Benoeming-en, enz.
STATEX-GENE RA AL.
Jl. Zondag nacht is de bliksem te Wieringen ge
slagen in het huis, bewoond door Jan Sprenkeling. De
bewoners hadden te naauwernood den tijd het brandende
huis te verlaten, zoodat de geheele inboedel en eenig vee
een prooi der vlammen is geworden.
Men schrijft ons van Callantsoog, dd. 2 Julij 1873:
„Bij den ambtenaar van den burgerlijken stand dezer
gemeente is gedurende de maand Junij jl. geene enkele
aangifte gedaan.7'
„Door stemgeregtigde manslidmaten der Herv. gemeente
te Callantsoog is tot predikant beroepen ds. A. Jentink,
pred. te Terwispel. Met den beroepene waren op het drietal
geplaatst de heeren Waning Bolt, pred. te Lettelberd en
du Saar, pred. te Valkoog."
Veel wordt in den laatsten tijd gesproken van een
nieuw soort voeder voor vee en gevogelte, dat, in Engeland
vervaardigd, ook hierheen zijn weg schijnt te vinden. Iemand
te 's Hage diende het dezer dagen aan zijn faisanten toe.
Van de 60 der kostbare dieren zijn 40 gestorven. Het
chemisch onderzoek, dat men daarna instelde, bragt aan
het licht, niet dat het voeder vergiftigd was, maar dat de
zakken, waarin het werd verzonden, groen van kleur als
ze waren, talrijke bestanddeelen koperzure arsenic bevatten.
Met de aandacht op het bovenstaande te vestigen, gelooven
wij velen onzer lezers, die gevogelte of andere dieren er
op nahouden, geen ondienst te doen. (D.)
Men schrijft uit 's Hage aan het Utr. Dagbl.:
„Het model van het standbeeld dat ons Thorbecke voor
oogen zal stellen, vindt algemeen bijval; zijn gelaat moet
uitstekend getroffen zijn en in zijn gewoon eenvoudig kleed,
de bekende jas, enz. zien wij hem, zooals hij in zijn dage-
lijksch leven in de Kamers verscheen en ieder ontving,
die hem kwam spreken. Men wenscht nu dat de commissie
behoorlijken spoed make en ons weldra het beeld van den
staatsman op het Binnenhof te aanschouwen geve."
Volgens het Dagblad heeft de (vroegere) gouverneur van
Suriname, onmiddelijk na het bekend worden van de tijdingen
uit Atsjin, zich begeven naar het fort Nieuw-Amsterdam,
de garnizoensplaats van de compagnie artillerie, welke zal
opgeheven worden, en door krachtige toespraak de geestdrift
van officieren en soldaten zoodanig weten op te wekken,
dat zij zich, bijna zonder uitzondering, bereid hebben ver
klaard om zich voor de dienst bij het leger in Oost-Indië
beschikbaar te stellen.
Aan het Vaderland wordt uit goede bron medegedeeld
dat de tijd, waarop de verdachten van den dubbelen moord
te 's Hage zullen teregtstaan nog niet met zekerheid is op
te geven; dat het wel mogelijk is dat het in den loop der
volgende maand zoo ver zal komen, maar dat de stukken
zelfs bij den procureur-generaal nog niet zijn ingekomen.
Door den gemeenteraad van Delft is het door het lid
Hoogeveen gedaan voorstel tot afschaffing der kermis aldaar
met 14 tegen 2 stemmen verworpen.
Het graf van Hugo de Groot in de Nieuwe kerk te
Delft, dat sedert jaren in blijkbaar verval was, is dezer
dagen hersteld voor de som van 795.
In het weekblad voor school en huis, Vooruit, onder
redactie van den heer G. Vorsterman van Oyen, te Aar
van het bureau, om dan dadelijk na hun aankomst aan het altijd
volop voorhandene werk te kunnen beginnen. Evenals in Engeland
Londen het hoofdbureau is, zoo is in België te Brussel, in Frank
rijk te Parijs een hoofdagentuur gevestigd. Na het Engelsehe
bureau is het voordeeligste en drukste dat in Indië en China. Het
hoofdbureau voor deze landen is te Bombay gevestigd en wordt
door een zekeren Mr. II. W. Williams bestuurd. Het werk in de
kleinere bureaux is, hoewel op kleiner schaal, natuurlijk hetzelfde
als dat te Londen.
Toen ik boven zeide, dat Reuters Office geene eigene telegraaf
lijnen bezit, gold dit alleen voor het tegenwoordige. Voor den
oorlog van het jaar 1866 kreeg Reuter van den toenmaligen Koning
van Hannover, George V, concessie voor den aanleg van een
telegraafkabel van Lowestoft naar Norderney, eene onderneming,
die, na den voor Hannover zoo ongelukkigen uitslag van den
oorlog, door de Pruisische regeering goedgekeurd werd. Om den
kabel aan te leggen was er echter eene aanzienlijke som geld noodig
en Reuter besloot daarom zijne zaak in eene actiën-maatschappij
te veranderen, waarvan hij zelf hoofddirecteur zou zijn. Uit plan
werd toen uitgevoerd en het vroegere telegraafbureau van Reuter
heet sedert dien tijd„Reuter's-telegram comjpany limited." De
aandeelen waren ieder 25 pond sterling groot en het kapitaal
beliep in het geheel 250,000 pond, waarvan 100,000 pond voor
den aanleg van den kabel werd besteed. Dezen kabel liet Reuter
door een groote Engelsehe telegraaf-maatschappij exploiteeren en
deze ontving daarvoor van ieder telegram van 20 woorden onge
veer f 1.20, terwijl het overschot, dat ongeveer f 2.40 bedroeg,
aan zijne maatschappij verviel. In het jaar (869 werden door de
Engelsehe regeering alle ouderzeesche Engelsehe kabels opgekocht
en ontving de Reutersche maatschappij, na een langen strijd van
beide zijden, de som van 726,000 pond voor den kabel Lowestoft-
Norderney, waardoor de maatschappij in staat was de aandeelhou
ders voor ieder aandeel van 25 pond ongeveer 80 pond sterling
in baar geld uit te betalen, het kapitaal aanmerkelijk te verminde
ren en de aandeelen op 8 pond sterling te brengen. Zij staan
tegenwoordig aan de beurs ongeveer 11 pond. Reuter, die van
den beginne af, zooals men zegt, 3000 aandeelen in zijne eigene
maatschappij had, zal voorzeker nog met groote zelfvoldoening op
dien tijd terugzien. Het kapitaal van de maatschappij zou vol
doende zijn, al werd het tot op weinige duizende ponden sterling
verminderd, want alle abonnementen moeten vooruit betaald wor
den en daarom zijn niet betaalde rekeningen bij Reuters Office
een onbekende zaak. De secretaris der maatschappij, Mr. J. J.
Griffith, staat Reuter reeds gedurende vele jaren ter zijde en wordt
gewoonlijk voor de rechterhand van zijn chef gehouden.
Ten slotte vinden hier nog eenige bijzonderheden omtrent het
leven van den stichter dezer maatschappij haar plaats. Paul Julius
Reuter werd in het jaar 1821 te Cassel geboren, werd te G öttingen
aandeelhouder van een bank, leefde later als deelhebber van een
boekdrukkersfirma te Berlijn en vestigde daarop te Parijs een
correspondentie, waardoor hij hoopte algemeen berigtgever van de
pers te kunnen worden. Later trachtte hij te Aken, Verviers,
Quiêvrain hetzelfde doel te bereiken en vertrok eindelijk in 1851
met zijn bureau naar Londen.
Hiermede wil ik eindigen, in de hoop, dat de lezers in het
vervolg de woorden zullen begrijpen van de zoo dikwijls in de
couranten voorkomende uitdrukkingen: Reuters Office" of i/Tele-
grammen van Reuter."
denburg, van 23 Junij 11., no. 8, leest men liet volgende:
„Wat zoudt gij er echter van zeggen, als ik de school
opzieners wraak? Ja, wat meer zegt, ik verklaar ze als
geheel incompetent, daar, waar het geldt het toezigt op
de meisjesscholen! Naar mijn bescheiden meening toch,
moet de rigting van het onderwijs voor meisjes eenigzins
anders zijn dan voor jongens; in elk geval verklaar ik de
schoolopzieners buiten staat, het speciale vak handwerken
te beoordeelen. Dus wilt gij schoolopziensters? Ja, mijn
heer de redacteur, dat wil ikIn dezen tijd van emancipatie,
en de dames zullen mij daarvoor dank weten, is het de
pligt van heeren schoolopzieners, om zich schoolopziensters
toe te voegen. Daarbij zou de rigting van het onderwijs
en de opvoeding der meisjes zeer zeker winnen. En zou
deze betrekking van ontwikkelde vrouwen bij het onderwijs
niet in het bijzonder geschikt zijn om onze vrouwen, moeders
meer belang te doen stellen in het onderwijs? Ik verklaar
zelfs, dat wij regt hebben, om in het onderwijs der meisjes
gekend te worden.
Werkendam, een welvarend dorp in de provincie
Noordbrabant, mag zich in een zuinig gemeentebestuur
verheugen. De wijzerplaten en wijzers op den kerktoren
aldaar moeten noodzakelijk worden geschilderd; B. en W.
besloten om van de vier wijzerplaten er vast twee te laten
teeren en de cijfers er met gele verf op te doen schilderen,
terwijl het teeren en schilderen der twee anderen wordt
uitgesteld tot.... het jaar 1875.
In de Sprongstraat te Zutphen is men bezig een winkel
te verbouwen, terwijl een roodstaartje in een der kasten
zijn nestje gemaakt en daarin vijf eijeren gelegd heeft.
Ondanks de drukte die het timmeren dagelijks veroorzaakt,
blijft de vogel op dezelfde plaats en stoort zich niet aan
het gedruisch.
Een krankzinnige te Glind bij Barneveld heeft zich
zelf willen verbranden en is slechts met moeite uit do
vlammen gehaald. Zijn huis, met schuur, berg en inboedel,
is geheel verbrand; alleen een koe en een varken zijn uit
het vuur gehaald. De eigenaar moest op een wagen ge
bonden en zoo aan de politie overgegeven worden.
Ter gelegenheid van de kerkelijke verkiezingen te
Beusichem zijn de kiezers handgemeen geraakt en hebben
hevig gevochten.
Dezer dagen kocht iemand te Deventer eene schilderij
voor f 25. Het blijkt thans, dat het een schilderstuk van
Rubbens is, waarvan de waarde op meer dan 10 mille
geschat wordt.
Het scheren der schapen te Ambt-Vollenhove is
bijna afgeloopen. De wol wordt voor f 1.80 a 2.10 per
Ned. pond verkocht, ter verdere verzending, bij groote
massa's, naar het buitenland.
De kiezersvereeniging de Grondwet, te Goor, heeft
den heer mr. W. van der Kaay voor het district Deventer
candidaat gesteld.
De totale aanvoer van wol te Dalfsen, sedert het
begin van den scheertijd, bedraagt circa 14,000 kilo; de
prijzen zijn in verhouding met die des vorigen jaars 15 a
20 pCt. verlaagd.
Op jl. Maandag, Dingsdag en Woensdag stonden
voor het Prov. Geregtshof in Friesland teregt: 1. Barre
Bleyenga; 2. Coenraad Mensing; 3. Sybe Douwes Oppen
huizen; 4. Arjen Hofmeyer; 5. Cornelis Zwaagman; 6.
Suzanna Broodwinner en 7. Rein Visser, allen wonende te
Sneek, ter zake van op den 27 Januarij 1873 te hebben
deelgenomen aan de zamenscholingen van verscheidene hon
derden personen, gedeeltelijk met steenen gewapend, en
waaronder een met een mes, waarmede hij gestoken, en
eene met een kruk, waarmede zij geslagen heeft, die geweld
dadig hebben belet den voortgang der verkooping van
vleesch, afkomstig van ter zake van longziekte verdacht
vee, ten huize der weduwe Sevensma, kasteleines te Sneek,
en niettegenstaande herhaalde aanmaningen der politie, in
hun gewelddadig verzet zijn blijven volhardende openbare
magt hebben uitgejouwd en beleedigdde glazen van voor
melde woning en van den stal, waarin het vleesch geborgen
was, met steenen hebben ingeworpen en herhaalde malen
de deur van dien stal hebben getracht open te breken;
vervolgens nadat tot handhaving der orde de militaire magt,
onder bevel van den lsten luit. H. L. Nepper, uit Leeu
warden te Sneek was aangekomen, dit detachement met
gejoel en geschreeuw hebben ontvangen en het binnenrukken
hebben bemoeijelijkt; wijders, nadat door de militairen
een kring om de bedreigde woning en stal was geformeerd,
meermalen hebben getracht dezen kring te verbreken door
duwen en dringen en door personen tegen de op post staande
militairen en politiebeambten, die allen daar in de uitoefe
ning hunner functiën waren, hebben gegooid, en zich
alzoo met elkander aldaar als de ergste belhamels hebben
doen kennen.
Na voorlezing der akte van beschuldiging zijn door het
hof twintig getuigen gehoord. De heer advokaat-generaal
rekwireerde, namens den heer procureur-generaal, na gemo
tiveerde toelichting der zaak, dat de voormelde zeven
beschuldigden, wegens gewelddadige en feitelijke wederspan-
nigheid tegen ambtenaren der politie en de militaire magt,
terwijl deze ter uitvoering der wetten en der bevelen van
het openbaar gezag handelden, gepleegd door meer dan
20 gewapende personen, ten opzigte van den tweeden
beschuldigde, na reeds te voren drie malen tot eene gevan
genisstraf van langer dan één jaar en eens tot eenzame
opsluiting van langer dan zes maanden, en van den vijfden
beschuldigde na reeds te voren tot eenzame opsluiting van
langer dan zes maanden veroordeeld te zijn geweest,
zullen worden gecondemneerd ieder tot een tuchthuisstraf
van vijf'tot vijftien jaren en solidair in de proces-kosten,
des noods invorderbaar bij lijfsdwang. Als verdediger trad
op de heer mr. R. Y. Warmolts, procureur te Leeuwarden.
Nadat deze het laatst gesproken had, bepaalde het hof de
uitspraak van het arrest op gisteren. Telkens was er bij de
teregtzittingen een talrijk publiek tegenwoordig.
De regtszaak van de Nederl. stoomboot-maatschappij
tegen den Khedive van Egypte, in zake de aanvaring van
de Charkeih en de Batavier, duurt nog steeds voort. De
regter heeft van de Nederl. stoomboot-maatschappij een
borgtogt geëischt.
Men heeft indertijd beweerd dat Nederland gered zou
wezen, zoo er maar tien Nierstraszen in de Kamer zittino
hadden. Wij gelooven, dat wij een stap nader tot onze
redding zijn gekomen: de heer Fabius praat, naar men ons
mededeelt, nog tweemaal zooveel als de lieer Nierstrasz
in zijn goeden tijd. (Arnh. Crt.)
- Nog heeft de Shali van Perzië Frankrijks grond niet
betreden, of reeds wijdt de Temps twee kolommen aan dezen
gewigtigen monarch, 't Blad vestigt de aandacht op den
titel „Shah" en gaat aan 't etymologiseren, 't Blijkt dan
spoedig, dat de verklaring van de Indépendance, die voor
eenige dagen de rondte in onze dagbladpers deed, als zon
„Shah" Hebreeuwsch zijn en „Gezalfde des Heeren" betee-
kenen, onjuist is. Neen, 't woord dat wij „Shah" schrijven
heet in 't Perzisch „Sjah" volgens de Fransche uitspraak
„Chah" en beteekent „Koning." Zoo deed prof. Ewald in
den Duitschen rijksdag opmerken, dat „Schahinschah" niet
„Keizer der Keizers," maar „Koning der Koningen betee-
kende. 't Woord is volstrekt niet Hebreeuwsch en duidelijk
een Perzische of Iranesche titel, die reeds natuurlijk
onder een later eenigzins veranderden vorm op de oudste
wigvormige Perzische opschriften voorkomt. Ook ons schaak
spel pleit voor de Perzische afleiding, zooals prof. Dozy
o. a. in zijn Oosterlingen aantoont. „Schaakspel" beteekent
„koningspel"en de Arabieren, die 't spel van de Perzen
hebben geleerd, spreken altijd van „Sjah" voor „Koning/
welk woord meer of min het burgerregt in hun taal heeft
verkregen, zoodat zij 't zelfs met het Arabisch „mat"
dat „dood" beteekent hebben verbonden en „Sjah mat"
ons „schaakmat", niets anders beteekent dan „de Koning
is dood." Dit „Sjah mat" is bij de Portugezen, die, zooals
men weet, veel woorden uit 't Arabisch hebben overgenomen,
„saque mate" geworden, bij de Spanjaarden „xaque y mate,"
bij de Franschen „échec et mat," bij de Italianen „scacco
matto," bij ons „schaakmat."
Klein Nichtje en Tante. Tante wat is toch een
telegraaf?
Een telegraaf, lieve, is een ding ja hoe zal ik 't je
uitleggen? als men hier iets meedeelt, dan weet men
het dadelijk in den Haag.
Hé, niet waar tante? dan is u een telegrafin.
Hoe dat zoo, mijn kind?
Wel tante, papa zei gisteren tegen mama, vertel er
tante niets van, anders weet het dadelijk de geheele stad.
Aan den heer C. Muller Cz. is, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als plaatsvervangend kantonregter te Schagen.
Tweede Hamer.
In de zitting der Kamer van jl. Maandag werd door de stemming
over art. 3 het lot beslist van het door de ministers van Binnenl.
Zaken, van Oorlog en van Marine ingediende wetsontwerp tot afschaffing
der plaatsvervanging en nommerverwisseling bij de nationale militie.
De verwerping van dat artikel, waarin het beginsel van het wets
ontwerp was vervat, geschiedde met 43 tegen 25 stemmen. De
minister van Binnenl. Zaken zeide daarop, dat de regering na deze
stemming het wetsontwerp intrekt, terwijl de minister van Oorlog
verklaarde, dat hij nu aan de beraadslaging over de vestingwet
niet kan deelnemen en ook niet wenscht deel te nemen aan eenige
behandeling van oorlogszaken. De voorzitter verklaarde dat alsnu
de vestingwet niet zal worden behandeld.
Zitting van Dingsdag 1 Julij. In deze zitting zijn de werk
zaamheden voor de volgende zittingen geregeld en is eene nominatie
opgemaakt voor de vacature in den Hoogen Raad. Op de candidaten-
lijst zijn geplaatst de heeren mr. J. A. Jolles, lid der Kamer, mr.
M. F. Lantsheer, raadsheer te Middelburg, mr. A. de Vries, raads
heer te Amsterdam, mr. N. F. van Nooten, raadsheer te Utrecht
eu A. A. de Pinto, raad-adviseur bij het departement van Justitie.
Zitting van Woensdag 2 Julij. Interpellatie Nierstrasz over
Atsjin. Op de vraag naar de oorzaak van den oorlog, refereerde
de minister van Koloniën zich aan zijne vroegere verklaring, dat
de regering aan de reeds gedane mededeelingen niets bij te voegen
had. Op de vraag naar de oorzaak van de staking der expeditie
herhaalde de minister dat de noodzakelijkheid der staking ruimte
voor twijfel overlaat, bij welke verklaring het in 't belang van den
gevoerden oorlog raadzaam is te berusten. Op de vraag, of de
kust van Atsjin effectief geblokkeerd is, moest de minister het
antwoord schuldig blijven en herinnerde hij aan de moeijelijkheden,
verbonden aan zoodanige blokkade. De vraag of genoegzame strijd
krachten eu materiëel zoowel van de zee- als de landmagt naar
Indië zijn gezonden opdat eene tweede expeditie zou kunnen worden
aangevangen zonder onze bezittingen te veel te ontblooten, beant
woordde de minister toestemmend. Er is ruimschoots voldaan aan
alle aanvragen uit Indië. De vraag eindelijk of er onderhande
lingen tusschen de oorlogvoerende partijen gaande zijn, die hoop
geven op een eervolleu vrede, antwoordde de minister: Neen;
het is echter niet onmogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat door be
vriende Radjas van naburige Staten pogingen zijn aangewend
bij den Sultan om met Nederland in onderhandelingen te geraken.
De minister gelooft, dat de Indische regering wel bereid zou zijn
zonder verder bloedvergieten tot een eervollen vrede te geraken,
maar niet te min geen oogenblik zal ophouden met de noodige
voorbereidingen voort te zetten. Later verklaarde de minister nog
dat, als de schepen waakzaam zijn, de blokkade voldoende kan
gehandhaafd worden, terwijl gaandeweg meerdere schepen in Indië
aankomen of er reeds zijn.
De interpellant, zoomede de heer Heemskerk en anderen, waren
niet bevredigd met de antwoorden van den minister. Deze beklaagde
zich over de verkeerde voorstelliug en uitlegging zijner antwoorden.
Om alle misverstand op het hoofdpunt te voorkomen, zegt hij, dat
hem niets bekend is van het Reuter telegram en dat hij nooit zou
gedoogen dat voorwaarden als in dat telegram vermeld door de
Indische regering zouden worden aangenomen of gesteld. Na korte
woordenwisseling is de interpellatie gesloten, en zijn de algemeene
beraadslagingen over de herziening der grondbelasting en der ge
bouwde eigendommen aangevangen.