Binnenland. overgegaan, of dat het votum der Kamer over eenig wets ontwerp daartoe het sein zou moeten wezen. Al schijnt er veel te zijn, dat voor het aangrijpen van dit uiterste middel pleit, al zijn er redenen te over voor te vinden, wij twijfelen of het iets zou batende jongste verkiezingen zijn nog te kort achter den rug, alle richtingen hebben toen ruimschoots de gelegenheid gehad om tot het stemgerechtigd volk te spreken en hare bedoelingen te doen kennen, om het te nopen tot eene besliste uitspraak over de wijze waarop het verlangt, dat het vaderland zal geregeerd worden. Eene algeheele vernieuwing der Kamer zou geen ander gevolg hebben, het meerendeel der tegenwoordige leden zou wederom gekozen worden. De Tweede Kamer is de afspiegeling der meeningen van het volk, en zoolang bij dat volk niet meer belangstelling in de publieke zaak, niet meer doorzicht, niet meer kennis aan gaande het streven der partijen bestaat, zal zij eene flinke, voor de wetgeving vruchtbare regeering onmogelijk maken. Als elke ziekte, zal ook deze haar verloop moeten hebben, en men het beste doen geduld te koesteren en van den tijd genezing te verwachten. Zoo lang op deze wijze groote regeeringsmaatregelen onmogelijk blijken, moet men trachten, zooveel nut als mogelijk is te stichten door partiëele verbeteringen en vooral door behartiging der materiëele belangen. Aan 's Konings wijsheid zij het thans verbleven, ten meesten welzijn des lands te beslissen op het verzoek der ministers, onze belangen vinden in zijne zorg de beste bescherming! HELDER en NIEUWEDIEP, 2 September. De mailboot Jason, kapt. P. A. de Boer, vertrok jl. Zondag namiddag van hier naar Batavia. De mailboot Conrad is jl. Zondag ochtend negen uur te Batavia aangekomen. Alles wel; schip en machine verkeeren in den besten staat. De mailboot Prins Hendrik zou den 4 dezer naar hier geëxpediëerd worden. De nieuw benoemde adelborsten der marine zijn jl. Zondag gekleed. De lessen aan het instituut namen gisteren weder een aanvang. De nieuw benoemde adelborsten der 1ste kl. J. D. Wolterbeek en L. Adriani, hebben dezer dagen, naar de Prov. Gron. Crt. mededeelt, eene bijzondere onderscheiding ontvangen. Op audiëntie bij den minister van Marine ontvingen zij ieder uit handen van Z. Ex. een geschenk de eerste een gouden horologie en de ander een binocle of nachtkijker als blijk van tevredenheid wegens ijver en vlijt en lofwaardig gedrag gedurende hun driejarig verblijf op het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord, dat zij onlangs verlieten, om in werkelijke zeedienst over te gaan. Z. M. de Koning heeft aan den heer C. Blankevoort, te Monnickendam, concessie verleend tot het indijken en droogmaken van den Blijkmeer. Met inbegrip van den ringdijk, zal de droogmaking een uitgestrektheid van p. m. 45 hectares omvatten, (Stp.) Naar het Vaderland met zekerheid verneemt, heeft mr. C. Th. baron van Lynden van Sandenburg van Z. M. den Koning de opdragt ontvangen een nieuw ministerie zamen te stellen. Eerst heeft Z. M. zich gewend tot den heer van Reenen, maar deze heeft bepaaldelijk geweigerd een opdragt aan te nemen. De voor rekening der Nederlandsclie en Belgische regeringen ondernomen bedijking van schorren in het Zwin is thans voltooid. De nieuwe polder, waarvan 124 hectaren op Nederlandsch en 505 hectaren op Belgisch gebied liggen, zal den naam van Willem-Leopold-polder dragen. te gelijkertijd bij deze gelegenheid op nieuw zijne diplomatieke bekwaamheden had getoond. Nog twee jaren bleef van Swieten na deze gebeurtenis in Indië. In. Augustus 1860 wist hij nog door krachtige en doeltreffende maatregelen de zamenspanning tot muiterij en desertie onder de vreemde Europesche soldaten te verijdelendoch, welke banden hem ook aan het leger hechtten, hij verlangde naar rust en naar het vaderland; den 1 Julij 1862 werd hij op verzoek, op de meest eervolle wijze, onder dankbetuiging voor de langdurige, goede en trouwe diensten door hem aan den lande bewezen, ontslagenen zes weken later nam hij van lndic afscheid, zeker weinig denkende dat hij elf jaren later nogmaals daarheen zou trekken, daar de gouverneur-generaal alsdan op nieuw zou meenen, dat geen krijgs overste meer „waarborgen aanbood voor de verlangde beëindiging" der zaken van.... Atsjin. Weinig had hij zeker gedacht, dat in Junij 1873 de gepensioneerde 66jarige luitenant-generaal, adjudant des Konings en staatsraad in buitengewone dienst, op verzoek van den heer Loudon, uit zijne welverdiende rust zou worden opge roepen, dat het vaderland nog meer zou vergen van hem, die 52 van zijne 66 levensjaren aan 's lands dienst had gewijd, dat hij nog zou moeten wederkeeren naar Indië om, aan den avond zijns levens nogmaals de eer, de waardigheid en de glorie van Nederland te herstellen en te handhaven. Doch hij was bereid toen het aanzoek tot hem kwam. Het vaderland vraagt mijn arm, hier is hijHeldhaftig in zijn ouder dom, gelijk hij heldhaftig was in zijne jongelingsjarenmaar gerijpt door ondervinding, rijker aan kennis en ervaring. Niet alleen echter krijgsman en zelfopofferend vaderlandervan Swieten is ook een braaf burger, een uitstekend vader, een edel mensoh, godsdienstig in den besten zin van het woord. Schreef de (toenmalige) 1ste luitenant de Rochemont in 1860 van hem: „de man, aan wiens naam voor zijn leger het prestige verbonden is van een moed, niet alleen beproefd in menigen oorlog, maar ook in de moeije- lijkste oogenblikken van hagchelijk gevaar," en mag dit worden aangemerkt als één voorbeeld uit velen hoezeer men hem als krijgs man en legeraanvoerder hoogschat, de dagorder van den generaal van 5 October 1860 geeft, in die weinige woorden, een dieper inzigt in zijn karakter als mensch dan alle lofspraak kan doen ver krijgen. „Bij het lezen van de korpsgeschiedenissen," zoo begint die dagorder, „wordt men, te midden van het vele goede, dat men daarin vindt, weemoedig getroffen door een aantal daarin vermelde verwoestingen, die een schaduw werpen op menige sehoone bladzijde.... De taak van het leger is niet om te kastijden, noch om te kwellen, maar om te strijden, te overwinnenen er verder op aandringende dat de officieren zich zullen bekend maken met hetgeen het oorlogs- regt veroorlooft en verbiedt, eindigt de order: „Aldus zullen zij H. M. de Koningin heeft gisteren middag circa 2 uur een bezoek gebragt aan de fabriek van de heeren Enthoven en Co. met het speciale doel om het bronzen beeld der Brielsche Nimf, in een der ateliers der fabriek te bezigtigen. De minister van Binnenl. Zaken heeft het verzoek van den heer J. J. Brant, te Amsterdam, om concessie voor den aanleg van een spoorweg van Amsterdam naar HaarlemdoordenHaarlemmermeerpolder,gewezen van de hand. Ds. A. Jentink Thz., pred. te Terwispel, heeft toe zegging van beroep naar Petten ontvangen. Ds. Margadant te Huisduinen, heeft het beroep naar Ravenswaay aangenomen. Aangenomen het beroep naar Haarlem door ds. H. Smeding, te Nederhorst den Berg. Beroepen te Harlingen de heer S. S. de Koe, pred. te Buitenpost. Drietal te Harlingen; ds. A. Meerdink, te Harderwijk E. W. Heinecken, te Renswoude; W. Koelman, te Katwijk aan den Rijn. Bedankt voor het beroep naar Callantsoog door ds. P. Knuttel, pred. te Eenigenburg. Bedankt voor het beroep naar de Doopsgezinde gemeente te Krommenie door ds. S. Lulofs, te Broek op Langendijk. Men meldt ons uit Koegras, dd. 1 dezer: „Gisteren had alhier de aangekondigde harddraverij plaats. De prijs, een prachtige pendule, is behaald door het paard „de Lange" van den heer J. K. Hoogvorst, bereden door K. J. Hoogvorst en de premie, een paar fraaije bekers met toebehooren, door het paard „de Vlieg" van den heer J. J. Zander, bereden door J. van der Oord. De 1ste prijs bij het ringsteken is behaald door H. J. Hoogvorst2de prijs door IJ. Buik; 3de prijs door J. van Essen. Begunstigd door schoon weder is alles in de beste orde afgeloopen." Jn de Beemster is het rundvee gezond; de varkens sterven echter allen aan de bekende ziekte. De "(Koninklijke Nederlandsche Roei- en Zeilvereeni- ging te Amsterdam vierde jl. Zaturdag haar vijf en twintig jarig bestaan met een wedstrijd op het IJ. De vereeniging tracht niet alleen eene aangename en nuttige uitspanning te bevorderen, maar heeft ook het bloeijend matrozen-instituut opgerigt. In 1849 gesticht, heeft die instelling reeds ongeveer een duizendtal jongelieden voor de zeevaart opgeleid, waarvan sommigen zelfs tot den rang van gezagvoerder zijn opgeklommen. Jl. Maandag werd te Amsterdam, onder leiding van mr. A. de Pinto, de 24ste jaarlijksche algemeene vergade ring gehouden van de maatschappij tot nut van de Israë lieten in Nederland. Als leden van het hoofdbestuur werden herkozen mrs. J. L. de Leao Laguna en A. W. Jacobson en gekozen mr. H. J. van Lier. Door den secretaris werd een zaakrijk verslag omtrent de lotgevallen der maatschappij over 1872 uitgebragt, waaruit van haren stationairen toestand bleek. Nadat een voorstel tot ophef fing van art. 62 der statuten, houdende dat inrigtingen van afdeelingen door het hoofdbestuur kunnen worden gesubsidiëerd, was verworpen, werd besloten hef 25jarig bestaan der maatschappij in 1874 feestelijk te herdenken, en te dien einde ook dan de algemeene vergadering te Amsterdam te houden. Hierna werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Bij een boekhandelaar te Amsterdam zijn de portretten der Atsjinesche legerhoofden, in photographie, verkrijgbaar gesteld. Voor de echtheid wordt ingestaan. Jl. Vrijdag avond is een beambte, in dienst der Holl. Spoorwegmaatschappij, bij het draaijen der brug te Beverwijk in het water gevallen en ondanks alle pogingen tot redding omgekomen. De ongelukkige laat eene weduwe met vijf nog jeugdige kinderen na. met overtuiging en kennis van zaken te beter de edele gevoelens kunnen opwekken, om de minder edele te onderdrukken, en den oorlog niet tot een hardvochtig handwerk te maken." Van 186466 trad van Swieten op als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De onpartijdigheid, die ons blad zich tot regel heeft gesteld, zegt de Holl. 111verbiedt ons over zijn ver schijning op politiek gebied te spreken. Maar hoe het hiermede zij, welke de politieke houding van van Swieten moge geweest zijn, op militair gebied was het geluk immer aan zijne zijde; en dit, dit alleen was het zijne; op militair gebied schitterde hij, werd hij groot; op militair gebied staat hij nu op het punt zijne laatste lauweren te winnen. Zijne lauweren, ja! want met vol vertrouwen staart Nederland hem na, met vol vertrouwen zien wij de eer des vaderlands aan zijn handen toevertrouwd. Hij zal overwinnen, Atsjin gelijk eenmaal Bali en Boni! Aan den vooravond van de afreis vereenigde de minister Fransen van de Putte een uitgelezen schare aan eeu afscheidsmaaltijd, om den edelen held een laatst, een hartelijk tot weerziens toe te roepen. Naast den Prins van Oranje waren daar de vertegenwoordigers der buitenlandsche mogendheden, de leden van den Raad van State en tal van andere hooggeplaatste personen te zamen, en de heilwenschen, daar uitgesproken, vonden toejuiching en weerklank door het geheele land. Het was als sprak hij uit naam der geheele natie, toen Z. K. H. de Prins van Oranje den vertrekkende zijn „Generaal, ik wenscli u over een jaar weder te zien!" toesprak. •Én toen straks eeu groot aantal vrienden en vereerders te zamen was gestroomd aan het station, om den heengaande nog een laatst huldeblijk toe te brengen, toen, op het oogenblik dat de trein zich in beweging stelde, aller hoofden zich ontblootten, toen stemde geheel Nederland in met dat treffend bewijs van eerbied en dankbaarheid, toen was het Nederland, dat den grijzen held een laatste hulde bragt voor zijne zelfopofferende vaderlandsliefde. Geven wij hem den wensch na, hem door den gouverneur van Celebes in 1860, aan het einde der Boni-expeditie, toegebragt: „Generaal, de Voorzienigheid spare u nog lange jaren tot heil van het vaderland, tot roem der wapenen en tot geluk van uw gezin!" Moge weldra het oogenblik daar zijn dat hij, met nieuwe lauwerenr gekroond, terugkeert in het land, hetwelk in hem een zijder edelste zonen ziet; en moge dan een daverend: „gij hebt schitterend uw pligt volbragt!" weerklinken als antwoord op hetgeen van Swieten tot onzen Kroonprins zeide: „7/c zal mijn pligt doen D. De Bonisehe expeditiën, door kapt. Perelaer, 2 dln., bij Kolff te Leiden, 1872. Het zij mij vergund op dit zeer interessante werk hier de bijzondere aandacht te vestigen. Dezer dagen zijn te Velzen in publieke veiling ver kocht 2i hectare weiland, gelegen in den Velserbroek, voor f 5000 per hectare. Blijkens aankondiging van den burgemeester van Bodegraven, heeft zich den 26 Aug. 11. in die gemeente een geval van Aziatische cholera voorgedaan. Het standbeeld van wijlen den minister Thorbecke zal geplaatst worden op het Binnenhof te 's Hage, en wel waar thans de lantaarn staat. Jl. Zondag is te 's Hage onverwachts overleden de heer C. F. Pahud, oud-minister van Koloniën, en van 1856 tot 1861 gouverneur-generaal van Nederl.-Indië. De heer W. H. J. van Idsinga, oud-gouverneur der kolonie Suriname, is jl. Maandag te 's Hage aangekomen en aan het hotel Paulez afgestapt. In de vergadering der vennootschap tot oprigting van een gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's Hage, is door 't bestuur verklaard, dat men zeer teleurgesteld is in de kosten van uitvoering; men wil niet alleen eene groote zaal, maar ook een aantal kleinere zalen; er was dus meer geld noodig. De vergadering vereenigde zich met het denkbeeld van het bestuur en de som van f150,000 zal zoo noodig op hypotheek worden opgenomen, om het uitgebreider plan te verwezenlijken. Eene belooning van 5000 frs. is uitgeloofd voor het geven van inlichtingen, welke leiden kunnen tot aanhouding van zekere Jozef Cuccoli, een Italiaan, laatst beambte bij de afdeeling der Italiaansche bank te Milaan en makelaar in droogerijen. Hij wordt verdacht van ontvreemding eener som van 87,000, frs. ten nadeele van genoemde bank. Voor het doen terugkeeren der ontvreemde som in de bank zijn eveneens 5000 frs. uitgeloofd. Bij ontdekking wordt berigt ingewacht bij het departement van Justitie te 's Hage. Jl. Zaturdag morgen is de heer M. Cohen Stuart, emeritus-predikant te Rotterdam, met zijne echtgenoote van daar per stoomboot direct naar New-York vertrokken, ter bijwoning van de algemeene vergadering der Evange lische Alliantie aldaar, tot welke hij, als secretaris van het Evangelisch Verbond hier te lande, was uitgenoodigd. De beste wenschen zijner vrienden vergezellen hem aan boord en op zijn verderen togt. (U. D.) De jaarlijksche algemeene vergadering der Nederl. vereeniging tot afschaffing van sterken drank, zal onder presidium van jhr. J. L. de Jonge, van Zierikzee, gehouden worden in het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen" te Rotterdam, op 8 en 9 October e. k. Men verneemt uit Rotterdam dat bij het baggeren uit een der Singels aldaar zou zijn opgevischt een mes, zoogenaamd couteau poignard, hetwelk vermoed wordt aldaar door den verdachte in zake den dubbelen moord te 's Hage, de Jong, in het water te zijn geworpen, terwijl hij met zijn schuit in dat water vertoefde. De conducteur Brouwer, in dienst bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, is jl. Maandag avond op jammerlijke wijze om het leven gekomenvermoedelijk is hij tusschen de stations Delft en Schiedam van de loop plank gevallen en door een of meer treinen overreden. Het lijk was onherkenbaar verminkt, en alleen uit de papieren, die de overledene bij zich had, kon men zijnen naam ontdekken. Jl. Vrijdag ochtend omstreeks 6 ure ontstond te Vreeswijk brand in eene der slaapkamers van dr. T. Een knaapje van 4 jaar was opgestaan en had met lucifers gespeelddeze ontbrandden en zóó geraakten de bedgordijnen in vlam. In korten tijd deelde het vuur zich mede aan de overige slaapkamers, slechts met planken en papieren beschotten van elkander gescheiden. De geheele boven verdieping is uitgebrand, doch door de spoedige en doel treffende pogingen der brandweer is het gelukt den brand daarbij te bepalen. Intusschen heeft men de ramp te betreuren, dat een kindje van drie jaar in de vlammen is omgekomen. De zuster van mevr. T., die in het bed sliep dat het eerst in brand geraakte, had, ofschoon met brand wonden overladen, de tegenwoordigheid van geest om de kinderen en de meid, bij wie een der kleinen sliep, te wekken, en vlugtte met vijf kinderen naar beneden, doch de meid vergat in hare ontsteltenis het kind, dat bij haar op bed lag, meê te nemen. De naakte kinderen werden bij de buren opgenomen, en in het eerst wist men niet of allen uit het brandende huis waren gered. Toen het kindje, dat bij de meid geslapen had, gemist werd, was het te laatmen vond het kind in de vlammen omgekomen. (N.R.C.) In den nacht van jl. Donderdag op Vrijdag heeft te Zuidlaren iets plaats gehad, dat allen, die eenig gevoel hebben, met afgrijzen heeft vervuld. Toen de eigenaars der koeijen in het land van den bakker Groenwold Stratingh aan den stations-straatweg Vrijdag morgen in het land kwamen om de koeijen te melken, bevonden zij, dat drie der aldaar weidende koeijen, waaronder 2 van Stratingh en 1 van de wed. Meijer, op een allerwreedaardigste wijze waren verminkt. Men had ze de dijen van af de heup tot aan den hak geheel opengesneden. De aanleiding tot deze daad is onbekend. De heer H. L. A. Wijnne, geneesheer te Odoorn, beklaagt zich, dat hij te Zwolle aan het buffet van het station geen water heeft kunnen bekomen en dat de stati ons-chef hem op zijne vraag te kennen gaf, dat in de behoefte daaraan niet kon worden voorzien. Hij vraagt nu, of het, vooral in 't belang van den mingegoeden reiziger, die dikwijls zijn reisgeld precies moet afpassen, zonder vertee ringen te kunnen maken, niet wenschelijk, en of het voor de spoorweg-maatschappijen niet gemakkelijk uitvoerbaar zou zijn, om op eene in 't oog loopende plaats een pomp met vergaarbak en nap te plaatsen, zoodat men, aan de halte-plaatsen uit de waggons gaande, zou kunnen drinken of zich wasschen. Naar men van goede zijde verneemt, moeten de prijzen en premiën, die Donderdag a. s. vanwege Z. M. den Koning te Leeuwarden met paard en chais zullen worden verharddraafd, geschat worden op een waarde van omstreeks twee duizend gulden. Jl. Woensdag middag had te Appingadam een aller droevigst voorval plaats. De 19jarige zoon van de wed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2