o. a.: 1. inrigtingen voor het onderzoek van kunstmest;
2. werktuigen voor phosphorzuur-bepalingen3. id. voor
vochtbepalingen; 4. id. voor het onderzoek van de soort
en de hoeveelheid olie in zaden; 5. id. voor het onderzoek
van melk; 6. id. voor het bepalen van de sterkte van
kleurstoffen; 7. id. voor de sterkte van wijn en nog vele
andere even practische als voor den wetenschappelijken
landbouwer noodzakelijke instrumenten.
Aan de lijst der bekrooningen zijn de volgende opgaven
ontleend
Akkerbouw. Roode wintertarwe, 3de prijs No. 9 A.
Visser qq., Winkel. Witte wintertarwe, 2de pr. No. 32
J. Breebaart Kz., Winkel. Zomertarwe, 1ste pr. No. 45
dezelfde. Wintergerst, 1ste pr. No. 58 H. B. Maasen,
N.-Niedorp. Zomergerst, 1ste pr. No. 62 A. Visser qq.
Chevalier-gerst, 2de pr. No. 66 Gebr. Tool, Wognum en
Breebaart, Winkel; 3de pr. No. 68 A. Schaap qq., Winkel.
Korte haver, 3de pr. No. 83 jhr. mr. J. H. v. Foreest v.
d. Palm, Anna Paulowna. Lange haver, 2de pr. No. 94
N. Loder, Winkel; 3de pr. N. 92 A. Schaap qq. Zwarte
haver, 3de pr. No. 99 J. Breebaart Kz. Groote groene of
hlaauwe erwten, 2de pr. No. 106 W. Brakenhoff Jz.,
Alkmaar. Gewone of graauwe erwten, 1ste pr. No. 117
dezelfde. Vale erwten of capucijners, 1ste pr. No. 124 D.
Prins Sz., Andijk. Geele of bruine boonen, 1ste pr. No. 131
dezelfde. Paardenboonen, 2de pr. No. 158 J. Breebaart Kz.,
3de pr. No. 153 D. Prins Sz. Winterkoolzaad, 1ste pr.
No. 169 D. Breebaart Kz., Winkel. Bruin mosterdzaad,
lste pr. No. 185 A. Schaap qq.; 2de pr. No. 181 D.
Prins Sz. Karweizaad, 2de pr. No. 193 Gebr. Tool en
Breebaart, 3de pr. No. 194 D. Breebaart Kz. Tweejarige
Meekrap, lste pr. No. 205 N. Loder; 2de pr. No. 204
J. Breebaart Kz.; 3de pr. No. 203 Gebr. Berkenbosch,
Winkel. Driejarige meekrap, 3de pr. No. 213 dezelfde.
Klaverhooi, 2de pr. No. 219 N. Loder. Hooi, 2de pr.
No. 223 W. Brakenhoff Jz. Uijen, 2de pr. No. 249 O.
Stins, Broek op Langendijk; 3de pr. No. 250 K. C. Visser,
Hoorn. Suiker-beetwortels, 2de pr. No. 269 D. Prins Sz.
Tuinbouw. Verzameling groenten, lste pr. No. 399
K. C. Visser. Bloemkool, lste pr. No. 402 K. de Boer Cz.,
Zuidscharwoude2de pr. No. 403 K. C. Visser.
Zuivelbereiding. Een achtste vat Noordh. boter, minstens
14 dagen oud, lste pr. No. 526 J. Mol Jz., Berkhout;
3de pr. No. 525 W. Brakenhoff Jz. Weiboter, 2de pr.
No. 547 J. Mol Jz.3de pr. No. 544 W. Brakenhoff Jz.
Vijf stuks Noordh. (Edammer) kleine kaas, gemaakt in Mei
of Junij jl., van minstens 2 kilogr., 2de pr. No. 571 Joh.
Heidenrijk, Berkhout. Vijf stuks Loofkaas, in 1873 ge
maakt, 2de pr. No. 586 J. Mol Jz. Twee stuks Goudsche
Derby-kaas, gemaakt in Mei of Junij jl., 3de pr. No. 596
Wieringerwaarder Maatschappij van Kaasbereiding. Twee
stuks machinaal bereide kaas, 2de pr. No. 599 dezelfde.
De grootste zoetemelksche kaas, No. 603 dezelfde. Friesche
nagelkaas, 3de pr. No. 617 J. Heidenrijk.
Werktuigen. Voor akker-, hooi- of tuinbouw, zuivel
bereiding of stalvoedering, vervaardigd door de inzenders
in Nederland, No. 791 (zilveren medaille) M. J. Tiele,
Anna Paulowna. Het meest volkomen en schoonste stel
kuiperswerk. lste pr. No. 794 J. C. Witte, Hoorn.
De eerste algemeene vergadering van de vereeniging
van godsdienstonderwijzers bij de Nederlandsche Hervormde
kerk zal heden te Amsterdam plaats hebben.
Jl. Donderdag is te Velzen gekozen tot hoofdingeland
van het bestuur voor het hoogheemraadschap van den
Hondsbossche en Duinen tot Petten de heer J. C. Enschedé.
Jl. Woensdag namiddag had op de Nieuwe Haven
te 's Hage een niet zeer liefelijke ontmoeting plaats tusschen
twee echtgenooten, die sedert eenigen tijd van elkander
gescheiden leefden. Na elkander, tot ergernis der omstan
ders, de liederlijkste scheldwoorden en de hatelijkste ver
wijtingen naar het hoofd te hebben geslingerd, die door de
straatjeugd met een luid hoerahwerden herhaald, vloog
de woedende vrouw den man aan en gaf hem een paar
oorvegen, die zoo goed aankwamen, dat de man bijna geheel
bedwelmd ronddraaide. Het echtelijk tooneel zou daarmede
zeer zeker niet zijn afgeloopen, indien niet de omstanders
begrepen hadden, dat het tijd werd tusschenbeidê te komen.
De man, die zijne vrouw met gelijke nfunt wilde betalen,
werd tegengehouden en de vrouw in huis gedreven.
Eergisteren morgen omstreeks 12 ure is door de van
Hellevoetsluis komende stoomboot Maasstroom, van deNederl.
Stoomvaart-Maatschappij, in de Maas tegenover den Veerdam
te Rotterdam overvaren het met proviand geladen ijzeren
kra&kschip, genaamd „de Vrouw Maria," dat onmiddelijk
daarna zoak.
Van de opvarenden zijn de schipper en diens kindje van
13 maanden gered; de vrouw van den schipper is aan de
gevolgeiv der bekomen kwetsuren, in het stedelijk zieken
huis, werwaarts zij, na uit het water te zijn gehaald, was
vervoerd, overleden, terwijl het andere kindje, een zuigeling
van vijf weken, dat de moeder door den schrik liet vallen,
in het water omkwam.
In de jl. Maandag te Utrecht gehouden vergadering
van de Vereeniging van gasfabrikanten is het reglement
vastgesteld. De Vereeniging telt thans 32 leden. Den 15
en 16 Julij van het volgend jaar zal te Dordrecht een
algemeene vergadering worden gehouden.
De beroemde schaakspeler Steinitz, die te Weenen
den eersten prijs heeft gewonnen, heeft op zijn reis naar
Duitschland een paar dagen te 's Hage vertoefd, om de
vroeger beloofde partijen met de Haagsche afdeeling van
den Nederl. Schaakbond te spelen. Wat verwacht werd
gebeurde; de matador heeft alle partijen gewonnen. De
heer Steinitz speelde jl. Donderdag o. a. te gelijk acht
partijen met de heeren Behr van Delft, Stolte, Simons,
Gifford, Meijers, Kamphuijzen, Delboy en Polak Daniels
van 's Hage, doch geen der spelers was zoo gelukkig, van
de tegenpartij één spel te winnen. Een groot aantal be
langstellenden hadden zich in de zaal vereenigd om het
spel gade te slaan, en allen bewonderden de vlugheid en
juistheid van Steinitz's zetten.
Men schrijft uit 's Hage aan de Zutf. Crt.
„Z. M. is tegenwoordig niet veel in den Haag, maar ook
in den tijd, dat Z. M. hier vertoeft, vertoont hij zich weinig.
Alleen ziet men hem na zijn terugkomst uit Zwitserland
bijna dagelijks bezoeken afleggen op het Huis ten Bosch
bij de Koningin. Z. M. moet in den laatsten tijd zeer
gedrukt zijn. De onaangenaamheden, die de politieke ver
wikkelingen hem bezorgen, zullen daaraan waarschijnlijk
niet veel goeds doen.
Daarbij komt, dat Z. M. ditmaal niet bijzonder tevreden
geweest moet zijn over hetgeen het militaire kamp heeft
opgeleverd. In de Haagsche dagbladen hebt gij zeker al
het een en ander gelezen van de min gunstige militaire
beschikkingen, waarin, zoo al geen toorn, dan toch eenige
ontevredenheid van den vorst niet te miskennen viel. Op
den dag van de opening der Kamers moesten alle militairen,
hier in garnizoen, terstond na den afloop van de plegtig-
heid in hunne natte pakjes naar de kazernes marcheren,
om daar eenige uren in de handgrepen te exerceren, in
plaats van, zooals zij de vorige jaren steeds gewoon waren;
vrijaf te hebben en naar de muziek in den Dierentuin te
gaan luisteren. Zelfs de muziek van de grenadiers mogt
zich dien dag niet in dien tuin laten hcoren, ja zelfs niet
de gewone eereplaats voor het paleis innemen. En daar
mede was het nog niet gedaan. Eenige dagen achtereen
hebben de militairen in marschtenue over straat moeten
loopen, wat vooral in dit natte weer alles behalve aan
genaam was. De schooljeugd had er het meeste schik in.
Er kon geen officier op straat komen, of de jongens dreven
den spot met zijn straftenue, zooais zij het noemden. Het
ergst waren er echter de officieren aan toe, die na afloop
van den kamptijd met verlof waren gegaan, want allen
werden aangeschreven om op staanden voet terug te komen.
Voor hen die in 't vaderland waren gebleven was dat nu
nog minder erg, maar er waren er ook, die terstond hun
koffers hadden gepakt en reeds eenige honderden uren ver
in den vreemde zaten.
Het Haagsche publiek verdiept zich natuurlijk in gissingen,
welke wel de redenen kunnen zijn van die ongewone maat
regelenAls curiositeit wil ik u mededeelen, dat er zijn,
die in allen ernst den heer Target, den monarchalen gezant
van de Fransche republiek bij ons hof, de schuld geven
van dat alles. „Men" zegt, dat er een Spaansch en een
Franscli officier in het kamp zijn geweest om de evolutiën
op te nemen, dat beide zeer hoffelijk door de onzen zijn
ontvangen, maar dat de Fransche officier op zekeren avond
met een paar Hollandsche officieren een standje heeft
gehad, dat hij zich daarop beklaagd heeft bij den heer
Target, dat de heer Target er Z. M. over gesproken heeft
en.... het overige kunt gij wel raden. Het verhaal klinkt
te ongerijmd om er iets van te gelooven, maar ik deel het
u mede, omdat het praatje van mond tot mond gaat en
er zeker wel honderd in de residentie zijn, die u willen
bezweren, dat de zaak zich zoo en niet anders heeft
toegedragen.,
Een andere zaak, die het publiek zich hier ook zeer
aantrekt, is de historie van Lynden. De heer van Lynden
heeft in de eerste dagen veel moeite gehad met de fractie
Heemskerk, die meende dat hij het terrein aan haar hoofd
man had moeten overlaten. Toen hij die moeiielijkheid te
boven gekomen was, heeft hij tot zijn leedwezen bemerkt,
dat de leer van de Standaard op sommige anti-revolutio
naire Kamerleden toch reeds vrij wat invloed had uitge
oefend, zoodat zij ronduit verklaarden, in een kabinet
van Lynden geen heil te zien. De halstarrigheid van
enkele anti-revolutionairen is het struikelblok geweest voor
het tot stand komen der formatie. Een der bladen ik
meen dat het het Vaderland geweest is heeft, beweerd,
dat de pogingen waren afgestuit op de hooge eischen der
ultramontanen, maar zoover is het niet gekomen. Er zijn
ultramontaansche namen genoemd, die nooit gevraagd zijn.
Zoo weet ik b. v. thans zeer bepaald, dat zelfs generaal
van der Scliriek, die door alle dagbladen als minister van
Oorlog in het nieuwe kabinet werd gebrandmerkt, nooit is
aangezocht.
Hoe het zij, wij blijven gelukkig voor een kabinet-van
Lynden bewaard. Deze regering zal blijven om straks
eerst een votum uit te lokken over de censuskwestie, en
dan is Kamer-ontbinding onvermijdelijk."
-Te Gouda zag men 23 dezer in eenige afgelegen
buurten een zonderlingen optogt, merkwaardig omdat het
volkskarakter er door gekenmerkt wordt. Een vrouw met
een rouwfloers aan den hoed vastgespeld, een blikken
trommel door een zwart kleed dragende en daarop met een
paar houtjes slaande, opende den trein, daarop volgde een
baar waarop zich een voorwerp bevond, mede met een
zwart kleed bedekt, gedragen door twee in rouwkleederen
gehulde vrouwen, en eindelijk een joelende en tierende
menigte. Op de vraag wat dit beteekende kreeg men ten
antwoord, dat een werkman M. te lui was om te werken,
dat hij in plaats van te arbeiden den geheelen dag te bed
blijft en men hem daarom begraaft.
Onze correspondent te Bergen op Zoom, zegt het
Vaderland, meldt ons, dat aldaar drie gevallen van cholera
met doodelijken afloop zijn voorgekomen.
De Arnh. Crt. behelst een ingezonden stuk, waarin
op grond der meening, dat de cholera van de aarde kan
verdwijnen door haar aan de oevers van den Ganges uit
te roeijen, het plan wordt geopperd om de Ganges-delta,
die met hare moerassen als de bakermat der cholera wordt
beschouwd, door inpoldering en kanalisatie droog te maken
en daardoor de atmosfeer in Neder-Bengalen van de scha
delijke moeraslucht te zuiveren. Als alle beschaafde natiën
daartoe hare krachten vereenigden, zou die reuzenarbeid
binnen een paar tiental jaren volbragt kunnen worden,
meent de inzender, en hij houdt zich overtuigd, dat reeds
tijdens den arbeid de gunstige invloed van dezen maatregel
zou blijken, niet alleen op den gezondheidstoestand in het
algemeen, maar ook op de jaarlijksche cholera-epidemiën
in het bijzonder.
De najaarsmarkt die jl. Maandag te Tiel werd gehouden,
was druk bezocht. Er waren tusschen de 700 en 800
paarden aan de lijn en de handel was zeer levendig. De
prijzen, die' werden besteed, variëerden tusschen 300 en
900 guldenvoor één paard werd zelfs f 1000 gemaakt. Vooral
werd er door Fransche kooplieden gekocht. (N.Rott.Ct.)
Op de laatst gehouden paardenmarkt te Valkenburg
werd een paard met veulen van 5 maanden gebragt, die,
na eenige dagen beraad over den prijs (er was f 450 ge
vraagd) gekocht zijn voor f 400. De verkooper had voor
een paar jaar voor het paard betaald f 82.50. Het voor
deel, met dezen verkoop behaald, is zeker niet onaanzienlijk,
doch de kooper zal ook wel weten wat hij gedaan heeft.
Over een paar jaar, zoo niet vroeger, gaat misschien het
veulen naar het buitenland voor f 600. De paardenmarkten
verliezen van haar ouden roem, wegens de hoedanigheid
der paarden of verminderenden aanvoer, daar er jaar op
jaar bij de landbouwers toch belangrijke koopen voor het
buitenland geschieden van paarden, die zelfs nog geen
paardenmarkt hebben gezien.
De groote herfst-paardenmarkt, jl. Donderdag te
Zwolle gehouden, was ruim bezet, met levendigen handel en
veel aftrek, ook naar 't buitenland. De beste soort speel-
en rijtuigpaarden golden per span f 1200 k f 1300werk
paarden f 80 a 350; enters f 200 a f 320; veulens 70 k 170.
De jagt levert in de noordelijke provinciën voldoende
uitkomsten op. Hazen en patrijzen, houtduiven, snippen,
eendvogels en korhoenders worden over 't algemeem vol
doende aangetroffen. Jammer maar dat het aantal stroopers
van jaar tot jaar toeneemt; anders toch zouden de gepatenteerde
jagers meer buit maken. Er is intusschen alle reden tot
tevredenheid.
Onder den titel: „de burgers en de politie", lezen
wij in het lcents Volksblad de volgende regelen
„Bij de behandeling in den gemeenteraad van Amsterdam
van een voorstel tot vermeerdering van het aantal polite-
agenten, Donderdag 18 dezer, heeft een derjeden onder
anderen gezegd: „Ik laak niet de politie, maar wel die
Amsterdammers, die nooit een pplitie-agent zullen bijstaan
en die er een bijzonder genoegen in scheppen, wanneer een
agent, over wien zij zich morgen welligt zullen beklagen,
in moeijlijkheden komt."
De beschuldiging treft niet Amsterdam alleen, maar vele
andere gemeenten en is in geenen deele nieuwelf jaren
geleden deelden wij in onze Volksletterkunde een kort artikel
uit het Weekblad van het regt mede, onder bovenstaandeu
titel, dat aldus aanving:
„De generaal Foy zeide eens in de Fransche Kamer
van Gedeputeerden, dat de moeijelijkste post in een leger
de post van korporaal is, en dat hij een goed korporaal
altijd met onderscheiding groette, omdat een goed korporaal
een man met zeldzame hoedanigheden zijn moet.
„Wat Foy van de korporaals zeide, zou men met even
veel regt van de politie-agenten kunnen zeggen. Wij
vorderen van onze politie-agenten een som van deugden,
welke weinig fatsoenlijke christenen bezitten. Een agent
van politie moet waakzaam zijn, beleefd, ook als hij uit
gescholden wordt, energiek en zachtzinnig, voortvarend en
gematigd, ferm en flegmatiek; hij moet zijn gezag hand
haven, zonder iemand te krenken; hij moet voor zijne
eigene verongelijkingen vergevingsgezind zijn als een
christen, en voor alle beleedigingen der wet onvermurwbaar
als een rots. Hij moet ijzeren handen hebben in fluweelen
handschoenen; voor al deze deugden wordt hij beloond
met f 400 's jaars en een stel kleederen.
AY anneer eens de type van den politie-agent gevonden
is, zullen alle vrouwen met hem willen trouwen en alle
mannen hem hunnen boezemvriend maken, want het ideaal
van den gentleman, van den mensch en den christen is
verwezenlijkt, is agent van politie geworden.
Wij vorderen van den agent van politie al de goede
hoedanigheden, die wij meestal zelve niet hebben. En om
te beproeven, of hij ze inderdaad hoeft, bejegenen wij hem
met groote minachting. Een „diender" is voor een zeer
groot aantal menschen iets beneden een dief. Een „fatsoen
lijk" man rekent het beneden zich te doen wat een politie
agent hem zegt. Dagelijks blijkt het overtuigend, hoe
weinig besef ons zoogenaamd publiek heeft van zijne ver-
pligtingen jegens de politie
Wanneer het publiek niet wil medewerken, zal men
eindelijk de engelen moeten uitnoodigen de politiedienst
in Nederland te willen komen waarnemen, want er zal
geen mensch meer gevonden worden, om zulk een baantje
met bovenmenschelijke eischen te vervullen."
En wat wij er toen bijvoegden herhalen wij ook nu:
„Men kan er niet genoeg op aandringen, dat de in het
bovenstaande verkondigde beginselen in de volksovertuiging
zullen leven. Eigenlijk moeten alle burgers zich als rust
bewaarders beschouwen om de aangestelde politie te helpen
in de handhaving van orde in het maatschappelijk leven.
Er is geene zamenleving mogelijk, wanneer er geene orde
is. Het onderling verkeer vordert zekere beleefdheden: dat
men welwillend voor elkander uit den weg gaat, dat men
elkander helpt; hoe meer deze onderlinge welwillendheid
plaats vindt, des te minder is de sterke arm der politie
noodig. Een volk, dat op ware vrijheid gesteld is en
daarom een ordelijk onderling verkeer op hoogen prijs
waardeert, acht de hulp eener waakzame politie hoog. Men
ziet zulks in Engeland. Het volk ziet in de politie-ambte-
naren zijne helpers, zijne vrienden, zijne beschermers.
Gewillig gehoorzaamt men aan de politie-bevelen, en
wanneer een politie-agent hulp inroept, zijn alle goede
burgers gereed hem bij te staan; zij begrijpen, dat zulks
in het algemeen belang is.
Hoevele sommen zouden gespaard, hoevele ongelukken
voorkomen worden, wanneer ieder doordrongen ware van
zijnen burgerpligt om de orde te helpen handhaven. In
plaats van baldadige jongens en dronken lieden tegen te
gaan, in plaats van vechtende knapen te scheiden, en mis
handeling van vrouwen en meisjes te keer te gaan, schijnt
het of volwassen menschen soms genoegen scheppen in
le baldadigheid der knapen."