1873. N°. 116. Vrijdag 26 September. 31 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. HELDERSCHE EN N1EUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsjdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. A.bonnementsprijs per kwartaalf 1.30. t franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163, Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS I Naar Oost-lndië: via Triest 30 Sept. 's avonds 6 u. 25 m. Marseille 9 Oct., 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 6 Oct., 's avonds 6u. 25 m. i, Curagao en Suriname, 1 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop, via Southampton3 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Vrijheid! Welk een voorregt is het burger te zijn van een vrijen Staat! Welk een onmisbaar vereischte is het voor den man, die het volle genot wil hebben van zijne verstandelijke en ligchamelijke vermogens, dat hij zijne gaven gebruiken mag zonder belemmerd te worden door het toezigt eener ergdenkende regering, dat hij zijne krachten besteden mag daar, waar die het nuttigst, voor hem zelf het voordeeligst zijn; arbeiden, zonder dat eene angstige, bemoeizuchtige politie achterdochtig zijne gangen gadeslaat Vrijheid is voor den man eene levensbehoefte als de lucht en het water. Brood en slaap heeft hij noodig om tfe leven, maar vrijheid om zich te ontwikkelen tot die har monische eenheid, die het ideaal is van het denkend wezen, den mensch! Vrijheid om te leeren, om de natuur te onderzoeken, vrijheid om te denken en te spreken, om beter en bekwamer te worden door de wrijving zijner denk beelden aan die van anderen! Vrijheid om zich zelf te zijn, om mensch te wezen voor hij burger is, en burger te zijn met een dankbaar hart voor den Staat, die 't hem mogelijk gemaakt heeft om te worden wat hij is. Maar die vrijheid, die onze heiligste liefde moest zijn, wordt, wonder is 't! miskend. Onder hen, die hare leuze dragen, haren naam op banieren schrijven en luide hunne bewondering uitschreeuwen op markten en straten, zijn hare ergste vijanden. Daaronder vindt gij hen, die vrijheid" roepen en losbandigheid meenen, hen, die haar naam mis bruiken tot een mantel, om hunne hebzucht naar 't goed van anderen, en hunne vurige begeerte naar genot zonder arbeid te bedekken, hen, voor wien „vrijheid kraaijen" een beroep, een handwerk is, dat heel wel zamen gaat met gewelddadige onderdrukking van de meeningen en de regten van anderen; hen, voor wie „vrijheid" beteekent: hunne eigene vrijheid om de vrijheid van ieder ander te dooden. Meer heeft de ware vrijheid te vreezen van dezen, dan van die anderen, die er rond voor uitkomen, dat zij haar haten. Die anderen, die, het goede in de menschelijke natuur miskennende, zich vastklemmen aan het beginsel van gezag, omdat zij gelooven, dat de mensch van natuur zoo slecht en verdorven is, dat hij tot het goede alleen door dwang kan worden gebragt; die meenen, dat een Een Oostenrijker over Hollandsche kaas. Het was op een kouden, onvriendelijken Augustus avond, dat ik in Alkmaar, een aanzienlijk stadje van Noordholland, aan gene zijde van het IJ, aankwam. Bij een snijdenden Oostenwind, had ik drie uren van Amsterdam af op de stoomboot doorgebragt en ik was regt blij, onder dak en in een warme kamer te komen. Toen ik des avonds den gedienstigen hospes vroeg, wat ik den volgenden morgen vóór mijn vertrek naar den Helder al zoo zien kon, beval hij mij in de eerste plaats de Stadswaag aan. Aanvan kelijk begreep ik niet, wat er merkwaardigs aan dit gebouw te zien viel; nog staat het mij levendig voor den geest met zijn donker bruine steenkleur en den hoogen, rijkversierden gevel. Maar al aogt die gevel nog zoo fraai versierd zijn en hoewel de hooge toren zich naar verhouding vrij gemakkelijk boven het gedrukte gebouw verhief, toch kwam het mij voor, als ware het in den pruiken stijl gebouwd. Maar hoe geheel anders beschouwde ik dit Zonderlinge gebouw, toen ik vernam, welk een groote rol het in de geschiedenis der Hollandsche kaas speelde. Uit geheel Noordholland brengen de boeren hun kaas naar Alkmaar ten verkoop, van waar zij naar alle werelddeelen, naar de West en Zuid-Amerika wordt verzonden. Noordholland produceert gemiddeld vijf a zes millioen kilogram kaas per jaar, die op de stadswaag te Alkmaar wordt gewogen. Van daar de trots van den kastelein uit den „Toelast." Het ruime plein voor de oude waag was geheel met prachtige ronde kaas bedekt; de sjouwers waren in het wit gekleed, met gekleurde hoeden. Het was een druk, vrolijk tafereel. Wat in Alkmaar ter markt wordt gebragt is hoofdzakelijk Edam- sche kaas. Wie heeft niet van die beroemde kaas gehoord, of gegeten? Kleine, kogelvormige, uit zoete melk bereide kazen, die dan ook in Holland „zoetemelksche kaas" heeten. De stad waaraan 'ij baar naam ontleent, spiegelt zich in de wateren der Zuiderzee: een klein, net stadje met een zeer fraaije, groote kerk. Edam heeft al» zoovele Hollandsche steden haar roem overleefd. Eens werd op hare werven bijna de gansche vloot van de Ruyter gebouwd, thans loopt er zelden een schip meer van stapel en haar kaas alleen bewaart haar voor de vergetelheid. Intusschen komt niet alle kaas, die onder den naam van Edam mer wordt verkocht, uit dit stille stadje aan de Zuiderzee; veeleer betitelt men met dezen naam alle zoetemelksche kaas, die ten noorden van het IJ, dus in Waterland, Kennemerland en de Zijpe wordt gemaakt. In Holland wordt namelijk magere „kaas," dat is van vrij man noodzakelijkerwijze een slaaf wordt van zijne harts- togten. Onder dezen zijn er, die de harmonische, natuurlijke ontwikkeling van den mensch zonde durven noemen, of, in eene andere orde van denkbeelden, haar voor de open bare orde en het bestaan van den Staat gevaarlijk achten, omdat ze bij het bewustzijn van eigene zwakheid, zich geen denkbeeld kunnen vormen van de gezonde kracht, die de behoefte om op een werkelijk of vermeend gezag te steunen, en zich daarachter te verschuilen, niet gevoelt. Deze openbare vijanden van de vrijheid zijn minder te vreezen, omdat hun aantal, waarin alleen hunne kracht bestaat, verminderen moet met den voortgang der beschaving maar vooral, omdat zij openhartige en bekende vijanden zijn, die niet Hosanna roepen, terwijl zij in hun hart haar wenschen te kruisigen. Wij voor ons hebben meer eerbied voor hen, die de vrijheid niet noodig hebben, omdat zij de waarheid op politiek of godsdienstig gebied meenen te bezitten, dan voor die anderen, die de vrijheid omhelzen met den judaskus; meer eerbied voor den ultramontaan, die zijn eigen denken gevangen geeft aan de uitspraken zijner kerk, meer voor den reactionair voor wien 's vorsten wil steeds de hoogste en beste wet is, dan voor den demagoog, die de petroleum brandt ter cere van de vrijheid op uit kerken geroofde altaren In een enkel opzigt komen echter beiden overeen. Hierin, dat zij de vrijheid trachten te dooden, wetende wat zij doen. Maar er zijn anderen. Er zijn warme vrienden van de vrijheid, trouwe aanhangers dier staatsregterlijke beginselen, die in ons land, daarin boven velen uitstekend, de wet geving bezielen en vruchtbaar maken, die de vrijheid meer afbreuk doen, dan zij zelf wel wenschen of gelooven. Vrijheid is niet het regt om alles te doen, wat men wil, maar het regt om alles te doen, wat de regten van anderen niet krenkt. Deze eenvoudige, bijna kinderachtige waarheid, die in 't dagelijksch leven door niemand wordt miskend immers, niemand verbeeldt zich, dat zijne vrijheid om te wandelen 't regt medebrengt om andere wandelaars tegen 't lijf te loopen, verliezen enkelen van hen, die wetten maken, en velen van hen, die door daad of woord invloed uitoefenen op het volk en de wetgeving uit het oog. Zij vergeten, dat er in elke maatschappij een gezag noodig is, om de regten van allen en van enkelen, te beschermen tegen misbruik van magt, zedelijke of stoffelijke magt en dus misbruik van vrijheid dat sommigen geneigd zouden zijn te maken. Zij vergeten, dat dit noodzakelijke gezag te ondermijnen gelijk staat met hunne medeburgers geheel afgeroomde melk, of „vette" kaas, dat is uit volstrekt niet of eens afgeroomde melk gemaakt. De eerste komt voornamelijk in Friesland voor; de laatste daarentegen wordt geleverd door Noovdholland, het zuid-oostelijk gedeelte van Zuidholland en door een deel der provincie Utrecht. De zoetemelksche kaas onderscheidt men gewoonlijk in Edamsclie en Goudsche, terwijl de magere Friesche soorten in kruid-, komijn- en kanterkaas wordt onder scheiden. Een vrij volledige verzameling van al die soorten heeft G. van Asperen, uit Warga in Friesland, op de Weener tentoon stelling bijeengebragt. Edammer kaas is door gebr. Goede te Alkmaar, verder door W. Sluis en J. Stuit, in de Beemster, B. V. Slothouwer, te Schagerbrug in de Zijpe, en eindelijk door de Vereeniging tot bevordering van den Landbouw in Hollands noorder kwartier, te Winkel, op waardige wijze vertegenwoordigd, terwijl Everhard Zirkzee, uit Kouderkerke bij Leiden, en Herman Frederik Bultman, uit Haarlemmermeer, appetijtelijke monsters van Zuid- hollandsche zoetemelksche kaas hebben tentoongesteld. Onwillekeurig trok het mij aan, toen ik de fraaije ronde gele en roode kaasjes terugzag, waarvan ik er voor de stadswaag te Alkmaar zulke reusachtige massa's had zien opgestapeld, als ik in mijn leven wel niet meer te zien zal krijgen. Even als toen rees ook nu de vraag bij mij op, waarom het eene kaasje geel, het andere rood was, en of het onderscheid van kleur een anderen dan een uiterlijken grond had? Uit een geschrift van dr. Staring bleek mij, dat de Hollandsche landhuishoudkundigen algemeen van oor deel zijn, dat het beter en wetenschappelijk oordeelkundiger is, bet kunstmatig kleuren van kaas en boter geheel na te laten, terwijl de kleur dier melkproducten uitsluitend uit de hoedanigheid van den grond moet volgen, doch dat ongekleurde waar door de Eng. kooplui onvoorwaardelijk wordt geweigerd en in Engeland geen aftrek vindt. Vandaar, dat de voor eigen gebruik bestemde provisie meestal niet gekleurd is en er producenten in de nabijheid van groote steden zijn, die hun boter ongekleurd ten verkoop brengen; bij de grootere hoeveelheden echter, die voor het buitenland zijn bestemd, moet zich zelfs de kundigste producent aan het kleuren onderwerpen. Wat de hiertoe gebruikelijke kleurstoffen betreft, de tentoonstel ling biedt ons gelegenheid aan, om velerlei uitmuntende soorten te leeren kennen. Onder den naam„Verbeterd Annatto" hebben zoowel de gebroeders Wijkhuizen te Haarlem, als L. S. van Vrou- winger te Gouda en D. A. Swens te Haarlem zulk kaaskleursel in kleine fleschjes tentoongesteld, terwijl I. Coster te Amsterdam een kleursel inzond, dat waarschijnlijk uitsluitend tot kleuring der korst wordt aangewend. Het uitstekendste fabrikaat schijnt het te berooven van den eersten waarborg voor het genot hunner regten. Er is een tijd geweest, toen dat sloopen van het gezag een verdienstelijk werk was. Toen het gezag, in plaats van de regten der burgers te beschermen, die onderdrukte, toen het lijfeigenen schiep, de arbeidende klasse ten onder hield, en de burgers verhinderde hunne vermogens te oefenen en hunnen arbeid op de natuurlijke markt te ver- koopen. Maar die tijd is in Nederland voorbij. Het gezag, dat onze staatsorganen, regering en politie, behoudén hebben, is voldoende ter bescherming, magteloos ter verdrukking. Men verzwakke het niet meer, of het zoude ook ter be scherming onbekwaam worden, en de deur openzetten voor anarchie en demagogie, tweelingzusters, die steeds bij elkander worden gevonden. Men versta ons niet verkeerd. Wij vreezen niet, dat onze wetten spoedig zullen worden veranderd, dat de bevoegdheden van den Staat met zooveel woorden zullen worden verminderd, maar niet in wetten alleen ligt het bestuur van een vrij volk. Meer nog dan in de wetten ligt dit in de politieke zeden, en de vrijwillige onder geschiktheid aan zelf gestelde regelen en magten. Het schijnt, dat het noodig is te waarschuwen tegen den geest van minachting voor onze instellingen, en meer nog voor de personen, van wie die instellingen leven moeten ontvangen, de tijdelijke waardigheidbekleeders van den Staat, die vrienden der vrijheid verleidt om ook het noodzakelijke gezag te ondermijnen, en daarmede den weg open te stellen voor de reactie, en het spel te spelen van de vrijheidhaters. De taal, die sommige conservative organen zich veroor loofd hebben te voeren over de jongste troonrede, een daad van het hoogste staatsgezag, kan niet anders dan als een aansporing tot haat en verachting tegen den constitutionelen Staat werken. Was het de bedoeling dier bladen, van de Rotterdammer Courant, en anderen die zich gewoonlijk vrijhouden van de onreinheden van het Dagblad Zonder twijfel neen! Alleen dit ministerie wilden zij treffen, maar zij zagen niet, dat hunne heftige taal het staatsgezag, en dat van den Koning, in het hart trof. Was het de be doeling van een man als Jonckbloet om den eerbied voor de door den Koning gekozen ministers te ondermijnen? Wel neen! hoogstens wenschte hij eene bijzondere grieve tegen den minister Geertsema uit te vechten! Maar te ontkennen is het niet, dat het prestige van de groene tafel voor langen tijd geleden heeft onder die scherpe en weinig parlementaire uitvallen. Te ontkennen niet, dat de toestand van magteloosheid, waarin sints een paar jaar onze wet gevende magt verkeert, de achting voor dat staatsligchaam sedert 1853 door A. Kerbert te Purmerend in Noordholland ver vaardigde Annatto te zijn, dat het Engelsohe van Fuilwood verre moet overtreffen en waarvan een eetlepel vol toereikend is, om 2| a 3 kilogram kaas uitmuntend te kleuren. Zij moet daardoor een veel zuiverder kleur verkrijgen, die bij langdurig bewaren goed blijft, zonder dat bij te sterke bijvoeging de kaas lichtrood wordt. Een kleurmiddel heb ik op de tentoonstelling te vergeefs ge zocht en in zoover het een even lokaal is, als de kaassoort waar voor het gebruikt wordt, is deze gaping niet al te merkbaar. De bereiding van schapenkaas namelijk komt in Holland sleeht9 weinig voor; alleen op het eiland Texel zijn de schapen buitengewoon mooi, meestal geheel wit en geven een vette melk, waaruit de zoogenaamde Texelsehe kaas bereid wordt. Deze kaas, die voor velen een walgelijken smaak heeft, is tamelijk fraai groen gekleurd; deze kleur heeft zij echter niet door kruidenkleursel, maar door den afgang der schapen. Overal op Texel ziet men de kinderen, naar men zou meenen, boonen oprapen, die echter de schapen rijkelijk laten vallen, en die met water bevochtigd in een linnen lapje ge bonden en vervolgens uitgeperst worden. Het op die wijze ver kregen groene sap dient tot kleursel voor de oorspronkelijk witte schapenkaas. Deze soort van kleuring geschiedt dus niet op de appetijtelijkste wijze en werkelijk is het verbruik van de groene Texelsehe kaas, tegen vroeger, toen deze wijze van kleuren nog niet genoeg bekend was, sterk afgenomen. Deze kaas komt intus schen niet in den handel voor, maar dient tot inlandsch en nog meer tot lokaal verbruik. Persoonlijk heeft men haar mij slechts eenmaal voorgezet, en wel in het Nieuwediep, vlak tegenover Texel, bij het gebruik van een kop thee. Behoudens deze niet zeer uitlokkende wijze van kleuren is de zindelijkheid, waarmede de Hollandsche kaas en boterbereiding ge schiedt, voorbeeldeloos. De gebruikt wordende tonnen en vaten glinsteren van helderheid en de prachtige bonte koeijen, die in de weelderige weiden grazen, worden uiterst zorgvuldig verpleegd. Bij enkelen is geen vnil op het glimmende vel te ontdekkensoms worden zij geborsteld, zoodat een Duitsch schrijver al beweerd heeft, dat het Hollandsche rundvee drukker gekamd, geborsteld en ge- wasschen wordt, dan de boerenkinderen bij ons te lande. Vandaar, dat men zelfs in Zwitserland nergens zulke heerlijke gouden boter en smakelijke kaas ziet, als in Holland. Het totaal-product der jaarlijks in Holland gemaakte kaas kan niet gemakkelijk begroot worden. Wat door den verbruiker en diens omgeving wordt geconsumeerd, kan vrij hoog worden opge geven, want het is juist in de landelijke provinciën, waar de boeren-bevolking, oud en jong, er krachtig en blozend uitziet, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1