Benoemingen, enz. Frankrijk. Engeland. Te 's Hage heeft de beroemde schaakspeler Wilhelm Steinitz acht partijen te gelijk gespeeld. Hij mogt zich op zijne zetten niet langer bedenken dan den tijd, die vereischt werd om van het eene bord naar het andere te gaan. Van de acht partijen heeft hij er zes gewonnen en twee remise gespeeld. De wedstrijd was in ttvee uren afgeloopen. De zevende algemeene jaarlijksche vergadering van den Nederl. Weerbaarheidsbond zal den 31 dezer te Rotterdam plaats hebben. De Maatschappij tot bevordering van Nijverheid heeft jl. Dingsdaghaar 96ste algemeene jaarsvergadering te Utrecht aangevangen. Het dagelijksch bestuur dier gemeente had den avond te voren directeuren en afgevaardigden ten raadhuize officieel verwelkomd en daarmede zijne inge nomenheid met het streven der maatschappij te kennen gegeven. Dr. A. Vrolik opende de bijeenkomst met eene toespraak. Uit het verslag werd medegedeeld dat het aantal leden tot 2012 gestegen was door de oprigting van twee nieuwe departementen te LochemLaren en te Joure; het aantal donateurs was met 11 vermeerderd en bedroeg 63. De secretaris bragt verslag uit over het koloniaal museum te Haarlem (eene stichting der maatschappij,) waaraan door den Nederl. consul te Yeddo onlangs een geschenk toe gezonden is. Op voorstel van directeuren is Z. K. H. Prins Hendrik zonder stemming bij acclamatie tot buitengewoon eerelid der maatschappij benoemd, eene onderscheiding die de Prins om zijne krachtige bevordering onzer nijverheid ruimschoots verdient. Ten aanzien van het plan tot vestiging van een „Museum van Kunst op Nijverheid toegepast," werd door den secretaris verslag uitgebragt van zijn bezoek aan het kunstmuseum te South Kensington. Directeuren zullen in het a. s. jaar bepaalde voorstellen indienen. Gedachtenwisselingen hadden plaats over de oester-cultuur, de waardeering van nuttige vogels en de middelen tot hunne bescherming. Besloten werd: het verzoek der afdeeling Arnhem, om subsidie voor hare ambachtsschool, te ver zenden naar de commissie voor de begrooting; aan den heer van Eeden een jaarlijksche toelage van f 500 toe te kennen voor zijne bemoeijingen als directeur van het Koloniaal Museum. Aan den heer Fock, van Amersfoort, is de tweede gouden medaille verleend voor zijne handleiding tot bevor dering van de zijde-cultuur in Nederland. In de zitting van jl. Donderdag kwamen verschillende voorstellen ter sprake. Er werd o. a. besloten 1. aan de regering de uitvoering van de wet betrekkelijk de rijks landbouwschool te vragen; 2. om er bij de regering op aan te dringen de duinen geheel groen te maken door helm beplanting; 3. aan te dringen op regeling bij de wet van den arbeid voor kinderen in fabrieken; 4. een wet te verzoeken, regelende subsidiën voor spoorwegen in den geest van bestaande provinciale bepalingen op kunstwegen; 5. er de aandacht van de regering op te vestigen dat het haar taak is het misbruik van sterken drank zooveel mogelijk tegen te gaan6. opnieuw uit te spreken de wenschelijkheid van wettelijke regeling der naamlooze vennootschappen en 't oog te vestigen op sociétés coöperatives7. de oprigting van industrie-scholen voor meisjes te bevorderen. Het postwezen, de gebrekkige dienstregeling en zoovele andere misbruiken en feilen in dien tak van dienst, werden duchtig aan de kaak gesteld door den heer Heringa, oud postdirecteur. Hij wees op het onverantwoordelijke, dat millioenen schats zonder eenig toezigt worden vervoerd; voortdurend hoort men van het zoek raken van belangrijke pakketten, hetgeen niet zou gebeuren wanneer elke depêche behoorlijk gesurveilleerd en overal begeleid werd. Ook het gedwongen frankeeren achtte hij nadeelig voor een spoedige bestellling, vooral ten platten lande, en de kleingeestige politiek van de regering, om nog een halve cent op iedere briefkaart te verdienen, achtte hij geheel in strijd met de wet, die 2jj cent bepaalt. Kosten voor een formulier konden hier niet gelden, want dit bestond niet op de briefkaarten. Nog tal van andere misbruiken en grieven werden door hem geformuleerd en het geheele postwezen vergeleek spreker met een zieke, die geneesmiddelen en eenkrachtige kuur noodig heeft. De afdeeling sprak den wensch uit, dat die grieven spoedig voldoening mogten vinden. In 1874 zal de algemeene vergadering te Alkmaar worden gehouden. Donderdag middag is de trein van Oldenzaal naar Arnhem ontspoord. Een der conducteurs geraakte onder den trein, waardoor hem beide beenen werden afgereden. Het Vaderland verneemt nog omtrent dit ongeluk dat de trein van 11.24 door een fout met het wisselspoor op eeft verkeerd spoor is gekomen en met een met hout geladen wagen in botsing is geraakt. De conducteur heeft een been gebroken, twee passagiers hebben kneuzingen bekomen, en de goederenwaggons zijn genoegzaam geheel verbrijzeld. Ook van de goederen die zich in de waggons bevonden, is weinig teregt gekomen. Twee Duitschers, die in een logement te Grijpskerk, waar zij hooge verteering hadden gemaakt, een valsch bank- billet van 500 thaler ter betaling aanboden, zijn over de grenzen gebragt om aan de bevoegde magt te worden over geleverd. Het derde Noordelijke Zendingsfeest, in het Oranjewoud bij Heerenveen, heeft jl. Woensdag onder zeer gunstige omstandigheden plaats gehad. Er waren ongeveer 10,000 a 12,000 menschen op het feestterrein aanwezig. Prof. van Oosterzee hield de openingsrede en stelde naar aanlei ding van Jesaja 43: 6a, de vraag: wat heeft het Noorden van Nederland ditmaal van Gods wege aan de vrienden van het Godsrijk te gevenHet antwoord wees, in tal van trekken, op de schoone herinnering, reine genieting en blijde verwachting, die dit derde Zendingsfeest aan de vergaderde menigte bood. In het noorden der provincie Groningen heeft de hondsdolheid zich wederom vertoond, ook bij schapen. Er schijnt aan die vreeselijke ziekte in die streken maar geen einde te komen, want nu hier, dan daar komen voortdurend gevallen voor. Het Russische dagblad Invalide verzekert, dat het zoogenaamde Turkestansche detachement op zijn togt naar Khiwa geen druppel brandewijn heeft gebruikt, maar slechts thee. De Shah van Perzië wacht bij zijn tehuiskomst de onaangename mededeeling dat van 1 Jan. tot 14 Julij van dit jaar niet minder dan 141,856 Perzen in Amerika een nieuw vaderland gezocht hebben. Te Boston liet dezer dagen eene dame, die door haren minnaar trouweloos verlaten was, de minnebrieven, die zij van hem ontvangen had, drukken en uitgeven, ten voor- deele van een inrigting tot verzorging van verwaarloosde kunstenaars. Het boek vond verbazend veel aftrek en de minnaar kwam zoo op de tong, dat hij het geraden achtte, de stad te verlaten. Gedurende het jaar 1872 zijn uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika niet minder dan 580,000 naaimachines, of 230,000 stuks meer dan in het voorgaande jaar, vervaar digd en meerendeels uitgevoerd. De Fransche dames ziju gewoon hare kinderen gedurende de eerste levensjaren naar eene min op het land te zenden. Eene jonge vrouw, die gewoonte volgende, was niet voldaan over de bijna stereotype mededeelingen om trent den gezondheidstoestand van het kind en evenmin over de groote hoeveelheden suiker en zeep, die er voor gebruikt werden. Zij besloot persoonlijk een onderzoek in te stellen. In het dorp gekomen, waar de kleine verpleegd werd, ontmoette zij een orgeldraaijer, op wiens orgel een kindje van achttien maanden zat, dat even als de muzikant een aalmoes scheen te vragen. Zij gaf een kleinigheid en ontwaarde tot hare verwondering, dat het kind een jurkje aanhad, hetwelk zij voor het hare had gezonden. Toen zij bij de min kwam, was deze zeer onthutst en weldra bleek het, dat het kind op het orgel haar voedsterling was, die zij op deze wijze „de buitenlucht deed genieten." Een uur later was de kleine met hare moeder op weg huiswaarts. Voor de dienst in Ned.-Indië zijn weder noodig ongeveer 20 onderwijzers. De Staatscourant van 11 Julij bevat nadere inlichtingen. De minister van Oorlog, ontvangen hebbende een aantal rekesten, waarbij door of ten behoeve van milicien-verlofgangers vrijstelling wordt verzocht van het opkomen onder de wapenen voor de eerst daags te houden najaarsoefeuingen, brengt in de Staatscourant van 12 Julij ter kennis van de adressanten, dat de belangen van de dienst niet toelaten in hun verzoek te bewilligen. Tevens worden de betrokken miliciens herinnerd, dat zij, die wegens ziekte niet op den bepaalden dag onder de wapenen komen, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriften, zich na hunne herstelling bij hun corps zullen moeten vervoegen, ten einde alsnog in den wapenhandel te worden geoefend gedurende een tijd, gelijk aan dien, welken zij anders in militaire dienst doorgebragt zouden hebben. Buitenland. De Figaro heeft een in 't Perzisch geschreven en in Perzische karakters gedrukt adres aan den Shah van Perzië afgedrukt. De vertaling van dat stuk luidt: „Lof aan God, aan Zijne Majesteit Nasr-Ed-Din, Koning der Koningen, Keizer van geheel Perzië. Sire. De Figaro heet u welkom in ons midden. Gij hebt niet geaarzeld, de verveling van een moeijelijke reis te verdragen, om van nabij onze beschaving te zien en haar aan uw onderdanen kenbaar te maken. Doordrongen van de edele eerzucht, om uw volk in te wijden in de vorderingen der moderne industrie, hebt gij uw hoofdstad vaarwel gezegd, uw rust laten varen, uw paleizen met hunne stille genoegens achter gelaten, en hebt gij u opgemaakt tot een togt door de wereld, gelijk eertijds de doorluchtige vorst deed, die Rusland een plaats deed innemen in de Europesche volkerenfamilie. Sire, uw volk zal u dank weten voor dat edelmoedig denk beeld; wij bieden u den cijns van onze gelukwenschen en van onzen eerbied aan. Naar men zegt gevoelt gij u tot Parijs aangetrokken, en drong zich het meest, op uwen togt, het beeld onzer groote stad aan uw oog op. Helaas! Gij zult haar zien gewond en nog bloedende uit de wonden, haar door den burger-oorlog en door den buitenlandschen krijg geslagen; maar in weerwil van dat, zal Parijs, om u te ontvangen, zijn jammer en ellende weten te vergeten, zich in feestgewaad tooijen, zich met bloemen sieren. Ons eenig leedwezen is, dat gij hier, om u te ontvangen, geen Koning zult vinden als gij, op den troon zijner vaderen gezeten en omringd door zijn getrouwe en toegenegen onder danen. Sire, sedert uw vertrek uit uw land, hebben vele vreemde talen uw oor getroffen. De Figaro heeft gemeend, dat het u aangenaam moest zijn bij uw komst in deze gastvrije stad in uw moedertaal te worden begroet en aldus als het ware een echo te vernemen uit het vaderland, waarvan gij gescheiden zijt." De Shah is jl. Dingsdag in een open rijtuig naar Versailles gereden. Hij was in het zwart, zonder diamanten, maar met het grootkruis van het legioen van eer. Het eerst bragt hij een bezoek aan den voorzitter der Nationale Vergadering; de heer Buffet herinnerde, dat in hetzelfde paleis Lodewijk XIV reeds een Perzisch gezantschap ontvangen had. Nadat mevr. Buffet aan hem was voor gesteld, begaf hij zich naar Mac Mahon, wien hij zijn dank betuigde voor de hartelijke, gastvrije ontvangst, die hem was ten deel gevallen. Hij reed met den president het park van het kasteel rond, waar fonteinen in werking waren. Een gala-diner was in de spiegel-gaanderij aangerigt, waaraan 150 personen deelnamen. De Shah liet zich den hertog van Aumale voorstellen en ook den maarschalk Canrobert en den hertog van Palikao, den gewezen aan voerder der Chineesche expeditie. Tegen 10 ure begon het fête de nuit. Bij den Neptunus-vijver was eene met rood fluweel bekleedde estrade opgerigt, waarop het hooge gezelschap plaats nam. Het feest eindigde met een groot vuurwerk, waarvan het slot-bouquet uit 5000 vuurpijlen bestond. De Parijsche dames de la lialle (vischvrouwen) hebben vergunning gevraagd en verkregen een bouquet aan den Shah van Perzië aan te bieden. Deze dames, die een belangrijke corporatie vormen hebben zich ten allen tijde met de politieke gebeurtenissen ingelaten. De geschiedenis leert, dat zij, tijdens de revolutie, een werkzaam aandeel namen aan den partijstrijd. Zij waren echter altijd ordelievend en voor het goede regt. Zonder van vroegere feiten te spreken, herinnert men zich, dat tijdens de commune de dames de la Halle door haar énergie den pastoor de St. Eustache van een wissen dood redden. Het is ook bekend dat zij een goed hart bezitten. Tal van collecten hebben zij gedaan om onge- lukkigen te hulp te komen. Vele vondelingen hebben zij aangenomen. In de 14de eeuw stichtten zij een mis, die jaarlijks in de kerk de Notre-Dame werd gehouden, welke destijds haar kerspel was. Die plegtigheid, welke de vrouwen en corps bijwoonden, werd geleid door de autoriteiten. In 1651 verkregen de dames de la Halle van den Koning de gunst, dat hij voortaan haar mis zou bijwonen. Van 1867 herinnert men zich nog wel het feest, dat zij organiseerden uit dankbaarheid voor het herstel van den keizerlijken Prins. Nog iets. Men weet, dat de dames de Halle bekend staan zeer schoone diamanten te bezitten. Sommigen hebben er voor een bedrag, dat menige dame jaloersch kan maken. De scherpregter van Parijs, de heer Roch heeft een bezoek gehad van zijn collega den beul van Perzië. Het gesprek van de beide heeren liep over de verschillende soorten van straffen, gebruikelijk in de vijf werelddeelen. De Oostersche scherpregter verklaarde den heer Roch hoe hij het aanlegde om met één slag het hoofd der schuldigen te splijten die door den Shah veroordeeld waren, terwijl de heer Roch op zijne beurt de vernuftige inrigting van een guillotine in miniatuur deed zien, waarbij de Persische beul veel belangstelling toonde. Na het eindigen van het gesprek vertrok de heer Roch per exprestrein naar Lyon, waar hij gewacht werd, om het vonnis aan Seringer te voltrekken. Een feest van zeer bijzonderen aard is onlangs in het Théatre de la Gaieté te Parijs gevierd. De componist Offenbach, die tegenwoordig eigenaar van dien schouwburg is, heeft de opening met een kinderfeest ingewijd, waarop de kinderen van bijna alle bekende schrijvers en kunstenaars met hunne ouders uitgenoodigd waren. Het was daar een alleraardigste kinderwereld, waarin zich ook twee neefjes van Victor Hugo, Offenbach's vier dochters en een zoon, de geheele nakomelingschap van Halévy en van den graaf d'Osmonde, zoomede de graaf en gravin Grandval met hunne kleinen bevonden. De gebroeders Hanlon, de be roemde clowns van de olies—Bergère, waren expresselijk voor deze matinée geëngageerd, en hebben den prijs bij de kleinen weggedragen, die van al de pret niet op hun ver haal konden komen en zeer ontevreden waren, toen de gordijn viel. Offenbach heeft voorzeker nooit zóóveel kussen op een dag uitgedeeld, en men meent opgemerkt te hebben, dat ook grootere demoiselles van die schatting niet vrij zijn gebleven. Dezer dagen kwam een landbouwer te Cattenières half dronken te huis en zeide tot zijne vrouw: gij moest den pastoor vragen of hij hier komt, ik heb behoefte met hem te praten, want als ik niet ophoud mgt drinken, zal ik u nog ongelukkig maken. Daar hij er op bleef aan dringen, deed de vrouw wat haar gezegd werd en was binnen 5 minuten terug. Maar hoe groot was haar schrik, toen zij haar man op de knieën zag voor het bed van de kinderen en geheel met bloed bevlekt. Zij ging dadelijk hulp roepen, de buren kwamen aanloopen en vonden den man met een scheermes in de hand, waarmee hij zich een diepe snede in den hals had toegebragt. Hij had zich de laatste veertien dagen" gedurig aan den drank overgegeven, zonder ooit geheel dronken te zijn. Hij bleef tot den volgenden dag in leven, en laat een weduwe na met vijf kinderen, waarvan het oudste 10 jaar en het jongste 6 maanden. Hij zelf was slechts 38 oud. Een correspondent der Londensche Times schrijft uit Freetown, de hoofdstad van Siërra Leone, onder dagtee- kening van 22 Junij, het volgende: „De mail-stoomboot Calabar, van Cape Coast Castle, die hier gisteren is aan gekomen, bragt het berigt, dat de stad Elmina door de. Engelsche troepen en zeelieden den 14den in brand gestoken en geheel vernield is. Hiertoe was overgegaan omdat de Elminezen voortgegaan waren de Ashantijnen ijverig te helpen, hen van wapenen en ammunitie voorziende. Twee of drie dagen vóór de vernieling der stad was een troep Ashantijnen openlijk in de straten van Elmina gekomen en door de inwoners voorzien van alles wat zij verlangden. Toen de Calabar in den ochtend van den 15den Elmina voorbijstevende, brandde de stad nog en werd door de booten der oorlogschepen beschoten. Alvorens tot dezen stap over te gaan, was eene proclamatie uitgevaardigd, waarbij in het kasteel Elmina eene schuilplaats werd aan geboden aan alle goedgezinden, die bereid waren om den eed van trouw af te leggen. De stad die een vrij belang rijken omvang had en goed gebouwd was, bood een goede schuilplaats aan voor een tegen het kasteel optrekkende magt. Hare bevolking bedroeg voor dat de oorlog begon waarschijnlijk 10.000 zielen. De Ashantijnen waren meester van het geheele land tot Elmina en Cape Coast Castle. De stad Cape Coast is thans door gevlugte Fantijnen overstroomdmeer dan 30,000 menschen hebben er eene schuilplaats gezocht. Er heerscht groote ellende wegens gebrek aan voedsel en water. De positie van de Engelschen was hoogst netelig. Men hoopte op de spoedige aankomst van versterking uit West-Indië.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2