Benoeming-en, enz. De heer B. A. van Doorn schrijft aan de Amst. Crt. j over het gebeurde in het diaconie-weeshuis te Amsterdam, na gevraagd te hebben of het zedelijk geoorloofd is, bij vergrijpen van minderjarige weezen zich van de wettige voogdij willekeurig te ontslaan en ze eenvoudig op de straat te zetten, zonder eenige andere voorziening dan een half uitzet, het volgende: ,/De grond van het tumult wordt door de Standaard gezocht in den nieuwen financiëelen maatregel, en, ofschoon die er zekerlijk toe bijgedragen zal hebben, ligt de oor spronkelijke oorzaak toch dieper. Bij de komst van dr. A. K. in het gesticht werden de weezen gewikkeld in allerlei godsdienstige geschillen, die voor het meerendeel boven hunne bevatting waren. Ver deeldheid, twist en wantrouwen waren daarvan het gevolg, en wanneer de toenmalige regenten hun beste pogingen aanwendden om die verdeeldheid te doen ophouden, dan verklaarde dr. K. dat hij den strijd zou aanblazen. Welnu, hij kan er zich op verheffen, die poging is bij uitnemendheid geslaagd, maar de gevolgen bleven niet achter. Wanneer een bevolking van 500 a 600 personen, (al zijn het ook kinderen) eenmaal in beweging is gebragt, keert zij niet zoo gemakkelijk tot tucht en orde terug. Buiten gewoon strenge maatregelen zijn dan noodig om het gezag te handhaven. Bij herhaling heeft men dan ook deze reeds toegepast, maar vruchteloosintegendeel, men is van kwaad tot erger gekomen, en het weeshuis zal hoe langer hoe dieper zinken, indien geen andere weg wordt ingeslagen. Zulk een groot aantal ouderloozen behoorlijk te verzorgen en te voeden is alleen mogelijk door zedelijken invloed. De weezen zijn thans niet beter of slechter dan vóór 10 of 20 jaren, maar zij hebben de achting en liefde voor hunne pleegouders verloren. Wee hem, die daartoe den grond heeft gelegd." In het D. v. 's Gr. en Zh. van 25 dezer leest men het volgende: „Naar men ons mededeelt, zijn tegen heden door den regter-commissaris jhr. mr. J. J. de la Bassecour Caan, om voor hem in het lokaal van de regtbank als getuigen te verschijnen, gedagvaard niet minder dan acht vrouwen, waaronder een huisvriendin van wijlen mevr. van der Kouwen en haar naaisters, die, behalve dat zij bij de overledene werkten, te haren huize bijna dagelijks verkeerden en het bewuste knipje, waaraan door beiden wel eens een zeker herkenningsteeken moet waargenomen zijn, dikwerf in handen hebben gehad. De nicht van den verdachten Behagel, A. M. van der Ham, geb. Behagel, behoort ook onder de personen die de regter-commissaris heeft doen dagvaarden, ten einde zich verantwoorden hoe zij in het bezit van het bij haar gevonden zilveren knipje is gekomen." „Naar men verneemt, werd jl. Zaturdag, door een te 's Hage woonachtige schoonzuster van den verdachten de Jong, een poging tot zelfmoord, door ophanging, beproefd. Haar toeleg werd echter nog tijdig verijdeld." Na een zeer heeten dag ontlastte zich gisteren avond omstreeks 101 uur een buitengewoon en langdurig onweder, vergezeld van een geduchten storm en geweldige stort regens. Het ratelen van den donder hield onafgebroken tot na middernacht aan. Hier en daar in de stad zijn boomen uit den grond gerukt, terwijl men in de straten om zoo te zeggen door het water waden moest. (N. Rott. Crt.) Uw onlangs gegeven uittreksel van liet verslag aangaande den toestand uwer gemeente in 1872 noopte mij om enkele verge lijkingen te maken nopens de behoeftigeu in uwe en mijne gemeente. Zoo vond ik ten uwent voor liet burgerlijk armbestuur uitgetrokken f 10,284, ten mijnent f 8552, ten uwent in de gemeente-apotheek gereed gemaakt 10,827, ten mijnent 29,769 recepten; neem ik daarbij in aanmerking, dat uwe gemeente 20,000, de mijne nog geen 12,000 zielen telt, dan kom ik tot de gevolgtrekking, dat het aantal behoeftigen aau den Helder betrekkelijk kleiner, of dat men te Alkmaar vrijgeviger is. Gaarne had ik in uw uittreksel meerdere cijfers gevonden om te kunnen nagaan, of wij op het punt van ond'erwijs ook den naam van vrijgevig waardig zijn. Een drietal ingezetenen heeft de vrijheid genomen den gemeenteraad voor te stellen van zijne vrijgevigheid en tevens van zijn, inzicht in de behoeften des tijds een nieuw blijk te geven door eene school voor theoretisch landbouw-onderwijs te verbinden aan de Rijks hoogere burgerschool, waarvoor van het Iiijk en de provincie hoogst waar schijnlijk wel subsidiën zouden te verkrijgen zijn. Van de scholen voor practisch landbou w-onderricht is men toch buiten-en binnenslands reeds afgestapt, de behoefte aan landbouw-onderwijs doet zich dringend gevoelen, onze prachtige hoogere burgerschool biedt uitstekende hulpmiddelen aan om een gedeelte dier behoefte te bevredigen, en de ligging van Alkmaar, te midden der provincie, schijnt die stad tot zetel eener landbouw-sehool aan te wijzen. De leeraren der hoogere burgerschool hebben hun vertrekkenden directeur, den heer van Aken, op treffende wijze doen blijken van hunne hoogachting. Wij twijfelen niet of de nieuwe directeur, dr. Boeke, zal die in gelijke mate verwerven; voor de school zelf schijnt ons de ruil in zooverre ongunstig toe, dat de heer Boeke eeu uitstekend scheikundige, de heer van Aken vau top tot teen een paedagoog (nooit te verwarren met „schoolvos") is. In mijn vorigeu mocht ik u op het bevallig Schoorl wijzen en uwe plaatsgenooteu tot een uitstapje derwaarts aanmoedigen. Laat uw Kennemerlandsche correspondent uwe lezers thans nog iets verder mogen voeren en hunne aandacht mogen vestigen op twee merkwaardigheden, welke verloren dreigen te gaan, de kasteelen Assumburg en Marquette, beide te midden van heerlijk hout in de gemeente Heemskerk gelegen. Na de slooping van het huis Ilpen- stein zijn zij de eenige kasteelen uit het grijze verleden, die nog in onze provincie bestaan, helaas niet meer in welstand, want beide staan onbewoond, het verval knaagt er reeds aan en de tijd schijnt niet verre, wanneer de moker de mnren en torens tot puin zal verbrijzelen en de bijl de trotsche boomen zal vellen. Dan zullen er misschien een paar boerenhuizen verrijzen en gras- en bouwland veel meer opbrengen dan bosch en tuinen, maar het landschap zal eene bekoorlijke afwisseling en twee sprekende getuigen van den voortijd, veel van zijne poëzie verloren hebben. Wie daar gevoel voor heeft stappe, vooral bij Assumburg, dat het meest zijne antieke vormen behouden heeft, van zijn rijtuig, hij wandele langs den eenzamen vijver en verlaten paden en prentte zich den aanblik vau het oude slot goed in het geheugen. Gepleisterde villa's zal hij nog vaak op zijnen weg ontmoeten, maar riddersloten als Assum burg en Marquette zelden of ooit. Men zegt, dat een boer, die uit Gorkum ktvam, bij ongeluk, zijn eigen zoontje van drie jaar met een ploeg verbrijzeld heeft. (H. N.) Te Schoonhoven en in den omtrek heerscht de ziekte onder de varkens. De prijzen van het rundvee zijn dalende. De 22ste algemeene vergadering der vereeniging ter bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid in Nederland werd in de afgeloopen week te Utrecht gehouden. De heer Mackay, voorzitter, opende haar met eene rede waarin hij van de zegepraal der vrijhandelsbeginselen over de bescherming in Frankrijk sprak en ook de zegepraal der beginselen in ons Indisch tarief met ingenomenheid ver meldde. Aan de werkstaking van de sigarenmakers wijdde de spreker een belangrijke beschouwing. Ook over de spaar en voorschotvereeniging en de postspaarbank sprak de voor zitter, die op het belang van deze onderwerpen wees, vooral in verband met loonsverhooging. Aan de snelle omkeering in de staathuishoudkundige meeningen, als een gevolg van de ervaring, wijdde spreker enkele opmerkingen. Waar het participatie-stelsel minder goed toepasselijk is, verdient het coöperatief-stelsel de aan dacht. Vooral coöperatieve winkelvereenigingen vinden in spreker een voorstander. Wat op het Haagsche congres der Internationale voorviel, werd door spreker uitvoerig nagegaan om aan te toonen, dat zij gelijk hadden, die het stelsel voorstonden om aan de Internationale de gelegenheid te geven haar onmagt te toonen. De ziekte, waarvan de Internationale een uitvloeisel is, verdient echter ernstig onderzoek. Bij de behandeling van de punten van beschrijving werd bij het eerste punt, over den arbeid van kinderen in fa brieken, door de vergadering besloten om zich te vereenigen met het beginsel, neergelegd in het voorstel van Houten, maar onder voorbehoud, dat de leerpligt niet in hetzelfde ontwerp worde opgenomen. Omtrent de wenschelijkheid van de oprigting van post spaarbanken bleek men met het hoofdbestuur van hetzelfde gevoelen te zijn en werd de zienswijze betreurd, daaromtrent door den minister van finantiën bij de begrootings-discussie uitgesproken. Door de vergadering werd aan het hoofdbestuur opgedragen de aandacht gevestigd te houden op de verhooging der arbeidsloonen van regeringswege vastgesteld voor rijkswerken of voor het bijwerk van aanbestedingen. Met eenige kleine wijzigingen werd aangenomen 't voorstel van het hoofdbestuur, waarbij in de eerste plaats de wen schelijkheid van het oprigten van coöperatieve voorschot banken, zoowel voor den kleinen industrieel als voor den werkman wordt uitgesproken, en in de tweede plaats eenige beginselen worden aangegeven, die bij het oprigten van dergelijke vereenigingen dienen in acht genomen te worden. Verworpen werd eindelijk een voorstel, waarbij de wen schelijkheid werd betoogd van wettelijke bepalingen om de werklieden tot nakoming van aangegane verbindtenissen te dwingen. De volgende algemeene vergadering zal te 's Hage worden gehouden. In den nacht van 21 op 22 dezer heeft in het gehucht Sweijkliuizen, gemeente Schinnen, een diefstal met inbraak en moordaanslag plaats gehad bij mej. E. Kisters. 's Morgens werd de 71jarige bewoonster van het huis door de gen darmerie in haar bloed badende gevonden. Geneeskundige hulp werd onmiddelijk ingeroepen, maar men wanhoopt aan het behoud van haar leven. De justitie doet onderzoek, doch tot nu toe heeft men geene nadere berigten. Uit het thans bekend gemaakte programma der fees telijkheden te Vlissingen van 710 Sept. a. s. te houden ter gelegenheid van de opening der groote rijkshaven, sluis-kanaal en spoorwegwerken door Z. M. den Koning, blijkt het volgende: Zondag namiddag 5 ure zal de ontvangst van het zang koor door het gemeentebestuur plaats hebben aan het haven- station, wordt de eerewijn aangeboden en zal eene algemeene repetitie van de openings-feestkantate gehouden worden. Des avonds ten 71 ure wordt er een groot concert gegeven door de muziekkorpsen van de veld-artillerie en het 8ste reg. infanterie. Maandag des morgens van 89 en van 121 uur wordt het carillon bespeeld; ten 12 ure zal de ontvangst van ministers en verdere genoodigden, door het gemeente bestuur in het stationsgebouw van het haven-emplacement plaats hebben. Des namiddags, tusschen 1 en 2 ure zullen kanonschoten van de oorlogschepen Zr. Ms. aankomst aan boord van het stoomjagt „de Leeuw" aankondigen. Bij Zr. Ms. komst in de voorhaven, geëscorteerd door eene door ingezetenen van Middelburg versierde stoomboot, als huldeblijk aan Vlissingen, zal het kon. saluut gelost worden. Bij Zr. Ms. komst voor, en vaart door de groote zeesluis, en terwijl Z. M. plaats neemt op de tribune bij de sluis, worden volksliederen en muziekstukken uitgevoerd. Daarna volgt de feest-kantate. Des namiddags ten 2| ure wordt een allegorische optogt gehouden, scheepvaart, handel, landbouw en nijverheid voorstellende, deze optogt zal bij Zr. Ms. verblijf op het raadhuis, en bij het standbeeld van de Ruyter voor Z. M. defileeren. Van 6 8 uur 's avonds muziekuitvoeringen op drie plaatsen, o. a. nabij de plaats waar Z. M. het middagmaal gebruikt, HD. door de gemeente aan te bieden. Eene groote illuminatie in de gemeente en van schepen op het kanaal zal, gevolgd door een groot schitterend vuurwerk met muziek, dezen dag besluiten. Dingsdag heeft ten koste der gemeente eene buitengewone uitdeeling plaats aan de bewoners van gestichten en de armen van alle gezindten; 's middags 12 ure zullen volks spelen met muziek plaats hebben en ten 5 ure wordt een verkleinde optogt gehouden, om de vaandels enz. ten stad- huize te deponeeren. Des avonds ten 8 ure zal het muziek korps der grenadiers en jagers een concert geven, en ten 10 ure zullen luchtballons opgelaten worden, zal vuurwerk afgestoken en daarna bal gehouden worden. Woensdag namiddags van 24 ure zullen kinderen zangstukken uitvoeren en des avonds 8 ure wordt een groot volksfeest gegeven. Extra-treinen vertrekken den 7, 8, en 9 Sept. des avonds ten 12 ure naar Rozendaal. Den 8sten zal een extratrein tot Breda doorloopen. Bij gelegenheid der aanstaande feesten te Vlissingen wordt een bezoek verwacht van eene Engelsche stoomboot, aan boord hebbende de autoriteiten van den Londenschen handel; die stoomboot, toebehoorende aan de Dover- en Calais-mail-company, zal te Vlissingen Zaturdag 6 Sept. aankomen en Woensdag 10 Sept. vertrekken. De gevolgen van dit bezoek, waardoor de groothandel uitgelokt wordt om kennis te maken met de faciliteiten onzer havens, zullen zeker niet uitblijven. Uit de legerplaats bij Milligen wordt van Woensdag gemeld: Alle troepen verlieten lieden ochtend het kamp. In twee deelen trok liet 1ste gedeelte om half acht langs Oud- Milligen, het Kootwijksche Zand, om de hooge Zandheu velen heen. Het 2de gedeelte vertrok een uur later, als vooronderstelde vijand, die uit Apeldoorn door onze troepen verdreven was, en kwam van die zijde zóó dat het door het 1ste gedeelte achter de Zandheuvelen in de linkerflank werd aangevallen en door het geschut werd bestookt. De artillerie, van patronen voorzien, deed van weerszijden geduchte kanonnades hooren; de infanterie volvoerde meer een ondergeschikte rol. Het aanhoudend geschutvuur en de daarop gevolgde cavalerie-cliarges deden den vijand, als gedeeltelijk verslagen, in haast de vlugt nemen. Om streeks één uur was men in het kampement terug. In het D. v. Zh. en 's Gr. leest men het volgende: „De tweede godsdienstoefening had jl. Zondag plaats voor de Protestanten, onder 't gehoor van ds. Laurillard, uit Amsterdam, en voor de Roomsch-Catholieken onder dat van pastoor Maas, van Putten. Ds. Laurillard koos tot inleiding zijner preek: het spreken van Johannes den Dooper in de vrije natuur, voornamelijk er op wijzende dat het volk, voor het meerendeel, aan dien voorganger des Heeren vroeg: Wat zullen wij doen? Het antwoord daarop, te vinden in Epheze VI vs. 6, werd door ds. Laurillard tot tekst gekozenhierbij het woord dienstknechten in militairen zin opvattende. Op zijn eigenaardige wijze bepaalde de spreker zich tot de pligten en goede kenmerken van den soldaat: gehoorzaamheid, eer, kracht en moed, telkens duidelijk doende uitkomen, dat een en ander het best bereikbaar is, wanneer men toont te zijndienstknechten des Heeren. Deze veelomvattende toespraak eindigde met een krachtig gebed, waarin Gods zegen werd afgesmeekt over Z. M. den Koning, II. M. de Koningin, de verdere leden van ons vorstelijk stamhuis, de regering, het leger en ons vaderland. De groote parade die, om de felle hitte voor de infanterie zonder randsel, ten 12 ure plaats had, werd geïnspecteerd door den opperbevelhebber generaal-majoor van der Schrieck en gekommandeerd door kolonel van Toll, van het 1ste regiment huzaren. Vele burgers van beiderlei kunne en van allerlei rang en stand (zeker 2 maal het dubbele getal van den voor- gaanden Zondag), uit verschillende plaatsen overgekomen, woonden de godsdienstoefening en de parade bij. Des avonds ten 7 ure was er muziek voor de officiers- cantine van het regiment grenadiers en jagers." Jl. Zaturdag avond is te Mastenbroek een rijtuig, waarin behalve de koetsier vier onderwijzers gezeten waren, komende uit Hasselt met bestemming naar Genemuiden, nabij 't Vosje onder die gemeente, door de duisternis in de Wetering geraakt, met het noodlottig gevolg, dat twee onderwijzers, Vos van Genemuiden en Pon van den Zeedijk, gemeente Genemuiden, zijn verdronken. De onderwijzer Pon laat eene vrouw met zes kinderen na. De N. Winsch. Crt. bevat het volgende: Te D. overleed in de voorgaande week een onderwijzer, die, ongehuwd, nog al met aardsche goederen gezegend was. Geen nadere bloedverwanten dan neven en nichten bezit tende, bewezen deze hem dan ook, in het bijzonder bij zijne laatste ziekte, allerlei dienstbetooningen. Op den dag zijner begrafenis kwamen die verwanten ook tevens op, wetende, dat hun neef eene laatste wilsbeschikkiug had gemaakt, waarbij ieder natuurlijk meende nog boven den ander bevoorregt te zullen zijn. En waarom zou men ook achter blijven De overledene had immers verzocht bij zijne begra fenis geene bedroefde gezigten te maken, zooals meestal gebruikelijk was, maar ieder moest zich opgeruimd vertoonen, er moest een vriendenmaal gehouden worden, waarbij scherts en luim moesten voorzitten. Bij de opening van het testament veranderde echter deze vriendenkring in eene scheldende en tierende menigte. De nichten en neven waren al zeer schraal door den legateur bedacht. Dnizend gulden had deze vermaakt aan de onder- wijzers-weduwenbeurs in Friesland; duizend gulden aan het blinden-instituut te Amsterdamduizend gulden aan het doofstommen-instituut te Rotterdamduizend gulden aan het weeshuis te Leeuwarden; duizend gulden voor de jaarlijks te houden kinderfeesten te D.; honderd rijksdaalders aan zijn hulponderwijzer en, behalve nog enkele legaten meer, was iedere staak van zijn wettige erfgenamen slechts acht honderd gulden toegedacht; terwijl voor het overige deel zijn huishoudster universeel erfgenaam werd. De geheele erfenis wordt op f 80,000 begroot. Men zegt dat het gezelschap al razende en tierende uiteenging. Te Oosterhuizen heerscht sedert eenigen tijd een ziekte onder de schapen, waaraan de dieren, onmiddellijk nadat zij zijn aangetast sterven. De Indiër zegtde secretaris van de residentie Bantam is uit zijne betrekking ontslagen. Men spreekt van een te kort in de kas van f 123,000. Tot plaatsverv. kantonr. te Schagen is benoemd de heer C. E. Perk, burgem. der gem. Anna Paulowna. De arts J. P. M. Trousselot is met ingang van 21 dezer benoemd tot off. van gez. 2de kl. bij de zeemagt, met bepaling dat hij zal rang nemen onder den off. van gez. 2de kl. T. Abraham9z.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2