ADVERTENTIËN. Buitenland. Engeland. Duitschland. Oostenrijk. China en Japan. Amerika. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Marine-Haven Nieuwediep. 281ste STAATS LOTERIJ. ALKMAARSC HE MARKT VAN GISTEREN. ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN. Correspondentie maatregelen deswege, het defensief vermogen van Nederland zal vorden verzwakt, vooral niet wat de marine betreft. In elk geval ffloet men niet tegen eene tijdelijke verzwakking, wanneer die door de omstandigheden geboden wordt, opzien. Wat de landmagt betreft, jj de aanvraag der Indische regering om 2000 man meer dan toldoende en zeker niet te gering. De minister zal volstrekt geen vertraging brengen in de uitvoering van het lang door hem ge koesterd plan tot oprigting eener Indische brigade. De minister van marine blijft hechten aan het behoud van het korps mariniers op den tegenwoordigen voet, en hij zou tot geene uitbreiding willen medewerken, welke het karakter van het korps zou dreigen aan te lasten. Aan uitzending van achterlaadgeweren en ammunitie zal de minister van Koloniën het niet laten ontbreken. De heer Stieltjes stelt voor de schutterij-wet te wijzigen met in achtneming van de volgende hoofdpunten 1. Vorming van dienstdoende schutterijen overal, waar eene be volking van 2500 zielen binnen een kring vun 3000 meter om eene eifenplauts woont 2. dat de kosten van oprigting van die schutterijen, en de kosten van kleeding en schietplaatsen overal, komen ten laste van het rijk 3. door betaald oefeningskadev wordt het gehalte verbeterd i. de oefeningen worden tijdelijk op tweemaal 's weeks gebragt in den zomer, en eenmaal 's weeks (voor het kader) in den winter. Behoeftige schutters krijgen zekere betaling per uur; 5. zoolang de oefeningen duren, staan de schutters onder de krijgswet. De regering heeft geantwoord op het ongunstig verslag der Kamer betreffende de nieuwe militiewet; zij verdedigt het ontwerp en blijft san meening dat het beginsel van verpligte persoonlijke dienst reer goed kan zameugaan met de tegenwoordige militiewet. Door afschaffing van plaatsvervanging en nummerverwisseling wordt eene noodzakelijke verbetering in de levende strijdkrachten tot stand gebragt, eene verbetering die de grondslag van alle hervormingen moet zijn. Aan den wensch der meerderheid om het wetsontwerp in te trekken kan en mag de regering niet voldoen. Daardoor zal de beslissing omtrent den voornaamsten eisch van verbetering van het gehalte en de zamenstelling der levende strijd krachten; afschaffing der plaatsvervanging, voor lang worden uit- gesteldZal het leger in de toekomst zijne taak naar behooren vervullen, dan is verpligte dienst dringend noodig, vooral bij gebrek am vrijwilligers. Tevens heeft de regering aangeboden het ge- ijzigd ontwerp, waarbij wordt voorgesteld om de vrijwilligers bij Je militie reeds op 18jarigen leeftijd toe te "laten. Wijders wordt Je in werking treding bepaald op 1 Januarij 1874. Uit berigten, met de stoomboot Loanda van de Westkust van Afrika aangebragt, blijkt, dat den 18 April een groote slag is geleverd tusschen de Ashantijnen en Fantijnen; de laatsten léden daarbij de nederlaag, maar ook de Ashan tijnen verloren een groot aantal manschappen, zoowel door het gevecht als door de pokken. Zij zetten evenwel hun togt steeds voort en rukken op Elmina aan, waar een ander Ashantijnsch opperhoofd, met name Atchampton, die 10,000 man onder zijn bevelen heeft, zich bij hen zou aansluiten. De Fantijnen trekken zich op de Engelsche bezittingen terug, zoodat Groot-Brittannië nu gevaar loopt regtstreeks in den krijg te worden betrokken. In het Engelsche Hoogerhuis zijn door lord Lauder- dale nadere inlichtingen gevraagd omtrent het gebeurde aan de Kust. Uit het door lord Kimberlev daarop gegeven antwoord bleek, dat de regering de krachten der aanvallers eerst te gering had geschat. Thans waren er echter 50 man van de marine-artillerie en 300 man van de West- Indische troepen heengezonden, ter versterking der troepen- magt die er zich reeds bevond. Het gouvernement meende echter, dat van de goed georganiseerde inlandsche politiemagt de beste resultaten waren te verwachten, waarom zij dan ook maatregelen had genomen tot zamenstelling van die magt. Het regen-saizoen was begonnen en zou de Ashantijnen, iie ook, volgens berigt van kolonel Harby, zware verliezen hebben geleden, in hun bewegingen zeer belemmeren. Lord Carnarvon vreesde, na die mededeeling des ministers, Jat Engeland in een kostbaren oorlog zal worden gewikkeld, vau een twijfelachtig succes. Lord Lauderdale had liever gewild, dat het gouvernement man naar de Kust had gezonden, naar het bedreigde Nu hoopte hij, dat men ten minste zou zorgen, dat üe inlanders goed gewapend waren. Over de koloniën ter Afrika's Westkust, die tegen woordig door een inval der oorlogzuchtige Ashantijnsche tarnen bedreigd worden, bevat het Journal of the Society of Arts van de hand des laatsten gouverneurs, Pope Hennessy, ten opstel dat vele belangrijke bijzonderheden aan het licht krengt. De in de laatste jaren meermalen gehoorde bewering, dat deze koloniën met groote snelheid zich tot een groot Mzien in de maatschappij zullen verheffen, wordt door deze mededeelingen volkomen geregtvaardigd. In het jaar 1871 bedroeg het aangegeven waarde-cijfer van den uit til invoer 21 millioen p. st., en niet minder dan 1200 sliepen waren er in de vaart. Met andere woorden wil Jit zoo veel zeggen: dat de Westkust reeds het eiland Jamaica overschaduwd heeft en op weg is de koloniën Ceylon, Mauritius en de Kaap de Goede Hoop insgelijks le overvleugelen. Intusschen moet men opmerken dat aan de Westkust niet van productie of van landbouw sprake a. De gloeijende zonnehitte laat dit niet toe en de geheele tak is een zuivere handelszaak. De koloniën verzamelen de producten uit het binnenland: goud, ivoor, palmolie en katoen en verhandelen die waren tegen Europesche producten, felke zij naar het binnenland expediëren. Men kan onder itdke omstandigheden, met het oog op het rijke binnenland, •an die koloniën een even groote toekomst voorspellen als dje der Indische koloniën; maar het klimaat maakt de uitbreiding der Europesche bevolking onmogelijk. Toen in kat jaar 1871 de laatste Nederlandsche gouverneur van Elmina bij zijn vertrek aan zijnen Engelschen opvolger den koinmandantstaf van de Kuiter overhandigde, kon hij zeggen dnt hij de 104de bekleeder van dien post was in 235 jaren, en nadat bijna 400 jaren de blanken aldaar den schepter hebben gezwaaid, is hun aantal slechts 328. Pope Hennessy dringt dientengevolge bij de Engelsche regering er op aan, dat zij tot het beheer en de bescherming der kolonie negers bozige; hij wijst daarbij op de goede resul taten, welke die poging elders heeft geliad, en betoogt dat het niet ontbreekt aan grondig ontwikkelde, knappe inboor lingen; dat velen hunner Arabisch, Fransch en Portugeesch spreken zoo goed als hunne moedertaal, en dat de oorzaak van de in verhouding weinig voorkomende kennis der Engelsche taal hoofdzakelijk te wijten is aan de onver draagzaamheid der Engelsche zendelingen, die zich niet ontzien bij het onderwijs de godsdienst-denkbeelden der inboorlingen bespottelijk te maken. In 1872 verlieten 78,781 landverhuizers Ierland, zijnde 6777 meer dan in 1871. Het bezoek van den Shah van Perzië aan het Duitsche hof zal waarschijnlijk den 5 Junij a. s. plaats hebben. Uit Mainz wordt, dd. 15 dezer, het volgende geschreven /Heden nacht gebeurde, helaas, een groot spoorweg ongeluk. De ten 12 ure 27 min. te Bingen aankomende personentrein geraakte bij het instoomen van het station met een gerangeerd wordenden goederentrein in botsing. Ondanks al wat men kon doen, was toch de schok zoo belangrijk, dat de machines van beide treinen erg beschadigd werden en de overige wagens niet minder. Drie personen werden daarbij gedood, namelijk, een stoker van den per sonentrein, een wachter op de plek geposteerd en een passagier. Zwaar geblesseerd werden de machinist van den personentrein, de stoker van den goederentrein en nog een ander persoon. Nog zijn gewond twee postbeambten. Yele andere personen kregen ligtere kneuzingen. In hoeverre achteloosheid aan dit ongeval schuld is, kan nog niet uit gemaakt worden; een streng onderzoek is ingesteld." Te Munchen hadden eenige practizijns aan Adèle Spitzeder regtsgeleerden bijstand verleend in de zaken voor haar bank. De Beijersche minister van justitie heeft tegen hen een disciplinair onderzoek doen instellen en, naar aan leiding der uitkomsten daarvan, drie hunner geschrapt van de lijst der bevoegden tot een staatsambt. Een harde, maar welverdiende straf. De toestand ter beurze van Weenen wordt gaandeweg kalmer. De handel in fondsen begint te herleven, hoewel bijna alle zaken nog slechts a contant worden gedaan; ook uit het buitenland worden alle kooporders ontvangen. De laatste dagen echter zijn wij nog van verscheidene faillisse menten getuigen geweest, waaronder vooral dat van de firma Placht opzien maakt. Niet alleen wegens het cijfer van 2 a 3 millioen passief, maar ook omdat de val van dit huis een groot aantal personen van den hoogsten tot den laagsten stand treft, die hunne gelden aan de genoemde firma hadden toevertrouwd, uitgelokt door de groote voor- deelen, die hun werden voorgespiegeld. De heer Placht is beschuldigd van frauduleus bankroet en in hechtenis genomen. Op den 5 Mei vangt voor de Japanners het lentefeest aan; dagen achtereen is geheel het land dan in feestdos getooid; overal lieerscht de grootste vreugde. De Japanners in Weenen wilden dien dag niet ongemerkt laten voorbij gaan, en om dien zoo feestelijk mogelijk te vieren, besloten zij te zorgen, op dien dag met hun gebouw op het terrein der tentoonstelling gereed te zijn, en verzochten den Keizer hen alsdan een bezoek te willen brengen, waarin zij een gunstig voorteeken zouden zien. De Keizer voldeed aan dit verzoek en kwam dien dag met de Keizerin en den Kroonprins. Voor den ingang van hun klein park hadden de Japanners een paar groote vanen opgerigt, terwijl ver scheidene op het gebouw waren geplaatst; zij zeiven waren in schitterend feestgewaad getooid. De toegang tot de brug, die nog door geen vreemdeling betreden was, was afgesloten de Keizerin moest haar inwijden. De Japansche gezant Sano sprak den Keizer aan, waarop door dezen werd geantwoordnu werd de toegang tot de brug geopend en de Keizerin verzocht het eerst er overtegaan. De Keizerin, die de beteekenis van dezen dag voor de Japanners waarschijnlijk niet begreep, aarzelde en wilde den Keizer laten voorgaan, doch deze verzocht haar aan het verzoek van den gezant te voldoen, en toen zij het eerste over de brug was gegaan, gevolgd door den Keizer, den Kroonprins en verscheidene autoriteiten, kon men de tevredenheid en voldoening op de aangezigten der gelukkige Japanners lezen. Uit Honkong wordt van 2 April 11. aan een der Duitsche bladen geschreven, dat de Keizerin-weduwe en de Keizerin moeder, toen ze den 23 Febr. 11. het bewind over China nederlegden in de handen van den jeugdigen Keizer, aan dezen eene memorie hebben doen toekomen, waarin ze hem vermanen om de voetstappen zijner voorvaderen te drukken en het land te besturen volgens de verordeningen des hemels, opdat het volk in geluk en vrede moge leven. Dit is dubbel noodig zeggen de Keizerinnen omdat in alle provinciën des rijks de opstand nog niet volkomen is gedempt. De vorstinnen geven verder aan den Keizer den raad om des morgens vroeg aan de loopende zaken zijne volle opmerk zaamheid te wijden en de middaguren te besteden aan de lezing der classieken en de historische boeken der dynastiën, opdat hij de oorzaken moge leeren kennen die van oudsher in 't Chinesche rijk orde of wanorde hebben teweeggebragt. Uit Yeddo wordt aan den Londenschen Standard getelegrafeerd, dat het paleis van den Mikado den 5 Mei 11. door brand is vernield. De New-Yorker Tribune deelde onlangs den volgenden brief mede van een gemoedelijken zakkenrollerHeer redacteur! wees zoo goed uwe lezers te verzoeken hunne beurzen, portefeuilles, enz. van een adreskaartje te voorzien. Het gebeurt ons dikwijls, dat we in de uitoefening van ons beroep in 't bezit komen van photografiën en papieren, die voor ons geene, voor den regtmatigen eigenaar vaak onschatbare waarde hebben. De bewaring daarvan kan voor ons gevaarlijk worden en, hoe gaarne ook, wij zien ons nu gedwongen, die te vernietigen. Zelfs was ik bijna in het gedrang geraakt, omdat ik den moed niet bezat het portret van een kind te verscheuren. Ik had het jaar te voren een kind van gelijken leeftijd verloren en zou voor het bezit van een portret van dat kind alles gegeven hebben. Daar niets mij op het spoor van den eigenaar brengen kon, bleef mij niets anders over dan de vondst publiek te makenik was dom genoeg om dat te doen en dit bragt de politie op mijn spoor. Zeg aan uwe lezers, dat zij, door hun adres in hunne portemonnaie te dragen, zich zeiven en ons eene groote dienst zullen bewijzen. Wij willen leven en laten leven. Opgave van af Woensdag middag tot Zaturdag middag. ONDERTROUWDP. Greidanus, hoofdonderwijzer te Zijpeen G. Witsenburg. .T. lloodt, voerman en G. Smit. A. Jolen, portier, weduwnaar van E. Schendelaar en M. Hippens. M. van Dijke, koksmaat bij de Marine en M. Boot. B. Boon, timmerman en M. J. van Scheijen. J. van Dok, visschermau en G. Veltman. C. van der Woldt, scheepstimmerman en M. M. de Vogel. GETROUWD: G. Weijrmars en D. Duinker. K. Bijl en M. C. de Smit. J. van Schadewijk en M. Regters. BEVALLEN: D. E. van der Hoeven, geb. Raat, (Z.). M. C. Paulus, geb. Stelleman, (Z.). D. Denijs, geb. Brouwer, (D.). S. F. P. Sehoondermark, geb. Lapra, (Z.). D. Bouvet, geb. Sporrij, (Z.). Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). *o Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 23 12 zzw. 13k. 754.10 - 6.54 10.6 - 4.6 1 0.98 Golvend. 24 8 w. 6„ 760.12 - 0.54 10.0 - 3.4 0.84 24 12 wtn. 7 761.92 f 1.26 10.1 - 5.3 0.85 i/ Weersgesteldheid- 23 Mei 12 u. Digibetrokken, wind en regenb. 24 Mei 8 u. Ligtbewolkt, winderig. 24 Mei 12 u. Helder, winderig. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming 16 Mei. Elisabeth. P. H.,Kiewit. Soerabaija. 19 Maibit. A. Altman. Soerabaija. Binnengekomen Koopvaardij schepen GrooteVaart. Binnenk. Sehip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 23 Mei. Nicolaus. G. Gauthier. ZurMühlen&Co. Palermo. 24 Southern Chief. H.L.Higgens. van Vliet Co. Galveston. 24 HyltonPhilippson. J. B. Purvis. Hoogl.8cv.Herw. Bombay. 24 LouisAug.Constant. J. Rotgans. Soerabaija. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Pleiades. W. Brown. Neweastle. Steenk. de Vries 8c Co. Nereid. W. B. Roxby. Duink. &Goedk. Athelstan. T. Bedlington. Kepier. C. Mohrke. Sunderland. Usworth. W. Philpot. n u Baltimore. W. de Wijn. Riga. Hout. de Vries 8c Co. VIJFDE KDA.SSE. Twaalfde lijst: No. 5540 en 15177 ieder 1000; No. 1166, 4341, 8243, 12754 en 14903 ieder ƒ400; No. 1416, 2665, 7735 en 16832 ieder 200; No. 802, 3900, 4966, 7522, 9007, 10745, 10990, 11542, 11903, 12595, 15467 en 17214 ieder 100. Kaas. Aangevoerd 397 stapels, wegende 83142 kilogram. Kleine Hooi f39,Commissie f 35,Middelbare f 37,Laagste prijs f 20. Kleine Gras f 37,75. Comm. f37,Middelb. f 37,25. Wegens het ongunstige weder op de Graanmarkt geen handel. 4 Paarden bov.'tjaar f 48a275 Veulens - a 16 Koeijen - 180a285 52 NuchtereKalveren- 7a 26 332 Schapen - 29a 48 910 Lammeren - 11a 26 260 Magere Varkens - 23a 30 348 Biggen ben. 10 w.- 9a 15 10 Bokken en Geiten - 5a 8 Kleine dito c a Ezel f a Boter,per 0.630 K.G. c67|a 80 Het ingezonden artikel over Landverhuizing zullen we, wat den vorm betreft eenigzins gewijzigd, in ons volgend nummer op nemen. Redactie. Vijftigjarige KcHtvereeniging VAN 5 ALBERTUS LEEWENS, Mr. Smid, EN ANTJE TJALLINGS MEPPEL. Nieuwediep, den 26 Mei 1873. Door de groote uitgebreidheid van Familie, Vrienden en Bekenden zullen er geene bijzondere uitnoodigingen plaats hebben en is deze dienende tot algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3