Marine ontvangen
telegram, is het schroefstoomschip Metalen Kruis, onder
bevel van den kapt. ter zee H. B. Kip, den 19 dezer te
Gribaltar aangekomen, teneinde steenkolen in te nemen,
en vervolgens van daar de reis naar Oost-lndië voort te
zetten. Aan boord was alles wel.
Naar aanleiding van het koninklijk besluit van den
19 dezer wordt het te Feijenoord aangebouwde schroef
stoomschip 4de kl. Riouw met den 26 dezer in dienst
gesteld, met bestemming naar Oost-lndië, en het bevel
daarover opgedragen aan den luit.-ter-zee 1ste kl. W. Steffens.
De mailboot Koning der Nederlanden is den 20 dezer
's middags Gibraltar gepasseerd. Alles wel.
Het stoomschip de Ruyter is den 18den Maart van
Batavia vertrokken en is den 20sten dezer van Port Saïd
naar hier vertrokken.
Gisteren avond had in Tivoli de jaarlijksche algemeene
vergadering plaats van Helder's Comité van het Roode
Kruis. De president, de heer Oudenhoven, opende de
bijeenkomst met eene toespraak, waarin hij o. a. wees op
de oorlogsgebeurtenissen in Oost-lndië, waardoor voor de
vereeniging een nieuwe taak was ontstaan tot het verleenén
van krachtdadige hulp. Door den secretaris, den heer Krol,
werd verslag gedaan van de verrigtingen der vereeniging
in 't afgeloopen jaar, o.a. van het door 't Hoofdcomité genomen
besluit, dat er een verzameling van modellen worde bijeengebragt
van al wat op 't gebied van hulp, verpleging, vervoer en ver
blijf van zieken en gewonden uitgevonden of volmaakt wordt
om tot leiddraad en voorbeeld voor de comité's te dienen.
De zorg hiervoor is opgedragen aan eene commissie van vijf
geneeskundigen. Ingevolge hiervan zal eene barak worden
vervaardigd tot model. Modellen van een en ander zullen
ter beproeving aan het Departement van Oorlog worden
aangeboden.
De rekening en verantwoording van den penningmeester
sloot met een batig saldo van 515.62. De vergadering
nam op voorstel van den president het besluit om, in
navolging van 't geen het hoofdbestuur en het Rotterdamsch
comité hebben gedaan, hiervan 100 als eerste gift voor
de expeditie naar Atsjin af te zonderen.
Na eenige discussie werd mede op voorstel van den
president besloten een deel der inkomsten te bestemmen
voor aankoop van eenige noodwendigheden bij zieken
verpleging, ten dienste van mingegoede plaatsgenooten.
Tot secretaris werd gekozen de heer Steenbergen, in
plaats van den heer Krol, die eerstdaags naar elders
vertrekt; tot leden van het comité de heeren B. K. Boom
en L. Yerhey, terwijl de 4 aftredende leden van het dage-
lijksch bestuur werden herkozen.
Door den heer Steenbergen werd ter bezigtiging gesteld de
teekening van een door hem uitgedacht hulpmiddel om de
verdere spoedige verpleging van gekwetsten te bevorderen,
't Bestaat in een ledikant met toebehooren, zoodanig inge-
rigt, dat het door twee mannen kan worden gedragen en
dat het bevat al het noodige voor ligging, hetgeen anders
verspreidt is en vaak te vergeefs wordt bijeengezocht. Deze
vinding is aan het hoofdbestuur ter beoordeeling ingezonden.
Door den president werd dank gebragt aan den wegens
vertrek aftredenden secretaris en vervolgens de .vergadering
gesloten.
De generaal-majoor I. H. R. Kohier, wiens dood in
den strijd voor het vaderland in ons vorig nommer werd
medegedeeld, was geboren den 3den Julij 1818 en had
dus den ouderdom van bijna 55jaren bereikt. Op 14jarigen
leeftijd reeds trad bij in dienst bij de 9de afdeeling infanterie
in twee jaren werd hij bevorderd tot korporaal; in Oct.
1839 werd hij als onderofficier overgeplaatst bij het Oost-
Indische leger, waar hij reeds na een verblijf van drie
maanden werd bevorderd tot 2den luitenant; in 1852 werd