Duitschland. Oostenrijk. Denemarken. Zwitserland. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Burgerlijke Stand. Gemeente Zijpe. Marine-Haven Nieuwediep. 282ste STAATS-LOTERIJ. SCHAGER MARKT van HEDEN. Te Batignolles stierf dezer dagen een zonderling. Hij verbeeldde zich, dat hij, bij een vroeger bestaan, een bond geweest was en hij kon geen hond op straat ontmoeten zonder dien aan te spreken. Langzamerhand begon hij zich te verbeelden, dat hij de koning van het hondenras was en gaf hij zich den titel van Médor I. Daar hij tegenover iedereen zeer bescheiden was, liet de politie den man on gemoeid. Bij testament vermaakte hij een jaarlijksch in komen van 2000 fr. aan een der voornaamste veeartsen van Parijs. De organen der Bonapartisten nemen een dreigenden toon aan. De Ordre en de Pays dreigen openlijk met burgeroorlog, indien de royalisten een Koning in het land willen brengen. „Men moet geen misbruik maken schrijft het laatste blad van de gematigdheid der kei zerlijke partijals men al te hard leve de republiekleve de Koningroept, zullen de imperialisten zich van den pligt der zelfverloochening ontslagen rekenen en de kreet „leve de Keizer!" dien wij thans op onze lippen terug houden, zou weerklinken, luide en doordringend als een krijgstrompet." Ofschoon het Journal des Débats dit groot spraak noemt, ziet het er toch een teeken des tijds in, dat men van opstand en burgeroorlog als van de natuurlijk ste zaken der wereld spreekt, en het blad herinnert dat ten tijde van Thiers zulke uitlatingen niet geduld werden, dien sinistre vieillard, maar toen leefde men ook niet onder de regering der moreele orde. Dezer dagen zullen van Southampton vertrekken sir Crarnet Wolseley, nieuw benoemd bevelhebber van de Goudkust, tevens kommandant van de Britsche strijdkrachten aldaar, en kapitein Glover, die belast is met de leiding van de expeditie tegen de hoofdstad der Ashantijnen. Men verwacht te Londen, dat de expeditie tegen de Ashantijnen en Elminezen ditmaal volkomen zal gelukken, iets wat de tijd zal moeten leeren. Jaarlijks komen in de groote wereldstad Londen gemiddeld 100 personen van honger om, niettegenstaande de Engelsche armverzorging voortreffelijk mag heeten. Het jongste slagtoffer van 't kommerlijkst gebrek in de rijkste stad der wereld was eene zekere Elizabeth Burnett, die met haar zuigeling op een ellendig zolderkamertje onlangs dood gevonden werd. Eigen schuld was hier niet in het spel. De arme vrouw dronk niet en werkte hard met de naald; zij naaide graanzakken: een arbeid, waarmee duizenden vrouwen, kinderen en oude lieden zich in het East-end onledig houden, doch die zoo ellendig betaald wordt, dat hij de meest onafgebroken inspanning naauwelijks met droog brood loont. Elizabeth Burnett en haar kind stierven een voudig van honger. Kort te voren was aan de vrouw een toevlugt in 't werkhuis aangeboden. Zij had die geweigerd, verklarende, dat zij liever op de bloote planken sterven wilde, dan 't brood te eten van lieden die hard en wreed waren. 't Werkhuis staat over het algemeen bij de Londensche armen niet gunstig aangeschreven. Dit komt, doordien ook in Engeland de officiëele liefdadigheid maar al te zelden hare weldaden weet gepaard te doen gaan met een weinig liefderijkheid. Dezer dagen stonden te Londen drie knapen teregt wegens 't moedwillig doodmartelen van een lam in 't veld. De jeugdige monsters, respectivelijk 15, 14 en 15 jaar oud, hadden, louter voor hun pleizier, 't lam de pooten afgesneden en waren juist bezig 't levend te villen, toen zij betrapt werden. Een hunner is tot drie maanden, de andere tot één maand, de derde tot veertien dagen opslui ting met dwangarbeid veroordeeld. De heer Alfred Smee, een bekend Engelsch land bouwer en landbouwkundige, heeft in den Times eene kwestie geopperd van groot sanitair belang. Hij heeft namelijk ontdekt, dat de boter van zijne koeijen, zoodra deze eenigen tijd gegraasd hadden op met rioolwater besproeid land, spoedig na de bereiding ranzig en oneetbaar werd. Deze ontdekking leidde hem tot de vraag, of de methode der zoogenaamde sewage farms, waarmede tegen woordig in Engeland overal proeven genomen worden, wel onvermengde aanbeveling verdient. Immers, mogt het bewezen worden dat gras, met rioolstoffen gedrenkt, een schadelijken invloed oefent op de melk en de boter van de daarmede gevoede dieren met hoeveel te meer reden zou men dan moeten vreezen voor 't gebruik van groenten, met behulp van faecaliën gekweekt. Wat giftig werkt in de derde hand (in de omzettingsproducten van plantaardig voedsel: melk en boter) zal dit vermoedelijk nog te heviger doen in de tweede hand (in 't plantaardig voedsel zelf). Een nader onderzoek in deze hoogst gewigtige kwestie is wenschelijk. De Times vindt het moeijelijk, de beteekenis te vinden van hetgeen op den Napoleonsdag te Chislehurst heeft plaats gehad. De redevoering van den keizerlijken Prins bewees, wat wij reeds wisten, dat hij zijn erfelijke aanspraken niet laat varen en dat hij zijn regt op den rang en titel van Keizer handhaaft. Maar het is niet alleen zijn leeftijd, die hem verbiedt aan die aanspraken klem bij te zetten, zijn aanhang is niet groot genoeg, en, wat het zwaarst weegt, er biedt zich geene gelegenheid aan. Toch kan het spoedig veranderen. De toekomst van Frankrijk is onbe rekenbaar en wie zou durven zeggen, dat de verheffing van Napoleon IV eene onmogelijkheid is? Bij gelegenheid der verjaring van het groote zout water-aquarium te Brighton hield de bekende dierkundige Frank Buckland eene redevoering, waain hij wees op de wenschelijkheid en mogelijkheid, om zeevisch meer algemeen tot volks voedsel te maken. Waarom, vroeg hij, moeten o. a. kreeften en oesters een voor de massa onbereikbare lekkernij blijven, terwijl er niets gemakkelijker zou wezen dan die dieren in schier onbeperkte hoeveelheid aan te kweeken. Kunstmatige vischteelt had reeds den prijs van de zalm in Engeland tot 10 stuivers per Engelsch pond doen dalen. Waarom was dit ook ten opzigte van andere smakelijke en gezonde zeedieren nog niet 't geval? Van het leven der visschen weten wij nog zoo goed als niets af, zeide de heer Buckland. Hij hoopte dat eene instelling als het aquarium te Brighton eene meer pract.ische kennis zou verspreiden. In de week van 3 tot 9 Aug. zijn, volgens de jongste officiële opgaaf, te Berlijn 16 personen aan de cholera overledenaan cholerine en diarrhèe 266 personen. „Uit Amerika/ zoo leest men in de Kölnische Zeitung, „zijn in den laatsten tijd berigten ontvangen, die een nieuw en eigenaardig licht schijnen te werpen op de thans zoo vaak behandelde emigratie-kwestie. Voor zoo ver het Catholieke emigranten betreft, tracht de Catholicke geeste lijkheid in Noord-Amerika, volgens die berigten, waaraan wij vertrouwen schenken, stelselmatig de emigratie naar Amerika te bevorderen. Van jaar tot jaar wordt de staat kundige invloed der ultramontaansche geestelijkheid in Amerika grooter en door den toevloed van nog meer geloofsgenooten moet die invloed nog krachtiger worden. In hoe ver dat trachtten in de hand gewerkt wordt door de geestelijkheid in de Catholieke gewesten van Duitsch land zou wel een onderzoek waard zijn. In Poolsche dis tricten heeft men, zoo wij ons niet vergissen, reeds iets van dergelijke medewerking bespeurd." Volgens berigten uit Hamburg neemt de landverhui zing naar Amerika op eene onrustbarende wijze toe. In de eerste zes maanden van het loopende jaar hebben niet minder dan 42,892 landverhuizers die haven verlaten, terwijl hun getal in hetzelfde tijdperk van 1871 nog niet de helft van dit cijfer, 21,173, bedroeg. De Koning van Saksen is van zijne jongste ziexte zoo goed als geheel hersteld, zoodat de Kroonprins en de Kroonprinses van Saksen de reis naar Weenen hebben durven aanvaarden. In het Hongaarsche dorp Nagy-Brezow stierf voor eenige dagen eene arme boerin aan de cholerazij liet een löjarigen zoon na, doch geen vermogen en daarom snelden noch de geestelijke noch de boeren naar het huis der afgestorvene om voor de begrafenis te zorgen. De arme knaap weende en smeekte te vergeefs om hulp. Niemand wilde helpen, en de doode vrouw bleef in de hut liggen. Twee dagen later stierf eene rijke boerin, voor wier stof felijk overschot dadelijk een graf werd gemaakt, om het lijk den volgenden dag ter aarde te bestellen. Toen de lijk- staatsie der rijke vrouw op het kerkhof aankwam, vond men het pas gedolven graf digtgeworpen. De bijgeloovige boeren schrikten zoodanig, dat zij op de knieën neder- zonken. De geestelijke begreep de zaak dadelijk en zond twee boeren naar de hut van de arme vrouw, om te onderzoeken of het lijk daar nog lag. De boe ren vonden het lijk niet meer, maar wel den knaap, die gedwongen werd mede te gaan naar het kerkhof. Hij verklaarde daar dat hij het lijk zijner moeder, des nachts, met alle mogelijke krachtsinspanning, naar het kerkhof had gebragt en begraven. De boeren waren door de met snikken en tranen gedane vertelling van den knaap diep geroerd; een tweede graf werd gedolven en ook de rijke vrouw vond hare laatste rustplaats. Bij het jl. Maandag gegeven gala-diner heeft de Koning de gezondheid van den Kroonprins van Duitschland inge steld en hem zijnen bijzonderen dank voor het aan Dene marken gebragt bezoek betuigd. De Kroonprins beantwoordde dezen toast met een dronk op de koninklijke familie en op het herstel der oude vriendschap tusschen de beide vorstelijke huizen. De Kroonprins van Duitschland is tot ridder der orde van den Olifant benoemd. Het niet geringe aantal kroonlooze gekroonde hoofden of onttroonde vorsten in Europa is met een verminderd. Te Genève is jl. Maandag nacht plotseling aan een beroerte overleden Karei Frederik Augustus Willem, ex-hertog van Brunswijk. Hij was geboren 30 Oct. 1804, volgde onder voogdijschap van Koning George IV, destijds Prins-regent van Engeland, zijnen vader hertog Frederik Willem op, aanvaardde 30 Oct. 1823 zelf de regering, maar verliet zijne staten tengevolge van de onlusten die 7 Sept. 1830 uitbarstten. Door denDuitschen Bondsdag onbekwaam tot re geren verklaard, leefde hij sedert in het buitenland, meerendeels te Parijs, waar hij het beruchte proces met Sorel had. Ook in Nederland en te Amsterdam was hij bij velen bekend, en steeds kenmerkte hij zich door de zonderlingste excen triciteiten. Hij was, gelijk men weet, eigenaar van een zeldzame verzameling prachtige diamanten. Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag. ONDERTROUWD: J. Thie, telegrafist, wonende te Amsterdam en M. H. Wiemers. GETROUWD: H. Bolden en A. G. A. Gabriel. W. Kok en A. Vink. J. de Jel en N. Mooij. BEVALLENJ. A. Ruijg, geb. Rogge, (D.). II. van Kampen, (Z.). H. M. van Renesse, geb. Voigt, (D.). J. Boon, geb. van Dalen, (Z.). OVERLEDEN: P. Bremer, 19 jaren en 10 maanden. B. C. Marinkelle, 8 maanden. B. N. de Roos, bijna 11 maanden. K. Bakker, 52 jaren. W. Baak, bijna 7 maanden. T. Kunst, bijna 43 jaren. D. van der Zanden, geb. Bregman, 73 jaren. A. van Leeuwen, 5 maanden. Van 13 tot 20 Augustus 1873. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBOREN: Dirk, zoon van Paulus Vos en Trijntje Visser. Jacob, zoon van Leendert Witte en Grietje Sperling. Jacob, zoon van Reijer Molenaar en Antje Verberne. Neeltje, dochter van Albert Koopman en Grietje List. Antonie, zoon van Biem van der Vis en Pietertje Geus. Welmoet, dochter van Sietse de Vries en Grietje Dop. OVERLEDEN: Johannes Martinusse, 21 jaren, zoon van Mat- theus Martinusse en wijle Johanna Smits. Een aangespoeld lijk. Van 1 tot 15 Augustus 1873. ONDERTROUWD: Gerrit van Pelt eu Antje Grin. GETROUWD: Geene. GEBOREN: Guurtje, dochtervan C. Stam en A.Thomasz. Dirk, zoon van C. Slikker en N. Kuijper. Gerrit, zoon van P. Marees en J. Stekelbos. Aaltje, dochter van A. Louwe en J. Tekeleburg. Gerardus Johannes, zoon van J. Bakker en G. Limmen. OVERLEDENGeene. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 3 Aug. Jonge Jan. C. J. Itz. Batavia. 16 Staatsraad v. Ewijck. H. Bakker. Batavia. 18 Kandanghauer II. W. Zeelt. Batavia v.Newc. 20 Catberine. Sap. pp. G.S.Bakker. Suriname. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 21 Aug. AdrianaJohanna. W. Bakker Hz. ZurMühlen8iCo. Suriname, Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten— of Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Barbara. J. Robinson. Newcastle. Steenk. ZurMühlen&Co. Holmside. W. Dryden. Sherburn. R. Benson. Sunderland. Duink.&Goedk. Athelstan. J. Newby. Newcastle. Hedevig. H.C.Torgersen. Helsingfors. Hout. van Vliet Co. Malangen. J. Christensen. Krageroe. Alabama. J.M.Gundersen. Riga. Amons Co. Franc.Danovaro.S.Schiaffino. New-York. Tarwe. ZurMühlen&Co. Venus. D. G. Piejeers. Rotterdam. Ballast. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). r— bh 0 d <0 Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.:! procent. |j Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 20 12 wzw. 5k. 756.68 - 3.96 17.0 - 2.4 j 0.8o|viak. 21 8 zw. 14 756.17 - 4.49 16.8 - 0.7 O.73jhol in zee 21 12 zw. 10„ 757.72 - 2.94 18.2 - 1.2 0.72 Golvend Weersgesteldheid: 20 Aug. 12 u. Ligtbewolkt, beneveld, mooi. 21 Aug. 8 u. Ligtbew., winderig, buijig. 21 Aug. 12 u. Ligtbew., winderig, buijig. VIERDE KDA.SSE. Tweede lijst: No. 16484 5000; No. 1674, 2558 en 8259 ieder 1000; No. 6379 200; No. 3200, 7942, 11741, 14565, 15996 en 18549 ieder 100. Derde lijst: No. 6747 25,000; No. 8161 1500; No. 2666 en 19933 ieder 1000: No. 14568, 14905 en 18922 ieder ƒ400; No. 3034, 4895, 17360 en 17416 ieder 200; No. 413 en 19475 ieder 100. PER TELEGRAAF. Paarden f Ossen - Stieren Gelde-Koeijen - Kalf-Koeijen Vaarzen Hokkelingen Nucht.Kalveren- VetteRammen - Schapen a a a a Lammeren f a Bokk. en Geiten - a MagereVarkens- a Biggen - a Eenden c. a Kippen - a Boter per kop a KaasperK.G. - a Kip-Eijeren per 100a Eend-Eijeren a UITTREKSEL uit het Verslag van den toestand der provincie Noordholland, gedaan aan de Provinciale Staten van dat gewest door Gedeputeerde Staten, in de zomerver gadering van 1873. (Vervolg.) Havens De toestand der haven het Nieuwediep wordt gunstig genoemd. De hoogste vloed in 1872 werd in dezen haven waar genomen op den 10 Dec. des nachts ten 3 ure, 1.26 M. boven A. P.; en de laagste eb op den 13 Febr. des namiddags ten 4 u. 50 in., 1.54 onder A. P. De gemiddelde hoogte der vloeden bedroeg 0.265 M. onder A. P., die van de ebben 0.849 M. onder A. P. Het gemiddelde verval was alzoo 1.114 M. Van de haven te Barsingerhorn werd gebruik gemaakt door 355 binnenkomende en 263 uitgaande vaartuigen. Er kwamen o. a. binnen 143 tjalken met turf geladen. Omtrent de haven te Terschelling wordt o. a. vermeld, dat z bezocht werd door 38 rijksvaartuigen, 11 buitenschepen metende 2122 ton, 88 binnenvaartuigen metende 3602 ton en 477 visschers- vaartuigen metende 12,573 ton. Aan havengeld werd ontvangen f 469.76L Van die te Vlieland maakten gebruik 13 binnen- en 25 visschersvaartuigen. Het havengeld bedroeg f 48.75. De haven beoosten het Oude Schild op Texel werd door voort durend uitbaggeren op de diepte van 2,55 onder volzee onderhouden. Zij verkeert in goeden staat. In 1872 werd die haven bezocht door een Engelsche schooner en 198 binnenlandsche vaartuigen, waarvan er 24 te Texel tehuis behooren. Daarenboven maakte de stoomboot „Ada van Holland" bijna dagelijks van de haven gebruik, en af en aan 21 tjalken, 15 kaagschepen, 1 jagt, 5 visschersvaartuigen en 82 haringschuiten. Buitengewone maatregelen zijn genomen met het oog op de voortdurend sterke afneming van het noorderstrand op Vlieland. Mede werden de noodige voorzieningen gedaan ten aanzien van den inscharenden oever aan de zuidzijde van dit eiland tusschen het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3