Benoemingen, enz.
Buitenland.
De Noorsche bark Jura, kapt. C. M. Gronvoldt, 15
dezer in ballast met bestemming naar Finland alhier uit
gezeild, is volgens berigt van Thisted, dd. 17 dezer, bij
Aggen (Deensche kust) gestrand. De equipage, benevens
vrouw en dochter van de kapitein, zijn gered, doch het
schip zal vermoedelijk wrak zijn.
De Staatscourant deelt thans mede het verslag be
treffende den aanleg van Staatsspoorwegen van 1 Jan. tot
30 Junij jl.
Omtrent de lijn AmsterdamNieuwediep, sectie Alkmaar
Amsterdam, deelt het verslag mede dat de pijlers der
brug over het Noordzeekanaal te Zaandam met 1 Mei jl.
finaal zijn opgeleverd; zij werden daarna aan een proef-
belasting onderworpen, grooter dan het maximum gewigt
dat bij exploitatie op de pijlers kan worden uitgeoefend,
tengevolge waarvan de pijlers iets verder indrongen, doch
nu geen vrees voor verder verzet bestaat. De werken voor
den viaduct in de Houttuinen te Amsterdam zijn krachtig
voortgezet en nagenoeg voltooid. De uitbaggering van het
oostelijk gedeelte van het openhavenfront werd dit jaar met
meer kracht voortgezet. Ongeveer 110,000 M3 zijn daar
thans gebaggerd. Het ontwerp van het zijkanaal met sluis
aan den westkant der stad is aan burgemeester en wet
houders van Amsterdam gezonden ter beoordeeling, om zoo
spoedig mogelijk te worden aanbesteed. Met het oog op
den geregelden voortgang der uitbaggering van het open
havenfront zal vermoedelijk nog dit jaar kunnen worden
aanbesteed een gedeelte der aanplemping van het havenfront.
De geschiedschrijver Gerard Brandt zegt over den
zeeslag bij Kijkduin, op 21 Augustus 1673, o. a. het volgende
„D'Engelschen zeggen, dat men zoodaanig vocht, als of
men door een verborge drift wou te kennen geeven, dat
dit de leste strijd zou zijn, in 't welk men d'uiterste proeven
van beleidt en dapperheit zou toonen. Terzelver tijd werden
in verscheide Hollandsche Steden, daar men, door 't grouw-
zaam geschiet, of bij andere middelen, kennisse kreeg dat
de vlooten aan malkanderen waaren, openbaare gebeeden
tot God uitgestort. Op het luiden der klokken liepen de
kerken en de vergaderplaatsen van alle gezintheden vol,
en veele duizenden van menschen smeekten, op den voor
gang der Predikanten en Leeraaren, om genade, bijstand
en verlossing, ten goede des Vaderlands. Ook gedenkt
mij dat men binnen Amsterdam al ten negen of tien uuren
de Gemeentens bij een klepte, en niet alleen voor den
middag, maar ook namiddag en 's avonds bedestonden hield
met zoo groot een beweegenis der gemoeden en vurigheit
van geest, als men daar noch nooit in eenigen nood onder
d'ingezeetenen had bespeurt. Want elk hield dat aan deezen
slag het gantsche Vaderland hing, en dat men nu vocht
om 't uitheemsch juk t'ontgaan
„De gantsche zee stondt in vuur en vlam, die, door den
dikken rook, gelijk blixem straalen uit een donkre locht
uitborst. Elk verging 't hooren en zien door de duister-
heit der buskruitdamp, en door de donderslaagen van zoo
veel duizenden stukken geschuts, en 't balderen van zoo
groote menigte van musketten, als 'er gedurig vuur gaven.
Hier vertoonde zich de schrikkelijkheit van den oorlog ter
zee aan alle kanten. De koegels, bouten, schroot en splinters
vloogen van alle zijden, met een ijsselijk gekraak en geknars
van al wat getroffen wierd. De zee werd met lichaamen,
door geen eene soorte van dood omgekoomen, bezaait.
Zommigen moesten door 't scherp, anderen door splinters,
anderen door 't vuur, anderen in 't waater sterven, 't Ge-
krijt en 't gejammer der gequetsten en stervenden vervulde
verscheide scheepen, en hij moest een hert van steen of
harder dan metaal hebben, die 't vergieten van zoo veel
Christen bloet met drooge oogen kon aanschouwen."
JAntonius van der Goes wijdt aan onzen zeeheld Michiel
Adriaanszoon de Ruyter de volgende regelen:
„Dees, als hij bliksemt met zijn' spiegel waar hij streeft,
Ziet hoe de zee tot op het groudzand scheurt en beeft,
Waarop de donder, met een weerbort aangeronnen,
Aardbeving schept, en voert den dood in zijn kanonnen
Ten rije; of als hij op zijn hoog kampagne in vier
Eir weerlicht voortgerukt, met Hollands zeebanier,
He waterschenders komt bestoken en braveren,-
En ziet ze al vlugtende en verbaasd hun spiegels keeren."
Een van de schepen, waarop de Ruyter langen tijd voer, heette
„de Spieghel."
Men vraagt zich af, wat toch de reden is waarom men
zoo weinig omtrent de tweede expeditie naar Atsjin verneemt.
Wij gelooven het volgende, uit welingelichte bron geput,
als oplossing te kunnen mededeelen
„De expeditie zal waarschijnlijk niet voor de maand Dec.
kunnen worden hervat; om twee redenen: 1. omdat nu
eerst de moesson werkelijk invalt2. wijl er nog veel troepen
en materiëel van hier moet worden gezonden, waartoe in
de volgende maand nog twee schepen uit het Nieuwediep
zullen vertrekken.
Voorts deelt men ons nog mede, dat de expeditie schatten
gelds zal kosten; het crediet van 5| millioen, aan de re
gering verleend, zal bij lange na niet voldoende zijn.
Immers, men schat de gedane uitgaven, nu reeds op 28
ii 30 millioen. (Haagsche N. B.)
Pro Patria verneemt, dat het bedrag der gelden voor
tractementsverhooging der officieren van de a. s. begrooting
van Oorlog is geschrapt.
Men deelt aan het U. D. mede, dat de zich in het
park van Z. K. H. Prins Hendrik te Soestdijk bevindende
lOOjarige aloë (Agave Americana), welke reeds in vollen
knop staat, binnen weinige dagen bloeijen zal. De hoogte
van den bloemstengel is 6 meter, het gètal der takken 28,
het getal der bloemen aan eiken tak 320, de lengte der
bladen 2,10 de breedte 0,23, de hoogte der plant met de
tobbe 7,50, de middellijn van den bloemstengel 0.13 meter.
De Rijnspoorweg-maatschappij heeft f 100 gegeven
aan twee kruijers, die 25 jaar gekruid hebben.
Het verslag omtrent de verwachtingen nopens den
oogst in Noordholland in 1873 luidt als volgt:
Volgens de berigten der gemeentebesturen staan de veld
gewassen over het algemeen gunstig. Door het sehrale
voorjaar waren vele soorten achterlijk, doch bijna zonder
uitzondering hebben zij zich hersteld, zoodat eene goede
opbrengst te verwachten is. Min gunstige uitkomst beloven
op vele plaatsen de erwten, die veel van de insecten te
lijden hadden, en de boekweit, waarop de felle zonneschijn
een nadeeligen invloed heeft uitgeoefend.
Van de aardappelen stonden de vroege soorten door het
koude voorjaar niet weligde latere soorten schijnen beter
te zullen uitvallen. De ziekte begint zich wel te vertoonen,
doch tot nu toe in geringe mate.
De weilanden hadden aanvankelijk een ongunstig voor
komen; later heeft het gras zich echter krachtig ontwikkeld,
zoodat er veel en goed hooi gewonnen is.
Het afwisselende weder in de laatste maanden heeft
gunstig gewerkt, zoodat de landen over het algemeen thans
goed met gras bezet zijn. Op onderscheidene plaatsen echter
liet de toestand door de vele muizen nog al te wenschen over.
De groenteteelt gaf reeds vrij goede uitkomsten, terwijl nog
eene ruime opbrengst verwacht wordt. Eene uitzondering
maken de uijen, die veel van de droogte en hitte hadden
te lijden.
De boomgaarden staan slecht, de late nachtvorsten hebben
veel schade aangerigt.
De toestand van den veestapel was uitmuntend; van
longziekte kwamen niet vele gevallen voor, terwijl de
gewone ziekte onder de varkens en het wolvee zich in
geringe mate vertoonde.
Het Handelsblad spreekt het berigt van een ongeluk
in het Kamp van Milligen tegen.
Tot lid van den gemeenteraad te Zaandam is gekozen
de heer D. H. Zwaardemaker.
Twee sjouwers uit Amsterdam, die op den 10 Junij jl.
bij den horologiemaker v. d. T., op de Boommarkt te
Leiden, ter waarde van ruim f 1000 aan horologiën
trachtten te stelen, zijn jl. Dingsdag door het provinciaal
geregtshof van Zuidholland beiden tot 7 jaren tuchthuis
straf veroordeeld.
Uit 's Hertogenbosch meldt men aan de N. A. Crt.
De raadsvergadering van den 12den liep ten einde, bet
was voorloopig de laatste voor een aftredend „liberaal",
den heer H., die in Julij niet was herkozen. Zooals in
dergelijke gevallen meer gebeurt, rigtte. ook hij eene
afscheidsrede tot zijne collega's. Daarmede niet tevreden
trad hij in eene beschouwing over de verkiezing der vorige
maand en achtte hij het oogenblik geschikt om eenige
achtenswaardige ingezetenen, die juist niet voor zijne candi-
datuur gewerkt hadden, op lang niet beleefden toon te
bespreken. De overige raadsleden stonden op en begonnen
den spreker in de rede te vallen. De voorzitter riep hen
tot de orde en sloot te midden der ontstane verwarring
de vergadering.
Men heeft, volgens de N. Rott. Crt., bij Milligen in
beslag genomen een massa aan bosschen gebonden worsten
van ongeveer een oude el (7 decimeter) lengte. Smokke-
lender wijze trachtte men die waar daar aan den man te
brengen, doch de commissie van toezigt op de artikelen
van consumtie heeft die worst, wegens hare onzuivere
bestanddeelen, afgekeurd en zorgvuldig doen begraven.
Naar men verneemt, zal de heer J. Strootman,
hoofdingenieur voor Groningen en Drenthe, wonende te
Assen, zich binnen korten tijd naar Egypte begeven, waar
gedurende ongeveer 6 maanden eenige werkzaamheden aan
het Suez-kanaal onder zijn opzigt zullen uitgevoerd worden.
Door den Onderkoning van Egypte benoemd, zal hij daar,
naar wij meenen, een tractement genieten van f5000 's maands.
Is het voor ons land eene groote onderscheiding, dat
eene vreemde mogendheid bij het verrigten van belangrijke
werkzaamheden aan zulk een grootsch werk van den
nieuweren tijd een Nederlander met het opzigt belast, ook
voor den heer Strootman is het een afdoend bewijs, dat
zijne kennis op prijs wordt gesteld. (Gron. Crt.)
Uit het Noorden des lands meldt men aan het U. D.,
dat de boekweit bij den dag aan bruint of rijpthet honig-
gewin is zoo goed als beslist. Ofschoon het weder eenige
weken lang wel zonnige dagen gaf, waren ze doorgaans
vergezeld van stevigen wind, waardoor de bloemen of be
vangen, of stuk gingen. Schier alle korven zijn voor op
zetten geschikt geworden, maar zware treft men weinig aan.
Deze tak van nijverheid kan zeer goed in evenwigt blijven,
doch de handel in honig zal over 1873 niet van grooten
omvang zijn.
De dagbladen uit Batavia, loopende tot 5 Julij jl.,
behelzen o. a. het volgende:
„Naar men wil zou de N. I. regering verzocht hebben,
dat haar een crediet van 20 millioen gulden worde geopend."
Den 2 Julij vertrok per Fransclie mail van Batavia de
heer Giraudeau, chef der firma Leroux Co., om al het
noodige in te koopen, ten einde volgens eene overeen
komst met het Indische bestuur, de troepenmagt, die even
tueel tot eene tweede expeditie naar Atsjin bestemd is, te
vergezellen en dagelijks van versch en goed brood te
voorzien.
Te Batavia, Samarang, Solo en welligt elders loopt
het gerucht, dat de Sultan van Atsjin om vrede gevraagd
en dat daarop de regering haar eischen kenbaar gemaakt
zou hebben. Wij maken van dat belangrijke praatje mel
ding om der curiositeits wille: men moet namelijk weten
dat men ook de bijzonderheden verhaalt, dat de Indische
regering twee millioen schadevergoeding, uitlevering van
den Sultan en afstand van het geheele Atsjinesche rijk
gevorderd zou hebben. Anders niets
Over het kasteel te Frohsdorff, in de laatste dagen
nog al ter sprake gebragt, leest men in den Constitutionnel,
dat deze verblijfplaats van den graaf van Chambord en
vroeger bewoond door de gravin van Lipona, weduwe van
Koning Murat, een groot vierkant gebouw is met een
groot binnenhof. De salon prijkt met prachtige familie
portretten, waaronder dat van Marie Antoinette in de eerste
plaats mag genoemd worden en is tevens voorzien van
meubelen, die met borduurselen van de hand der hertogin
van Angoulême versierd zijn. In de aangrenzende kamer
staat een billard, waarvan de graaf van Chambord nu en
dan gebruik maakt, hetgeen vroeger anders was, daar de
hertogin van Angoulême geregeld een partij maakte met
den hertog van Levis.
De eetzaal kenmerkt zich door haren grooten eenvoud,
evenals de vertrekken van den graaf en de gravin van
Chambord. Daarentegen is de apotheek, die ten dienste
staat van alle zieken in den omtrek en met zorg door de
gravin wordt onderhouden, op grootschen voet ingerigt.
De tuinen, die gedeeltelijk naar het Fransche, gedeeltelijk
volgens het Engelsche systeem aangelegd zijn, worden in
Oostenrijk algemeen bewonderd, en de broeikassen laten
niets te wenschen over. Men treft er nog een fuchsia aan,
afkomstig uit het tuintje, dat den graaf van Chambord als
kind op de Tuilerien toebehoorde.
De Shah van Perzië is sedert eenige dagen de gast
van den Sultan van Turkije. Hij, die het publiek in Westelijk
Europa gedurende eenige weken in koortsachtige opwinding
hield, is reeds vergeten, en is niet meer dan de „vreem
deling, wiens weg wij uit het oog hebben verloren." De
Saturday Review vergelijkt hem bij een vuurpijl, die
schitterend en sissend opgaat en in de gedaante van een
stokje nedervalt.
Aan den heer mr. J. L. de "Bruijn Kops is, op zijn verzoek, met
ingang van 1 Sept. e. k., eervol ontslag verleend als hoogleeraar
aan de Polyt. school te Delft, met behoud van den titel van hoogleeraar.
Aan den heer J. Ekkart is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als luit.-kolonel kommandant der dd. schutterij te Nijmegen,
met vergunning om de uniform der schutterij met de onderschei
dingsteekenen aan zijnen rang verbonden te blijven dragen; en is
de heer Ekkart benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw.
Tot majoor-kommandant van genoemde schutterij is benoemd de
kapt. de heer mr. W. J. J. G. Most.
Aan mr. J. P. A. van Wickevoort Crommelin is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als dijkgraaf van Amstelland; ingetrokken,
op zijn verzoek, de benoeming van den heer J. J. Breet, als heem
raad van den polder Westzaan. Voorts zijn benoemdtot hoog
heemraad van Rijnland, prov. Zuid-en Noordholland, de heer H. I1'.
Bultman, en tot dijkgraaf van den polder Waal en Burg op Texel,
prov. Noordholland, de heer J. Witte Pz.
De plaatsing met 1 Sept. bij het hospitaal der marine te Willems
oord van den off. van gez. 3de kl. G. P. J. Theunissen, de deta
chering met 1 Oct. bij dat hospitaal van de off. van gez. 2de kl.
G. L. Aalbertsberg en B. Léon, en de plaatsing met laatstgemelden
datum van de off. van gez. 2de kl. M. Steensma en J. A. G.
Hulst, respect, aan boord van de monitors Krokodil en Tijger,
worden ingetrokken en beschouwd als niet te zijn geschied, terwijl
de beide laatstgenoemde officieren met uit. Sept. op non-activiteit
worden gesteld.
Oost-Indië. -Ontslagen eervol, de 1ste stuurman bij de gouv.-
marine J. G. Krak. Benoemd bij het dep. der marine tot lsten
klerk M. J. B. H. Braakman, thans klerk.
België.
Ten 10 ure jl. Maandag ochtend is het 13de Nederland-
sche taalcongres, onder het voorloopig voorzitterschap van
den heer J. van Beers, geopend. Al de leden van het
congres waren tegenwoordig. In zijne korte openingsrede
gaf de heer van Beers te kennen, dat zijn gezondheid hem
niet toeliet het hem opgedragen presidium waar te nemen.
Door den voorloopigen secretaris-generaal de Geyter is
voorlezing gedaan van brieven: 1. van Koning Leopold II,
van Koning Willem III, van Prins Frederik der Neder
landen en van den graaf van Vlaanderen, waarin die vorste
lijke personen hun leedwezen er over betuigden, dat zij
zich verhinderd zagen aan de hun gedane uitnoodiging tot
bijwoning der zittingen van het congres te voldoen, onder
verzekering van hunne sympathie voor de zaak van het
congres en voor zijne leden. 2. van missives van het
Nederlandsche en het Belgische gouvernement, waarbij kennis
werd gegeven, dat de heeren van Vollenhoven en Delcroix
tot hunne vertegenwoordigers bij het congres zijn benoemd.
De heer van Beers stelde alsnu voor om tot voorzitter
in zijne plaats te benoemen den heer Heremans, hoogleeraar
te Gent. Dit voorstel is bij acclamatie aangenomen en de
heer van Beers is op voorstel van den werkelijken president
tot eere-voorzitter benoemd (waartoe reeds verkozen waren
de gouverneur der provincie en de burgemeester der stad
Antwerpen, de heeren Pvcke en de Wael).
Frankrijk.
Als eene bijzonderheid mag worden medegedeeld dat
mevrouw Thiers tusschen Belfort en Bazel zooveel boe
ketten heeft ontvangen, dat twee mannen noodig waren
om ze te transporteeren.
De Franschen krijgen na de ontruiming weder moed.
Uit Metz wordt dienaangaande het volgende gemeld
Jl. Zondag begaf zich een Duitsch beambte te Ars, verge
zeld van zijn echtgenoot, met den spoorweg naar Pont d
Mousson, om die stad te bezigtigen. Naauwelijks hadden
zij het station verlaten of zij werden met een hagelbui van
steenen ontvangen, onder de kreten: Vive la France! abas
les PrussiensDe aangeranden op meerdere plaatsen gewond,
vlugtten in een tuin, en hadden den tijd de deur achter zich
te sluiten, doch de brullende menigte, uit vele honderde
personen bestaande, bestormde het toevlugtsoord en bereikte
spoedig de slagtoffers, die nu op de brutaalste wijze mis
handeld en heen en weder werden getrokken.
Gelukkig voor de mishandelden trokken zich nu twee
personen hun lot aan en zich houdende alsof zij tot de
aanvallers behoorden, pakten zij de ongelukkigen bij de
armen en sleepte hen mede tot bij den maire. Onderweg
werden zij met slagen op het hoofd toegetakeld en de
galante Franschen trokken de dame de kleederen ten deele
van het lijf. Bij den maire kwam hulp en meer dood dan
levend werden zij daar binnen gebragt en van daar onder
sterk geleide van politie en gendarmerie naar het station
teruggebragt.
Waren er maar twee uhlanen in 't gezigt geweest!