1873. N°. 112. Woensdag September. 31 Jaargang.
AANBESTEDING.
Binnenland.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
S HELDERSCHE 1§
EN N1ËUWEDIEPËR COURANT.
,,Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingödag-, Dondksdag- en Zatusdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndië: via Triest 30 Sept. 's avonds 6 u. 25 m.
0 n u Marseille 25 Sept., 's avonds 6 u. 25 m.
0 Brindisi 22 Sept., 's avonds 6u. 25 m.
Curagao en Suriname, 1 Oct., 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 23 Sept.,
's morg. 6 u. 25 m.
Op Vrijdag den 86 September 1873, des avonds ten
zeven ure, zal aan het Raadhuis der gemeente Helder, in
het openbaar, bij enkele inschrijving, worden aanbesteed
Het maken van een gemetseld HIOOH in
de Koningstraat, met het leveren en stellen
der noodige syphons.
Het bestek en de voorwaarden liggen van heden af, op de
gewone kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der
gemeente.
Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Gemeente-
Bouwmeester, den Heer A. E. J. GRAAT, door wien op
Woensdag den 24 dezer maand, des voormiddags ten 10 ure,
aanwijzing in loco zal worden gedaan.
Helder, den 16 September 1873.
Burgemeester en Wethouders dier gemeente,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 16 September.
Naar wij vernemen wordt het schroefstoomschip Deli
met 1 Oct. in dienst gesteld en het kommandement op
gedragen aan den luit. ter zee 1ste kl. P. Swaan.
piwtwii MBimMHiMMaPSMagiiuHwiM'wr iwnii11 iiiwinuii" ..waa/aaranHiwi Biifimnimimi.»
Holland in nood.
i
Naar aanleiding van het artikel onder bovenstaanden titel in de
Neue Preie Presse, schrijft de Middelb. Crt.
„Sedert een paar maanden geniet Nederland de twijfelachtige
eer van in Amsterdam een particulieren correspondent te bezitten
van de te Weenen verschijnende Neue Frei Presse, die, zoo als zij
zelve zegt, niet minder dan 1'Indépendance Beige en de Kölnische
Zeitung een wereldblad is. Op nieuw blijkt uit zijne artikelen, dat
wij geen réden van klagen hebben, dat Nederland in den regel
zoo schaars in buitenlandsche bladen vertegenwoordigd is. Naar
aanleiding van beschouwingen van den Amsterdamsehen correspon
dent der Kölnische Zeitung over Nederlandsche toestanden, wezen
wij er reeds vroeger op, dat het gewoonlijk een slecht getuigenis
is voor de relatiën met het buitenland of voor den binnenlandschen
toestand van kleine staten als België, Denemarken en ons land,
wanneer door de hoofdorganen der grootere staten de aandacht op
hen gevestigd wordt. De magt van het clericalisme in België en
de Noord-Sleeswijksche kwestie in Denemarken raken de algemeene
Europesche politiek, en daaraan zijn beide staten voor een groot
deel het voorregt verschuldigd van onder een afzonderlijke rubriek
in de groote Européesche dagbladen besproken te worden. Dat
voorlegt benijden wij hun niet, en gaarne getroosten wij ons nu
en dan de dwaaste en belagchelijkste voorstellingen omtrent Neder
landsche zeden' en gebruiken, die wij gewoon zijn nu en dan in
vreemde tijdschriften en dagbladen te ontmoeten, wanneer slechts
onze politieke toestand aan bet buitenland geen aanleiding geeft
om de aandacht op Nederland te vestigen. Toen de Luxemburg-
sche kwestie aanhangig was, genoten wij b. v. de eer van in de
groote Europeesehe kwestiën gewikkeld te zijn; wij hebben die
toen volop genoten en verlangen waarlijk niet naar meer.
Evenals, gelijk de Duitschers zeggen, die Menschen mit den
Vertialtnissen wachsen, ontstaan ook de Nederlandsche correspon
denten niet de omstandigheden. De oorlog met Atsjin en onze
staatkundige crisis schijnen hen tegenwoordig in bet leven geroepen
te hebben. Van ganscher harte hopen wij, dat èn aanleiding èn
gevolg spoedig verdwijnen mogenGeregeld één- of tweemaal per
week verschijnen in de Neue Preie Presse korte correspondentie-
artikelen van J. v. L. te Amsterdam, waarin alle geruchten en
gissingen, die men omtrent den oorlog met Atsjin en onze minis-
teriëele crisis bier en daar ziet opduiken, trouw worden medege
deeld. In het algemeen zijn die artikelen vrij onschuldig, en zelfs
au en dan getuigden zij van meer bekendheid met Nederlandsche
toestanden, dan waarop de Duitscher zich beroemen kan, die be
schouwingen over Nederland in de Kölnische Zeitung levert. Maar
Nederlander is de correspondent zeker niet, tenzij bij zijn vader
land meent te dienen door bij voorkeur melding te maken van al
hetgeen waarop Nederland niet zoo bijzonder reden heeft van zich
te beroemen.
Gebaseerd op de minder rooskleurige mededeelingen van den
nieuwbakken correspondent, bespreekt de redactie der Neue Preie
Presse onder den bovenstaanden titel; „Holland in nood" onze
ministeriëele crisis. Dit artikel maakte op ons bij bet lezen een
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
-Zr. Ms. schroefstoomschip het Loo is van Ylissingen
alhier teruggekeerd. Ook de instructiebrik Ternate arri
veerde hier gisteren weder.
Zr. Ms. monitor de Tijger is jl. Zondag alhier van
Hellevoetsluis aangekomen, om proeven te nemen met de
torpedo-verklikkers van Kaiser.
Jl. Zondag namiddag ten 1 u. 30 m. vertrok van hier
naar Rotterdam de heer G. Scholten, benoemd tot adj.-
directeur der publieke werken te Rotterdam. Een groot
aantal vrienden deed den vertrekkende uitgeleide aan 't
station van den spoorweg.
Gisteren avond is een bemande sloep van de Ternate
door het ruwe weder naar den Zuidwal afgedreven, en
heden morgen door de stoomboot Ada van Holland ter
bestemder plaatse gebragt. De opvarenden, hoewel dank
baar met den gunstigen afloop, hebben een min rustigen
en droogen nacht gehad.
We maken belangstellenden altent op de weerkundige
waarnemingen hierachter.
Aangenomen het beroep naar Petten door ds. A. Jentink,
pred. te Terwispel.
Bedankt voor het beroep naar Alphen aan den Rijn
door ds J. Krayenbelt te Alkmaar.
De hazenjagt te Texel levert een gunstig resultaat
op. De massa broodjagers oefenen een doodelijke praktijk
uit, welke na korten tijd een algeheele uitroeijing van dat
wild tengevolge zal hebben.
Men schrijft ons uit Callantsoog, dd. 14 dezer:
„Volgens geruchten heeft voor eenige dagen in de om
streken onzer gemeente een dolle hond rondgeloopen en
eenige andere dieren gebeten. Een paar schapen van een
landbouwer te Zijpe, bij welke zich teekenen van honds
dolheid openbaarden, zijn reeds afgemaakt en 36 lammeren,
een hond en eene geit van denzelfden landbouwer zijn
gisteren avond aan het strand dezer gemeente in zee
gedompeld; ook hebben drie personen, die met de afgemaakte
schapen in aanraking zijn geweest, de bovengenoemde
waterdoop ondergaan.
Volgens een algemeen verspreid volksgeloof, moet eene
indompeling in zee, wanneer deze namelijk bij opkomenden
alleronaangenaamsten indruk, die wel bet meest door den vorm
veroorzaakt werd, waarin bet gekleed is. Elke natie heeft hare
eigenaardige begrippen omtrent welvoegelijkheid en beschaving, en
daarom zullen wij de Zuid-Duitsche en vooral de Oostenrijksche
bladen niet hard vallen over de ruwe en grove wijze, waarop zij
gewoonlijk polemiek voeren en vaak de eenvoudigste zaken be
schrijven. Men zegt wel eens, dat het woord „fatsoen" niet te
vertalen is; daaraan willen wij bet dan toeschrijven, dat de Oos
tenrijksche bladen deze eigenschap grootendeels missen. Veel
schrijven wij daarom van den onaangenamen indruk, dien het
artikel op ons maakte, op rekening van den vorm, maar ook ge-
looven wij, dat die indruk niet zdo sterk geweest zou zijn, wanneer
wij onder dien ruwen bolster in vreemde taal niet zooveel waarheid
gevonden hadden.
„Gold bet in Holland," zoo schrijft de Neue Preie Presse b. v.,
„slechts eene verandering van coulissen, een aftreden der eene
partij, opdat de andere aan bet roer kome, met het zekere voor-
uitzigt echter om spoedig zelve weder op de groene bank te zitten,
dan zou de crisis niet zooveel aandacht trekken als zij inderdaad
verdient.... Maar de liberale partij is in eene heillooze lethargie
verzonken en zij verroert geen vinger om het dreigend bederf in
eigen boezem tegen te gaan. Met Tborbecke stierf haar Ilannibal.
Zij wierp zich onder de spreuk; heali possessores in de armen van
politieke en materiëele vadsigheid en verlustigde zieb zoozeer in
haar Capura, dat zij bij de laatste verkiezingen op vele plaatsen de
nederlaag leed en met de nieuwe zitting geen enkele stem meer
derheid meer bezit. Stilstand is onvermijdelijk, de stroom van liet
parlementaire leven is in een kwalijk riekenden, slechts door kik-
vorscben bewoonden vijver uitgeloopen."
Op dezelfde voor Nederlandsche lezers minder kiesche wijze
betoogt de Neue Preie Fresse, dat de drie conservative fractiën,
„de conservativen, die naar omstandigheden constitutioneel regeren,
de ultramontanen, die koud en warm blazen naar gelang Aeolus
in het Vatikaan de windbuizen opent, en de anti-revolutionairen,
onder leiding van den mystieken Groen van Prinsterer, die de
zondige wereld naar de leer van Stahl en Gerlach boetvaardig wil
doen nederknielen," nog minder regierungsfahigzijn dan de
liberalen. „Slechts den haat tegen al wat liberaal heet hebben zij
gemeen."
De Koning, die, volgens de gewone spreekwijze van het Weensche
blad, „tengevolge van de vrijheid-ademende grondwet niets meer
dan het gouden hengsel aan den ketel is en slechts dan lastig
gevallen wordt, wanneer men zijne handteekening voor een Kamer
ontbinding verlangt (deze appreciatie hebbeu wij aan het „nationale"
kabinet van 1866/6S te danken!) schijnt van geene verandering
van ministerie te willen booren, zoolang met Atsjin niet is afgerekend."
Hierop volgt een glosse op de meer dan belagchelijke geruchten,
die in Indië over de vredesvoorwaarden geloopen hebben, welke
wij aan den Sultan van Atsjin zouden gesteld hebben en die
natuurlijk terstond door den correspondent als waarheid zijn over
gebriefd. De uitgeleverde Sultan, geketend in triomf door Amsterdam
gevoerd, is de hoofdfiguur dér grap, die de Neue Preie Presse hierbij
naar aanleiding van de dwaze mededeelingen van haar correspondent
te pas brengt.
Prijs der Adverteatiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
vloed en zoo spoedig mogelijk geschiedt, een heilzaam
middel tegen de met regt gevreesde hondsdolheid zijn.
Als dit volksgeloof maar geen volksbijgeloof is!
De heer burgemeester dezer gemeente heeft gelast, alle
honden tot 1 Oct. a. s. vast te leggen.
't Ware in 't algemeen belang te wenschen, dat alle
eigenaars van honden, de genoemde lastgeving getrouw
opvolgden."
Het departement der Maatschappij tot Nut van 't'
Algemeen te Nieuwe Niedorp had in het vorige jaar, bij
gelegenheid van het Aprilfeest, aan de behoeftige ingezetenen
dier gemeente een genotvollen avond bereid, door hen
geheel kosteloos eene voorstelling van Maju te doen bij
wonen, en bovendien op brood, met vleesch en ham, en
melk te onthalen. Aangemoedigd door den grooten bijval,
dien dat feest voor de armen destijds bij de meergegoeden
had gevonden, en de gepaste vrolijkheid bij die gelegenheid
door de minder begunstigde natuurgenooten betoond, heeft
het departement in de vergadering van 8 dezer besloten
in de volgende maand, ter gedachtenis van Alkmaar's
ontzet vóór 300 jaren, zoo mogelijk aan alle behoeftigen
aldaar een genoegelljken en nuttigen avond te verschaffen.
Daartoe zal wederom eene lijst van inteekening aan de
meergegoede burgers dier gemeente worden aangeboden,
en bij genoegzame deelneming zal, met welwillende mede
werking van heeren rederijkers, aan alle behoeftigen
kosteloos toegang worden verleend bij de uitvoering van
het stuk, getiteld: „Strijd en zegepraal, of de belegering
en het ontzet van Alkmaar in het jaar 1573," door den
heer P. Beets, terwijl hun daarbij tevens de noodige ver-
verschingen zullen worden verstrekt. Staande de vergadering
werd reeds voor eene vrij belangrijke sem ingeteekend,
zoodat omtrent het welslagen dezer zaak geen twijfel wordt
gekoesterd.
Aan de hoofdcommissie te Alkmaar is voorliet monument
aldaar uit die gemeente f 129,50 toegezonden.
- Voor omstreeks 4 jaren werd te Beemster door de
ijverige bemoeijingen van den heer W. Sluis eene ver-
eeniging opgerigt, met 't doel om de tuinlieden in en om
die gemeente door voordragten en practisch onderrigt beter
De verdere beschouwingen van het Weensche blad zijn in menig
opzigt merkwaardig, en al is de vorm al niet zoo als die waarin
wij Nederlanders gewoon zijn onze gedachten te gieten, zoo is
toch de inhoud van dien aard, dat eene kennismaking daarmede
misschien ook hare goede zijde zou kunnen hebben. Om de eigen
aardige en kernachtige, maar daardoor vaak zeer weinig fijne
schrijfwijze der Oostenrijksche bladen in het algemeen te doen
uitkomen, houden wij ons zoo streng mogelijk aan den vorm. Dien
laten wij dan ook geheel voor rekening van de Neue Freie
Presse.
„Is het niet bedroevend," vraagt het Weensche blad, „er getuige
van te moeten zijn, hoe eene kleine maar beroemde natie, die met
eere haar stempel op een lange periode der geschiedenis wist te
drukken, eigenlijk door het overvloedig genot van eene zoo groot
mogelijke vrijheid te gronde gaat? Holland is te klein, om zoo
veel vadsigen rijkdom als het inderdaad bezit te verduwen.
Karaktergrootheid wordt verstikt door Chinesche geldzucht, en
door deze ziekte is ook het politieke leven aangetast. Geene Kamer
van Afgevaardigden heeft zooveel zitvleesch en zulk dik bloed als
de Nederlandsche, want zij zit bijna het gansche lieve jaar door en
is letterlijk gierig met een paar weken vacaiitie. Ten gevolge
daarvan hebben de afgevaardigden bijna elk ander beroep vaarwel
gezegd en zich voor een groot deel in de residentiestad 's Graven-
hage, die niet minder dan dertien duizend van geërfd of nieuw
verworven vermogen levende renteniers telt, als gepatenteerde hou
ders van het lidmaatschap van het Parlement voor hun leven ge
vestigd. Zij leiden een methodisch geregeld leven, tot een zacht
rukwindje zeer kalm aan hun politiek leven een einde maakt.
„Niet zoo slecht!" schrijft zulk een politiek oligarch boven de
deur zijner woning te 's Gravenhage, of hij gebruikt ook andere
motto's vol welgevallen en eigenliefde, als: „hoven verwachting!"
of „mijne wenschen zijn bevredigd," of, „wees rustig en tevreden."
Deze opschriften dwalen door het geheele hedendaagsehe Holland
en karakteriseren een zorgeloos leven vol vreedzame onverschillig
heid. De tegenwoordige generatie schijnt als de Israëlieten, die
met Mozes uit Egypte trokken, eerst te moeten uitsterven, wil er
ander en nieuw bloed door de aderen van het volk loopen. „Het
land leeft," zegt een zoon van dit zwemmend volk der Nederlanden,
„zoodra het den grond aan zijne voeten voelt ontzinken." Ware
het leven van zijn vaderland ook in andere omstandigheden merk
baar! Het noemt zoovele groote dooden dp zijnen, maar de dooden
komen niet terug en één enkel levend vriend weegt tegen een
gansch kerkhof met dooden op. Moge God aan dit volk een edel
en nieuw leven en daartoe een zwaren, maar heilbrengenden
geestesstrijd geven! Maar in de eerste plaats een ministerie, een
uitgelezen stel energieke, krachtige en vrijzinnige mannen, die als
een chemisch preparaat den stilstaanden politieken toestand, waarin
het land vervallen is, voor verrotting kunnen bewaren."
Kunnen wij, Nederlanders, ontkennen, dat er veel waars in deze
ruwe woorden ligt? Hoe ook het antwoord luide, wij hebben het
volkomen in onze magt, en waken wij er daarom voor, dat in het
vervolg door het buitenland niet meer zoo streng over Nederland
geoordeeld kan worden.