Binnenland.
STATEl\-GEi\ERAAL.
en zijne verzuchting, dat God de natie mocht bewegen om
de conservatieven weder aan het roer van staat te brengen,
eene „ridderlijke verklaring", eene „schoone politieke
geloofsbelijdenis" genoemd, hoewel er geen spoor van
staatkundig programma in te vinden is, tenzij men mocht
willen aannemen, dat tot het conservatieve programma
behoort al wat de heer v. H. in de liberalen meent te
moeten wraken, de afgeschafte doodstraf in de eerste plaats.
„Roerend en hartelijk" werd zijn woord tot de natie, „uit
veler gemoed gegrepen" zijn wensch genoemd, dat God de
oogen van natie en Koning mocht openen. „Wie zou niet
biddend hopen heette het gemoedelijk dat deze
wekstem van den nobelen van Hogendorp weêrklank mocht
vinden in duizenden hoofden en harten, zoodat hij niet te
vergeefs eene loffelijke poging had beproefd om de veelzins
miskende nationalebeginselen naar waarde te doen schatten,
en de liefde voor Oranje en het vaderland, waar die mocht
kwijnen, naar eisch te verlevendigen." Groote woorden,
welker geringe waarde door de zoo liberale noordelijke
gewesten thans luide verkondigd wordt!
Het schijnt de N. Alkm. Courant toe, dat de banier door
van Hogendorp ontrold, bij uitnemendheid de vaan moet
geacht worden, waaronder men ook bij de stembus behoort
te strijden. „Liberaal, in de oud-Nederlandsche beteekenis
van dat woord, zijn immers de conservatieven vóór en
boven alles (geloove wie het wil!). Zij toch verklaren
zich in hoofdgedachte eenstemmig met de denkbeelden en
beginselen, door onze vaderen beleden en beleefd, onder
voorbehoud alleen eener gewijzigde toepassing overeenkom
stig de eigenaardige behoeften van onzen tijd." Zie, als
uit dit alles nu niet duidelijk blijkt, wat op de banier van
van Hogendorp te lezen staat, wat het standpunt, welk
het programma en de beginselen der conservatieven zijn
en waarin deze van die der liberalen verschillen, dan
kunnen wij het niet helpen; maar men mag zulks den
schrijver van het besproken artikel niet wijten, de man
kon het ook niet helpen, hij wist het zelf niet, alleen dit,
dat de Dagblad-mannen nu gaarne van oppositie weder
eens regeeringspartij zouden worden. Wat de conserva
tieven, volgens de aangehaalde regels, verklaren is zoo
algemeen gesteld, zoo vaag, dat alle partijen hetzelfde
kunnen zeggen, men behoeft daar waarlijk niet conser
vatief voor te zijn.
Op dat standpunt (men weet nu genoegzaam welk)
geplaatst, staan de conservatieven veilig en machtig. Kunst
matige bondgenootschappen (wat belieft u?) zoeken noch
verlangen zijaan niemand of niets wat partijhaat ook
lastere willen zij iets vragen of beloven. Toch hebben
zij aan allen veel te verzekeren, en dat wel het bezit en
genot van volkomen gelijkheid en vrijheid voor alle partijen
en richtingen op staatkundig en godsdienstig gebied: een
voorrecht, dat de radicalen, heiligschennis plegende aan
het verheffend wachtwoord dat ook zij doen hooren, feite
lijk enkel voor zich en hunne geestverwanten eischen en
vermeesteren. Geen wonder dan ook, dat de minderheden
langs zoo meer tot de overtuiging komen, dat alleen van de
conservatieven de loyale eerbiediging liarer rechten is te
wachten".
Wij schrijven niet verder af, de jongste verkiezing
te Leiden heeft het krachtigste bewijs opgeleverd, dat er
van die overtuiging niets aan is, dat elke partij en richting
op staatkundig en godsdienstig gebied zich zelve verlangt
te helpen en van de aangeboden conservatieve hulp niet
gediend wil zijn, en dat het schoonklinkend sirenenlied der
N. Alkm. Courant en andere conservatieve organen volko
men begrepen is, zooals men eertijds in hetzelfde Leiden
de gunstige aanbiedingen der Spanjaarden begreep:
De vogelaar, op vangen uit,
De vogels lokt met zoet geluid.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 24 Mei.
In de Nationale Vergadering te Versailles is de partij
strijd thans zoo hevig als 't maar mogelijk is. De wijziging,
in 't ministerie gebragt, heeft de geheele regterzijde met
eene strijdlustigheid bevangen, die zich zeker spoedig op
eene ernstige wijze zal lucht geven. Bij de keuze van 't
bureau der Kamer bleek al dadelijk hoe aaneengesloten de
reactionaire meerderheid was. Haar candidaat, de heer
Buffet, werd er dan ook met vlag en wimpel ingehaald.
Zelfs bij de verkiezingen van voorzitters der afdeelingen
heeft de regterzijde glansrijk gezegepraald.
Thans zijn eenige bijzonderheden openbaar gemaakt ten
aanzien van de door de Fransche regering gereed gemaakte
constitutionele wetsontwerpen. Wij ontleenen daaraan het
volgende
De republiek is de wettige regeringsvorm van Frankrijk,
maar haar voorloopig karakter en de leemten in hare orga
nisatie geven haar niet de noodige kracht en soliditeit, om
de overwinning te behalen in de beproevingen, welke zij
heeft te doorstaan, om een einde te maken aan de steeds
klimmende onrust in de gemoederen, om de partijen te doen
besluiten hare aanspraken en hare handelwijze te matigen.
Het eerste doel van het ontwerp is dan ook dé verheffing
der republiek in regelmatigen vorm tot een feit te maken,
want de republiek is thans de noodzakelijke en natuurlijke
regeringsvorm. Als de republiek eenmaal is georganiseerd,
dan zal de regering de orde en de conservatieve republiek
krachtig verdedigen. De leidende gedachte in het regerings
ontwerp is: ter zijde stelling van alle groote woorden en
beloften, maar stellige en practische inrigting van eene
republikeinsche regering. Het stelt voor eene Kamer en
een Senaat te benoemen, beiden door het algemeene stem-
regt te verkiezenom tot senator te worden benoemd echter
wordt vereischt, dat men vroeger lid is geweest van eenige
wetgevende vergadering. Ieder departement verkiest drie
senatoren; de Senaat wordt voor 10 jaren gekozen, maar
telken twee jaren partieel vernieuwd. Bij de verkiezingen
voor afgevaardigden wordt de wijze van verkiezen met
stemlijsten afgeschaft; elk arrondissement kiest één afge
vaardigde. De Senaat heeft het regt om de Kamer te
ontbinden op het initiatief van den president. Do president
van de republiek wordt gekozen door een Congres, zimen-
gesteld uit de beide vereenigde Kamers en uit afgevaardigden
der algemeene raden, die ieder drie gevolmagtigden benoemen.
De president en de Kamer worden voor den tijd van vijf
jaren gekozen.
Toen de minister van Roon dezer dagen de zitting van
den Pruissischen Landdag sloot, weqs hij op onderscheidene
belangrijke wetten, die in deze zitting waren tot stand
gebragt. Hij noemde als zoodanig: de kreitswet, de kerke
lijke wetten, de verandering van de klassen-belasting en
andere financiële wetten, de verbetering van het lot der
staatsambtenaren, de uitbreiding van het spoorwegnet en
meer andere. Hij mogt dus wel met reden van eene
groote werkzaamheid der wetgevende magt gewagen.
Den 4 Junij a. s. zal van het koloniaal werfdepot te
Harderwijk naar hier vertrekken een detachement suppletie
troepen sterk 300 man (waaronder 30 onderofficieren) om
dien dag over te gaan aan boord van het via Suez naar
Batavia bestemde stoomschip Tromp. Het bevel over dat
detachement is opgedragen aan den kapt. der infanterie
van het O.-I. leger H. Demmeni onder medegeleide van de
2de luits. van dat leger H. Berail, J. Buddingh en W.
Munniks de Jongh.
Bij het Departement van Koloniën was ook tot gisteren
avond nog niets bekend van de onrustbarende geruchten
door Reuter geseind.
Aan de zangvereeniging Cecilia komt een woord van
hulde toe voor hare uitvoering op jl. Donderdag avond.
Inzonderheid schonk zij haren bezoekers genoegen door de
voordragt der cantate: „Der Ostermorgen," van Neukomm,
waarvan zoowel koren als solo's op flinke wijze werden
uitgevoerd.
Wij vestigen de aandacht op de hierachter voor
komende annonce, waarin eene belangrijke expositie in 't
lokaal 't Centrum wordt aangekondigd.
Men schat het bedrag der kosten van het bezoek
van Z. M. den Koning aan de provinciën Drenthe, Fries
land en Groningen op ruim 5 tonnen gouds.
Aangenomen het beroep naar de Ev. Luth. gemeente
te Maastricht door ds. F. G. Lagers, pred. te Zierikzee.
Toezegging van beroep naar de Ned. Herv. gem. te
Heemskerk aan ds. Groeneveld, vroeger pred. te Monnikendam.
Uit het verslag van de algemeene vergadering van
aandeelhouders in de Stoomvaart Maatschappij „Nederland"
blijkt o. a. nog dat de Maatschappij door de welwillende
en voor de Maatschappij hoogst voordeelige finantiële mede
werking van Z. K. H. Prins Hendrik, in staat was gesteld
een 5de stoomschip 1ste klasse te bestellen, ook zonder dat
de leening geheel geplaatst was.
De directeur Boissevain maakte -nog bekend dat al de
stoomschepen .thans voorzien zijn van 15 duim dikke gegoten
stalen schroefbladen, en elk daarenboven nog een stel aan
boord heeft.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche vereeniging tot
bevordering der koepok-inënting heeft aan verschillende
geneeskundigen in ons land een circulaire toegezonden met
verzoek om in hunne gemeenten te helpen tot stand brengen
een afdeeling of correspondentschap der vereeniging, ten
einde de bureaux van kostelooze vaccinatie, welke volgens
de wet van 1872 iu elke gemeente behooren opgerigt te
worden, door een innigen band verbonden zouden zijn. Zij
zouden, meent het hoofdbestuur teregt, door wederzijdsche
hulp en voorlichting op krachtiger en gemakkelijker wijze
in het belang der vaccine werkzaam kunnen zijn, en daardoor
zou tevens de taak der gemeentebesturen, die voor de
oprigting behooren zorg te dragen, kunnen verlicht worden.
De circulaire bevelen wij dringend in de aandacht van
belanghebbenden aan.
Men schrijft uit Terschelling aan de Amst. Crt.:
„Even als in de vorige jaren is ook dezer dagen
weder op de Lutine gepeild, namens de onderneming van
den heer W. II. ter Meulen. Het bleek dat de ondiepte
nog is toegenomen, doch tevens ook, dat de gronden om
de Lutine voortdurend in werking zijn, tengevolge van
het meer en meer verzanden van de monding van het
Noord-Westgat. Dit vaarwater wordt hierdoor genoodzaakt
een anderen loop te nemenzeer waarschijnlijk ten gunste
van de Lütine-visscherij. Men is daarom alhier van
meening dat de heer ter Meulen wèl zal doen met
zijne kostbare inrigting in stand te houden, tot dat de
geringe verbetering van de diepte zal aanwezig zijn, waarbij
zijn zandduiker kan beginnen te werken.
Reeds sedert het jaar 1824 heeft men gehoopt op de
aanzienlijke voordeelen, die de Lutine geven kan; doch
eerst sedert het jaar 1867 heben de belanghebbenden een
beter gegrond vooruitzicht gehad door de stelselmatige
bepeiling van de Lutine en het gereedhouden van de voor
treffelijke zandduikers-toestellen.
Op de jl. Woensdag te Weesp gehouden voorjaars
paardenmarkt waren 222 paarden aan de lijn. De handel
was levendig en werden er nog al tamelijk goede prijzen
besteed.
De te Rotterdam gevestigde Nederl. Zendingsveree-
niging hield eergisteren hare 15de openbare vergadering. Ten
12 ure 's middags vergaderde het hoofdbestuur met afge
vaardigden, zoo van de vereeniging als van onderscheidene
eustervereenigingen. Na onderlinge bespreking van ver
schillende onderwerpen op het gebied der zending, hield
des avonds ten 6 ure in de Groote Kerk de heer dr. Ph.
J. Hoedemaker, predikant aldaar, eene zendingsrede, welke
door eene zeer talrijke schare werd 'aangehoord.
Gisteren hield het hoofdbestuur met een 40tal afgevaar
digden der afdeelingen eene vergadering, waarin de belangen
en werkzaamheden der vereeniging besproken werden. Uit
het jaarverslag over 1872 blijkt dat de vereeniging 8 zende
lingen op 8 stations in de Preanger regentschappen op Java
werkzaam heeft. Het totaal der uitgaven bedroeg f30,818.75 J,
en dat der ontvangsten f 28,757.20i
De gecostumeerde pbfpourri-optogt, die a. s. Woetsd
door de studenten der Ufrechtsche Akademie zal gehou^
worden, bevat de volgende groepen: a Lodewijk XIII
Mousquetaires; b Cervantes naar het leven; c koninklijf
jagtpartij, gehouden op Hampton Court in 1692;
gewenschte opruiming; e don (Jarlos en het h'of ïa!
Filips II; overlieden der Utrechtsche weerbaarheid
1473; g de vijf Nassaus en h de Khan van Tartarije»
weg naar de Weener-tentoonstelling. Bij gelegenheid t#
dezen optogt laat de Rijnspoorwegmaatschappij goedk%
volkstreinen loopen, zoodat men duizende vreemdeling,
verwacht.
Hoe gevaarlijk het kan zijn des nachts hardop t,
droomen, heeft de navolgende zaak, jl. Dingsdag voorL
Provinciaal geregtshof in Gelderland behandeld, bewezen
D. A. was, als weduwnaar van A. H. M., op 17 jjg
1854 te Utrecht hertrouwd met M. L. v. W. WewJ
mishandelingen en het misbruik maken van sterken drant
heeft deze vrouw echter, dat leven moede, haren n®
verlaten. D. A. is daarop, met overlegging van een over-
lijdens-extract van zijne eerste vrouw en zonder te onder-
zoeken of zijne tweede vrouw nog in leven was, te Arnhen
op 14 Febr. 1872 voor de derde maal in het huwela
getreden met E. G. Reeds eenige dagen na dat huwel
hoorde die vrouw des nachts haren man in den slaat
telkens roepen: „Mie! Mie!" en vermits dat haar naar:
niet was, wekte dit hare bevreemding en jalousie op, tt
dwong zij haren man de beteekenis van dat roepen t
verklaren. Deze daar eindelijk toe overgaande, bekenè
haar toen dat hij nog eene vrouw had, van wie hij reed-
twaalf jaren als gescheiden leefde, zonder dat het huwelij
ontbonden was en welke hij geloofde dat te Utrecht woonif
en door hem steeds Mie genoemd werd; haar echter drei
gende te zullen vermoorden, wanneer zij zulks ruchtbaar
maakte. Intusschen is dit ter kennis gekomen van dl
politie en na onderzoek is aan het licht gebragt, dat die
tweede vrouw nog in leven was en te Breda woonde
Dientengevolge stond D. A. wegens bigamie te regt, et
nadat de advocaat-generaal ten slotte gerekwireerd hadtot
eene tuchthuisstraf van 5 jaren, en de verdediger, mr, C,
Scheidius, verzachtende omstandigheden in het midden M
gebragt, werd de beschuldigde, na aan de voormelde mis
daad schuldig verklaard te zijn, veroordeeld tot vijf jaren
tuchthuisstraf. (Arnh. Crt.)
De onthulling van. het. gedenkteeken te Heiligerlee
heeft gisteren in de beste orde plaats gehad. Er heerschte
veel geestdrift. In den ochtend vielen er zware regenbuijer,
maar tegen het oogenblik der onthulling helderde het weder
op. Aan mr. J. D. Lewe Quintus zijn de versierselen
der Orde van den Gouden Leeuw van Nassau overhandigd
Verdrijving van den hik. Die lastige kramp
achtige beweging van het middenrif wordt gewoonlijk ver
oorzaakt door slechte spijsvertering, overladen maag, bj
kinderen door het vatten van koude of ook wel door zuren,
in de maag aanwezig. Ieder weet, dat men den hik kan
verdrijven, door den patiënt eensklaps hevig te laten schrikken;
maar dit raiddel wordt niet altijd in dank afgenomen. Beter
is het daarom, aan te raden, een paar teugen koud water
te drinken, nog beter een stukje ijs te nuttigen, terwijl
snuif of andere middelen, die doen niezen of hoesten, soms
van dienst zijn. Kinderen moeten warm gehouden worden
of men dient ze magnesia toe. (Huisvrouw.)
De knoflook kwam uit Sicilië tot onsde peren, de
appelen, de uijen en de boonen uit Egypte; de knollen en
wortelen uit Italië en Spanje; de abrikozen en perziken
uit Perzië; de spinazie en andere moesgroenten bragtende
kruisvaarders mede uit Arabiëde rogge is uit Siberië tot
ons gekomen en de tarwe uit de Levant; de kastanje kwam
uit Italië; de augurken en komkommers uit Oost-Indië;
de pieterselie en selderij uit Spanje en de aardappelen uit
Amerika.
Tweede Kamer,
Zitting van Vrijdag 23 Mei. Bij de gehouden discussie over
het gevraagde crediet ter zake van Atsjin, is het al of niet regt-
regtvaardige van den oorlog andermaal in verschillenden zin be
sproken, zoomede de beteekenis van het votum over deze wet.
,I)e meeste leden meenden, dat de kwestie van vertrouwen of
wantrouwen nu niet te pas kwam, maar alleen de vraag om het
écjiec te herstellen. Later, als alle stukken medegedeeld en nadere
berigten uit Indië aangekomen waren, kon men beter over het
beleid der regering hier en in Indië oordeelen. De minister heelt
dat beleid nader verdedigd, voor zooveel hij daartoe in staat was,
en omtrent de overlegging van sommige stukken zich beroepen op
art, 89 der Grondwet. Na aanneming van enkele onderdeelen, is
de voortzetting op heden (Zaturdag) bepaald.
Naar aanleiding van een gerucht, als zou de heer de Boo van
Aldervverelt bij den minister van Oorlog aanzoek hebben gedaan
om bevordering tot hoofdofficier, heeft zich de heer de Roo, vergezeld
van den heer J. Kappeyne van de Coppello, naar den minister
begeven om van Z. Exc. de verklaring te verzoeken, dat geenerte
aanzoek van bovengenoemden aard tot den minister was gerigt.
Deze verklaring was door den minister met de meeste bereidwillig
heid gegeven, onder bijvoeging, dat integendeel de minister gewenscht
had den heer de Roo te bevorderen. Een verslag van een en ander
door de heeren de Roo en Kappeyne is aan de leden der beide
Kamers rondgedeeld.
De volgende bijzonderheden, ontleend aan het regerings-antwoord
op het Kamer-verslag nopens het onderzoek van het crediet voor
de nieuwe expeditie naar Atsjin, zijn, ofschoon de beraadslagingen
deswege reeds zijn aangevangen, niet van belang ontbloot.
De vraag van vertrouwen was niet door den minister, maar door
eenige leden der Kamer gesteld. Van dat standpunt is het niet
onbillijk dat de minister, tegenover de strenge laking van het
regeringsbeleid, van de Kamer verlangt dat, zoo zij zich vereenigt
met de uitgesproken afkeuring, zij een ondubbelzinnig votum uit-
brenge. De minister bestrijdt wijders de bewering van onvoldoende
inlichtingvooral waar eigen wetenschap op telegrafische berigten
berust. Hij waardeert overigens de wenken in de verschillende
nota's van leden gegeven tot betere of meerdere versterking van
strijdkrachten, zonder daarom toe te geven, dat door de genomen