ADVERTENTIE N.
Benoeming-en, enz.
STATEN-GENERAAL.
Buitenland.
Frankrijk.
Amerika.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Marine-Haven Nieuwediep.
Correspondentie.
e]]ce stadsafdeeling bestaan, en waarvan de adressen in de spoor-
„jinraggons aangeplakt zijn. Overigens zijn door de bemoeijingen
(}en gemeenteraad de prijzen in de hotels tot op de helft
verminderd. De door dien raad vastgestelde tarieven liggen in de
lótels ter inzage voor ieder bezoeker.
Bovendien is ieder agent gehouden van alle klagten en misbruiken
tennis te nemen en tegen herhaling te waken.
Op het centraal bureau (Lichtenstein Gasse, No. 9) zijn ongeveer
5000 privaat woningen als ook kamers voor den prijs van fl 1.60
tot fl 8 Per dag en van fl 30 tot fl 200 per maand aangemeld.
Voor minder gegoede bezoelcers zijn er gemeenschappelijke woningen
nar men van 20 cents tot fl 1 per dag en zelfs voor fl 1.50 per
„eek huisvesting vinden kan." (Staatscourant.)
Benoemd zijna. tot grootofficier der orde van de Eikenkroon
«r. L. graaf van Heiden Eeinestein, commissaris des Konings in
Je provincie Groningen;,b. tot ridders der orde van den Nederl.
Leeuw de hh. W. L. Dijkhuis, oudste lid van Gedep. Staten der
jrov. Groningen mr. B. van Roijen, burgemeester van Groningen
ut. P. Hofstede, procureur-generaal bij het Prov. geregtshof in
Groningen; Kremers, oudste lid van den gemeenteraad van Gro
ningen
c. tot officieren der orde van de Eikenkroon de hh. de
gitter, oudste wethouder; mr. B. Haitzema Victor, lid van Prov.
ds. van Toorenenbergpnde hh. Alberda van Ekenstein en
inspecteur der staatsspoorwegen; d. tot kommandeur
Itr orde van de Eikenkroon mr. M. van Heioma, te Heerenveen
tot ridders van de orde der Eikenkroon de hh. Wouters,
president der sociëteit Harmonie; IJpeij, commissaris van politie;
Bouwman, secretaris der commissie voor het Heiligerlee-monument;
(juintus en Alting Mees, kommandanten der eerewachten; allen te
Groningen en H. S. Gratama, kommandant der eerewacht te Assen.
Generaal-majoor A. E. Mansfeldt, adjudant van Z. M. den Koning,
lie H.D. bij de krooning van Z. M. den Koning van Zweden en
Noorwegen vertegenwoordigd heeft, is door laatstgenoemden Vorst
grootkruis der Orde van het Zwaard van Zweden en Noor-
regen benoemd.
De kapt.-luit. ter zee M. O. de Kanter, laatst behoord hebbende
t de zeemagt in Oost-Indië, en wegens langdurig verblijf aldaar
den 20 Mei in Nederland teruggekomen, is met dien datum op
u-activiteit gesteld.
Aan den luit. ter zee 1ste klasse A. F. R. E. baron van Haersolte
n den Doorn, adjudant van Z. K. H. den Prins van Oranje, is
zijn verzoek, met den laatsten dezer, eervol ontslag uit de zee
dienst verleend, met toekenning van den titulairen rang van kapt.-
luit. ter zee, en vergunning tot het dragen der uniform en onder-
itkidingsteekenen, aan dien rang verbonden.
De luit. ter zee 2de kl. L. Voute, is op zijn verzoek, met den
31 Mei a. s. eervol uit de zeedienst ontslagen.
ij het wapen der infanterie van het leger in Nederl.-Indië
lorden gedetacheerd 9 kapt. en 36 1ste en 2de luits. van het leger
te lande, als: P. F. T. la Fors, kapt. reg. gren. en jag.; J.
L. Ie Bron de Vexela, kapt. id.W. Vleysmau, kapt. 2de reg. inf.;
F. M. Avenarius, kapt. id.; F. G. Otterbein, kapt. id.H. T.
Mulder, kapt. 3de id.; A. J. F. Rochell, kapt. id.; F. baron van
lerssen Beijeren van Voshol, kapt.-adj. 7de id.; W. H. Voorman,
lipt. 8ste id.; W. J. Scheltus, 1ste luit. reg. gren. en jag.; J. L.
de Bock, 1ste luit.-adj. id.; J. Joha, 1ste luit. id.; F. A. Egter,
id. id.; P. Vinkhuyzen, id. id.D. G. baron Sloet van Zwanenburg,
id. id.; jhr. W. A. Roëll, id. id.; T. C. C. van Orsoy Veeren,
id. id.; P. van Assen, id. 1ste reg. inf.G. H. Aalders, id. 2de id.
M. G. W. A. Schumann, 1ste luit.-adj. id.G. van Tienhoven,
lste luit. id.; F. W. J. M. Hustinx, id. id.J. A. L. Schoen
merkers, 1ste luit. 2de reg. inf.P. J. Mulder, id. id.A. E.
Mooijaart, id. 3de id.; J. van Wijk, lste luit.-adj. id.; J. J.
Friesse, lste luit., id.; J. P. F. G. E. Delpy, id. id.jhr. W. O.
G. Bloys van Treslong, id. 5de id.L. F. Leyds, lste luit.-adj. id.
W. Vermeire, lste luit., id.; H. Koppen, lste luit.-adj. id.; M.
G. B. de Groot, lste luit., id.W. E. van Ingen, id. 6de id.
H. A. Hulstkamp, id. 7de id.; T. W. J. Buys, id. 8ste id.
C. van Leeuwen, id. id.H. A. Calkoeu, id. id.J. K. Koot, id.-
id; J. K. Weijmans, id. id.; E. K. J. V. van Muiken, 2de luit.
Meid.; J. P. van Vlierden, id. 7de id.; H. J. Camerlingh, id. id.
G. H. Slot, id. Sste id; D. Cheriex, id. algem. dep. van discipline.
Tweede Kamer.
Zitting van Zaturdag 24 Mei. Het wetsontwerp tot het ver
kenen aan een crediet van 6$ millioen tot versterking der krijgs-
magt in Indië, met het oog op de aangelegenheden met Atsjin,
wordt aangenomen met algemeene stemmen op één na.
Zitting van Maandag 26 Mei. Tegen het einde der zitting
leeft de minister van Koloniën medegedeeld een telegram van den
gouverneur-generaal, meldende, dat bij dezen gernchten ter oore
gekomen waren dat Deli bedreigd wordt. Meer troepen zouden
vorden naar Deli en Tapanoeli, aan de Westkust van
Sumatra.
Het Journal Officiel deelt mede, dat de heer Thiers zijn
ontslag heeft genomen als president der republiek en dat
maarschalk Mac Mahon in zijne plaats is benoemd.
Maarschalk Mac Mahon heeft een brief geschreven aan
le Nationale Vergadering, waarin hij zegt dat hij gehoorzaamt
aan den wil van de Kamer, bij wie de nationale souverei-
aiteit berust. Hij neemt het presidentschap aan; hij weet
ït hij een zware verantwoordelijkheid op zich neemtmaar,
■gt hij, met de hulp van God, met de trouw van het
ger, die de arm der wet is en met den steun van alle
irlijke lieden zullen wij gezamenlijk het werk van de
bevrijding van het vaderlandsche grondgebied voortzetten
de morele orde herstellen, den binnenlandschen vrede
idhaven, zoomede de beginselen, waarop de maatschappij
rost. Ik geef u hierop mijn woord als eerlijk man en soldaat.
Maarschalk Mac-Mahon, hertog van Magenta, werd
13 Julij 1808 te Sully geboren uit een oude Iersche familie,
aanhangers der Stuart's. In 1825 werd hij in de militaire
rtool te Saint-Cyr opgenomen, en deed voor 't eerst dienst
den oorlog tegen Algiers. Bij 't beleg der Citadel van
Antwerpen in '31 was hij aide-de-camp van generaal Achard
ging in '33 als kapt. naar Afrika. Hier maakte hij
door groote dapperheid snel promotie, zoodat hij reeds in
16 brigade-generaal werd. Den Krimoorlog woonde hij
divisie-generaal bij, en de verovering van den Malakof-
toren verschafte hem het Grootkruis van het Legioen van
Eer en een zetel in den Senaat. In '57 stond hij tegen de
Kabylen, in '59 in Italië. Bij de overwinning te Magenta,
den 4 Junij van dat jaar, werd hij op het slagveld tot
hertog van Magenta en maarschalk van Frankrijk verheven.
In '61 volgden hij maarschalk Canrobert als bevelhebber
van het derde legercorps op en werd 1 Sept. '64 tot gou
verneur-generaal van Algiers benoemd. Later van daar
teruggekeerd, nam hij in den Fransch-Duitschen oorlog
een werkzaam aandeel.
- De nieuwe wet betreffende de dronkenschap werd
dezer dagen toegepast te Havre, waar een persoon, die
zich bij herhaling aan dit euvel had schuldig gemaakt, tot
16 fr. boete en twee maanden gevangenisstraf werd veroor
deeld. Daarenboven zijn hem, voor den tijd van twee jaren,
zijne staatkundige en burgerlijke regten ontnomen.
Bij de parlementaire commissie tot 't instellen van
een onderzoek naar de oorzaken van de duurte der steen
kool, is op nieuw een rapport ingekomen van een deskundige,
den heer Macdonald. Daarin wordt o. a. geconstateerd, dat
de kosten van het „ligten" (delven en naar boven brengen)
van een ton gewone steenkool binnen de jongste vijfjaren
met 60 a 65 pCt- vermeerderd zijn. In hetzelfde tijdperk
steeg de prijs van de kolen 100 pOt. 't Loon der mijn
werkers rees, sinds 1868, gemiddeld van f 2.10 of f 2.70
tot f 4.80 of f 5.40 per dag. Over werkstakingen spre
kende, noemt de heer Macdonald die„een barbaarsch
overblijfsel uit een zekere phase van de verhouding tusschen
kapitaal en arbeid, die sinds lang geëindigd had behooren
te zijn.
Volgens te Londen ontvangen berigten van de west
kust van Afrika, zijn de Ashantijnen met groot verlies
geslagen en genoodzaakt geweest naar het binnenland
terug te trekken.
North Woolwich Garden, te Londen, welke reeds
vroeger zijne tentoonstellingen van apen, zuigelingen en
buffetdames had, heeft thans een bier-tentoonstelling. Alle
denkbare bieren zijn in vaten en flesschen tentoongesteld.
De bezoekers kunnen tegen betaling van zekere som een
„proefbillet" bekomen, dat hun regt geeft van al de verschil
lende soorten een proefje te nemen, waarna zij hunne stem
uitbrengen ten gunste van het bier dat hun het best gesmaakt
heeft. De brouwers der beste biersoorten worden met
gouden, zilveren of bronzen medailles beloond.
Uit Schotland komen voortdurend berigten van koud
en guur wederte Braeman heerschte in de vorige week een
sneeuwstorm zoo hevig als zelfs dezen winter niet werd
beleefdde meren waren met een ijskorst ter dikte van een
halven duim bedekt en de heuvelen onder een sneeuwkleed
van een voet dik verborgen.
Een verschrikkelijke orkaan heeft Jowa geteisterd.
Huizen en bouwhoeven zijn vernield. Menschen en vee
zijn door het geweld van den storm medegesleurd. Verschei
dene personen zijn gedood of gewond.
De onthulling van het monument te Heiligerlee.
Jl. Vrijdag had deze plegtigheid plaats. Was het weder niet
gunstig, aan toeschouwers ontbrak het niet. Ten ongeveer twee
ure naderde de Koning de plek, waar het standbeeld is geplaatst,
uit Winschoten gevolgd door een feeststoet, waarin muziek der
huzaren, schutterij en weerbaarheid voor en achter plaats hadden
gevonden, en waarin Z. M. de Koning gevolgd werd door de
Prinsen en het gevolg.
De hoofdcommissie voor het monument complimenteerde Z. M.
die tegenover het monument plaats nam, waarop prof. Hofstede
de Groot in het gewaad van zijn rang de tribune betrad. Eene
eervolle taak om als feestredenaar op te treden bij deze gelegenheid f
maar eene uiterst moeijelijke taak tevens, Zij werd vervuld geheel
met dat jeugdige vuur, dat den heer Hofstede de Groot op zijne
hooge jaren is bijgebleven. Herhaalde bravo's! waartoe de Koning
zelf vaak het sein gaf, bewezen, dat het woord, daar gesproken,
weerklank vond in de harten.
Onder de plekken, zoo ongeveer begon de redenaar, waar wij
gaarne eenige oogenblikken stil staan, behoort die waar we
heden ter feestviering vereenigd zijn. Hier werd op den
300sten verjaardag van de bevochten zege de grondslag gelegd
voor het waardig gedenken, dat zich nu voor ons ontsluijeren en
tot ons en onze nakomelingen zeggen zal: „Staat een oogenblik
stil en gedenkt, dat Heiligerlee een voor u en de menschheid
heilige grond is, die tot u groote dingen spreekt van uw vorsten
geslacht, van uwe natie, van uwen God."
Van het vorstengeslacht getuigde in de eerste plaats deze plek.
Hier waagden Lodewijk en Adolf van Nassau hun leven, de beide
edele broeders, die hier voor regt en vrijheid de eerste zege
bevochten. Lodewijk wist door zijn wijsheid en beleid te vergoeden
wat hem ontbrak aan ondervinding en magt, zijn jongere broeder
Adolf hielp, ten koste van zijn leven, de eerste overwinning
behalen op Spanje's onverwinnelijke krijgsscharen. En was
die zege eerst in schijn onvruchtbaar, toeh droeg zij na vier
jaren vrucht aan de uitmonding van Maas en Schelde, waar het
sein gegeven werd om het vreemde slavenjuk voor geheel Neder
land te verbreken.
En met de twee broeders, wier namen in elk Nederlandscb hart
zijn gegrift, toonden ook de andere vorsten van Oranje-Nassau
goed en bloed veil te hebben voor 't hun dierbaar Nederland.
Wie telt ze, al die helden op het slagveld, al die wijzen in de
raadzaal, al die ménsehenvrienden te midden des volks,l uit dezen
stam (gesproten? En gij zoo rigtte de redenaar zich tot den
Koning die ons innig verblijdt door uwe tegenwoordigheid in
dit plegtig uur, gij, afstammeling van zulke voorvaderen spraakt
eens het koninklijk woord: „Oranje kan nooit genoeg voor Neder
land doen," waarop de natie antwoordde„Nederland nooit genoeg
voor Oranje."
In de tweede plaats schetste de redenaar, hoe deze plek ook
getuigt van onze natie. Wat wij in 1568 en 1572 zijn begonnen
te worden, een eigen staat, een grondwettig geregeerd, bloeijend en
zelfstandig volk, met burgerlijke, staatkundige en godsdienstige
vrijheid, dat. willen wij bewaren en als een heilig erfgoed aan onze
nakomelingen overleveren. Spreker vlocht hier eene sehoone hulde
n aan onze voorouders, die eene bijna bovenmensehelijke taak
hadden aanvaard in hunnen strijd tegen den meest geduchten vorst,
maar door hun moed en geloof in dit land het bolwerk der vrijheid
voor Europa hebben opgerigt. Dat erfgoed onzer vaderen onge
schonden te bewaren en aan onze kinderen over te leveren, moet
onze leuze zijn, onze heilige pligt.
Eindelijk, zeide de redenaar, spreekt deze plek ons ook van God.
God was der vaderen vast vertrouwen en God begaf hen niet. Hij
schonk verlossing als de nood op het hoogste steeg. En onze
voorouders, met de Nassausche vorsten aan het hoofd, erkenden
dit en gaven God de eer.
Nederlanders, zoo ongeveer eindigde deze sehoone toespraak, de
bodem, waarop wij staan, is gewijde grond. Eerst verscheen hier
een klooster als burg voor 't Evangelie, daarop werd hier voor den
tempel der vrijheid de eerste steen in 't cemeDt van heldenbloed
gelegd. Deze plek verdient haar schoonen naam. Heiligerlee spreekt
tot ons over heilige zaken van ons vorstengeslacht, van onze natie,
van onzen God. Die stem zal blijven klinken; en moge de late
geschiedenis ook nog van ons getuigen, dat wij waardig zijn te
leven op een bodem door 't edelst bloed gedrenkt.
En nu, het omhulsel is gezonken Onze geëerbiedigde Koning
en geheel de natie beschouwe het gedenkteeken met welgevallen
Met welgevallen beschouwe dit ook het late nageslacht!
Een misverstand maakte, dat het omhulsel vóór het bepaalde
oogenblik viel, 't geen het effect van het laatste deel der feestrede
eenigzins verminderde. Men vergat te luisteren bij 't aanschouwen
van de heerlijke beeldengroep.
„Het nieuwe gedenkteeken," zegt eene- soort van half officiële
beschrijving, „stelt drie figuren voor. Graaf Adolf van Nassau, die
doodelijk gewond, den blik dankbaar voor de overwinning ten
hemel slaat, en tegen de Nederlandsehe Maagd leunt, terwijl hij
het gebroken zwaard in de vuist en de linkerhand geklemd houdt
om het vaandel, waarop de leusRecuperare aut mori (Herwinnen
of sterven). De Nederlandsehe Maagd, in eene fiere, strijdbare
houding, wordt geacht den vijand van vaderland en vrijheid aan
te zien. Hoewel met teekenen van droefheid op 't gelaat, als zich
ten volle bewust, dat de tegen haar leunende held voor hare belangen
viel, is ze tevens vastberaden en bereid om hem, den voorzaat van
het thans regerend huis van Oranje-Nassau, tegen wien ook, ter
zijde te staan. Nevens haar staat de Nederlandsehe leeuw, met
opgerezen manen, den regtervoorpoot geplaatst op de door Koning
Philips gesehonden privilegiën, gereed om ze le verdedigen als het
kostbaarst kleinood van het Nederlandsehe volk.
Het geheel beteekent dus, hoe ook hier een der voorouders uit
het roemvol geslacht van Oranje-Nassau reeds voor 300 jaren, ten
koste van zijn leven, 's lands vrijheden verdedigde, en hoe het
Nederlandsehe volk, die niet vergetende, met Oranje wenscht ver
eenigd te blijven, vol vertrouwen op 't koninklijk devies van 's rijks
wapen Je maintiendrai."
Voegen wij er nog bij, zegt de Gr. Crt., aan welk blad deze bijzon
derheden o. a. zijn ontleend, dat het monument is ontworpen door
onzen landgenoot den heer Egenberger, in ligtgelen steen gebeiteld
door den heer Geéfs van Antwerpen, dat het rust op een voetstuk
van blaauwen Eseozijnschen steen, dat een terrein om het gedenk
teeken is aangekocht, 't welk met heesters en bloemen zal worden
beplant, eindelijk dat een wachter zal worden aangesteld over dit
nationaal heiligdom dan hebben wij zoo nagenoeg alles gezegd
wat van het monnment wetenswaardigs is te zeggen. Maar dan hebben
wij niet gezegd omdat wij het niet zeggen kunnen hoe schoon
het is, hoe goed gedacht en meesterlijk uitgevoerd. Het groot talent
van de heeren Egenberger en Geefs zij alle lof.
Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag.
ONDERTROUWD: H. Jacobs, zeeman en B. Man.
GETROUWD: Geene.
BEVALLEN: W. H. M. M. van Strijen, geb. Versigny, (D.).
J. G. Brachthuizer, geb. Freers, (D.). J. M. Schooneman, geb.
Schröder, (D.). A. S. Brans, geb. Romijn, (D.). J. G. van Veen,
geb. Hendriks, (D.).
OVERLEDENA. Kossen, 6 maanden. A. Weduwer, geb.
Veenendaal, 49 jaren. Ambtshalve ingeschreven 3.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
S I "w
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Stand. Afw
wnw.
ozo.
ztw.
12 zw.
5k.
1.5,
7„
767.44
764.02
754.80
756.07
f 6.76
f 3.32
- 5.92
4.65
Thermometer
C.
S?'
-»-> a>
ja o
2
Toestand
van
de
Stand. Afw.
cu
zee.
10.4
- 5.2
o:-8>
Slecht.
13.0
- 2.6
0.70
Vlak.
11.2
- 2.4
0.95
weingolv
12.4
- 3.2
0.88
n
Weersgesteldheid- 25 Mei 12 u. Helder, ligtbewolkt, mooi.
26 Mei 12 u. Ligtbewolkt, mooi.
27 Mei 8 u. Diglbewolkl, betrokken.
27 Mei 12 u. Ligtbewolkt, winderig.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming
16 Mei. 25 Mei. Elisabeth. P. H. Kiewit. Soerabaija.
17 Java. E. van IngenBatavia via Suez.
19 Maibit. A. Altman. Soerabaija.
25 Amsterdam. J. Kruisinga. Samarang.
26 Hecla. J. K. Bakker. Lissabon
Per Elisabetb de heeren W. Kooh, majoor der O.-I. infanterie
en familie; G. de Wal, C. W. Loder, W. F. Heskes, echtg. en
2 kinderen; mejufvr. G. Engelbert van Bevervoorde en A. M. Dekker.
Ofschoon ongezind om nog meerdere stukken of annonces be
treffende de zaak van de YVeduwe HOOGHEID te Texel op te
nemen, meenen we aan 't verzoek van Diakenen der Doopsgezinde
gemeente aldaar tot plaatsing van aebterstaande advertentie te moeten
voldoen. Een collegie, dat zich de zorg voor weduwen die in
bedroevende omstandigheden verkeeren ernstig aantrekt, mag o. i.
niet belemmerd worden in de uiting van datgene, wat het meent
te moeten in 't midden brengen ter zake van een zijner beseher-
melingen. Redactie.
Een ingezonden artikel wacht op plaatsruimte.
IiIJST VAM BRIEVEM, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden door het Post
kantoor alhier, van 16 tot 30 April 1873.
Wed. J. van Hanswijk van Munster, H. Dadie, N. van der Wal,
J. den Arend, mej. C: W. Ras en H. C. van Cornewal, alle 6 te
Amsterdam; mev. D. van der Laan, te Leiden; J. van der Linden,
te Rotterdam; D. Yisser, te Vlieland.
De Directeur van het Postkantoor te Helder,
H E R W E IJ E R.
Voorspoedig bevallen van een welgeschapen Zoon
Mevrouw S. F. P. SCHOONDERMARK—LAPRA.
Nieuwediep, 24 Mei 1873.