De mailboot Prins Hendrik, met 800 man troepen aan boord, die te Aden met gebroken machine is binnengesleept door de Java, kan aldaar niet naar bebooren gerepareerd worden; er is een gebrek ontstaan aan de lage-drukkingscilinder. De mailboot St. George van hier naar Batavia is, volgens jl. Zondag ontvangen telegram, jl. Zaturdag namiddag Malta gepasseerd, oostwaarts stevenende, heeft geseind Alles wel aan boord. Het vertrek van de mailboot Prins van Oranje is bepaald op 5 Augustus. Jl. Zondag is in de gracht om het fort Erf prins een milicien verdronken met baden. Denzelfden dag nog werd het lijk opgehaald. De kennis nadert haar einde. Zij werd, den guren Zondag nacht uitgezonderd, door uitnemend zomerweder begunstigd en van daar dat van de verschillende gelegen heden tot ontspanning een zeer druk gebruik is gemaakt. Groot was, inzonderheid jl. Zondag, het aantal vreemde lingen, die met onderscheidene reisgelegenheden uit den omtrek naar hier kwamen, om van het volksfeest ter dezer plaatse te profiteren. Het tooneelgezelschap onder directie van de heeren Boas, Judels en Bouwmeester heeft niet weinig bijgedragen om door flinke uitvoeringen van over 't geheel vrij goed gekozen stukken een degelijk kermisgenot te verschaffen. Ook aan den heer Henrici, die in het lokaal 't Centrum zulke sclioone en sterke kunstverrigtingen deed, komt een woord van hulde toe voor de wijze waarop hij die verrigtingen, zonder bluf en omhaal van woorden, volbragt. Elders vinde die kunstenaar met zijne elèves een even groote belangstelling en waardeering als hier. Toen wij Zondag in den laten avond nog eens eene wandeling deden, ergerden we ons aan de vele blijken van misbruik van sterken drank, vooral op te merken bij jongelieden, nog pas de kinderschoenen ontwassen. Zou de vermelding hiervan ook kunnen bijdragen om dat schandelijk misbruik tegen te houden, of althans eenigzins te temperen? De hooibouw is overal in vollen gang; als men het koude voorjaar in aanmerking neemt, is de opbrengst zeer voldoende. De prijzen zijn intusschen stijgende. De gras verhuringen loopen ook meerendeels goed. De kersentijd geraakt op een eind; er waren weinig kersen; zooals er weinig peren zullen zijn, als de perentijd daar is. Ook de appelen zullen weinig geven. De bijenhouders zullen een goed jaar hebbende korven zijn zeer goed gevuld. (U.D.) Hier en daar hoort men reeds gewag maken van de gevreesde ziekte in den aardappel in dit jaar. De een ziet het reeds in het loof, de andere in den knol, doch de meesten zien en bespeuren niets. Of nu degenen, die er vele te rooijen hebben, en er jaarlijks goede zaken mede doen, meer zien dan een ander, die slechts voor zijn gerief teelt, zou in dit geval een onderscheid kunnen maken. (T. Ct.) Drietal te Harlingen: ds. B. Mossel, te Renkumds. P. J. Boscam Abbing, te Ginneken en ds. A. Meerdink, te Harderwijk. De jagt op waterwild zal in Noordholland op den 26 dezer worden geopend. De hooioogst in den Beemster is in vollen gang. De opbrengst zal over het algemeen zeer voldoende zijn. Het getal uit den vreemde overgekomen maaijers en hooijers, ofschoon jaarlijks afnemende, is dit jaar buitengewoon gering, zoodat eerstgenoemden thans gemakkelijk f5 en de laatsten boven den kost f 2 a 2,50 verdienen, 't Gevolg daarvan is, dat vele boeren zich maaiwerktuigen, hooischudders en harken gaan aanschaffen, hoewel nog lang niet allen van hun vooroordeel tegen die „mesienes" genezen zijn. In den zoogenaamden „tuinhoek" staande aardappelen, erwten, boonen en vooral de augurken zeer gunstig te veld. De gezondheid van den veestapel laat mede niets te wenschen over. Te Hoorn heeft zich eene commissie gevormd, om een feest te organiseeren, ten einde den dag te herdenken, waarop de Spaansche admiraal Bossu door de Watergeuzen gevangen genomen en te Hoorn binnengebragt werd. Men deelt aan de Amst. Crt. mede, dd. 14 dezer „De zakkenroller, van wien in uw vorig nommer ge sproken wordt, schijnt onder geen gelukkig gesternte geboren te zijn. Immers na in April 11. uit het „groote huis" ont slagen te zijn, was hij onlangs bijna bij den brand op den Nieuwendijk gesnapt, doch hij kon niet overtuigd worden. Zoo als gij meldet had hij zich op reis begeven, om zijn beroep uit te oefenen, doch door de waakzaamheid der Amsterdamsche en den ijver der Delftsche politie werd hij hierin verhinderd en, na te Delft te zijn aangehouden, werd hij des avonds naar Amsterdam teruggetransporteerd. Zocht hij Dingsdag de drukte, Zaturdag avond koos hij een stiller werkkring en wel den theewinkel de Ster, in de Haring pakkerij; juist had hij eene vrouw van een knipje met f 7.50 verlost, of hij werd door een politie-agent aan gehouden, en gisteren morgen is hij naar zijn vroegere verblijfplaats, en zeker nu wel voor geruimen tijd, terug- ge bragt." De zendingsfeesten volgen elkander met spoed op. Na die te Kloetinge en in 't Oranjewoud zal Woensdag 23 Julij a. s. weder een zendingsfeest op Berkenrode bij Haarlem worden gehouden. De plaats is nog geen uur gaans van Haarlem, aan de Zandvoortsche laan. Als sprekers zullen optreden: dr. N. Beets, pred. te-Utrecht, die de openingsrede zal houden; vervolgens dr. R. L. Beijnen, van 's GravenhageHet gedenken van de dagen van ouds, vooral in onzen tijd te behartigen. G. A. Hoog, pred. te HaarlemJapan. Dr. G. H. Lamers, pred. te 's HageDe sociale kwestie. T. M. Looman, van Amsterdam: Verslag der zendings-vereenigingen. J. P. G. Westhoff, pred. te Amsterdam: Het seminarie op Java. Dr. A. W. Bronsveld, pred. te Haarlem: Sumatra. Dr. A. Capadose, van 's Hage: Israël. E. César Segers, pred. te Leiden: De Gustaaf Adolf-Vereeniging. J. van Goor, pred. te Oud-LoosdrechtDes Christens roeping om de zending te bevorderen. N. II. de Graaf, pred. te Amster dam: Jethro's raad toegepast op de binnen-en buitenland- sche zending. E. Weiss, pred. te Haarlem: Suriname. T. de Bruin, van Leiderdorp: De Evangelisatie. J. Krüijt, zendeling van Modjo-Warno: De Javaan en het Chris tendom. F. J. P. Moquette, pred. te Sneek: Suriname. K. F. Creutzberg, pred. te Arnhem 1 ste afscheidsrede. M. Cohen Stuart, pred. te Rotterdam: 2de afscheidsrede. Den 24 dezer zal te Haarlem in de Doelenzaal de zendings-conferentie gehouden worden. De heer N. H. de Graaf, pred. te Amsterdam, zal de vraag inleiden: Waarom is het noodig, dat elke zendings-vereeniging zich een afzonderlijk gebied van werkzaamheid in de heiden wereld kieze? De andere vraag, in te leiden door dr. J. Riemens, pred. te Driebergen, luidt: Welke zijn de oorza ken, dat in 't algemeen de evangelieprediking onder de dusgenaamde beschaafde heidenvolkeren minder vrucht draagt dan onder de onbeschaafde? Het kindje, dat bij de jongste botsing te Gouda onder den trein geraakte, is niet dood; integendeel, de heer M. Sprayt, heel- en verloskundige aidaar, meldt aan de KI. Crt.„Ik heb dat kind .het regter onderbeen boven de knie geamputeerd en tot heden bevindt zich het kind zeer wel. Wanneer er geen bijzondere incidenten plaats grijpen, zal het waarschijnlijk herstellen." De handschoenenkraam van den Tiroolschen koopman Carl Wimpissinger is jl. Maandag op de kermis te Schie dam totaal afgebrand. Te Laren heeft een kip twaalf patrijzen uitgebroed, waarvan de eijeren door een landbouwer waren gevonden. De negen patrijzen die in leven zijn gebleven zijn zoo mak als kippen. Men schrijft uit Laren aan de N. R. Crt. het volgende: „Omtrent het spoorweg-ongeluk, dat hier jl. Donderdag door het verkeerd staan der wissels heeft plaats gehad, kunnen wij nog het volgende mededeelen. De trein, op het zijspoor geraakt, is weldra in botsing gekomen met eenige waggons. Gelukkig echter was de vaart, dank zij de groote oplettendheid en tegenwoordigheid van geest van den machinist, aanmerkelijk verminderd. Deze toch had met zijn scherpziend oog op eenigen afstand reeds den verkeerden stand van den wissel opgemerkt, en dadelijk alles gedaan om den trein in zijn loop te stuiten. Hieraan heeft men het. bovenal toe te schrijven, dat geen enkele van het zeer groot aantal passagiers gedood, ja zelfs ge wond is geworden. Daarentegen is, helaas! een conducteur door den schok uit den bagage-waggon gevallen en heeft daardoor eene zeer ernstige beenbreuk bekomen. De locomotief, die geheel ter zijde is geworpen, is zwaar beschadigd. De bewustheid door zijne groote oplettendheid zoovele personen voor een dreigend gevaar behoed te hebben, is zeker voor den machinist eene groote belooning, Toch was het wel te wenschen, dat zoowel de passagiers als de exploitatie-maatschappij nog op andere wijze toonden wat zij aan hem te danken hebben. De spoorweg-dirèctie heeft zich bij dit ongeluk zeer actief betoond. Reeds den volgenden ochtend passeerde de trein over de inmiddels gemaakte hulplijn. Ook de justitie was spoedig ter plaatse van het dérail lement. Reeds denzelfden middag zagen wij den subst.- officier, den regter-commissaris en griffier uit Zutphen. Het is te hopen, dat deze zaak, die aan verregaande achteloos heid te wijten is, gestreng worde vervolgd. In de laatste weken hadden in ons land drie ongelukken (te Rotterdam, Gouda, Laren) door het verkeerd staan van wissels plaats. Zou er bij eiken wissel niet een seinpaal geplaatst kunnen worden, die elke verandering van wissel vanzelf aangaf en waardoor de machinist reeds uit de verte zou kunnen zien hoe de wissels stonden? Vele ongelukken konden op die wijze voorkomen worden. Jl. Vrijdag morgen zijn met den lsten trein van Breda naar Dordrecht en van daar per stoomboot naar den Briel vertrokken 3000 bedevaartgangers, onder geleide van zeven pastoors. (U. D.). De heer H. Spierings, te 's Hertogenbosch, plaatst in de Pr. N. Br. en 's H. Crt. een ingezonden stukje, waarin hij verklaart gezien hebbende in een te 's Bosch uitkomend advertentieblad, dat men hem candidaat stelt voor den gemeenteraad niet te twijfelen of dit zal door de kiezers voor een paskwil worden aangezien. Mogten er echter nog oningewijden zijn, die aan genoemde aanbeveling eenige waarde hechten, dan verzoekt hij dezen, zijn candidatuur stellig als een paskwil te beschouwen. Jl. Zaturdag namiddag had te Sluis het volgend ongeluk plaats. Eene dame was met een paar knapen van 12 en 14 jaar op de wandeling, toen een dezer laatste een sigaar willende opsteken, de nog brandende lucifer bij ongeluk in een der plooijen van de japon der dame liet vallen. In een oogenblik stond deze in lichtelaaije vlam, en slechts door de hulp van een in de nabijheid werkend man, die de dame, bij gebrek aan beter middel, in een moddersloot wierp, mogt het gelukken het vuur, dat reeds al haar kleeren had aangetast, te stuiten. Met vreeselijke brandwonden overdekt, werd zij per as naar hare woning overgebragt. Zonder bijkomende omstandigheden bestaat er evenwel veel hoop haar in het leven te behouden. Naar de Meppeler Crt. verneemt, houdt men zich in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid onledig met het vervaardigen van 30,000 aardzakken, die gebezigd zullen worden voor het opwerpen van verschansingen bij de volgende expeditie tegen Atsjin. Een schrijven uit Weenen aan de N. Rott. Crt. luidt als volgt: Wat al teleurstellingen heeft deze zomer ons gebragt. Hoe snel is het gebouw, waarop aller hoop was gevestigd, inéén gestort. De beurs stond in den aanvang des jaars nog op haar toppunt van bloei. Eiken dag werden nieuwe maatschappijen opgerigt en de stichters genoten groote voordeelen, zonder zich veel moeite te moeten getroosten. Teregt kon men dan ook toepassen het spreekwoord, „zoo gewonnen, zoo geronnen;" 't geld werd letterlijk wegge worpen, 't geen natuurlijk den neringdoende veel voordeel opleverde. De wereldtentoonstelling zou het werk kroonen. Men droomde van gouden bergen iedereen geloofde dat de tentoonstelling hem schatten zou brengen. De „Griin- der" en beursspeculanten kenden in hunne weelde geene grenzen meer. Jongelingen, te naauwernood de kinderschoenen ontwassen wonnen door beursspel fabelachtige sommen, die zij aanstonds weder verbrasten. Vrouwen, die prijs stelden op eer en fatsoen, werden met den dag zeldzamer. Zonder ingewijd te zijn in de familie-geheimen kon men veilig opmaken dat de toiletten, die de dames ten toon spreidden, niet betaald konden worden door eerlijk verdiend geld. Geheel de bevolking van Weenen was door eene spilziekte van de ergerlijkste soort aangetast. Meen niet dat ik te zwarte kleuren bezig. Integendeel uit eerbied voor uwe lezers ben ik genoodzaakt de werke lijkheid te verbloemen. Trouwens geen pen is in staat de naakte waarheid te beschrijven, 't Is te afschuwelijk, te walgelijk. En toch, wil men de wonde heelen dan dient men 't mes er flink in te zetten. Zoo niet, dan loopt men gevaar in den diepen afgrond te worden verzwolgen, die ons sedert de jongste beurscatastrophe aangaapt. De vraag echter is, of men den moed zal hebben het kwaad te peilen en te heelen. Ondanks de vreeselijke gevolgen, die de crisis reeds na zich sleepte, ondanks het groot aantal slagt- offers dat gemaakt werd, schijnt men er nog niet aan te denken om maatregelen te nemen ten einde den toestand te verbeteren. Men schijnt nog niet in te zien hoe ons maatschappelijk leven wordt bedreigd door 't aanhoudend oprigten van nieuwe ondernemingen en de zwendelarij ter beurze. Verschillende kenteekenen wijzen aan dat men er voor terug deinst om de kranke plek te onderzoeken. Men is er slechts op bedacht om de zaken weder te doen marcheeren" zoo als de geijkte term luidtmen schreeuwt om staatshulp in plaats dat men er op zint zich zeiven te helpen, dat wil zeggen dat men voor goed 't beursspel laat varen en er naar streve om door te arbeiden in eenvoud te leven. Aan de genietingen des levens moet paal en perk worden gesteld, er moet een einde aan komen om zich in weelde te baden, dat is het bittere maar heil zame geneesmiddel, 't eenige dat aan den ziekelijken toestand een einde kan maken. Niettegenstaande er een vreeselijke stagnatie is ontstaan in den effecten- en goederenhandel, niettegenstaande alle aandeelen -zeer in waarde zijn vermin derd en het krediet op een laag peil is gevallen, bestaat er voor hen die werken willen nog altijd gelegenheid te over om door te arbeiden hun brood te verdienen. Voor lieden, wie het eene levensbehoefte is geworden om te wonen in de paleizen van onze Ringstrasse en des zomers op prachtige landgoederen, die dag aan dag vorstelijke diners hebben, die er ekwipages en gegallonneerde bedienden op na houden eii in den schouwburg eene loge hebben ja voor hen is 't een harde tijd, want door te arbeiden kan men in zulke overdreven behoeften niet voorzien. Ook tijdens de zwendel-epidemie moesten honderdduizenden van den arbeid leven en natuurlijk heeft de staat niets gedaan om ter hulp te komen. Dat thans ook zij, die zich in weelde baadden, en zich nu op den staat beroepen om 't vette der aarde te kunnen blijven genieten, leeren in 't zweet huns aanschijns hun brood te eten. Is men eenmaal tot den eenvoud, tot den arbeid terug gekeerd, dan zullen spoedig het vertrouwen en het krediet herleven. Maar als men den kanker, die in ons maatschap pelijk leven zoo diep is doorgedrongen, door palliatieven en kunstmiddelen tracht te verdrijven,- dan zal het einde verschrikkelijk zijn. De eerste prijs, in België uitgeschreven voor tooneel- stukjes voor meisjesscholen, is behaald door den heer Julius Wylynek te Gent, met het stuk, getiteld: „Juffer Praalzucht." Op de staatsspoorwegen in Duitschland zal een verbetering ingevoerd worden. Aan elk station zal een pomp worden aangelegd, opdat de onbemiddelde reizigers met helder water hun dorst zullen kunnen lesschen. Onlangs werd in de Gartenlaube daarop zeer aangedrongen. Een der jongste Amerikaansche uitvindingen van de vreemdste soort is welligt de ploeg-mitrailleuse, welke dienen moet om de landbouwers der binnenlanden tegen de aanvallen der Roodhuiden te beschermen. Een Yankee is b. v. is bezig zijn land te bebouwen; in de verte bespeurt hij vijanden, die zich gereed maken hem te overvallen; onmiddelijk keert de bedreigde zijn ploeg naar de zijde van den aanval en begroet de wilden met een lading schroot, die vervolgens van schrik vlugten. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De 88ste algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zal dit jaar gehouden worden op Dingsdag 12 Aug., des morgens ten 10 ure, in het kerkgebouw der Doopsgezinde gemeente te Amsterdam, onder voorzitterschap van dr. H. F. K. Hubrecht. Ter behandeling zijn aangewezen de volgende vijf vraagpunten: I. Wat kan er, van wege de burgerij, gedaan worden om de ver- valsching van levensmiddelen tegen te gaan? II. Wordt er voldoende gezorgd voor de opleiding van hen, die als hoofd-, hulponderwijzers en kweekelingen bij het lager onderwijs werkzaam zijn? Zoo neen, op welke wijze kan onze Maatschappij in dien toestand verbetering helpen' aanbrengen. III. Wordt er bij het geven -van lager onderwijs voldoende gelet op den aanleg en de vermoedelijke toekomst van hen, die dit onderwijs genieten? IV. In hoeverre staan de gods- dienstbezwaren, door sommigen tegen het lager onderwijs op de openbare school geldende gemaakt, aan de invoering van den leer- pligt hier te lande in den weg? m. a. w. in hoeverre bestaat tegen de invoering van leerpligt het bezwaar, dat in sommige gemeenten leerpligt feitelijk schoolpligt zou zijn? V. Verdient de opvoeding van weeskinderen in groote gestichten afkeuring. Zoo ja, welke zijn de bezwaren tegen, welke de voordeelen van eene geheele of gedeeltelijke verplaatsing en verspreiding van de kinder bevolking der groote weeshuizen naar en over het platteland? Onder de punten der lijst van werkzaamheden merkt men o. a. op, no 5. Voorstel van het hoofdbestuur om gemagtigd te worden tot den aankoop van het vereischt aantal overdrukken van het geschrift „Ken u zeiven," van Samuel Smiles, waarvan de kosten op ongeveer f 4500 zijn geraamd. (De uitgever K. H. Schadd heeft aangeboden de exemplaren tegen overdruksprijzen aan de Maatschappij ten behoeve harer leden af te staan). Voorts, no 6. Voorstel van het hoofdbestuur om gemagtigd te worden zoo spoedig mogelijk een geschrift te doen zamenstelien, waarin het onderwerp der besmettelijke ziekten uit een wetenschappelijk en practisch oog punt behandeld, de beginselen en bepalingen der wet van 4 Dec

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2