1873. N". 120. Zondag 5 October. 31 Jaargang. BEKENDMAKING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bnrean: 1 O l, E M» L RIK, N°. 1C3. BERIGTEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN. HELDERSGHE EN NIEUWEDIEPER 01RANT. ,,Wij huldigen het goede." Vérschijnt DingSdag-, Donderdag- an Zatuudag namiddag. Abonnemeatsprijs per kwartaalf 1.30. t franco per post - 1.65, Prijs der Adverteatiën Van 14 regels 60 cent, elke regel ineer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. V R UT R RK D A G EN DER' BRIEVENMAILS Naar Ooat-lndië: via Triest 14 Oct. 's avonds 6 u. 25 m. „au Marseillë 9 Oct., 's avonds 6 u. 25 m. aan Brindisi 6 Oct., 's avonds 6 u. 25 ni. Curagao en Suriname, 16 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 13 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. De BURGEMEESTEE der gemeente HELDER maakt aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat de VOLJAARS-PATENT BLADEN over de dienst 1873/74 aan de Secretarie der gemeente te bekomen zijn, van Maandag 6 tot 14 October 1873, van des morgens 9 tot 1 ure en des namiddags van 5 tot 7 ure, den invallenden Zondag uitgezonderd. Helder, De Burgemeester voornoemd, 3 October 1873. STAKMAN BOSSE. Aan de berigten uit Batavia, loopende tot 27 Aug. jl., ontleenen wij het volgende: ,/Ten vervolge op vroegere berigten daaromtrent ontleent de Jav. Crt. aan een verslag van het departement der Marine omtrent de verrigtingen van het blokkade-escader in de Atsjinesche wateren het volgende Zr. Ms. stoomschip Soerabaija vertrok 18 Julij jl. van de reede Atsjin via Edi naar Penang, tot het aankoopen van ververschingen, begeleidende het kolensehip Josephine, dat te Edi eene betere ligplaats vond dan ter eerstgenoemde reede. Beide schepen kwamen den 30sten daaraanvolgende te Edi aan, waar de Soerabaija den steenkolen- en water voorraad aanvulde en 2 Julij naar Penang vertrok. Die plaats werd 6 Julij verlaten en den volgenden dag ter reede Edi geankerd, water en steenkolen ingenomen, den 9den de reis voortgezet, en kruisende op den llden de reede van Atsjin bereikt. Bij Passagan werd de schoener Trumph, onder Engelsche vlag, die bezig was te laden, gelast binnen 24 uren te vertrekken. Zr. Ms. stoomschip Watergeus arriveerde den 29 Junij te Atsjin. Na 15 Junij de reede van Batavia, met bet kolensehip Johanna Elisabeth op sleeptouw, verlaten te hebben, kwam die bodem den 19den daaraanvolgende te Singapore, laadde daar steenkolen, zette den volgenden dag zijne reis voort en ankerde den 23sten ter reede van Deli. Na er den steenkolenvoorraad te hebben aangevuld, werd den 25sten het anker geligt en koers naar Atsjin gezet, waar dat stoomschip den 29sten daaraanvolgende arriveerde. Den 2den Julij vertrok bet naar de Westkust, om daar nabij Analaboe en Rigas te blokkeren. Den 6den daaraan volgende werd eene praauwtoop prijs gemaakt, terwijl de opvarenden als krijgsgevangenen met de Maas en Waal naar Atsjin opgezonden werden. De praauw werd verbrand en in den grond gehakt. Het gouvernements-stoomschip Telegraaf kwam 29 Junij te Atsjin en werd gebezigd tot het maken van kruistogten nabij de eilanden en langs de kust tot Pedro-punt en tot het visiteren van in zigt komende schepen; evenzoo de gouvernements-stoomer Siak. Dat stoomschip verliet den 16den de reede van Atsjin, kruisende langs de Noordkust naar Deli, om steenkolen te laden. Den 2den Julij bemagtigde het gouvernements-stoomschip de Telegraaf eene praauw onder den wal, alwaar de be manning ontvlugtte, bragt den 4 Julij eene brik onder Engelsche vlag, de Mariners-hope, die de blokkade bad geschonden, op, en vertrok daarmede den Gden naar Deli. Zr. Ms. stoomschip Citadel van Antwerpen, aanvankelijk kruisende tusschen Pedro-punt en Diamants-punt, ging later door tot Simpang, Olim en Edi, waar de kolenvoor- raad werd aangevuld. Op 6 Julij kreeg dit vaartuig een Engelschen schoener in zigt, die met den zeewind de rivier van Simpang Olim binnenzeilde. Op een los schot en daarna gevolgde drie scherpe schoten van de Citadel kwam eene sloep met den gezagvoerder aan boord en bleek het de schoener de Ningpo te zijn, wien reeds op 26 Junij de blokkade was aangekondigd. Het schip bad dus de blokkade geforceerd, werd dientengevolge door de gewapende Werksloep uit de rivier gehaald, naar de reede van Edi opgebragt en daar ter bewaking aan den Briel afgegeven. De lading van den schoener was reeds vroeger gelost. Den 8sten Julij maakte de Citadel van Antwerpen vier Atsjinesche praanwen prijs; ook die werden aan den Briel afgegeven, benevens vier andere, die den volgenden dag genomen werden. Na 21 Junij Atsjin verlaten te hebben onderzocht Zr. Ms. atoomschip Timor drie vaartuigen, waarvan twee in Telok- Samoi ten anker lagen. Op 22 te Edi aangekomen, vertrok die bodem den 25sten weder van daar, koers stellende om de Noordwest. Dienzelfden avond werd er jagt gemaakt op een paar de Engelsche vlag vertoonende vaartuigen, waarvan slechts één, na acht mijlen te hebben afgelegd, werd ingehaald. Verscheidene vaartuigen werden door de Timor gevisiteerd bij één hunner, de Dalia, die in de monding van de Ara- koenda-rivier ten anker lag, moest de stoombarkas p. m. 100 el afstands voorbij een wachthuis, en zag men op het strand eenige stukken opgesteld, die geladen werden en waarbij een 20tal gewapende Atsjinezen klaar stonden. Ziende dat het niet op hen gemunt was, lieten zij de barkas, waarin zich de commandant tot het doen van eenige obser- vatiën persoonlijk bevond, ongestoord naar de Dalia en terug stoomen. Hunne houding was echter dreigend. Op 22 daaraanvolgende werd aan boord va'n de schoener brik Toa eenig geschut meer gevonden dan op de papieren vermeld stond, en werd dat vaartuig dientengevolge naar Edi gedirigeerd. Nog werd een vaartuig, onder Atsjinesche vlag varende, buitgemaakt en derwaarts opgezonden. Gedurende het kruisen werden door do Timor eenige gegevens voor eene kaart voor dat gedeelte der kust ver zameld. Na door de Citadel van Antwerpen te zijn afgelost, is de Timor met vier buitgemaakte vaartuigen van Edi naar Deli vertrokken, en 7 Julij daar gearriveerd om steen kolen, water en victualie in te nemen. Zr. Ms. stoomschip den Briel verliet 25 Junij Deli en stoomde langs den wal, houdende naar Edi, waar den 21sten Junij geankerd werd, zonder op dien togt een enkel vaartuig te hebben ontmoet. Verscheidene vaartuigen werden met de blokkade bekend gesteld en vier Atsjinesche praauwen, waarvan een onder Engelsche vlag, buitgemaakt. Den 9den Julij verliet den Briel de reede van Atsjin, koersende naar Diamants-punt. Op de hoogte van Jollo lag de Chinesche jonk Kimsijl Geranbij onderzoek der papieren bleek, dat haar de blokkade reeds was aangezegd. De toop werd op sleep naar Edi medegenomen. Op den togt daarheen werd nog eene Atsjinesche praauw bemag- tigd. Den 12den Julij vertrok den Briel met negen prijzen naar Deli. Zr. Ms. stoomschip Coehoorn arriveerde den 21 Junij op de Belawan-rivier, om kolen te laden, victualie in te nemen en de stoomketels te herstellen. Den 9den Julij werd Deli verlaten en naar Edi gestoomd. Daar werd assistentie verleend aan het kolensehip Josephine door zand voor ballast van den wal te halen. Zr. Ms. stoomschip Schouwen kwam den 7den Julij te Atsjin, vertrok den 12den daaraanvolgende ter bekruising der Noordkust van Atsjin (meer nabij Batoe Poeti) en vertrok vervolgens naar Deli om geld te lossen. Zr. Ms. stoomschip Sumatra, 23 Junij des avonds van de reede Batavia vertrokken, kwam den 30sten te Deli, vulde daar de steenkolen-ruimen aan en nam den contro leur Kroesen aan boord. Den 8 Julij werd ter reede Atsjin geankerd en die plaats den 13den verlaten, om de proclamatie onder de ouderhoorige Staatjes van dat rijk te verspreiden. Zr. Ms. stoomschip Maas en Waal verliet 9 Julij de reede Singkel, zooveel mogelijk langs den wal koers zet tende naar Atsjin. Zes mijlen benoorden Analaboe ontmoette het Zr. Ms. stoomschip Watergeus, waarvan het 22 krijgs gevangenen overnam. Den 12den liet de Maas en Waal het anker ter reede Atsjin vallen, vertrok den 15den tot het bekruisen van de Noordkust, en ging vervolgens naar Edi om steenkolen te laden. Den 13 Julij arriveerde het gouvernements-vaartuig Hertog Bernard te Atsjin. Op zijne reis van Batavia had dit vaartuig aan de schepen van het blokkade-eskader, welke het ontmoette, victualie en versnaperingen van het Roode Kruis afgegeven. Zr. Ms. stoomschip Metalen Kruis vertrok 20 Junij van Atsjin, met order om, kruisende langs de kust, naar Edi te stevenen, er den kolenvoorraad aan te vullen en daarna naar Atsjin terug te keeren, hetgeen den 15 Julij plaats had. Zr. Ms. stoomfregat Zeeland verliet 20 Julij de reede Atsjin, deed Simpang-Olim aan en kwam den 22sten te Edi, om kolen te Iaden; van deze gelegenheid zou dooi den kommandant der maritime middelen gebruik gemaakt worden om den stand van zaken aldaar te onderzoeken en te regelen. Den 6 Julij was ter reede Atsjin ten anker gekomen een Turksch driemastschip, Nedjap genaamd, gezagvoerder Mahiddin, van Djeddah en Hodeeda, met 400 a 500 hadjis. Onmiddellijk werden maatregelen genomen, de communicatie van dat vaartuig met den wal te beletten. De Zeeland ging daartoe onder stoom, liet den gezagvoerder aan boord komen, teekende de blokkade aan en gelastte den gezag voerder zich onverwijld naar Penang te begeven, werwaarts hij bestemd was. Het schip ging onder zeil en werd door de Siak tot op enkele mijlen afstands begeleid. Van uit de rivier trachtte eene praauw het Turksche schip te naderen, doch de gewapende sloepen en de stoombarkas, daarheen gezonden, deden de Atsjinezen snel terugkeeren. De generaal van Swieten is den 23 Aug. te Batavia aangekomen; hij heeft een dag te Buitenzorg doorgebragt. De generaal, zegt het Alg. D. v. N.-Indië, heeft een indrukwekkend voorkomen, een flink, martiaal uiterlijk. Zijne krachtvolle gestalte zou niet doen denken, dat hij een man is van reeds gevorderden leeftijd. Onmiskenbaar draagt zijn gelaat de sporen van de beslommeringen des levens.- Men kon het hem aanzien, dat hij zich bewust is van de eervolle, doch zware taak, welke op zijne schou deren rust. Moge het voor hem weggelegd zijn de Atsji nesche expeditie op eervolle wijze te beëindigen Volgens de Indiër, zou de enquête over de expeditie naar Atsjin binnen veertien dagen afloopen en de uitslag openbaar worden gemaakt. Het Handelsbl. deelt omtrent de tweede expeditie naar Atsjin, behalve de reeds gemelde bijzonderheden, nog mede, dat de expeditie 7190 man zal tellen (waaronder 100 man kavallerie) behalve nog het personeel der artillerie, welks cijfer het niet kent. Het gaat daarbij uit van de onder stelling, dat de 5 veldbataillons op de sterkte in tijd van oorlog gebragt zijn en derhalve omstreeks 4350 man zullen tellen; de inlandsche troepen, die de expeditie volgens genoemd cijfer de sterkste, die ooit in Nederl. Oost-Indië is ondernomen zullen vergezellen, tellen 740 man; het corps mineurs en sappeurs ongeveer 500 mande landings divisie der marine zal 1500 man sterk zijn. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 4 October. Volgens telegram van den hoofdagent der Stoomvaart- Maatschappij Nederland in Egypte, heeft het stoomschip Prins Hendrik, kapt. E. Oort, den 27 Sept. jl. op de tehuisreis van Java schipbreuk geleden op het Broeders eiland (Roode Zee). Alle opvarenden zijn gered en aange- bragt te Kosseir (Cosire op de Engelsche kaarten) in Egypte, vanwaar de kapitein jl. Donderdag telegrapheerde. Er werden te Suez onmiddellijk maatregelen genomen om hulp te verleenen. In de laatste vergadering der Koninkl. Academie van Wetenschappen, afdeeling Natuurkunde, te Amsterdam ge houden, zijn o. a. ontvangen van den heer W. Ph. de Kruijff, alhier, 21 stuks tabellen van de waterwaarnemingen in het Marsdiep, gedurende de maanden Julij, Augustus en September 1864, die aireede aan de commissie voor de daling van Nederland's bodem zijn verzonden. 't Is naar aanleiding van hetgeen in de vergadering der Holl. Maatschappij van Landbouw gezegd is over de grootere waarde, welke het rundvee ontvangt door de in voering van stamboeken, dat wij meedeelen de volgende opgave van eene verkooping „shorthorns" van den heer Wiley van Brandsby, in Engeland dezer dagen gehouden. Zie hier eenige prijzen van koeijende naam van den vader wordt, volgens het stamboek, steeds te gelijk vermeld. De gewoonte, om aan de bullen de namen te geven van beroemde personen geeft aan de lijst een eenigszins ver makelijk karakter. Lucinda, roodbonte koe, gekalfd 18 Mei 1868, vader „Friar V" f1512; Zepliyr, roodbonte koe, gekalfd 15 Junij 1868, vader „de graaf van Derby" f 1323; Lilac, rood bonte koe, gekalfd 17 Julij 1868, vader „Friar V" f 1383; Julia Jane, roode lakenveldsclie koe, gekalfd 21 Dec. 1868, vader „graaf van Derby," f1383; Zenith, witte koe, gekalfd 9 Junij 1871, vader „Breastlate," f 1953; Livia, roodbonte koe, gekalfd 26 Julij 1871, vader „de lord-kanselier," f 1443graaf Derby II, stier, vader „de graaf van Derby," f 2000, enz. enz. Bedankt voor het beroep naar Alkmaar door ds. J. Eigeman, te Delfshaven. Blijkens het pas verschenen 29ste jaarverslag der Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank, telde deze op ultimo Dec. jl. 47 afdeelingen en 329 corres pondentschappen. Het aantal leden bedroeg 13,015, benevens 1562 jongelingen beneden 18 jaar. De talrijkste afdeelingen waren: Amsterdam met 3927, 's Gravenhage met 2306 en Rotterdam met 1389 leden. De kleinste waren: Steenwijk met 19, Vlaardingen met 15 en 's Gravesande met 11 leden. De talrijkste leden der correspondentschappen telde Nijmegen met 62 en Maaten (Drenthe) met 58 leden. Door de Maatschappij tot bevordering van bouwkunst zijn drie prijsvragen uitgeschreven, als: 1. een vast circus op een terrein van 100 M. bij 60 M., voor 5000 toe schouwers; 2. eene schriftelijke verhandeling over de vraag:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1