Benoeming-en, enz. Buitenland. Naar men verneemt heeft het Z. M. den Koning behaagd te benoemen tot ridder 3de klasse van den Gouden Leeuw van Nassau den kapitein ter zee J. A. Vandevelde. Beroepen bij de Remonstrantsche broederschap te Rotterdam dr. I. Hooijkaas, pred. te Schiedam. Aangenomen het beroep naar Waal en Koog op Texel door ds. B. R. Damsté, pred. te Wilsum. Bevestiging en intrede zullen plaats hebben den llden Mei. Men schrijft ons van Texel, dd. 26 dezer: „Bij de jl. Donderdag gehouden stemming voor een lid van onzen gemeenteraad, is met overgroote meerderheid gekozen de heer K. D. Bakker." De metsel- en timmerwerken van de kazernegebouwen te Hoorn, gedurende een jaar, is aangenomen door den heer Bakker aldaar voor f 2693. Jl. Woensdag nacht is uit het correctiehuis te Hoorn een gevangene van 22jarigen leeftijd ontsnapt en tot op dit oogenblik is men zijn spoor bijster. Hij was daar ongeveer 7 maanden bewaard en moest aan Duitschland worden uitgeleverd, aangezien hij daar ook, door ontvlugting, zijn straftijd, dien hij daar moest ondergaan, had weten te bekorten. (Amst. Crt.) Door de zangvereeniging der afdeeling Enkhuizen van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst is jl. Woens dag avond voor de leden der maatsQhappij en hunne dames, alsmede voor allen, die tegen betaling der vastgestelde entrée toegang vonden, onder leiding van haren directeur F. H. Gerichke ten gehoore gebragt: Sancta Caecilia, dramatisch gedicht van Henriëtte Heinze-Berg, in muziek gezet door G. A. Heinze. De uitvoering was zoowel in afzonderlijke partijen als in koren allergelukkigst; waarvan de aanhoudende bijvalsbetuigingen van het auditorium ruimschoots blijken gaven. De 80ste verjaardag van den geachten burgemeester te Monnickendam F. Nooy, werd dezer dagen aldaar met algemeene vreugdebedrijven gevierd. Op de Amsterdamsche markt zijn de eerste peulen en doperwten aangevoerd door kweekers uit Roelofarendsveen. De heer B. C. J. Loder, geboren te Amsterdam, werd jl. Vrijdag te Leiden tot doctor in de regten bevorderd, na openbare verdediging van een academisch proefschrift getiteld: „De leer der volkssouvereiniteit in hare ontwik keling, aanbeveling en bestrijding, historisch-kritisch beschouwd." Jl. Donderdag nacht is te Amsterdam een gedeelte van het zomer-theater des heeren van Lier, op den Buiten singel bij de Wetering-barrière, verbrand. Men schrijft aan de Leidsche Courant: „Ondanks de verwachting van een voorbeeldelooze lente, die ontstaan was tengevolge slechts van een zachten winter, is zij gelijk te stellen met die van andere jaren en doet zij zich onder dezelfde omstandigheden kennen. De strakke zonneschijn van voor eenige dagen koesterde, en het houtgewas kwam in het gebladerte. Het was warm, en niet te min blies de wind uit het noordoosten, gelijk hij tot heden steeds uit denzelfden hoek blijft waaijen. De thermometer wees toen een temperatuur aan van gemiddeld 65°; thans teekent hij 40°, als in Febr. Over 't alge meen vordert de groei dan ook zeer traag. Het echte malsche weer uit het zuiden met regen, dat eigenlijke vruchtbaarheid aanbrengt, ontbreekt. Er is een dorheid en schrille koude in de natuur, die zich vooral op de pas gepoote en geplante gewassen, op het ontloken groen doet gelden. Van de steenvruchten hebben perziken, pruimen en abri kozen, die goed gebloeid hebben, vrucht gezet. Nu zijn de pereboomen in bloei, en welhaast volgen de appelboomen. Doch zoo nachtvorsten als die van den afgeloopen nacht zich herhalen, dan zal de oogst der thans belovende vruchtboomen schraal zijn. Er zijn toch verscheidene aard appelen afgevroren, en de luchtsgesteldheid teekent nog geen gematigd weer. Het rundvee was voor Paschen in de weiden, die groen waren en gras hadden; thans zijn zij groen, maar het gras is op." Het Dagblad verneemt dat Z. M. de Koning de som van f 500 beschikbaar heeft gesteld, als bijdrage, ter oprigting van een monument ter nagedachtenis van generaal-majoor Kohier en andere dapperen, die zoo roemrijk voor Atsjin zijn gevallen. Volgens het Vaderland is het aantal onderofficieren, korporaals en manschappen der infanterie van het garnizoen te 's Hage, die zich aangegeven hebben om den togt naar Atsjin mede te maken, tot een honderdtal gestegen. De algemeene vergadering van het Algemeen Neder- landsch Vredebond zal dit jaar plaats hebben op Woensdag 2 Julij te 's Hage. Te 's Hage is jl. Donderdag aanbesteed het maken van "een gedeelte van den spoorweg van de Oosterdok- sluizen tot het goederenstation te Amsterdam en het maken van een spoorwegbassin in de stadsrietlanden aldaar. Minste inschrijvers de heeren Blokland en van der Plas te Har- dinxveld voor 1,365,000. Te Nieuw-Lekkerland sterven de koeijen aan de moerziekte. Meest hebben dezelfde koeijen vroeger aan de tongblaar geleden. Klaas van Stigt, bijgénaamd Klaas de Bult, visscher te Gorinchem, die in den namiddag van den 30 Maart jl. na gerezen twist over een hond, zijnen broeder met een més een hevigen steek in de zijde had toegebragt, is jl. Dingsdag door de arrondissements-regtbank te Gorinchem veroordeeld tot één jaar cellulaire gevangenisstraf en tot betaling van f 8 boete, subsidiair tot één dag cellulaire gevangenisstraf en in de kosten. Uit Dieren meldt men dat het bruidspaar, welks huwelijk, zooals is medegedeeld, de vorige week niet doorging, omdat de bruid bezwaar maakte, jl. Donderdag door den echt is vereenigd. Te Zwolle is een ligter gezonken met 63 kisten spek in de nabijheid van den Pannekoekendijk. „'t Bloed kruipt waar 't niet gaan kan," meent de Asser Crt. Het Noorden is in ongewone beweging bij het naderen der Meimaand, in welke Z. M. de Koning Drenthe, Gro ningen en Friesland zal bezoeken. De ontvangst die Z. M. te beurt zal vallen, belooft luisterrijk te zijn en volgens goruchten zullen de Friezen eens ter dege toonen, dat zij geld genoeg hebben om Willem III koninklijk te ontvangen. Z. M. geeft alleen in Groningen publieke audiëntie, en dat is voor velen in Drenthe en Friesland nog al eene teleur stelling. Het aantal gemeenten, door Z. Ms. te bezoeken, is vrij groot en overal bespeurt men op welke wijze Zr. Ms. verblijf iets kan aanbieden, dat karakteristiek is. Dat het nog zoo vroeg in den tijd is, heeft voor hen, die eene koninklijke tafel, wenschen in te rigten, nog al bezwaren, maar de spoorweg zal, al is het zelfs uit andere landen, wel weten aan te voeren, wat de eer waardig is, om te worden voorgebragt, waar Z. M. aanzit. Al wat handen heeft, is bezig met het maken van eerepoorten, illuminatie- toestellen, enz. en kleermakers en naaisters komen tijd te kort. Vrachten vlaggen en lampions worden uit het Zuiden aangevoerd en zelfs Amsterdamsche decorateurs reizen in de voornaamste steden rond om hulp te verleenen. Zoo zal menig Hollander gelegenheid hebben om tot andere gedachten te komen omtrent de gehechtheid van de consti- tutioneleNoormannenaandedynastie-Oranje. (Arnh.Crt.) De Gron. Crt. acht het te fijngevoelig, wanneer in de pers met zooveel welgevallen notitie genomen werd van hetgeen Hellwald wel over ons land heeft willen schrijven. Wij moeten niet onverschillig zijn voor hetgeen in het buitenland, vooral in Duitschland, van ons gezegd wordt, 't Is zeer belangrijk yoor ons te weten, wat een man van kennis en van gezag onder zijne landgenooten van ons zegt; het is ook regt goed, dat wij een oog in het zeil houden, als b. v. Milit. Blatter onze „verdedigbaarheid" met groote minachting bespreken dat kan zijn nut hebben. Maar al wat men in Duitschland van ons zegt, behoeft daarom niet als een groote merkwaardigheid oververteld te worden, 't Is alsof wij roturiers zijn. Wij zijn geen volk van gister of eergister. Wij hebben al eenige eeuwen bestaan en vrij roemrijk bestaan ook. Ieder Duitscher, die zijn Schiller kent, weet dat. Ieder, die zich, de moeite wil geven, kan weten, dat wij een zelfstandig volk zijn, met eene eigen taal, eigen en zeer karakterestieke zeden en gewoonten en een prachtige geschiedenis. Toen pas een keurvorst van Brandenburg den grondslag begon te leggen, waarop de Pruissische staat zou worden opgebouwd, toen hield Nederland de balans van Europa's evenwigt en zat op den troon van Engeland een vorst uit het huis van Oranje, die de zegevierende wapens stuitte van Frankrijks grootsten Koning. Wij behoeven niet om een handvol wierrook te gaan bedelen bij den vreemdelingwij zijn van Ouden adel onder de volken en een weinig meer waardig heid en zelf-respect dan we soms toonen, zouden ons niet kwaad staan. Een telegram uit Brussel dd. 25 dezer luidt: ,,'t Gerucht als zou de Commune te Madrid geproclameerd zijn, wordt tegengesproken. Een telegram van heden avond 6| uur meldt dat overal rust heerscht, dat nergens wanor delijkheden zijn gepleegd, en dat men goed vertrouwen koestert." De invloed der maan blijft op het bleeken en de helderheid der wasch bij het droogen een feit. Niets maakt linnen en katoen helderder dan de werking der volle maan. De huismoeders behoeven zich slechts ééns met de helft van de wasch de moeite te getroosten en zullen nimmer weder verzuimen dit invloedrijk en onkostbaar bleekmiddel in toepassing te brengen. Het is veel werkzamer en oneindig minder schadelijk dan de nieuwerwetsche wasch- en bleek middelen, welke de duurzaamheid van de stoffen benadeelen. Iemand, in een wankelbaren toestand en vruchteloos zijn steunpunt zoekende, laat zich eindelijk, dat zoeken moede, op den stoep van een pasteibakker neêrglijden. „Mijnheer X., mijnheer X.De pasteibakker komt uit zijn winkel loopen. „Mijnheer, ik woon in de Kloksteeg." „Zoo! maar wat kan mij dat schelen?" zegt de verbaasde winkelier. „Wees zoo goed, mij onmiddelijk naar mijn woning te doen bezorgen." „Heb ik van miju leven! Voor wien ziet ge me aan, mannetje?" „Voor een zeer galanten pasteibakker," repliceert de dronkaard. „Als dat alles is, wat gij mij te zeggen hebt, dan hadt gij mij wel met rust kunnen laten." „Maar, mijnheer, ik lees toch boven uw deur met groote letters: Er wordt dagelijks aan huis bezorgd." De tentoonstelling van paarden te Parijs. Ia het verslag, hetwelk door de maatschappij tot veredeling van het Frausche paardenras omtrent de van 117 April jl. in het Oude Nijverheids paleis te Parijs gehouden tentoonstelling is openbaar gemaakt, wordt gezegd, dat op nieuw van een belangrijken vooruitgang met opzigt tot het fokken, opbrengen en dresseren van paarden in Frankrijk gebleken is. Terwijl in 1872 door G7 exposanten 860 paarden werden tentoongesteld, bedroeg thans het aantal exposanten 89 (15 eigenaars, 63 fokkers, 11 kooplieden) eo het aantal tentoon gestelde paarden 464. „Normandie zegt de rapporteur der commissie, de heer de Saint Albin hetwelk 294 paarden expo seerde, blijft steeds het ware centrum der Franschen paardenfokkerij. Daar komen alle buitenlanders ter markt. Duitschland, Oostenrijk, Turkije vooral doen er aanzienlijke aankoopen. En niet alleen dat de fokkerij zich daar gedurig numeriek uitbreidt, maar de verbetering van het anglo-normandische ras houdt met die uitbreiding gelijken tred. Tegenwoordig kunnen onze koetspaarden uit Merleanlt, uit de vlakte van Caen en uit Cotentin monsteren met de Engelsche koetspaarden, die teregt hoog gewaardeerd worden, maar hoe langer hoe schaarscher voorkomen. Voor Normandische vosseD is, naar verzekerd wordt, door een der leden van de familie Rothschild 15,000 fr. betaald. Aan de zwarten, minder forsch van taille, dan de vossen, maar in sierlijkheid van vormen en beweging het nog van deze winnende, heeft de jury gemeend den eersten prijs te moeten toekennen. Algemeene bewondering heeft gewekt een graauw paard, Itaglan II genaamd, dat reeds spoedig na de opening der tentoonstelling door den hertog van Nemours voor 8000 fr. is gekocht. Dat paard kon de vergelijking met het fraaiste Clevelandsche koetspaard ten volle doorstaan. De voornaamste inzender uit Normandie was de heer Gost, van wien niet minder dan 94 paarden aan het concours deelnamen. Deze heeft dan ook den eersten eereprijs behaald, bestemd voor den voortreffelijksten stal, uit vijf tot twintig paarden van vier tot zes jaren bestaande. De 2de prjjs is aan een anderen Normandischen fokker, den heer Léon Hevel, te beurt gevallen. Bretagne was minder talrijk vertegenwoordig (27 paarden) dan op vorige tentoonstellingen, maar de hoedanigheid vergoedde hier de geringheid in aantal." In het verslag wordt voorts medegedeeld, dat de concoursen, die door de maatschappij gedurende de tentoonstelling met dravers en jagtpaarden zijn gehouden, zooveel toeloop gehad hebben, dat de entreegelden op de twee dagen, waarop zij plaats hebben gehad 18,000 fr. hebben bedragen, ofschoon alle officieren in uniform vrijen toegang daarbij hadden. „Wij kunnen met de meeste voldoening constateren zegt de rapporteur dat onze dravers het reeds in snelheid van de befaamde Russische „Orloffs" winnen, en dat zij spoedig de Amerikaanscht „humbletorians" zullen evenaren. De hunters (jagtpaarden) hebben de hindernissen op eene bewonderenswaardige wijze overwonnen en eene mate van geschiktheid aan den dag gelegd, die men elders in den regel nagenoeg enkel bij volbloed-paarden aantreft." Hoe de president der Fransche repdbliek zijn tijd sj. steedt. Ziehier eenige bijzonderheden omtrent den kleinen staatsman, die dezer dagen nog zoo flink en kras zijn 76sten ver jaardag heeft gevierd. Dat hij op dien leeftijd nog zoo wel is en zoo veel doet, heeft hij vooral te danken aan zijne geregelde levens- wijze. Thiers heeft volgens -den correspondent van de Indépendanct een vast programma en wijkt daarvan slechts zeer zelden laf. Precies om vijf uur des morgens schelt hij zijn eersten kamerdienaar Louis, die sinds jaren hem al bediende. Deze helpt hem bij hst kleedeu. Het ochtendtenue van den president bestaat in een donkere kamerjapon, pantoffels en halsdoek; eene muts draagt hij niet daar 't hem aan haar niet ontbreekttotzes uur blijft hij alleen in zijn kabinet en ontbijt; juist om 6 uur verschijnt zijn oude buisvriend Barthelemy Saint Hilaire, die ook al 's morgens om vijf uur opstaat. Hij brengt de avondbladen, in welke hij de belang, rijkste artikels heeft aaugeteekeud en vraagt de bevelen van den president voor de correspondentie. Om zeven uur beginnen de audiënties. Het eerst komen in den regel de kabinetchefs der ministers van buitenlandsche en binnenlandsche zaken (Pontecoulant en Gironde), vau oorlog (generaal Hartung) eu van marine (vice-admiraal Krantz)! Om half acht verschijnen de Seineprefect, de prefect van politie en de chef der gemeente-politie, om acht uur de hooge ambtenaren der schatkist; van 9 tot 11 ure worden de ministers, de afge vaardigden die Thiers verlangen te spreken, eenige genoodigden en meestal ook eenige directeuren van dagbladen ontvangen. Tusschen 11 en 12 ure wordt ministerraad gehouden; om 12 uur of half een ontbijt men voor de tweede maal. Thiers heeft meestal zeer goeden eetlust. Na dit ontbijt praat de heer Thiers gewoonlijk tot twee uur toe met zijne gasten. Om twee uur gaat hij in zijne slaapkamer, scheert zich, maakt zijn middagtoilet en ontvangt dan hen die een gehoor hebben verzocht. Om de audiënties te be korten, gaat de president niet zitten. Om drie uur rijdt hij uit en komt meest tegen half zes terug. Dan gaat hij naar het kabinet van den heer Barthelemy, die hem de inmiddels ingekomen stukken geeft en vervolgens naar de zaal, waar de secretarissen werken. Dan houdt de oude heer een middagslaapje in een leuningstoel of op een canapé, dat een of anderhalf dur duurt. Nieuw toilet voor het diner. Als er vrienden komen geeft de president ziet de moeite een rok aan te trekken, anders is de donkere jas voldoende, Na het diner blijft hij tot middernacht in dén salon, soms, als de heer Colsman, prefect der Seine, die 't zeer druk heeft, wat laat komt, tot een uur. Barthelemy is reeds om 10 uur vertrokken om de couranten te lezen, 's Morgens bezoekt de heer Thieri gewoonlijk ook nóg even zijn stal, want met zijne paarden is hij bijzonder ingenomen. Op zijn verzoek is eervol ontslag verleend aan G. A. van den Berg, als dijkgraaf van het voormalig bestuur van het waterschap Eijerland. Tevens is, op zijn verzoek, ingetrokken de benoeming van K. Zwikker als heemraad van den polder Westzaan. Voorts zijn benoemd: tot heemraad van den polder Waard en Groet J. Blaauwboer Gz.tot heemraad van den polder Waard en Nieuw- laud P. Schuurmen; tot dijkgraaf van den polder de Zeevang S. Bark; in het dijksbestuur van Wieringen tot dijkgraaf J. Koora en tot heemraad K. Smit. Benoemd tot hulponderwijzer te Purmerend, de heer J. Bruin, thans hulponderwijzer alhier. De luit. ter zee 2de kl. G. C. Sterk, dienende aan boord van het wachtschip te Amsterdam, wordt met den laatsten April a. s. op non-activiteit gesteld, en met den lsten Mei daaraanvolgende vervangen door den luitenant ter zee 2de kl. W. J. van Hoogenhuyze. De off. van gez. 2de kl. G. L. Aalbertsberg en dr. A. W. 'wn Senterghem worden met den 28sten dezer respectivelijk geplaatst aan boord van den monitor Krokodil en het schroefstoomschip Schouwen, terwijl de off. van gez. 3de kl. J. A. G. Hulst, met den lsten Mei daaraanvolgende wordt geplaatst bij het hospitaal der marine te Willemsoord. De off. van ges. 3de kl. W. Schoondermark wordt, onder in trekking zijner plaatsing, met den 26 dezer, aan boord van het schroefstoomschip Riouw, met gelijken datum, geplaatst aan boord van het wachtschip te Willemsoord, en met den 30sten daaraan volgende aan boord van eerstgenoemden bodem vervangen door den off. van gez. 2de kl. G. Karssen. De commissie tot het afnemen van het eind-examen van de adelborsten 2de kl., bedoeld bij art. 29 van het reglement voor het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord, zal dit jaar bestaan uit: den heer J. M. Obreen, voorzitter der commissie tot het examineren van zee-officieren, enz. als voorzitter; den kapt. ter zee J. M. I. Brutel de la Hivière, non-act.; de kapt.-luits.ter zee jhr. M. W. Bowier, non-act. en A. Dronkers, benoemd comm. van het raderstoomsohip Valk; den luit. ter zee 1ste kl. H. van Goens, lid der commissie tot het examineren van zee-officieren, enz., als leden. Bij kon. besluit dd. 16 dezer zijn op verzoek van Albert Hendrik Scheij en vijf andere leden der vereeniging: „Het kruis voor krijgs- verrigtingen" onder de zinspreuk: „Helpt elkander!" gevestigd te Helder, de statuten dier vereeniging goedgekeurd en is de vereeni ging zelve als regtspersoon erkend. Ter opleiding tot officier van gezondheid bij de zeemagt zullen in dit jaar acht jongelieden worden toegelaten. De Staatscourant van heden bevat de voorwaarden. Frankrijk. Maarschalk Bazaine is ernstig ziek. Men kondigt het aanstaande huwelijk aan van een der léden van het Japansch gezantschap te Londen, thans

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2