1873. N°. 110.
Vrijdag 12 September.
31 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
HELDERSCHE
MEI WERIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Cj] Ver schijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuedag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
vCjg, franco per post - 1.65,
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertenties Tan 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-Indië: via Triest 16 Sept. 's avonds 6 u. 25 m.
t i, u Marseille 25 Sept., 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 22 Sept., 's avonds 6u. 25 m.
Curagao en Suriname, 16 Sept.. 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 13 Sept.,
's morg. 6 u. 25 m.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter
algemeene kennis
A. dat bij Zijner Majesteits besluit van den 29 Julij 11. (Staats
blad no. 119) is bepaald, dat de ingelijfden bij de militie te land,
onder behoud hunner positie als milicien, met hunne toestemming
en, voor zooveel de minderjarigen betreft, ook met die hunner
ouders of voogden, voor den tijd van ten minste twee jaren, bij
de landmagt dienende in Nederlandsch Oost-Indië kunnen gedeta
cheerd worden en zulks onder genot van de gunstige voorwaarden,
bij 's Konings besluit van 4 Mei 11. no. 1, omtrent het aangaan
van vrijwillige verbindtenissen voor de militaire dienst in Neder
landsch Indië vastgesteld, met dien verstande, dat zij, die binnen
den tijd hunner detachering regt verkrijgen op ontslag uit de
militie-dienst, behoudens dat ontslag, den tijd voor welken zij bij
de landmagt in Nederlandsch Oost-Indië zijn gedetacheerd, zullen
volbrengen.
B. dat ter uitvoering van 's Konings besluit hierboven omschreven,
de Minister van Oorlog heeft bepaald
1. dat Zr. Ms. besluit voorshands niet van toepassing is op de
miliciens der bereden korpsen, die zich in werkelijke dienst be
vinden of hun eersten oefeningstijd nog niet hebben volbragt
2. omtrent de toelating der miliciens tot detachering bij de
landmagt dienende in Nederlandsch Oost-Indië gelden in het alge
meen de voorschriften, die voor de vrijwillige werving daarbij zijn
vastgesteld; in stede echter van een engagements-aote zal door
eiken betrokken milicien een bewijs in tweevoud worden geteekend
volgens model, terwijl voorts geen aanbrengpremie wordt toegekend
3. de miliciens die, in voege voorschreven, bij de landmagt
dienende in Nederlandsch Oost-Indië gedetacheerd zijn, zullen op
de stamboeken der korpsen, waartoe zij behooren, als gedetacheerd
gevoerd worden;
9. overeenkomstig het bepaalde in art. 123, 4e der militiewet,
zal bij de korpsen voor ieder milicien die in voege voorschreven
wordt gedetacheerd, een man minder voor het blijvend gedeelte,
onder de wapenen gehouden of geroepen worden
10. de bestaande voorschriften omtrent het inleveren van kleeding
West-Friesclie Correspondentie.
XVI.
Ik heb tot nog toe haast niet anders dan goed van onze West-
Friezen verteld en er valt gelukkig niet veel kwaad van hen te
verbalen. Als men de zaak echter wat nauwkeuriger en op de keper
beschouwt, valt er nog wel wat aan te merken. Aanmerkingen
maken is evenwel een ondankbaar werk en hetzelfde publiek, dat
het zeer natuurlijk vindt, als men de loftrompet steekt voor zijn
werkelijk bestaande of ingebeelde deugden, kan niet begrijpen, dat
iemand het wagen durft, iets op hunne gedragen jas af te dingen.
Zooals ik evenwel reeds gezegd heb, groote ondeugden bezitten
onze West-Friezen niet.
Wat echter veel te wenseben overlaat is de geneeskundige armen-
dienst ten platten lande. Of bet aan de geneeskundigen ligt, of
aan de armbesturen, weet ik niet, maar zeer hoort men klagen over
de gebrekkige geneeskundige hulp bij de armen. Zeer weinige
gemeenten hebben een eigen plaatselijke geneeskundige, d. i. een
zóódanige, die een vast salaris geniet, waarvoor hij de armen der
gemeeute bedienen moet. Waar ze nog zijn is hunne belooning in
vergelijking met andere plaatsen zóó bespottelijk laag, dat de
betrokken geneesheer deze betrekking veeleer beschouwt als een
lastpost, dan als eene bijdrage tot zijn inkomen. In de gemeente
Oudendijk is op dit oogenblik de betrekking van plaatselijk genees
heer vacant en staat er eene oproeping dienaangaande in de
couranten, op een salaris van f 300 's jaars, waarvoor de titularis
tevens de benoodigde geneesmiddelen moet leveren. De genees
kundige bladen maken zich vrolijk met deze schitterende offerte,
en toch ken ik geen andere gemeente in deze streken, die zóó
royaal salariëert. De meeste gemeenten hebben, zooals ik reeds
gezegd heb, in bet geheel geen plaatselijke geneeskundige en het
is vooral daar, waar de verzorging der zieke armen ronduit slécht
genoemd mag worden. Het gemeentebestuur verwijst ze naar de
kerkelijke armbesturen en deze zeggen, dat ziekenverpleging niet tot
hunnen werkkring behoort. Waar de zaak nog eenigzins geregeld
is, is een armenvoogd of een raadslid aangewezen, om voor ieder
geval, waarbij geneeskundige hulp gevraagd wordt, een permissie-
billet te geven. Wie nu weet, hoeverre de woningen der plattelands
bewoners van elkander af kunnen liggen, begrijpt al aanstonds,
wat kostbare tijd daarmede voor den zieke verloren kan gaan.
Niet zelden is de armenvoogd niet te huis, op het land aan het
werk, naar de stad of te gast en de geneeskundige heeft stellig
verhod te komen, zoolang geen permissie is gegeven. Trouwens,
deze toesteftiming wordt niet zelden geweigerd. De armenvoogd
informeert dikwerf of de zaak wel ernstig genoeg is om er den
meester bij te balen, geeft niet zelden den raad het nog eens aan
te zien, hij zelf, zegt hij, heeft het om de kosten niet te laten,
maar hij is er ook zoo gauw niet bij, mogelijk schiet het nog
wel los, men moet morgen maar weer eens terug komen. Wordt
en uitrustingstukken, bet sluiten der rekening en reparatiefonds
en bet verzekeren der saldo's schuld en te goed bij overgang van
militairen naar liet leger in Indië, blijven van kracht voor de
miliciens, die op grond van voornoemd besluit bij het leger in
Nederlandsch Oost-Indië worden gedetacheerd.
De miliciens, die bij terugkomst in Nederland in het genot van
groot verlof worden gesteld, worden, wanneer zij later bij hunne
korpsen onder de wapenen komen, op nieuw van kleeding en uit
rusting voorzien.
De milicien-verlofgangers die zich tot detachering naar Neder
landsch Oost-Indië wenschen te verbinden, zullen zich daartoe
voorzien van de noodige bescheiden, behooren aan te melden bij
den provincialen adjudant in de hoofdplaats van het gewest waaruit
zij herkomstig zijn of bij den kommanderenden officier van het
korps waarbij zij zijn ingelijfd, en dat aan hen na definitieve
bekrachtiging van hunne verbindtenis bij het Koloniaal Werfdepot,
evenals aan de vrijwilligers eene gratificatie van f 200 zal worden
uitbetaald.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 9 September 1873. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 11 September.
Volgens berigt van Gibraltar van den 8 dezer, is aldaar
den 7den 's avonds aangekomen de mailboot Jason, welk
schip den volgenden dag de reis naar Java heeft voortgezet.
Aan boord was alles wel.
In de volgende week wordt alhier verwacht het
muziekkorps van het 7de regiment uit Amsterdam.
Als eene bijzonderheid uit het leven van wijlen den
gouverneur-generaal Pahud, deelt men aan de Standaard
mede, dat hij als jongeling te gelijk met den heer Wilkens,
later hoofdonderwijzer te Samarang, zijn examen aflegde
voor den derden onderwijzersrang. Hij droop, en werd
later gouverneur-generaal van Neêrl. Indië. De heer Wilkens
kwam er door, en bleef schoolmeester.
Had de Standaard deze bijzonderheid niet publiek gemaakt,
dan zouden ook wij die minder vereerende bladzijde uit
het leven van den heer Pahud gesloten hebben gelaten.
Thans echter kunnen wij er nog deze bijvoegen: De
heer Pahud was niet de eenige die bij het examen werd
afgewezenjaren lang hebben de leden van de Witte
Sociëteit in den Haag een bediende gekend, die gelijktijdig
het permissie-billet eindelijk gegeven, dan is het niet zelden nog
zeer voorwaardelijk, mij is o. a. één vertoond, letterlijk van den
volgenden inhoud:
„Ik ondergeteekende, armenvoogd tegeef permissie
aan den heer N. N., om te praktiseeren over de vrouw van
X., tot een bedrag van vier gulden."
Sommige gemeenteraden (feitelijk) hebben in officiëele zitting
besloten, alleen geneeskundige hulp te verstrekken aan volwassenen
en niet aan kinderen!
Ik weet er van, dat in eene zeer welvarende gemeente in een
arbeidershuisgezin drie kinderen ziek lagen. De geneesheer, die al
van jaren her geld van dit huisgezin moest hebben, gaf den raad
eens te beproeven, of men geene toestemming kon krijgen tot
behandeling voor rekening der gemeente. De armenvoogd deelde
de vrouw mede, dat in den raad besloten was geene geneeskundige
hulp te verstrekken aan kinderen. Toen de moeder daarop onder
een vloed van tranen hare armoede en liet lijden harer kinderen
schetste, werd de armenvoogd bewogen, doch moest bij zijne ver
klaring blijven, dat hij als armenvoogd aan het raadsbesluit niets
kon veranderen. Hij gaf echter aan de arme vrouw een rijksdaalder
uit zijne privaatkas met den raad eens naar Hoorn te gaan en
daar een beroemdapotheker te raadplegen.
Dat gelden uit armenkassen gebezigd worden om geneeskundige
hulp bij onbevoegden te zoeken, is volstrekt geene zeldzaamheid.
Men ziet het, een en ander laat nog al wat te wenschen over
en dat is zeer jammer, want de West-Eriesche landman is anders
goedhartig en milddadig. Ligt de schuld soms bij de geneeskundigen
Hebben zij soms door lang gerekte kuren en hoog opgevoerde
rekeniDgen de zaak zeiven verkorven? Als men de armbesturen
hoort, zeggen ze „ja!" en als men de geneeskundigen hoort, zeggen
ze „neen
De arme zieken en vooral de zieke kinderen lijden er echter het
meest onder en zeer is het te hopen, dat hier verandering in mag
komen. Als ik, door eventjes den vinger op de wond te leggen,
met eenige vrucht de aandacht op dit punt gevestigd heb, is deze
„Correspondentie" zeker de nuttigste van allen geweest.
Ik zou wel iets weten, doelt dit zal wel vooreerst tot de vrome
wenschen blijven behooren, nl. dit: Er moesten hier en daar ten
platte iande, al was het van staatswege, apothekers gevestigd
worden; iedere gemeente moest verplicht zijn, tot een bepaald
minimum van belooning, evenredig aan het zielental, een gemeente
geneesheer te benoemen, al woonde hij ook in eene aangrenzende
gemeente; deze moest voor die belooning verplicht zijn alle zieken
te behandelen, die op een door het gemeentebestuur te verstrekken
lijst van onvermogenden voorkwamen, en zijne voorschriften eindelijk
moesten niet door hem, maar in een der bovenbedoelde apotheken
gereed gemaakt worden.
Men ziet, ik zou wel raad welen, maar de rechte lui vragen
ze niet!
met den toenmaligen gouverneur-generaal het onderwijzers
examen deed en niet voldeed. De een werd afgewezen en
werd minister en gouverneur-generaal, de ander had het
tot societeits-bediende gebragt. (Arnh. Crt.)
Het Dagblad is sterk tegen het plaatsen van een
standbeeld voor Thorbecke op het Binnenhof te 's Hage.
't Hoort op particulier terrein of op eene begraafplaats
meenen de conservatieven.
Nu de naaste familiebetrekkingen der twee onlangs
in de adsistent-residentie Benkoelen vermoorde ambtenaren
van wege het Departement van Koloniën zijn gewaarschuwd,
kan worden medegedeeld, dat de vermoorde adsistent-
resident was de beer H. van Amstel en de controleur de
heer E. E. W. Castens.
De groote scherpschutterswedstrijd van den Neder-
landschen Weerbaarheidsbond zal den 24 Oct., in de vlakte
van Waalsdorp gehouden worden.
Naar men verneemt is tot sluismeester aan de Oranje
sluis, bij Schellingwoude benoemd de heer A. Blom, te Texel.
Beroepen te Utrecht ds. S. S. de Koe, pred. te
Buitenpost; te Maarsen ds. M. A. Adriani, te Harlingen;
te Schiedam ds. G. H. Bleeker, te Tjamsweer; te Rotter
dam ds. E. E. Kruyff, te Velp.
Bedankt voor het beroep naar Abbenbroek door
dr. M. Niemeijer, te Sneek.
De bekende Utrechtste onderwijzer van Lummel viert
heden zijn 25jarig jubilé.
Gedurende de week van 31 Aug. tot en met 6 Sept.
hebben zich in Noordholland geene gevallen van longziekte
onder het rundvee voorgedaan. In den loop der maand
Aug. zijn er tien voorgekomen, nl.: te Haarlemmermeer,
Sloten, Beemster, Nieuwer-Amstel, Monnickendam, Nieu-
wendam en Ilpendam, ieder 1, en te Hoogwoud 3.
Tot wethouder te Enkhuizen is benoemd de heer J.
Moll, in plaats van den heer M. van Simmeren, die wregens
zijn hoogen leeftijd niet meer in aanmerking wenschte te
komen.
Jl. Dingsdag is te Amsterdam eene vergadering ge
houden van deelhebbers in de onderneming op het wrak
de Lutine. In plaats van wijlen den heer Eschauzier,
vroeger commissaris te Terschelling, werd benoemd de heer
C. C. Ruige aldaar. Uit de mededeelingen van heeren
commissarissen bleek dat als verlenging van het op 31 Dec.
van dit jaar afgeloopen bergingscontract met den heer
Verleden week heb ik eene vergadering bijgewoond der Ver-
eeniging voor Volksvermaken te Hoorn. Zulk eene vergadering is
waarlijk eenig in haar soort en een reisje dubbel waard. De leden
waren ten getale van ruim vijf honderd opgekomen, terwijl het
geheele getal tegenwoordig ruim acht honderd bedraagt. Als men
in aanmerking neemt, dat men om lid te zijn den vollen leeftijd
van achttien jaar moet hebben bereikt, dan is zulk een aantal in
een stad als Hoorn, met nauwlijks tien duizend inwoners, zeker
eenig in den lande. Het merkwaardige van deze vergaderingen,
die uit den aard der zaak uit alle klassen der maatschappij zijn
samengesteld, is de buitengewone orde, die er beerscht en de aan
dacht waarmede ieder spreker, en het hapert er niet aan sprekers,
gevolgd wordt. Het moet trouwens gezegd worden, dat het bestuur
er bijzonderen takt van heeft zulke volksvergaderingen te leiden en
bezig te houden. Onder allerlei kwinkslagen en aardigheden komt
men in ongeloofelijk korten tijd tot de meest praktische resultaten.
Deze vergadering goldt eene nadere regeling van de feestelijke
herdenking van den slag op de Zuiderzee en het gevankelijk binnen
voeren van den graaf van Bossu in Hoorn op den 12 October
1573. Uit den gang der diseussiën bleek mij, dat bet bestuur
voornemens was geweest, de herinnering aan dit feit te herdenken
door het houden van een tweedaagsch muziekfeest, gepaard met
harddraverij en volksspelen. Daartegen had de vergadering zich
evenwel verzet, er moesteen optocht bij zijn, het gevankelijk binnen
brengen voorstellende van genoemden admiraal der Spaansche vloot.
„Wat is een Bossu-feest," bad een der leden uitgeroepen, „zonder
Bossu?" De vergadering had met luid gejuich deze vraag onder
steund, waarop de voorzitter te kennen had gegeven, dat het bestuur
in beginsel niets tegen een gekostumeerden optocht had, doch dat
de kas niet toereikend was, om ook dit in het programma op te
nemen. Dat was niets, werd er gezegd, als ieder wat doet zijn
we er spoedig. En werkelijk werd na weinige dagen duizend
gulden als vrijwillige bijdrage der leden in de kas der vereeniging
gestort.
De feesten beloven thans schitterend te zullen zijn; na een ge-
improviseerden zeeslag, waarbij, naar ik boor, een oorlogsvaartuig
van de Kon. Ned. Marine zal adsisteeren, zal de graaf van Bossu
met schip en al omringd van honderd vijftig historiesch ge-
kostumeerden, door de stad en naar zijn gevangenis geleid worden,
's Avonds zal deze optocht met verlichting herhaald worden, terwijl
den volgenden dag eene groote harddraverij en volksspelen plaats
hebben en het geheel met een prachtig vuurwerk zal besloten
worden. Als muziekkorpsen zijn geëngageerd de stafmuziekkorpsen
der Kon. Ned. Marine en van het 7de regiment Infanterie.
Later doe ik de lezers dezer courant een verslag van die feesten.
GÉRARD.
De vereeniging is in bezit van een schip op wielen, ter grootte
van een kleine brik en geheel als zoodanig getuigd.